5.8 C
Amsterdam

‘Opkomen voor christenen heeft gevolgen voor je carrière’

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

In het islamitische Egypte is zo’n tien procent van de bevolking christelijk. De kopten worden niet vervolgd, maar wel gediscrimineerd. Veel moslims vinden dit verkeerd, maar durven zich hier niet tegen uit te spreken.

In januari dit jaar opende de Egyptische president Abdel Fattah el-Sisi een nieuwe kerk in zijn land, een enorme kathedraal die onderdak biedt aan achtduizend bezoekers. Een bijzonder moment, want in het islamitische Egypte heeft de koptische minderheid de facto een dhimmi-status. Christenen krijgen van de overheid bescherming, maar worden op allerlei manieren – formeel en informeel – als tweederangs burgers behandeld.

De Kanttekening sprak met twee deskundigen over de staat van godsdienstvrijheid in Egypte: oud-journalist en Anglicaans priester Jos Strengolt en professor Heleen Murre-van den Berg, bijzonder hoogleraar Oosters christendom aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Daarnaast had de krant contact met de koptische christen M. Salib, die theologie doceert aan een christelijke onderwijsinstelling in Egypte. Is de situatie voor christenen en andere religieuze minderheden verbeterd nu Sisi president is? Hebben christenen in Egypte meer of minder vrijheid dan hun geloofsgenoten in andere islamitische landen? En is er ook sprake (geweest) van geloofsvervolging?

Pesterijtjes en geweld

Jos Strengholt begon zijn carrière als journalist en was jarenlang Midden-Oostencorrespondent, met Egypte als thuisbasis. In de jaren negentig was hij vrijwel elke dag te horen in nieuwsprogramma’s op de Nederlandse radio. Hij heeft in die jaren goede contacten met de koptische christenen opgebouwd en voor hen meerdere projecten opgezet, waaronder een opvangtehuis voor verstandelijk gehandicapte kinderen. Ondertussen werd Strengholt doctor in de theologie en priester in de Anglicaanse Kerk. Elke maand reist hij terug naar Egypte om de kopten te ondersteunen met hun activiteiten, onder andere met een pas opgezette theologische opleiding.

Volgens Strengholt worden koptische christenen op verschillende manieren gediscrimineerd in Egypte. Allereerst is er de formele, legale discriminatie. Die valt op zich wel mee. ‘Christenen zijn formeel gelijk voor de wet, ofschoon de president van Egypte een moslim moet zijn.’ Veel belangrijker is volgens Strengholt de niet-officiële discriminatie. ‘Volgens de Egyptische wet mag je het jodendom, het christendom en de islam niet besmeuren, maar in de praktijk komt de overheid alleen in actie als de islam wordt besmeurd. In de toepassing van de wet wordt de islam bevoordeeld. De discriminatie komt meer vanuit de samenleving dan vanuit de staat.’ Ook zijn er volgens Strengholt veel pesterijtjes. ‘Denk aan het leksteken van autobanden van auto’s van christenen. Mijn koptische vrienden weten dat dit doelbewust gebeurt om christenen te treiteren. En als er ergens in Egypte een kerk staat komt er al snel een moskee naast, die natuurlijk groter is, en tijdens kerkdiensten schalt er een oproep tot gebed door de luidsprekers.’

De mate van discriminatie hangt echter heel erg af van je woonplaats. ‘In Minya bijvoorbeeld, dat zo’n driehonderd kilometer onder Caïro ligt, vinden regelmatig gewelddadige acties plaats. Zo werden in 2013 veel huizen van christenen in de brand gestoken. Maar in de grote steden – Caïro en Alexandrië – komen zulke incidenten nauwelijks voor. Dat heeft alles te maken met de andere manier van samenleven. In kleinere plaatsen zijn de mensen heel communaal en draait alles om oude familiebanden en familievetes. Als een christelijke jongen bijvoorbeeld iets onaardigs zegt tegen een islamitisch meisje dan slaat al gauw de vlam in de pan. In Caïro of Alexandrië gebeurt zoiets niet zo snel, omdat de mensen daar individualistischer zijn.’

Volgens Strengholt kiest de overheid tijdens dit soort conflicten vrijwel altijd partij tegen de christenen. ‘Ik noem even een fictief voorbeeld, dat echter wel model staat voor hoe het vaak gaat. Stel, een huis van christenen wordt in brand gestoken. In plaats van de daders te straffen gaat de overheid met beide partijen praten, waarna de daders ‘sorry’ zeggen en de christenen worden gedwongen de brandstichters te vergeven. De overheid wil geen confrontaties met moslims, simpelweg omdat die nu eenmaal de grote meerderheid vormen. Dus wordt telkens de methode van appeasement van christenen gevolgd: raddraaiers worden doorgaans niet bestraft, christenen zitten met hun afgebrande huis. Christenen tolereren deze behandeling doorgaans, want ze zijn afhankelijk van de overheid, die de christenen echter lang niet altijd beschermd. Maar om de overheid niet tegen zich in het harnas te jagen is de koptische paus bijvoorbeeld erg aardig tegen Sisi en de zijnen. Sommige kopten hebben daar kritiek op en vinden hem een lakei. Maar ik begrijp zijn opstelling wel. De christenen bevinden zich in een kwetsbare positie. De koptische paus wil de overheid, ook al kun je daar niet altijd op bouwen, daarom liever te vriend houden.’

De Koptische Kerk steunde in 2013 de staatsgreep tegen president Morsi, de eerste voorman van de Moslimbroederschap die dit ambt bekleedde. In tegenstelling tot wat je zou verwachten was het Morsi-bewind helemaal niet zo slecht, vertelt Strengholt. ‘Je mag mij citeren: Onder Morsi hadden de kopten het geweldig. Dat kwam niet omdat de Moslimbroederschap zo goed voor christenen was, maar omdat Morsi een tandeloze tijger was. Onder Morsi hebben de christenen veel gebouwen kunnen bouwen, illegaal, want officieel mag dit niet. Christenen moeten normaal altijd toestemming van de overheid krijgen om iets te bouwen, maar de overheid deed onder Morsi helemaal niets. Dit komt omdat het leger – ook toen – veel macht in Egypte heeft. Er was onder Morsi vaak te weinig benzine en de elektriciteit werkte niet altijd, maar deze problemen waren ‘opeens’ verholpen na de geslaagde regimewisseling. Een coup zou ik het niet willen noemen, het leger heeft de macht nooit uit handen gegeven. Onder Sisi is het bewind een stuk repressiever geworden. Veel Egyptenaren kiezen de kant van de winnaars. Zo hebben veel mannen die eerst een baard hadden deze afgeschoren, omdat het nieuwe bewind dit associeert met de Moslimbroederschap en islamitisch radicalisme. Niettemin is het regime wel bang om strenggelovige moslims voor het hoofd te stoten. Een christelijke jongen, die op Facebook een fel bericht tegen de terreurorganisatie IS had geschreven, werd opgepakt en moest de gevangenis in. Hij zou de islam hebben beledigd.’

Strengholt benadrukt ten slotte dat veel moslims in Egypte grote moeite hebben met de discriminatie van christenen. ‘Ze durven zich hiertegen echter niet uit te spreken, uit angst voor de mogelijke consequenties. Ik had een keer een goed gesprek in het vliegtuig met een rijke islamitische man.  Hij vertelde dat hij de discriminatie van kopten in zijn land echt verschrikkelijk vond, maar hier niets tegen kon doen omdat hij dan in de problemen zou komen. Als je je voor christenen uitspreekt heeft dat gevolgen voor je carrière, je zaken, je maatschappelijke positie. Moslims die van mening zijn dat het eigenlijk anders moet houden daarom vaak hun mond.’

Foto: AP

Discriminatie of vervolging?

De observaties van Strengholt worden onderschreven door professor Heleen Murre-van den Berg, die zich gespecialiseerd heeft in het oriëntaals-orthodoxe christendom. ‘Er is in Egypte zeker sprake van religieuze discriminatie van christenen, op allerlei niveaus. Ik zou echter niet willen zeggen – wat sommige westerse christenen doen – dat de kopten in Egypte worden vervolgd. Daarover ben ik heel voorzichtig. Er is geen sprake van een georganiseerde aanval op christenen, om ze tot de islam te laten bekeren of het land uit te zetten. In Syrië en Irak zijn christenen, als gevolg van het oorlogsgeweld en IS, massaal gevlucht. In Egypte zijn christenen op dit moment veel veiliger. Toch is de situatie verre van ideaal. Sisi doet te weinig om christenen te beschermen. Daarnaast worden christenen aangevallen door Al Qaida en andere fundamentalistische organisaties, die daarmee hopen de overheid in verlegenheid te brengen.’

Hoe verdraagzaam is Egypte volgens Murre-van den Berg? ‘Een deel van de Egyptische samenleving is open en tolerant tegenover christenen en van mening dat er een einde moet komen aan de religieuze discriminatie. Deze groep is echter in de minderheid. Dat geldt ook voor de extremisten, die vinden dat de christenen uit Egypte moeten verdwijnen. De overgrote meerderheid van de Egyptenaren accepteert dat er in Egypte christenen zijn, maar vindt dat zij hun plek moeten kennen. Christenen worden gedoogd. Ze zijn niet gelijk aan moslims. Dat er kerken zijn wordt getolereerd, maar als er spanningen zijn kan de stemming ten nadele van christenen omslaan.’ Andere minderheden zijn veel minder zichtbaar in Egypte. ‘Je hebt ook joden, maar die vormen zo’n kleine groep dat ze over het hoofd worden gezien. Bahá’is bijvoorbeeld roepen daarentegen wel maatschappelijke weerstand op, omdat ze worden gezien als afvalligen.’

‘In vergelijking met andere christenen in het Midden-Oosten hebben de kopten het over het algemeen beter’, stelt Murre-van den Berg. ‘Egypte heeft de grootste en homogeenste christelijke bevolkingsgroep. Kopten vormen zo’n vijf tot tien procent van de bevolking en hebben redelijk veel invloed op de Egyptische samenleving. De koptische paus is een belangrijk aanspreekpunt en hij werkt samen met de overheid. In Syrië zijn het nu vooral de verwoestingen als gevolg van de oorlog waardoor het moeilijk voor christenen is om te blijven, al zijn er ook velen die Assad steunen en in de door Assad-gedomineerde gebieden tot op zekere hoogte hun leven van voor de oorlog voortzetten. Uit de gebieden waar IS of gerelateerde groepen hebben huisgehouden zijn de meeste christenen vertrokken, net als in Irak, waar ze na de overwinning op IS maar mondjesmaat naar hun dorpen en steden terugkeren. In Iran zijn christenen, ook volgens de wet, formeel tweederangs burgers en hebben ze minder rechten dan in Egypte. Maar christenen fungeren niet als zondebok, waartegen een boze massa te hoop loopt. De situatie in het streng-islamitische Saoedi-Arabië ten slotte, valt in een andere categorie. Alleen buitenlanders mogen christen zijn en dan ook maar zeer beperkt.’

De hoogleraar is daarom kritisch op het narratief van Open Doors, een orthodox-protestantse organisatie die zich hard zegt te maken voor ‘vervolgde christenen’. ‘De manier waarop ze hun gegevens presenteren wordt door veel krantenlezers geïnterpreteerd als een bevestiging van de tegenstelling christendom versus islam. Het gros van hun gegevens klopt wel, ze verzinnen geen feiten. Maar je kunt niet zeggen dat ‘de islam’ de reden is dat christenen in het Midden-Oosten worden gediscrimineerd. Dat ligt veel complexer. Het verschilt per land, per regio, per individu. Dat christenen wereldwijd vaak gediscrimineerd worden komt bovendien omdat het christendom de grootste godsdienst ter wereld is en veel landen, dankzij het werk van de christelijke missionarissen en zendelingen, een christelijke minderheid hebben. Elke minderheid is gevoelig voor discriminatie. Daarnaast worden christenen vaak geassocieerd, al dan niet terecht, met het Westen. Als een niet-westers land boos is op de Verenigde Staten heeft dit gevolgen voor de christenen in dat land.’

Professor Murre-van den Berg ziet ten slotte wel dat Egypte aan het veranderen is. ‘Er is een groep hoogopgeleide, mondige en progressieve kopten ontstaan, die meer met liberale moslims wil samenwerken. Deze groep protesteerde in 2010 ook tegen Mubarak. De kopten kunnen denk ik in de toekomst een belangrijke rol spelen voor een eventuele democratisering van Egypte. Maar ook de islamitische gemeenschap is aan het veranderen. In januari dit jaar gaf ik een collegereeks over het Syrische christendom aan een protestants seminarie in Caïro. De helft van mijn studenten was moslim en deze studenten stelden mij hele interessante vragen. Ik denk niet dat het koptische christendom zal verdwijnen uit Egypte. Hier zijn geen aanwijzingen voor. Alleen een kleine extremistische minderheid wil dit, de meerderheid van de Egyptenaren is van mening dat de kopten erbij horen. De vraag is alleen: welke ruimte krijgen zij? Officieel is de dhimmi-status afgeschaft, maar in de praktijk bestaat religieuze discriminatie natuurlijk nog steeds.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -