10.2 C
Amsterdam

Moderne goudzoekers in Vietnam

Tieme Hermans
Tieme Hermans
Journalist die de wereld rondreist; momenteel in India. Verslaggever.

Lees meer

In Vietnam kunnen westerlingen goed geld verdienen door Engelse les te geven. Goede beheersing van het Engels is niet eens noodzakelijk. De regel lijkt te zijn: als je maar blank bent. Onze correspondent Tieme Hermans doet verslag vanuit Vietnam.

Wie droomt er niet van? Wonen in een villa, elke dag uit eten, leven in een exotisch land waar het altijd zomer is, op handen gedragen worden en parttime werken voor twintig euro per uur. Moderne goudzoekers uit het Westen komen af op het goud van het Oosten. Geen waardevol edelmetaal, maar een klaslokaal vol studenten.

Steeds meer westerse twintigers en dertigers geven Engelse les in Vietnam. Mede door de snelle economisch groei in het Aziatische land is de vraag naar leraren enorm en zien studenten het Engels als sleutel tot succes. Ook de Vietnamese overheid heeft hoog ingezet en wil dat in 2020 alle schoolverlaters het Engels beheersen op havo-examenniveau. Omdat het gewenste niveau bij lokale docenten echter nog niet aanwezig is, staat de deur naar Vietnam wijd open voor avontuurlijke westerlingen.

Sinds de Vietnamese overheid in 1986 kwam met het Doi Moi-hervormingsprogramma is de economie van het Aziatische land één van de snelst groeiende ter wereld geworden. Met de veerkracht die de Vietnamezen in het bloed zit richt de naoorlogse generatie de ogen op het Westen. Vooral de opkomende middenklasse ziet modern onderwijs als de sleutel tot welvaart voor hun kinderen. Net als in Korea, Japan en China sturen ouders hun kroost naar dure privéscholen, naschoolse klasjes of bijles aan huis om te zorgen dat hun kinderen niet alleen goed, maar zelfs de beste zijn. Vooral het leren van Engels staat hoog op het prioriteitenlijstje, omdat een kans om te studeren en werken in het buitenland voor veel Vietnamezen het summum is van roem en succes. In het familiegeoriënteerde land ligt het hele gezin krom om hun meest begaafde zoon of dochter goed Engels te laten spreken en is de angst dat hij of zij achterblijft ten opzichte van de rest vaak zo groot dat sommige kinderen al vanaf hun eerste levensjaar in Engelse taalklasjes neergezet worden. Overheidsscholen in het socialistische Vietnam hebben de reputatie met gedateerde boeken te werken, overvolle klassen te hebben en een te starre discipline te hanteren. Toch heeft de regering zichzelf als doel gesteld dat in 2020 alle schoolverlaters het Engels moeten beheersen op b1-niveau, te vergelijken met het havo-eindexamenniveau. Dat voornemen heeft onder leraren voor onrust gezorgd omdat zij zelf dit niveau niet hebben. Vooral op het gebied van uitspraak en spreekvaardigheid missen de meeste schooldocenten de benodigde vaardigheden, waardoor dat doel van 2020 moeilijk realiseerbaar is.

‘Excuses voor mijn Engels’, mompelt de achtenveertigjarige docent Engels Binh. Hij legt uit dat toen hij studeerde er maar weinig aan spreekvaardigheid werd gedaan. ‘Met wie moest ik oefenen dan? Niemand sprak Engels in die tijd, daarom richt het taalonderwijs in Vietnam zich vooral op lezen, schrijven en grammatica.’ Volgens Binh missen zelfs jongeren die al tien jaar Engels op de basis- en middelbare school geleerd hebben het niveau om een eenvoudig gesprek met een buitenlander te voeren. ‘Daarbij zijn we een erg verlegen volk’, geeft Binh toe. ‘Als je dan ook nog onzeker bent over je uitspraak en woordgebruik, sla je snel dicht.’

Om te voldoen aan de grote vraag naar competente docenten Engels, worden er sinds enkele jaren westerlingen aangenomen op Vietnamese scholen. Naast Engelse les brengen de buitenlandse docenten een heel nieuwe manier van denken, andere gebruiken en verhalen uit andere landen met zich mee, die door de studenten gretig worden opgepakt. Voor scholen is het dan ook een statussymbool om een westerling in dienst te hebben.

Ondanks de gestage economische groei verdienen Vietnamese leraren nog altijd een salaris waar een Europeaan of Amerikaan niet voor uit zijn bed zou komen. Daarom bieden scholen hun buitenlandse leraren een uurloon tussen de vijftien en vijfentwintig euro per uur, wat een fortuin is in Vietnam. Veel van deze jonge docenten werken parttime en genieten van een luxeleven in het goedkope Aziatische land.

Veel van deze leraren komen in Vietnam terecht tijdens het backpacken, ze zijn aan het eind van hun reis nog niet Azië-moe, maar wel door hun geld heen en zien hun kans schoon om in de exotische sfeer te blijven en tegelijkertijd hun bankrekening te spekken voor een volgende reis of een ticket terug naar huis. Zo kwam de Amerikaanse Kerry (27) na een lange reis door Zuidoost-Azië met haar laatste dollars op zak in Ho Chi Minh-stad aan en wist binnen een week werk te vinden bij een talencentrum. ‘Ik had mijn banksaldo iets te lang genegeerd en kwam er op een Cambodjaans eiland achter dat ik echt bijna blut was. In plaats van mijn familie om geld te vragen, koos ik ervoor het zelf op te lossen en hoorde via andere reizigers van het goede leven in Vietnam.’ Kerry vertelt dat ze het de eerste weken niet gemakkelijk had in een nieuwe grote stad in een vreemd land, maar dat ze binnen een paar weken een eigen kamer, een brommertje (onmisbaar in Vietnam) en voldoende werk had om rond te komen. ‘Nu kan ik elke dag uit eten, heb vrienden gemaakt van over de heel wereld en kan jonge mensen echt helpen om vooruit te komen met hun Engels.’

Andere jongeren nemen een gap year na hun studie voor een unieke ervaring in een ver buitenland of worden aangetrokken door het economische perspectief. Zoals Mitch (29) uit een klein Iers dorpje. Hij maakte zijn middelbare school niet af en kon in zijn streek maar moeilijk aan werk komen. ‘Ik werkte af en toe in een fabriek, maar toen die de deuren sloot, zat ik een paar jaar werkloos thuis en dronk veel, tot mijn broer me vertelde over Vietnam. Ik moest wel even slikken, want ik was behalve in Engeland en Spanje nog nooit over de grens geweest, maar Vietnam was echt mijn redding.’ Mitch vertelt dat hij op zijn school op handen wordt gedragen. ‘Iedereen wil op de foto met teacher Mitch, meisjes flirten met me. Ik ben van een werkloze jongen zonder opleiding ineens een gerespecteerde leraar.’ Flint (30) uit Amerika heeft een vergelijkbaar verhaal. Na zijn opleiding Informatica ging hij werken bij een lokaal filiaal van Kentucky Fried Chicken tot hij na een conflict met zijn leidinggevende ontslagen werd. ‘Ik had al zo lang niks met mijn opleiding gedaan dat ik nergens aan het werk kwam. Toen ik hoorde van de kansen in Vietnam heb ik direct een ticket geboekt.’ Beide mannen geven aan minder te werken dan in hun eigen land, meer te verdienen en een veel beter leven te leiden.

‘Soms voel ik me wel schuldig’, zegt de Canadese Emma (31), docente aan een internationale school in Hanoi. ‘Ik verdien ruim tien keer zoveel als mijn Vietnamese collega’s en werk minder dan dat zij doen.’ In de twee jaar dat Emma in Vietnam woont is ze al een paar keer terug geweest naar Canada en ging ze op vakantie naar Zuid-Amerika, Japan, Taiwan, Thailand, de Filipijnen en Indonesië. Toch hebben Vietnamezen zelf weinig problemen met dit grote inkomensverschil. Volgens Hien, een zesentwintigjarige intercedente bij een docentenuitzendbureau, zou zonder dit hoge salaris niemand in Vietnam komen wonen. ‘De meeste Vietnamezen wonen met hun familie in kleine huizen, slapen op vloermatrasjes naast elkaar en eten op de grond. Als een westerling mijn salaris zou verdienen, dan zou hij of zij net zo moeten leven als ik, maar dat is als alleenstaande zonder familie bijna niet te doen.’ Ook noemt zij de visumkosten die buitenlanders moeten maken, een andere levensstijl en de behoefte om af en toe even terug te gaan naar hun familie. ‘In vakanties koop ik voor vijf euro een kaartje voor de bus naar mijn geboortedorp, maar voor een westerling kost een reisje naar zijn of haar geboorteland soms wel duizend euro.’

Met de status die de leraren hier genieten komen natuurlijk ook de excessen. Omdat maar weinig buitenlanders het zien zitten om in de kleinere provinciestadjes te wonen en werken en het salaris daar niet zo hoog is als in de grote steden, staan hier vaak leraren voor de klas die zelf het Engels maar beperkt meester zijn. Fransen, Russen of Spanjaarden worden soms aangenomen op voorwaarde dat ze tegen hun leerlingen vertellen dat ze uit Amerika of Engeland komen. Zo komt het voor dat hele schoolklassen Engels spreken met een Vietnamees-Russische tongval. De regel lijkt te zijn: als je maar blank bent. Want ondanks de gretige omarming van buitenlandse docenten, denken veel Vietnamezen dat alle Engels-sprekenden blank zijn. Zelfs de blanke Namibiër Kent (33) die Engels als moedertaal heeft, krijgt bij sollicitaties alarmerende blikken. ‘Kom je echt uit Afrika?’, vragen ze dan. De Engelse Abbas (30) van Pakistaanse afkomst loopt zelfs tegen puur racisme aan op zoek naar werk. ‘Eerst vragen ze of ik wel echt uit Engeland kom en vervolgens zeggen ze ‘sorry, maar de ouders van de kinderen verwachten echt een blanke docent’. Een heel bizarre ervaring.’ Toch begrijpt Abbas dat dat vooral komt doordat Vietnam een extreem homogene samenleving is en dat discriminatie vaak voortkomt uit onwetendheid. Veel Vietnamezen weten maar weinig van de wereld buiten hun eigen grenzen doordat de media gecensureerd worden en doordat ze maar beperkt onderwijs krijgen over de rest van de wereld.

Toch verandert ook dit nauwe wereldbeeld in het snel ontwikkelende land. Wie rondrijdt door Ho Chi Minh-stad voelt de drang naar vernieuwing in de lucht. De jongere generatie is klaar met het socialistische juk en snakt naar vernieuwing en verandering. Deze verandering lijkt hand in hand te gaan met de komst van het gesproken Engels. Het is een ontwikkeling die soms wat grillig en ongecontroleerd lijkt te gaan, maar die beslist gestaag voortschrijdt. Op dit moment zit Vietnam in een tussenfase waarin het enorm investeert in de taalvaardigheid van jonge mensen. Door in eigen land goede leraren op te leiden hoopt de overheid dat over vijftien of twintig jaar heel het land hiervan kan profiteren, vermoedelijk zal de goudmijn van het lesgeven voor westerlingen zich dan langzaam maar zeker sluiten.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -