11.7 C
Amsterdam

‘Waar moeten we heen?’ Palestijnse activist raakt nu zelf zijn huis in Jeruzalem kwijt

Kaja Bouman
Kaja Bouman
Midden-Oostenjournalist.

Lees meer

Saleh Diab voert al ruim vijftien jaar actie tegen de uitzettingen van Palestijnse families in de wijk Sheikh Jarrah in Jeruzalem. Nu dreigt hij zelf te worden uitgezet.

‘Ik weet dat ik ooit neergeschoten ga worden’, zegt de inmiddels 53-jarige Saleh Diab vanuit de tuin van zijn huis in Sheikh Jarrah, een wijk in Oost-Jeruzalem. We drinken limonade en kittens spelen op de bleke tegels. Een paar meter achter ons staat een grote kooi vol met duiven. ‘Mijn andere kinderen’, noemt Diab ze, voordat hij verder praat over zijn strijd voor bestaansrecht in de wijk.

‘Ik ben niet bang voor de dood, want ik weet dat ik vecht voor wat juist is. Niet alleen voor de Palestijnen, maar voor alle mensen.’ Op de plastic tafel voor hem ligt een stapel foto’s uit 2009, het jaar waarin de protestbeweging in Sheikh Jarrah begon, nadat drie Palestijnse families uit hun huizen werden gezet door de Israëlische autoriteiten. Diab wijst naar het huis aan de overkant van de straat. ‘Daar woonde de Ghawi-familie’, vertelt hij.

‘De Israëlische overheid wil deze hele wijk overnemen’

Op een van de foto’s is te zien hoe een Palestijnse vrouw wordt omringd door een groep mannelijke kolonisten. ‘Zij is van de Ghawi-familie. Dit is haar huis’, zegt Diab. Het gaat over het gebouw tegenover zijn huis, dat ook op de achtergrond van de foto is te zien. ‘De kolonisten lieten haar niet naar binnen.’

32 keer gearresteerd

De rechtszaken tegen Palestijnse families in de wijk worden mede aangespannen door de kolonistengroep Nahalat Shimon International, vernoemd naar een voormalig Joodse wijk. De groep claimt eigendomsrecht op basis van vermeend Joods bezit van vóór 1948. Hoewel de huizen pas na 1948 onder Jordaans bestuur zijn gebouwd, krijgen de kolonisten onder het Israëlische recht vaak gelijk.

Zo ook in de zaak van de Ghawi-familie in 2009. Op hun voormalige woning prijkt nu een grote Davidsster. Joodse kinderen met keppeltjes lopen er in en uit, en een kolonist wandelt voorbij, met een wapen aan zijn riem. In hetzelfde jaar werden nog twee andere Palestijnse families uit hun huizen gezet. ‘Toen werd het me duidelijk dat dit onderdeel is van een groter plan’, zegt Diab. ‘De Israëlische overheid wil deze hele wijk overnemen.’

Wekelijks trok hij daarna de straat op om te demonstreren tegen dat ‘grotere plan’. Diab wordt daarom gezien als het gezicht van de protestbeweging. Iedere vrijdag liep hij door de wijk, een keffiyeh om zijn schouders, een Free Palestine T-shirt aan, en een luidspreker in zijn hand. Hij kreeg steun van andere Palestijnen, Joodse Israëliërs en zelfs internationale activisten die zich bij zijn strijd aansloten.

Diab spreekt met lof over de Joodse Israëliërs die hem bijstaan. ‘Ik heb niets tegen de Joden en wil vredig met hen samenleven, zoals we vroeger deden. Maar dat kan niet met de kolonisten. Ik snap niet wat voor religie zij hebben. Welke God zou willen dat je zoveel geweld gebruikt?’

‘Als ik de politie bel, ben ík degene die wordt opgepakt’

Ondanks de grootschalige steun, konden de protesten niet alle uitzettingen voorkomen. Het gebouw achter het huis van de familie Diab wordt inmiddels ook bewoond door kolonisten. Het is omringd met prikkeldraad en kijkt uit op Diabs tuin. ‘Soms gooien ze stenen naar me als ik hier zit’, vertelt hij. ‘Of ze patrouilleren gewapend met machinegeweren door de straat. Maar als ik de politie bel, ben ík degene die wordt opgepakt.’

Dat overkwam Diab meermaals: hij is inmiddels 32 keer gearresteerd. Eén keer zat hij vijf maanden vast; een andere keer brak een politieagent zijn been. Sinds 7 oktober heeft hij de demonstraties noodgedwongen gestaakt, uit angst voor nog meer geweld van zowel kolonisten als Israëlische politie. Niet voor zichzelf, zegt hij, maar uit zorg voor de andere demonstranten. ‘Ik ben bang dat er een kolonist komt die het vuur opent en iedereen neerschiet.’

Plan voor nieuwe woningen

Hij bergt de foto’s op, steekt een sigaret op en verlaat de tuin. We wandelen naar het einde van de straat en stoppen op de hoek bij de bekende Nablusweg. Diab kijkt uit over een brede, grotendeels lege parkeerplaats. ‘Hier stonden ooit ook Palestijnse huizen’, zegt hij. ‘Nu is het een parkeerplaats. Ik vrees dat dat betekent dat er nieuwe woningen voor Joodse Israëliërs komen. Dan kunnen ze hier hun auto’s parkeren.’

En die plannen voor nieuwe woningen liggen er al. Volgens een voorstel van de gemeente Jeruzalem zullen er precies op deze plek, in het hart van Sheikh Jarrah, 316 nieuwe woningen worden gebouwd. Het project maakt deel uit van een reeks Joodse bouwinitiatieven die Israël heeft opgestart in Oost-Jeruzalem en daarbuiten. Om dit plan te kunnen realiseren, zullen tientallen Palestijnse families hun huizen moeten verlaten.

We lopen verder in het deel van de wijk dat de Palestijnen Karm Al-Ja’ouni noemen. Israël hernoemde het gebied; op de straatborden staat nu in het Hebreeuws: Shimon Hatzadik. Diab stopt opnieuw. ‘Zie je dat gebouw? Daar had Ben Gvir in 2022 zijn kantoor.’

Itamar Ben Gvir is de ultrarechtse minister van Nationale Veiligheid. Hij is kolonist en woont in een nederzetting op de Westoever. In 2022, nog voordat hij toetrad tot het kabinet, opende hij een kantoor in Sheikh Jarrah om de Joodse kolonisten daar naar eigen zeggen te ‘beschermen’.

Aanleiding was de geweldsuitbarsting kort daarvoor, in 2021, toen de protesten in Sheikh Jarrah een hoogtepunt bereikten. Nieuwe uitzettingen leidden tot grote frustratie, de demonstraties werden groter en massaler, en er was veel internationale aandacht. De protesten ontketende zelfs een oorlog tussen Hamas en Israël. Ook toen waren de Palestijnen in Gaza het grootste slachtoffer: honderden burgers werden gedood.

‘Waar moeten we heen?’

Onder internationale druk werden de uitzettingen tijdelijk bevroren en families hoefden niet langer per direct hun huizen te verlaten. Voor de meeste families geldt dat nog steeds. Behalve voor Diab en zijn familieleden. Afgelopen maand besloot het gerechtshof in Jeruzalem dat zij hun woning vóór 20 mei moeten verlaten en bovendien alle juridische kosten voor Nahalat Shimon moeten betalen.

Diab kan zich niet voorstellen dat hij zal vertrekken. Zijn ouders vluchtten in 1948 uit Jaffa en kwamen volgens Diab in Sheikh Jarrah te wonen als onderdeel van een project van de VN en Jordanië dat huizen bouwde voor Palestijnse vluchtelingen. Maar volgens de rechtbank in Jeruzalem klopt dat niet en stond de familie niet op de lijst van oorspronkelijke families uit de jaren ’50, daarom moeten ze weg van het land.

‘Ik ben nergens meer bang voor. Ik wil gewoon vrij zijn’

‘Of dat nou klopt of niet, wij zijn ervan overtuigd dat de familie hetzelfde moet worden behandeld als hun buren en hetzelfde oordeel van de rechter zou moeten krijgen’, zegt Sami Irsheid, de advocaat van de Diab-familie, tegen Jerusalem Story. Diab zelf vindt de uitspraak oneerlijk: ‘Joodse kolonisten mogen onze huizen innemen omdat hier misschien ooit voor 1948 Joden hebben gewoond. Maar wij mogen niet terug naar Jaffa. Dat is toch oneerlijk?’ Diab en zijn broers zijn in het huis geboren. Tegenwoordig wonen ze er met 22 familieleden in totaal.

‘Waar moeten we heen?’ vraagt Diab zich af. Veel Palestijnse families uit Jeruzalem zijn huiverig om te verhuizen naar Ramallah of andere steden op de Westoever. Wie zeven jaar buiten de stad woont, verliest zijn Jeruzalemse ID-kaart en daarmee het recht om ooit terug te keren. ‘Dat is natuurlijk precies wat Israël wil.’

Diab is in hoger beroep gegaan bij het Israëlische hooggerechtshof. Hij verwacht niet dat het besluit wordt teruggedraaid, maar hoopt dat het hof de uitzetting in elk geval zal opschorten. ‘Ik ga hier niet weg. Ik ben niet bang om gearresteerd te worden, ik ben niet bang voor de dood. Ik ben nergens meer bang voor. Ik wil gewoon vrij zijn.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -