5.9 C
Amsterdam

Ankara in de Balkan

Jochem van Staalduine
Jochem van Staalduine
Journalist gespecialiseerd in de Balkan. Verslaggever. Correspondent.

Lees meer

‘Dat Turkije en Rusland zich in de regio laten zien komt niet door hun kracht, maar door de zwakte van Europa en de Verenigde Staten.’

Wat in Nederland, Oostenrijk en Duitsland niet mocht, gebeurt zondag in Bosnië. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan houdt dan een verkiezingsrally voor de Turkse diaspora. Hij spreekt zo’n twintigduizend man toe in de olympische hal van Sarajevo. Het is de aftrap van zijn verkiezingscampagne voor de Europese Turken.

Waarom eigenlijk in Sarajevo? Veel Turken wonen er niet in het Balkan-land. Stemmen kan Erdogan bij de lokale bevolking nauwelijks winnen. Bosnië, een land met Europese Unie-ambities, lijdt op zijn beurt vooral imagoschade doordat het de rally heeft toegestaan. Het Balkan-land komt zo bekend te staan als gewillig slachtoffer in het streven van Erdogan om een regionale grootmacht te worden.

Een deel van het antwoord op die vraag ligt besloten in de economische verhoudingen tussen Turkije en de Westelijke Balkan. Turkije investeert graag en veel in grote infrastructurele projecten op de Balkan. Tot voor kort had het land daarbij een voorkeur voor moslimlanden en moslimgemeenschappen. Zo investeerde Turkije in vliegvelden in Bosnië, Albanië en Kosovo en bouwde het in Albanië de grootste moskee van de Westelijke Balkan. In Kosovo investeert het land veel in mijnbouw. ‘De Turkse investeringen in Bosnië zijn veel kleiner, in vergelijking met de buurlanden’, zegt Bodo Weber van The Democratization Policy Council. Daarbij hielp het niet dat de met Turks geld gefinancierde luchthaven in 2016 failliet ging.

Ook de ontwikkeling van religieuze infrastructuur kreeg lange tijd een opkontje vanuit Turkije. Het land investeerde in religieuze scholen en universiteiten, destijds met steun van de islamitische geestelijke Fethullah Gülen. Imams reizen nog altijd voor scholing naar Turkije.

Van dat religieus gestuurde beleid lijkt Turkije sinds een jaar of twee afgestapt te zijn. ‘Het Turkse buitenlandbeleid is vooral pragmatisch’, zegt Oya Dursun-Özkanca van het Elizabethtown College in de Verenigde Staten. Ze is gespecialiseerd in Turks beleid op de Westelijke Balkan. Als belangrijkste voorbeeld noemt ze de groeiende banden tussen Turkije en Servië. Eerder deze maand nog bezocht Servische president Aleksandar Vucic zijn Turkse collega. Vucic dankte de Turkse president daarbij voor de financiële steun in Servië. ‘Alleen Turkse investeerders zijn naar Servië gekomen om te investeren in onze kleine steden’, zei hij.

Eerder dit jaar bleek bovendien dat Turkije een groot Balkan-project financiert, de snelweg van Sarajevo naar Belgrado. De totale kosten zijn hoog, bijna twee miljard euro. Jarenlang was er ruzie over de route van de weg. Moest die via het Servisch-Bosnische Visegrad lopen of via het Bosnische Tuzla? Dankzij de financiële steun van Turkije kan het nu allebei. De Turkse steun bestaat uiteraard niet uit giften, de bouwbedrijven achter de projecten zijn Turks.

Volgens Balkan-experts wil Turkije met zijn Balkan-beleid het gat vullen dat de Europese Unie en de Verenigde Staten hebben achtergelaten. ‘Dat Turkije en Rusland zich in de regio laten zien komt niet door hun kracht, maar door de zwakte van Europa en de Verenigde Staten’, zegt Weber. ‘Het beleidsplan dat de Europese Unie voor Bosnië had, is mislukt.’

Naast de economische belangen heeft Turkije er sinds de mislukte coup van 2016 een nieuw doel bijgekregen: de uitlevering van vermeende gülenisten en de sluiting van Gülen-scholen. Hoe groot de invloed van Turkije is bleek onlangs in Kosovo. De geheime dienst van het land zou in maart zes Turken gedeporteerd hebben, overigens tot woede van de eigen premier. In Bosnië daarentegen weigerde een rechter in april om een vrouwelijke vermeende gülenist uit te leveren aan Ankara.

‘Zo opgesomd lijkt het bijna of Turkije op de Balkan geheel de dienst uitmaakt, maar in vergelijking met andere grootmachten valt het met de Turkse economische invloed reuze mee’, zegt Vedran Dzihic, verbonden aan de Universiteit van Wenen. ‘Turkije presenteert zich als beschermer in de regio, maar dat is niet persé het geval. Turkije investeert een fractie van de investeringen uit de Europese Unie, de Verenigde Staten en China.’

Iets soortgelijks blijkt uit een document van het onderzoeksbureau van het Europees Parlement. ‘De regio profiteert van de Turkse investeringen, maar het land blijft (voor de Balkan, red.) een secundaire partner’, schrijft onderzoeker Philippe Perchoc. In de lijst met landen waarnaar Servië producten exporteert staat Turkije pas op plek vijftien. Bij importen staat het land op acht. Zelfs met Turkije’s traditionele handelspartner Albanië is de omvang van de handel klein: bijna drie procent van de Albanese export gaat naar Turkije, al is de Turkse import wel groter. De derde grootste handelspartner is voor landen in de Westelijke Balkan vaker China dan Turkije, analyseert Perchoc. Op nummer één en twee staan de Europese Unie en Rusland.

De ware reden voor de rally van Erdogan in Sarajevo is dan ook niet economisch van aard, maar politiek. Bakir Izetbegovic, president namens het islamitische gedeelte van Bosnië, heeft belang bij het nationalistische vaatje waaruit Erdogan tijdens de rally zal tappen. ‘Izetbegovic speelt de kaart van islamitische broederschap. Hij bepleit dat Turkije altijd aan de kant van de moslims staat’, zegt Dzihic. Weber: ‘Izetbegovic hoopt dat zijn kiezers hem bij de Bosnische verkiezingen later dit jaar in datzelfde licht zullen zien. ‘Hij tapt iets van Erdogans autoriteit af.’

Izetbegovic zelf verdedigde de komst van Erdogan als een democratische beslissing. ‘Het wordt leiders van andere Balkan-landen ook toegestaan hun kiezers in Bosnië te komen toespreken’, zei hij. ‘Andersom zou mijn partij bijvoorbeeld in Duitsland kunnen lobbyen voor stemmen.’

Aan dat argument kleeft iets merkwaardigs. In Bosnië zijn voor Erdogan nauwelijks Turken om toe te spreken, net als in de omringende landen. Circa vijfenhalf van de ruim zes miljoen geëmigreerde Turken wonen in West-Europa. Ja, de West-Europese Turken zouden massaal naar Sarajevo kunnen komen, maar of dat echt gebeurt? ‘Ik twijfel er sterk aan. Het wordt straks interessant om de samenstelling van het publiek bij de bijeenkomst te zien’, reageert Weber.

‘Veel meer dan als pure verkiezingsbijeenkomst heeft de rally voor Erdogan symbolische waarde’, zegt Dzihic. ‘De rally is een klap in het gezicht van de Europese Unie, Erdogan preekt in Europa’s achtertuin.’ Weber: ‘Erdogan maakt een symbolisch gebaar naar Nederland, Duitsland en Oostenrijk.’

Dursun-Özkanca: ‘Daarnaast is Sarajevo gekozen voor de politieke bijeenkomst simpelweg, omdat Erdogan daar verzekerd is van goede pr.’ Turkije heeft volgens haar een goed imago in de Westelijke Balkan. Dat zou kunnen komen door het gedeelde gevoel niet welkom te zijn in de Europese Unie, maar ook door de populariteit van Turkije als vakantieland en Turkse soaps. ‘De Balkan is voor Erdogan een buitenlands politiek succes, zeker vergeleken met de situatie aan de zuidelijke grens. Zelfs tijdens de protesten rond het Gezi Park in 2013 bleef de publieke opinie in Balkan positief. Erdogan kan Europa en de Verenigde Staten laten zien hoe warm hij verwelkomd wordt. Het is een goed fotomoment.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -