Het traditionele Palestijnse borduurwerk tatreez is al meer dan drieduizend jaar oud. Het werd vanaf 1948 een politiek symbool van de Palestijnse identiteit en, vanaf de Intifada, een instrument van verzet. Tatreez is daarnaast een verbindend element voor de Palestijnse diaspora, die de Palestijnse cultuur en tradities levend wil houden.
‘Tatreez is mijn vreedzame manier van verzet’, vertelt fotograaf en kunstenaar Fatima Abbadi (44), die workshops Palestijnse borduurtechnieken geeft in haar woonplaats Capelle aan den IJssel.
In de media is er veel desinformatie over het Israëlisch-Palestijnse conflict, zegt ze. ‘Zelf werk ik veelal met informatie uit het verleden. De kunst van tatreez weerlegt moeiteloos deze onjuiste informatie aan de hand van oude foto’s, geschiedenisboeken en getuigenissen van historici. ’ Op die foto’s zijn de vrouwen die tatreez dragen te zien in dorpen die volgens zionisten ‘nooit bestaan hebben’ of ‘waar Palestijnen nooit gewoond hebben’. Die verhaallijn wordt onderuit gehaald op het moment dat je in de geschiedenis gaat graven op zoek naar geborduurde jurken.
Historisch gezien weerspiegelde de Palestijnse geborduurde jurk, de thobe, het verhaal van de drager. Uit de jurk kon haar afkomst afgeleid worden, haar economische achtergrond, haar burgerlijke staat en nog veel meer. De gebruikte kleuren, patronen en symbolen (zoals vogels en planten) representeren de verschillende historische Palestijnse regio’s, levensfasen en persoonlijke elementen. Elke kruisstreek vertelt een verhaal.
Abbadi: ‘Tatreez is sterk verbonden met onze nationale cultuur en identiteit. De patronen verwijzen naar de verhalen van de Palestijnse vrouwen en hun omgeving. De cipres, bijvoorbeeld, is een emblematisch patroon. Afhankelijk van de regio waar je vandaan kwam, was deze boom lang, kort, smal of breed.’
Oorspronkelijk werd tatreez gemaakt en gedragen in rurale gebieden. Vanaf 1948 werd het traditionele Palestijnse borduurwerk in heel Palestina populair, en daarna ook onder de leden van de diaspora. De borduurtraditie wordt van generatie tot generatie doorgegeven.
Tatreez na 1948
Na de Nakba (Arabisch voor ‘Ramp’) van 1948, toen meer dan 750.000 Arabische Palestijnen uit Palestina werden verdreven, werd tatreez een politiek symbool. Het Palestijnse borduurwerk vertegenwoordigde, naast het persoonlijk verhaal van de drager, nu ook de identiteit van het hele Palestijnse collectief. Het borduurwerk op de thobes van de vrouwen, dat verwees naar locaties in Palestina, was de schakel met de dorpen waaruit ze waren verdreven. Het werd het bewijs dat ze er wél waren geweest.
Palestijnse vrouwen hielden het traditionele borduurwerk in leven in de vluchtelingenkampen in de regio. Het borduurwerk dat dorpelingen droegen was niet langer streekgebonden, maar werd een mengelmoes van patronen en stijlen uit verschillende delen van Palestina.
Abbadi: ‘De stijlen werden gemengd. Zo zag je een patroon uit Gaza met een boom uit Jaffa en elementen uit Ramallah. Vóór 1948 was dat ondenkbaar geweest. Dat gebeurt nu wel in de diaspora.’
‘Een ideaal middel voor de diaspora om bewustzijn te creëren over wat in Palestina gebeurt’
In vluchtelingenkampen begonnen vrouwen het handborduurwerk ook te verkopen om inkomsten te genereren. Het werd niet meer alleen voor persoonlijk gebruik gemaakt. De met de hand geverfde zijden draden, die gebruikt werden voor het oorspronkelijke borduurwerk, werden vervangen door katoenen draad. Volgens Joanna Barakat (41), kunstenares en curator van Instagrampagina ‘The Tatreez Circle’, werd tatreez in die tijd hét symbool van de Palestijnse identiteit.
‘Palestijnse kunstenaars lieten in hun kunstwerken dorpsvrouwen zien die geborduurde jurken droegen. Ze werden getransformeerd in symbolen van het moederland, met veerkracht en een diepgewortelde band met Palestina.’
Je ziet dit terug in het werk van de Palestijnse schilder Sliman Mansour (75), maar ook in de werken van kunstenaars van de jongere generaties, zoals bij de Gazaanse kunstenares Malak Mattar (22), vervolgt Barakat.
‘Palestijns borduurwerk is een ideaal hulpmiddel voor de diaspora, van kunstenaars tot ontwerpers, om bewustzijn te creëren over wat er gebeurt in Palestina. Door de Palestijnse culturele identiteit over te brengen, willen kunstenaars zoals ik het bewustzijn vergroten en racistische stereotypen en misvattingen (zoals ‘Palestijnen zijn terroristen, gewelddadig en onbetrouwbaar’ of ‘Er woonde amper iemand in Palestina voordat het Israël werd’, red.) over Palestina en Palestijnen bestrijden.’
Pas vanaf de Eerste Intifada (1987-1993, red.) wordt de tatreez ingezet als vorm van verzet. Het uithangen en tonen van Palestijnse vlaggen werd verboden door de Israëlische autoriteiten. In reactie daarop borduurden Palestijnse vrouwen vlaggen en andere Palestijnse symbolen op hun kleding.
Barakat: ‘Ze kochten draden in de afzonderlijke kleuren van de vlag apart, zodat Israëlische soldaten hen niet konden arresteren met een combinatie van rood, groen, zwart en wit borduurgaren. Het met de hand borduren van een jurk nam vele maanden in beslag. Het was een geheime en langzame soort van verzet.’
Ook het verspreiden van tatreez is een vorm van verzet, omdat het verhaal van de Palestijnen via de borduurkunst verteld kan worden. De Palestijnse diaspora is verspreid over alle hoeken van de wereld.
Verspreiding via social media heeft gezorgd voor een heropleving van Palestijns borduurwerk. Tegenwoordig maken ontwerpers uit Palestina en de diaspora – naast de traditionele, met de hand geborduurde jurken – tatreez dat met de hand geborduurd wordt op westerse kleding. Ook zijn er machinaal geborduurde moderne interpretaties van Palestijnse jurken. Zo wordt de traditionele kunstvorm – en daarmee de Palestijnse identiteit – uitgedragen en beschermd.
De Palestijnse identiteit
In december 2021 voegde UNESCO tatreez toe aan de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Palestijnen beschouwen dit als een welkome vorm van erkenning. Kort ervoor was veel ophef over de Miss Universe-verkiezingen, die dat jaar in Israël werden georganiseerd. De deelneemsters droegen onder meer Palestijnse geborduurde jurken, die door de organisatie en de media ten onrechte als ‘Israëlische’ culturele elementen werden gelabeld.
Bij een etnische zuivering hoort ook het uitwissen van een cultuur, ziet Barakat. ‘In Israël verwijzen ze niet naar Palestijnen met het woord ‘Palestijnen’. In plaats daarvan gebruiken ze het algemene woord ‘Arabieren’, waarbij ze opzettelijk elke band van de Palestijnen met het land verwijderen. Net als het woord ‘Palestijn’ en het gebruik van de Palestijnse vlag bedreigt elke vorm van representatie of bewijs van bestaan de geconstrueerde beweringen en het nationale verhaal van zionistische Israëliërs.’
‘De geschiedenis wordt herschreven. Ik wil aan mijn kinderen doorgeven wie mijn voorouders waren’
Barakat vindt het behoud van tatreez cruciaal tegen Israëls inspanningen om de Palestijnse cultuur uit te wissen en toe te eigenen. Ook voor Abbadi is dit een belangrijke drijfveer om de kunst van tatreez te blijven verspreiden.
‘De geschiedenis wordt herschreven. Ik heb kinderen. Ik wil aan ze doorgeven wie mijn voorouders waren. Het is mijn missie.’ Ze roept anderen op om via tatreez meer bewustzijn te creëren en het Palestijnse verhaal te vertellen.
‘Draag tatreez, geef workshops erover, organiseer tentoonstellingen, identificeer het als Palestijns, praat erover. En schrijf er ook vooral over, want dat wat geschreven is, blijft.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!