Wat vinden inwoners van Ramallah van de houding van moslimlanden tegenover het Palestijns-Israëlisch conflict? Onze correspondent Freek de Swart doet verslag vanuit Ramallah. ‘We hebben een imagoprobleem, we zijn Palestijns, Arabisch én moslim, daardoor denken mensen vaak het ergste over ons.’
In de islamitische wereld wordt geen zaak zo vurig verdedigd als die van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza. De militaire bezetting door Israël wordt daarbij vaak aangedragen als ultiem symbool van westerse hypocrisie en de onderdrukking van moslims. Tegelijkertijd worden Palestijnse vluchtelingen in diezelfde landen vaak behandeld als tweederangsburgers. Hoe beoordelen inwoners van Ramallah (stad op de Westelijke Jordaanoever op ongeveer vijftien kilometer ten noordwesten van Jeruzalem) deze houding van de oemma (de wereldwijde islamitische gemeenschap) en wat zijn hun hopen voor de toekomst?
Door de oogharen bekeken verschilt Ramallah nauwelijks van elke andere willekeurige Arabische stad. Het centrum is een chaotische kakofonie van geuren, kleuren en vaststaand verkeer. Schreeuwende marktkoopmannen aan de kant van de weg worden qua volume alleen door de moskeeoproepen af en toe overstemd. Aangezien het midden winter is staan er op de rotondes levensgrote kerstbomen en ook veel etalages zijn met feestverlichting versierd. Net als andere stedelijke gebieden in de regio wil Ramallah vooral uitstralen dat het een kosmopolitische stad is vol moderne mensen met moderne levens. Dat de plaatselijke Subway en Starbucks daarbij Sabway en Star & Bucks heten doet daar niets aan af.
Ali Yahya is één van deze Palestijnse kosmopolieten. Hij studeert Engels met Engelse literatuur als specialisatie. Hij hoopt over een paar jaar aan de slag te gaan al vertaler van juridische documenten. ‘Met het zetten van één stempel verdien je soms wel tweehonderd sjekel’, verklaart hij. Over de toekomst van Palestina is hij minder hoopvol. De situatie wordt volgens hem met de dag gecompliceerder. ‘Dat komt vooral door het toegenomen aantal wegblokkades en controles.’ Ook worden wegen volgens hem soms afgezet zonder duidelijke reden of tijdskader. Hij gelooft dat de meerderheid van de wereld de Palestijnse zaak steunt, maar dat dat vaak niet wordt omgezet in daden. Als voorbeeld wijst hij naar kroonprins Mohammad bin Salman al-Saoed, de nieuwe de-facto leider van Saoedi-Arabië. ‘Zijn leiderschap is gericht op interne problemen. Wij Palestijnen zijn daardoor een minder belangrijk onderwerp voor hem, dat zie je bij wel meer Arabische landen.’
Yahya ziet de Turkse president Recep Tayyip Erdogan als een gezonde uitzondering daarop. ‘Erdogan steunt Gaza direct met geld en Turkije neemt ook actie bij de Verenigde Naties. Soms nodigt Erdogan Palestijnen uit, zoals laatst een man uit Hebron, die was gefilmd terwijl hij door Israëlische soldaten geslagen werd.’ Toch denkt de student dat echte verandering alleen kan komen vanuit het volk zelf. De Amerikaanse erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël ziet hij als een goede aanjager daarvan. ‘Ik zie in de toekomst een nieuwe oorlog uitbreken. Jeruzalem is niet de hoofdstad van de Joden.’
Ook de Palestijnse antropologe Samira Mashni verwacht niet veel actie van wereldleiders als het gaat om Palestina. De vrouw heeft een half Puerto Ricaanse achtergrond en spreekt daardoor Engels met een valley girl-accent. Niet het geluid dat je normaal gesproken verwacht bij een gehoofddoekte patriottische Palestijnse moslima. ‘De islamitische wereld heeft niets gedaan behalve praten. Moslimlanden tonen zich solidair, maar gebruiken de Palestijnse zaak ook om hun eigen schuld af te schuiven.’ Eén voor één gaat Mashni de buurlanden langs. In Egypte worden Palestijnen vaak gezien als aanhangers van de Moslimbroederschap. Het merendeel van de Egyptenaren die Mashni ontmoet tonen volgens haar bovendien weinig interesse in de Palestijnse zaak. Turkije geeft veel verbale steun, maar doet ondertussen wel zaken met Israël. ‘Is dat hypocriet? Ik weet niet hoe ik daar over moet denken.’
Mahsni noemt Saoediërs ‘arrogante mensen die onterecht denken dat ze de islamitische wereld vertegenwoordigen’. Europese landen zouden op hun beurt de Palestijnse gebieden vaak onterecht straffen voor aanslagen door moslimterroristen. ‘We hebben een imagoprobleem, we zijn Palestijns, Arabisch én moslim, daardoor denken mensen vaak het ergste over ons.’
Buitenlanders zien volgens Mahsni Palestina vaak als een oorlogsgebied. ‘Een komische en absurde gedachte’ vindt ze. ‘Aangezien je voor een oorlog twee legers nodig hebt, niet één.’ Zelf maakt Mashni zich overigens ook wel eens schuldig aan stereotype gedachtes als ze alleen over straat loopt. ‘Ik schaam me om dit te zeggen, maar als ik dan een man zie met een lange baard en een gewaad denk ik onbewust ‘gaat hij iets laten ontploffen?’ En ik ben zelf moslim!’ Ze vertelt dat ze indirect ook geweld van Israëlische kant meemaakte. ‘De broer van mijn beste vriendin werd opgeblazen in een huis dat op het punt stond te worden gesloopt. Nadat hij was opgeblazen schoten ze nog zestien kogels in zijn lijf.’ Volgens de antropologe niets anders dan een bewuste liquidatieactie van het Israëlische leger. ‘Als Palestijn weet je door het aantal militairen, honden en het soort wagens waarmee het leger komt, of het leger je gaat lastigvallen, arresteren of vermoorden.’ Hoewel de dominante positie van Israël volgens Mashni nog nooit zo sterk is geweest blijft ze hoopvol over de toekomst. Ze verwacht dat de Arabische wereld en de moslimgemeenschap op een dag in opstand zullen komen tegen hun leiders en de ‘vernedering’ door Israël. ‘Ik begrijp volledig dat dit niet een religieuze strijd is, maar Palestina is een heilig land en verbonden met elke moslim. Een slaaf zijn van Israël is geen optie.’
Ook binnen de muren van de Modern University in Ramallah zijn de meningen over de houding van de oemma jegens de Palestijnen sceptisch. In de kantine vertelt journalistiekstudent Halima Hani dat vooral de economische banden tussen Israël en Egypte haar een doorn in het oog zijn. Het land zou volgens haar beter moeten weten gezien het oorlogsverleden met de Joodse staat. ‘De islamitische wereld moet één worden voor de Palestijnen. Dat lukt nu niet, omdat landen moeten respecteren wat Israël en de Verenigde Staten voorschrijven.’ Ze denkt dat wanneer de islamitische wereld zich wél zou verenigen een ‘Joden-vrij’ Jeruzalem binnen tien jaar te realiseren is. Een land creëren waar Palestijnen en Joden vredig naast elkaar leven is volgens haar moeilijker te bewerkstelligen. ‘Een éénstatenoplossing kan alleen werken als de Joden echt vrede willen, maar ze willen Jeruzalem en Jeruzalem is van de moslims.’
Eenzelfde geluid is ook te horen bij docenten van de Modern University. Tijdens het inschenken van de koffie in zijn kantoor schetst historicus Abu Khalal het beeld van een moslimgemeenschap die machteloos staat tegenover een ‘geoliede zionistische machine’. Hij wijst erop dat leiders in de moslimlanden over het algemeen worden benoemd en niet gekozen. Daardoor zouden ze meer geven om goede banden met de Verenigde Staten en de Europese Unie dan om het welzijn van de eigen bevolking. Khalal noemt Erdogan ‘zwak’ en de Saoediërs ‘corrupt’. ‘Wat is Saoedi-Arabië behalve de familie Saoed? Donald Trump is door deze familie gekocht met vierhonderd miljard dollar.’ Het is een bedrag dat vaker klinkt in de straten van Ramallah. Daarmee wordt gedoeld op de handelscontracten die het land van de twee heilige moskeeën vorig jaar lente ondertekende met het Amerikaanse bedrijfsleven.
Enigszins schamperend merkt Khalal op dat vrede nog dichter bij was ten tijde van de kruistochten. ‘Toen de Franken Jeruzalem veroverden was dat geen probleem, omdat ze heel het gebied in handen hadden, dat is nu anders.’ Volgens de docent is het sowieso moeilijk onderhandelen met Israëliërs vanwege hun Joodse mentaliteit. ‘Joden zien zichzelf verheven boven andere mensen, zelfs boven Europeanen. Daarom werken ze ook altijd in de financiële wereld en media.’
Het Amerikaanse besluit om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël ziet de historicus als een breuk met het verleden. Amerika is volgens hem daardoor niet meer serieus te nemen als neutrale bemiddelaar in het conflict tussen Israël en de Palestijnen. ‘Nu ze zo openlijk één kant hebben gekozen is die positie een groot probleem voor ze geworden.’ De man hoopt dat landen als Zweden nu een prominenter onderhandelingsrol opeisen. Denkend aan de toekomst kijkt hij, logischerwijs, vooral naar het verleden. Hij wijst erop dat eerder de Franken, de Ottomanen en verschillende andere islamitische kalifaten allemaal dachten dat ze Jeruzalem voor eeuwig zouden regeren. ‘Toen Yitzhak Rabin samen met Yasser Arafat tot een overeenkomst kwam werd de houdbaarheidsdatum van Israël met vijftig jaar verlengd. Maar nu? Ik weet dat niet meer zo zeker.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!