10.8 C
Amsterdam

‘Veel Libanezen voelen zich nergens meer veilig’

Lees meer

Libanezen leven in angst sinds de bombardementen van Israël. ‘Mensen slapen op het strand, in hun auto of langs de weg.’

Bij de inwoners van Libanon heerst grote bezorgdheid over de huidige escalatie van het geweld, die onvermijdelijk zal leiden tot meer burgerslachtoffers en verdergaande verwoestingen in het land. Volgens de laatste cijfers van het Libanese ministerie van Gezondheid is het dodental door de Israëlische aanvallen inmiddels opgelopen tot 1640 en zijn er ruim 8000 gewonden gevallen.

De Nederlandse Eveline (32), die al drie jaar in Beiroet woont om haar master te voltooien, vertrok enkele dagen geleden halsoverkop: ‘Ik was al van plan om deze week naar Nederland te reizen voor de geboorte van mijn nichtje, maar toen de situatie zo snel begon te veranderen en vluchten werden geannuleerd, heb ik besloten om eerder te gaan.’

Klein land

De doelen van de aanvallen van het Israëlische leger bevinden zich voornamelijk in de overwegend sjiitische buitenwijken in het zuiden van Beiroet, evenals in het zuiden en oosten van Libanon. Toch is de oorlog voelbaar voor alle burgers in het kleine land dat slechts 10.452 km² groot is. Een bombardement is nooit ver weg. De ziekenhuizen zijn overweldigd door de plotselinge patiëntentoename, alle scholen zijn gesloten en het merendeel van de commerciële vluchten is geannuleerd. Veel landen hebben hun burgers verzocht om zo snel mogelijk Libanon te verlaten nu er nog – weliswaar schaarse – commerciële vluchten zijn. Zondag nog viel er een bom op enkele honderden meters van het vliegveld.

‘Libanon blijft, ondanks alles, ons thuis’

Eveline woont naast een ziekenhuis in de wijk Hamra in Beiroet. Toen het nieuws over de exploderende piepers binnenkwam, zag ze de loeiende ambulances aan de lopende band langs haar woning rijden. Op de stoep zaten talloze gezinnen te wachten op nieuws van hun dierbaren. ‘Er worden plekken gebombardeerd die niet eerder in andere conflicten een Israëlisch doelwit waren. Met die wetenschap en na het aanschouwen van de gebeurtenissen in Gaza voelen veel Libanezen zich nergens meer veilig. Met mijn huis naast een belangrijk ziekenhuis heb ik me ook afgevraagd of dat niet een doelwit zou kunnen zijn. Ik ben daar ook door vrienden voor gewaarschuwd.’

Israëlische F-35 straaljagers

Ze vertelt hoe snel de sfeer omsloeg na de ontploffing van de piepers van de leden van Hezbollah op 17 september, waarbij ook burgerslachtoffers vielen. ‘De afgelopen anderhalve week kwam de situatie in een stroomversnelling, zegt ze. ‘De Israëlische dreiging was al bijna een jaar voelbaar, met onder meer Israëlische F-35 straaljagers die opzettelijk boven Beiroet de geluidsbarrière doorbreken, en natuurlijk ook door de aanhoudende aanvallen in het zuiden van het land. De oom en neven van een vriendin zijn daarbij gedood. Het conflict voelde dus al langer dichtbij.’

Op 25 september zinspeelde de Israëlische legerleider Herzi Halevi op een grondoffensief in Libanon (inmiddels is dit begonnen, red.). Ondanks de angst kiezen veel Libanezen ervoor om in Libanon te blijven. Mensen slaan wel de basisvoorraden in bij de supermarkt, maar er heerst geen paniek. Er is door de overheid gecommuniceerd dat er genoeg eten en medicijnen zal zijn voor ongeveer drie maanden. Er wordt getankt, maar ook daar lijkt de paniek vooralsnog niet toe te slaan. Libanezen zijn wel wat gewend.

Slachtoffers van een Israëlische aanval worden begraven in de zuidelijke stad Sidon op 30 september 2024. Beeld: Mahmoud Zayyat, AFP

Ook de Libanese Ossama (74) blijft voorlopig in Libanon. Hij woont in de christelijke wijk Achrafieh en ziet de rookpluimen in het zuiden van Beiroet vanuit zijn raam. Hij heeft al vele oorlogen meegemaakt en reageert relatief rustig: ‘Het is menselijk om bang te zijn. Het is onderdeel van ons overlevingsinstinct. En ik, net als veel andere mensen in Libanon, ben immuun geworden voor het woord ‘toekomst’. We hebben het omarmd als een dierbare drijfveer in ons dagelijks leven. Wanneer een vijandelijke grondinvasie een onvermijdelijke zekerheid wordt, zullen we ons door angst laten leiden om de veiligste weg te bewandelen. Wat betreft het verlaten van het land geloof ik dat het zo’n persoonlijke, gewichtige en individuele beslissing is dat het moeilijk is te voorspellen of en wanneer deze zal worden genomen. In onze geschiedenis, in goede en slechte tijden, hebben mensen in Libanon altijd de drang gevoeld om groenere weiden over de hele wereld te zoeken. De Libanese diaspora over de hele wereld is daar een goed bewijs van. Maar Libanon blijft, ondanks alles, ons thuis.’

De Libanese Amanda (43), die zelf op dit moment in het buitenland verblijft, beaamt dit: ‘Mijn vader en familieleden zijn op dit moment in Libanon, gelukkig gaat het goed met hen, maar de situatie is zorgwekkend. Mijn familieleden en vrienden zijn niet van plan om te vertrekken. Libanezen zijn het zat om als expats te moeten leven. Persoonlijk ben ik niet bang voor een grondinvasie, Israël wel. Daarom vallen ze vanuit de lucht aan. Ze willen Libanon en Hezbollah zoveel mogelijk verzwakken voordat (en als) ze het land binnenvallen.’

Religieuze groepen

Libanon kent verschillende religieuze groeperingen. Iets meer dan de helft is moslim en ongeveer 35 procent christen. De belangrijkste groepen zijn maronitische katholieken, soennitische moslims en sjiitische moslims. De meningen over de huidige situatie verschillen sterk onderling, afhankelijk van religie, achtergrond en sociale klasse. Hezbollah werd in 1982 opgericht als reactie op de Israëlische bezetting van het zuiden van Libanon en is met name populair onder het sjiitische deel van de bevolking. Sommige Libanezen zien deze oorlog als een oorlog tussen Libanon en Israël, anderen als een oorlog tussen Hezbollah en Israël. ‘Het is zo klaar als een klontje. Deze oorlog speelt zich af tussen twee partijen: de staat Israël en Hezbollah’, zegt Ossama stellig.

‘Op social media zie ik veel wanhopige berichten’

Amanda bekijkt het anders: ‘Ik zie dit als een oorlog tussen Israël en Libanon. De mensen die nu sterven zijn Libanezen. Ze sterven in Libanon; Israël bombardeert overal in Libanon. Mijn land wordt geraakt, en daarmee iedereen en alles waar ik van houd: mijn volk, mijn erfgoed en mijn cultuur.’ Er zijn al meer dan 500.000 inwoners op de vlucht geslagen en dit cijfer groeit met de dag. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR gaf aan dat er in slechts enkele dagen al ruim 100.000 mensen de grens tussen Libanon en Syrië zijn overgevlucht om te ontkomen aan de Israëlische bombardementen. Dat is opvallend, gezien de anderhalf miljoen Syrische vluchtelingen die zich juist in Libanon bevinden. Veel keuze hebben mensen niet: Libanon zit ingeklemd tussen Israël, Syrië en de zee. De files op de snelwegen zijn enorm. Mensen slapen op het strand, in hun auto of langs de weg. Eveline zag de straten van Beiroet volstromen met vluchtelingen: ‘Mijn wijk stroomde vol met mensen die uit het zuiden gevlucht waren. Mensen probeerden in hotels in te checken en tot ‘s avonds laat reden er volle auto’s met hele gezinnen rond. Veel mensen brengen nachten door in de auto. Scholen worden ingericht als opvangplaatsen en op social media zie ik veel wanhopige berichten van mensen die op zoek zijn naar veilig onderdak voor familie en kennissen.

Libanon als gijzelaar

In de media wordt de huidige situatie vergeleken met de oorlog van 2006. Deze oorlog zou erger zijn. Ossama kan zich niet vinden in dergelijke vergelijkingen: ‘Voor veel Libanezen zoals ik, die de afgelopen zes decennia een reeks van zulke vreselijke conflicten hebben meegemaakt in ons land, zou het ondenkbaar zijn om ze te labelen als slechter, minder erg of beter. Elke oorlog, in haar eigen context en tijdperk, is lelijk. Het gaat niet om kwalitatieve of kwantitatieve evaluatie, of om het vergelijken van statistische tabellen van menselijke slachtoffers en van infrastructurele schade. Het leidt tot hetzelfde trieste verlies van levens, hetzelfde verdriet om geliefden, dezelfde wederopbouw van een verwoestende nasleep, dezelfde hernieuwing van hoop.’

Het is dus afwachten hoe deze oorlog zich ontwikkelt, volgens Ossama: ‘De oorlog van 2006 ging grotendeels tussen twee landen: een binnenvallende en een andere die zich er volledig tegen verzette. De huidige oorlog is heel anders. Het gaat tussen een gewonde natie en een buitenlandse proxy-natie die een vredig Libanon als gijzelaar heeft genomen. De regels van betrokkenheid zijn dus totaal anders. Tot nu toe wordt deze oorlog vandaag de dag gevoerd op basis van chirurgische precisie.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -