11 C
Amsterdam

De heilige koe als hindoe-nationalistisch wapen

Tieme Hermans
Tieme Hermans
Journalist die de wereld rondreist; momenteel in India. Verslaggever.

Lees meer

De bescherming van de heilige koe is een heet hangijzer in het India van Modi. Extreemrechtse koeienwachters vallen boeren en veetransporten aan, als het vermoeden bestaat dat er runderen geslacht gaan worden. Maar in dierenrechten zijn de ‘koeienbeschermers’ niet geïnteresseerd. De meeste hindoe-nationalisten hebben geen probleem met het slachten van koeien of het offeren van dieren – behalve als ze geslacht worden door moslims, christenen of hindoes uit lage kasten.

Chauffeur Mohammed (34) is blij dat hij het na kan vertellen. Medio juni reed hij met een riksja vol rundvlees van het slachthuis naar de markt in de zuidelijke staat Karnataka. Ondanks dat hij een vergunning op zak had, werd zijn riksja afgesneden door een groep mannen met stokken en ijzeren staven.

‘Ze sleurden me mijn voertuig uit en begonnen me op mijn hoofd en rug te meppen’, vertelt hij. ‘Ik werd vastgebonden aan mijn eigen riksja, terwijl ze maar bleven slaan en intussen mijn riksja vernielden. De politie kwam te laat, maar op tijd om mijn leven te redden.’

Als extra dolk in de rug beschuldigde de lokale voorzitter van een extreemrechtse hindoegroepering Mohammed ervan een veedief te zijn, weigerde de politie zijn verklaring correct op te nemen en werd hij – ondanks zijn transportvergunning – voor diefstal en dierenmishandeling aangeklaagd.

Het incident staat niet op zichzelf. De politie treedt zelden op, de rechterlijke macht deelt geen straffen uit. Daardoor komen ‘koeienbeschermers’ vrijwel altijd overal mee weg, zelfs met moord. Critici menen dat de regering niets doet, omdat die straffeloosheid premier Narendra Modi en de zijnen politiek goed uitkomt. In de hedendaagse Indiase politiek is de koe het symbool van het hindoeïsme geworden, een heilig dier dat wordt aangevallen door rundvlees etende moslims. Het voortdurend oprakelen van deze sentimenten is een bevestiging van Modi’s nationalistische koers en een garantie om aan de macht te blijven.

Het gros van de Indiase koeienwachters behoort tot een groot netwerk van extreemrechtse hindoegroeperingen, waar ook de politieke partij van Modi banden mee heeft. Leden zien de heilige koe als de moeder van India. Veel van hen, waaronder ook enkele parlementsleden, geven aan bereid te zijn om te doden en te sterven om zo de heilige koeien te beschermen.

De koeienwacht is in de negentiende eeuw ontstaan, ten tijde van de opkomst van het hindoe-nationalisme. Koeienbescherming werd een kernonderdeel in het programma van de vaak extremistische organisaties, om de verschillen tussen hindoes en moslims te benadrukken. Hierdoor zagen beide kampen hun vrijheid om te slachten of te beschermen steeds meer als een religieuze plicht.

De symboolpolitiek was geboren. Hindoes werden opgehitst door propagandaposters, waarin een kwaadaardige moslim met een kromzwaard de hindoegod Brahma en zijn geliefde koe besluipt. De oplopende spanningen wierpen al snel hun vruchten af. De eerste grote rel rondom koeienbescherming brak in 1893 uit tijdens het islamitische Offerfeest. Na het aan de macht komen van Narendra Modi zijn deze geweldsincidenten terug van nooit echt weggeweest. Tachtig procent van de slachtoffers is moslim.

Geweldloosheid

In de hindoeïstische mythologie wordt de godin Aditi, moeder van alle goden en drager van al het leven op aarde, vaak vergeleken met een koe. Ook is de koe de begeleidster of metgezellin van verschillende goden, zoals Shiva en Krishna.

Toch laten de oude hindoeteksten zich niet eenstemmig uit over het slachten van vee. Enerzijds bestaan er cryptische teksten die het offeren van runderen beschrijven, terwijl er ook staat dat het eten van koeien een doodzonde is. Veel historici vermoeden dat er rond de komst van het boeddhisme, aan het begin van de vijfde eeuw voor Christus, het begripahimsaof geweldloosheid aan invloed begon te winnen in hindoekringen. Dit, om niet onder te doen voor de nieuwe morele standaard van de boeddhisten.

Maar niet alleen om religieuze redenen is de koe heilig geworden in India. Rond het eerste millennium voor Christus kampte de dichtbevolkte Indus-Gangesvlakte in Noord-India met grote droogte. Vanwege het uitblijven van de regen was de verleiding voor boeren groot om hun runderen te slachten. Toch was een levende koe voor hen nuttiger dan een geslachte koe, omdat ossen het land kunnen ploegen, koeien voor melk zorgen en kalfjes kunnen krijgen.

Daarnaast gebruiken Indiërs koeienmest voor het bouwen van huizen en het maken van vuur en gebruiken ze koeienurine voor traditionele medicijnen en rituelen. Kortom: niets werd verspild.

Heiligheid

Toch is de status van de heilige koe een dubbelzinnige aangelegenheid. Hoewel de slacht van koeien in 24 van de 29 Indiase staten deels of geheel aan banden is gelegd, is India de op een na grootste exporteur van rundvlees in de wereld en de op drie na grootste producent van leer. Ook wordt er nauwelijks opgetreden tegen dure restaurants die steaks verkopen, spelen hindoes in tempels trouw op hun trommels van koeienhuid en gaan fabrikanten van cricketballen vrijuit. Bovendien werd in de staat Madhya Pradesh, waar koeienslacht nadrukkelijk verboden is, vreemd genoeg een wet afgewezen die handel in koeienbotten en -vet wilde verbieden. Volgens journalist Shoaib Daniyal vergt het een ‘speciaal soort kafkaësk surrealisme’ wanneer – ondanks een verbod op de slacht – de handel in delen van de koe wettelijk beschermd wordt.

De leerindustrie biedt werkgelegenheid aan ruim vier miljoen Indiërs en levert de economie jaarlijks ruim vijf miljard euro op. Daarom wordt volgens critici in de praktijk nauwelijks opgetreden om het leed van runderen in het land te vermijden. Sterker nog: terwijl de volgelingen van Modi moord en brand schreeuwen tegen islamitische veehouders, wordt de leerindustrie vanuit de overheid gestimuleerd en proberen ze buitenlandse investeerders aan te trekken.

Volgens dierenrechtenorganisatie PETA is door slechte handhaving van antislachtwetten een schimmige industrie ontstaan, waarbij koeien in extreem ondermaatse omstandigheden gehouden worden. PETA meldt dat veehandelaren hun trucks zo volstouwen dat veel koeien hun botten breken of stikken voordat ze het slachthuis bereiken. Ook worden duizenden runderen gedwongen te lopen zonder gevoed te worden, breken handelaren hun staartbot als ze gaan liggen en smeren ze tabak en pepers in hun poten om de koeien door te laten lopen. In de slachthuizen zelf worden runderen getrapt en geslagen, soms levend gevild en staan ze vaak uren- of zelfs dagenlang in poep, bloed en ingewanden, voordat ze aan de beurt zijn om met een bot mes opengesneden te worden.

‘Er is een ondoorzichtige slachtindustrie met tienduizenden illegale abattoirs en verwerkingsfabriekjes’

Volgens leerexporteur Raja (39) zijn de vereisten voor slachthuizen in India weliswaar streng, maar is het voor de industrie veel voordeliger om met illegaal leer te werken. ‘Voor de slachthuizen is het moeilijk om aan de eisen te voldoen, dus kopen ze liever een paar ambtenaren om zodat ze niet gecontroleerd worden. Het is een ondoorzichtige industrie met tienduizenden illegale abattoirs en verwerkingsfabriekjes, waar alles wordt gedaan om kosten te besparen. Daarom worden de rechten van het heilige symbool van India te grabbel gegooid. Er wordt grof geld verdiend over de rug van runderen, maar geen minister of koeienwacht die hiertegen zal protesteren.’

Kastenstelsel

In India is het cultuur om wetten en andere restricties creatief te omzeilen. Indiërs mogen geen koeien doden, dus binden ze oude en onvruchtbare koeien vast totdat ze verhongeren. Ze mogen overtollige kalveren niet slachten, maar ze wel een houten balk om de nek binden, zodat ze hun moeders uier dusdanig irriteren dat de koe het kalfje doodtrapt. Hindoes mogen hun dieren niet naar slachthuizen brengen, maar het wel verkopen aan moslims of christenen die beweren het naar een andere boerderij te brengen – terwijl het voor beide partijen duidelijk is wat er gaat gebeuren.

Het probleem ligt in de onduidelijke status van de heilige koe in India, die zelfs voor hindoes niet per definitie in steen gebeiteld is. Een nadere kijk op de hindoesamenleving laat zien dat het eten van rundvlees wel degelijk onderdeel van hun wereld is. Naast veertig procent van de Indiase moslims en een kwart van alle christenen, eten volgens onderzoek ten minste 12.5 miljoen hindoes ook rundvlees. Vermoedelijk liggen werkelijke aantallen vele malen hoger, vanwege het sociale stigma dat rust op de consumptie van rundvlees.

Veel hindoes uit staten als Kerala en West-Bengalen eten rundvlees, aangezien dit in deze staten wettelijk en cultureel is toegestaan. Ook is er een verschuiving te zien in het dieet van veel hoogopgeleide stadsjongeren, die zich niets aantrekken van de religieuze voorschriften.

Toch bestaat het grootste deel van de hindoeïstische rundvleeseters uit mensen van de laagste kasten. De hoge brahmanen mogen het lijk van een gestorven dier niet aanraken, dus van oudsher zijn het de mensen uit de laagste kasten – vroeger bekend als de ‘onaanraakbaren’ – die de kadavers van koeien op moesten halen. Dat deze kadavers vervolgens opgegeten werden door deze vaak straatarme families was een feit dat altijd min of meer werd genegeerd door de brahmanen en andere hoge kastes, wanneer zij weer met hun moraliteitsvlag zwaaien.

Offers

Hoewel de meeste hindoes tegenwoordig het maken van dierenoffers vermijden, gebeurt het nog altijd in verschillende landsdelen. Geiten, kippen, duiven en waterbuffels worden geofferd. De staat Tamil Nadu kent zelfs de traditie van het stierenvechten.

‘Waar blijven die boze hindoes? Waarom doen ze niets om deze dieren te beschermen?’ Mnsenrechtenactivist Meena vindt de zelfbenoemde koeienbeschermers maar hypocriet. ‘Als moslims tijdens het Offerfeest dieren slachten komen ze wel in het geweer.’

‘De meeste moslims eten niet eens rundvlees, uit respect voor onze hindoeburen’, zegt de islamitische student Maulana verontwaardigd. ‘Maar dit wordt structureel genegeerd. Sterker nog, leiders uit de moslimgemeenschap pleiten al jaren voor een nationaal verbod op de slacht van koeien. Maar wie luistert naar ons?’

‘Waar blijven die boze hindoes? Waarom doen ze niets om deze dieren te beschermen?’

Ze vervolgt: ‘Zolang de nationalisten ons in een hoekje kunnen blijven duwen, komt de status quo rondom koeienslacht de overheid bijzonder goed uit. De autoriteiten vullen hun zakken door de illegale handel en blijven aan de macht als verdedigers van het hindoeïsme.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -