Nayib Bukele won vorig jaar de presidentsverkiezingen in El Salvador. Al jaren probeert hij een betere diplomatieke relatie met Israël op te bouwen. Zijn Palestijnse achtergrond staat hem daarbij geenszins in de weg. Ook de coronacrisis grijpt hij aan voor een betere band met Israël.
De president van El Salvador is 38 jaar jong. Zijn grootouders waren Palestijnse christenen, zijn vader bekeerde zich later tot de islam en is nu imam. Zelf is Bukele naar eigen zeggen niet erg religieus, al gelooft hij in Jezus. Zijn jonge, energieke houding maakte hem geliefd onder veel Salvadoranen. En net als andere millennials is hij regelmatig op Instagram te vinden. Daar plaatst hij foto’s van zijn prachtige vrouw, zijn nog geen jaar oude dochter en selfies: niet in pak maar in vrijetijdskleding, met een hip sportjasje en zijn baseballcap achterstevoren op zijn hoofd. Slechts af en toe zit er een foto van een vergadering tussen.
Tijdens de coronacrisis plaatste Bukele een heel ander bericht. Op de afbeelding waren meerdere brieven aan verschillende landen te zien, waaronder een brief aan de Israëlische premier Benjamin Netanyahu. In die brief vraagt Bukele premier Netanyahu persoonlijk om hulp. Hij hoopt honderdduizend testkits van de joodse staat te ontvangen. ‘De mensen van El Salvador zullen eeuwig dankbaar zijn en niet vergeten dat de staat Israël aanwezig was op ons moment van hoogste nood’, schreef Bukele aan het slot van de brief.
Oude banden
Dat nota bene een president van Palestijnse komaf Israël om hulp vraagt is opmerkelijk. Maar El Salvador heeft al meer dan zeventig jaar een relatie met Israël. Het eerste belangrijke moment in de relatie tussen de twee landen vond plaats in 1947, een jaar voordat de staat Israël werd uitgeroepen. De Verenigde Naties hadden een verdelingsplan opgesteld, een resolutie waarin het mandaatgebied Palestina werd opgedeeld in twee onafhankelijke staten. El Salvador weigerde samen met tien andere landen te stemmen over het plan. Kort nadat de resolutie werd opgesteld brak de oorlog uit en verdween het plan van tafel. Niet veel later, op 14 mei 1948, werd de staat Israël uitgeroepen. El Salvador erkende op 11 september dat jaar de nieuwe staat. Het was de eerste stap richting een betere relatie.
Wat ook bijdroeg aan de relatie was dat El Salvador, samen met Costa Rica, tot 2006 het enige land was met een ambassade in Jeruzalem. Dat was toentertijd uniek. Zowel de Palestijnen als Israël claimen Jeruzalem als hoofdstad van hun staat, een kwestie die het tot op de dag van vandaag onmogelijk maakt om een oplossing te vinden voor het decennialange conflict. Een ambassade in Jeruzalem betekent een punt erbij op Israëls scorebord, een reden voor de meeste landen om hun ambassade in het neutralere Tel Aviv te plaatsen.
De Salvadoraanse ambassade verhuisde uiteindelijk ook naar Tel Aviv. Volgens sommige critici was de verhuizing het gevolg van de sterke invloed van de Arabische gemeenschap en de persoonlijke belangen van de toenmalige Salvadoraanse president, Antonio Saca, die van Arabische afkomst is.
‘El Salvador zal eeuwig dankbaar zijn en niet vergeten dat Israël aanwezig was op ons moment van hoogste nood’
Een hoogtepunt in de decennialange relatie tussen El Salvador en Israël kwam in 2010. De Salvadoraanse diplomaat Jose Castellanos kreeg toen de titel van ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’, een eretitel die Israël geeft aan gojim (niet-joden) voor het beschermen van Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. José Castellanos redde samen met de Joods-Roemeense zakenman George Mantello 40.000 joden, door hen te voorzien van Salvadoraanse identiteitspapieren en hen naar El Salvador te smokkelen.
Een bijzonder moment, maar van weinig diplomatieke waarde. Dat denkt John Tofik Karam, hoogleraar aan de universiteit van Illinois en gespecialiseerd in Latijns-Amerika. ‘De Joodse geschiedenis van El Salvador betekent weinig als het gaat over Israëlisch beleid, zeker onder de huidige rechtse regering.’
Onlangs besloot Israël de ambassade in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador, te sluiten. De Salvadoraanse ambassadeur in Israël, Werner Matias Romero, deed tevergeefs een poging Israël te overtuigen de ambassade open te houden: ‘Ik geloof dat Israël, in plaats van afstand te doen van Latijns-Amerika, juist dichterbij zou moeten komen en de relatie moet voeden als een plant.’
Toen Israël toch de deuren van de ambassade sloot, dreigde El Salvador zijn ambassade van Tel Aviv te verplaatsen naar Ramallah, een stad in Palestijns gebied. Niet uit steun aan de Palestijnse kwestie, maar als wraak op Israël. Van die verplaatsing is verder niets terecht gekomen.
Militaire relaties
De relatie tussen Israël en El Salvador heeft meerdere deuken opgelopen, maar dat betekent niet de twee landen geen relatie meer onderhouden, benadrukt Karam. Hij illustreert dit aan de hand van een belangrijke periode in de jaren zeventig, vlak voordat de Salvadoraanse Burgeroorlog uitbrak. In deze tijd bouwden Israël en El Salvador een militaire band op die ook tegenwoordig nog van grote waarde is. Tussen 1975 en 1979 kwam 83 procent van El Salvadors militaire import uit Israël, aldus het Stockholm Instituut voor Internationale Vredesonderzoek. In 1980 brak de Salvadoraanse Burgeroorlog uit, waarbij het linkse Front Farabundo Martí voor Nationale Bevrijding tegenover het leger en de grootgrondbezitters stond.
Israël, dat het leger en de grootgrondbezitters steunde, had een belangrijke maar grotendeels onzichtbare rol in deze oorlog. Naast de verkoop van wapens verzorgde Israël de opleiding van ANSESAL. Deze geheime politie van El Salvador zou later berucht worden vanwege de brute moorden op tienduizenden Salvadoranen, met name burgeractivisten.
De burgeroorlog duurde meer dan een decennium. De militaire banden die Israël en El Salvador in die tijd hebben opgebouwd bestaan volgens Karam nog steeds. Het beeld in El Salvador is dat Israël het land helpt in tijden van nood. Dat maakt Bukeles oproep aan Israël in de huidige coronacrisis dan ook niet geheel onverwacht.
‘Net als veel andere reactionaire regeringen gebruikt Bukele het coronavirus als een excuus om drastische maatregelen door te voeren. Gezien de eerdere hulp van Israël aan militaire regeringen in Latijns-Amerika is zijn vraag om hulp spijtig voor de Palestijnen, maar voorspelbaar’, legt Karam uit.
Dat Israël zich mengde in de Salvadoraanse Burgeroorlog kwam ook door de Verenigde Staten, die net als Israël het leger en de grootgrondbezitters steunden. In 1983 verzochten de Amerikanen Israël om hulp in dit conflict. Israël moest helikopters, vrachtwagens, geweren, munitie en infanterieadviseurs sturen.
Ook nu zorgen de Amerikanen er mede voor dat El Salvador pro-Israël is. Bukele is fan van de Amerikaanse president Donald Trump en noemde hem na zijn bezoek aan Witte Huis ‘very nice and cool’. Trump op zijn beurt is een fan van de Israëlische premier Netanyahu. Onder zijn presidentschap verhuisde de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem.
Briefje in de Klaagmuur
Als president heeft Bukele een sterke positie om actief aan sterkere diplomatieke band met Israël en de VS te werken. Maar ook voor zijn verkiezing tot president werkte Bukele aan betere banden met de twee landen. In 2018, toen Bukele nog burgemeester was van San Salvador, bracht hij een bezoek aan Israël. Het bezoek werd gedeeltelijk gefinancierd door de Israëlische overheid. De reis bracht hem naar Tel Aviv en Jeruzalem, waar hij onder andere de Klaagmuur en het Holocaustmuseum Yad Vashem bezocht.
Tijdens deze reis stelde Bukele zijn vrouw Gabriele Rodriguez voor aan het internationale publiek. Tijdens een ontmoeting met de toenmalige burgemeester van Jeruzalem, Nir Barkat, vertelde Bukele dat zijn vrouw Rodriguez een joods-Sefardische achtergrond heeft. Hij probeerde daarmee sympathie te kweken.
Een jaar later, het jaar dat hij de Salvadoraanse presidentsverkiezingen won, deed Bukele opnieuw zo’n poging: hij postte foto’s en filmpjes van zichzelf bij de Klaagmuur op Twitter en Instagram. Hierop staat hij diep in gedachten verzonken, met ogen dicht en met beide handen tegen de muur aan. Ook schreef hij bij de foto’s dat hij een papiertje in de muur heeft achtergelaten. Het is traditie voor joden om kleine briefjes achter te laten in de Klaagmuur, met daarop gebeden aan God.
Bukele had als burgemeester en heeft nu als president helemaal geen aandacht voor de Palestijnse kant van de zaak. Hij wil een goede band met Israël, om hier in de toekomst de vruchten van te kunnen plukken. Volgens Karam past Bukeles presidentschap in een wereldwijde trend.
‘Ik heb overal ter wereld uiteenlopende reactionaire en rechtse bewegingen zien opkomen. Ik denk niet dat je het een ‘mondiaal rechts’ kunt noemen vanwege het gebrek aan consistentie en coördinatie, maar onder andere Bukele, Trump en Netanyahu halen inspiratie en energie uit elkaar.’
Palestijnen in El Salvador
Toen Bukele president werd hoopten de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook dat ze er een bondgenoot bij hadden, die voor hun zaak zou opkomen. Dat bleek behoorlijk tegen te vallen. Maar de Palestijnse gemeenschap in El Salvador is sowieso niet zo nauw betrokken bij het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Er wonen tussen de 60.000 en 100.000 mensen in El Salvador met een Palestijnse achtergrond. ‘We hebben het niet over een minderheid als we het hebben over de Palestijnen in El Salvador. We zijn een grote groep en we zijn goed geïntegreerd’, vertelt Siman Khoury van het Salvadoraans-Palestijnse Comité aan de Arabische nieuwszender al Jazeera.
‘Bukele, Trump en Netanyahu halen inspiratie en energie uit elkaar’
De banden met het moederland zijn nog niet verdwenen. Hoewel de meeste Palestijnen in El Salvador geen Arabisch spreken zijn er hier en daar nog wel restaurants waar pita en humus gegeten wordt. Ook bestaat er een club speciaal voor Palestijnse Salvadoranen. Voor sommigen is het lot van de Palestijnen in Palestina een moeilijk onderwerp. ‘We leven met de pijn van het onrecht dat er een Israëlische staat is gebouwd op ons land en dat veel Palestijnen hebben moeten vluchten’, zegt Khoury.
Toch hadden de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza meer steun verwacht vanuit de Salvadoraanse gemeenschap. Volgens historicus Jeffrey Lesser, die gespecialiseerd is in de geschiedenis van Latijns-Amerika, was die verwachting onterecht. ‘De band van mensen in de diaspora met hun land van herkomst is vaak helemaal niet zo sterk. Denk aan Donald Trump. Zijn wortels liggen in Duitsland, maar hij heeft met dit land nauwelijks nog een band.’
Daarnaast verandert het land van herkomst ook. ‘De verhalen die latere generaties te horen krijgen van de eerste generatie komen niet overeen met de huidige realiteit in het land van herkomst. Het Palestina van hun grootouders bestaat niet meer.’ Bovendien zijn veel Palestijnen die begin twintigste eeuw naar El Salvador zijn geëmigreerd christen. ‘De Palestijnen in El Salvador herkennen zich niet in de Palestijnen in Palestina, die in overgrote meerderheid moslims zijn. Zij hebben een hele andere cultuur’, zegt Lesser.
Het is volgens Lesser dan ook niet verrassend dat Bukele het maar weinig over zijn achtergrond heeft en juist een sterkere band met Israël wil opbouwen. ‘Als politicus moet je doen wat goed is voor je land. Israël is een rijke staat met een goed zorgsysteem, Palestina heeft dat niet. Het is daarom alleen maar logisch dat Bukele zich op Israël richt, en daarbij niet nadenkt over zijn Palestijnse achtergrond.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!