20.2 C
Amsterdam

Wie wordt de nieuwe president van Iran?

Majorie van Leijen
Majorie van Leijen
Journalist & eindredacteur

Lees meer

De kandidaten die de komende twee weken zullen strijden voor het presidentschap in Iran zijn bekend. De keuze is tussen conservatief, ultraconservatief en bij wijze van uitzondering: één reformist. Wat betekent dit voor de nabije toekomst in Iran?

Op woensdag 12 juni gingen de campagnes van start. Op 28 juni, over twee weken, vinden de vervroegde verkiezingen plaats, vijftig dagen nadat de voormalige president Ibrahim Raisi omkwam bij een helikopterongeluk. Iraniërs raakten in de dagen na het ongeval in de ban van de machtswisseling. Niet alleen vanwege het perspectief van een nieuwe president, maar ook omdat de opperste leider, de stokoude Ali Khamenei niet lang meer te leven heeft.

Komkommers uit dezelfde tuin

Volgens Maaike Warnaar, Irandeskundige en universitair docent aan de Universiteit Leiden, moeten we niet al te veel rekenen op een echte verandering. ‘Wie er nu president wordt of Khamenei opvolgt maakt eigenlijk niet zoveel uit. De macht ligt bij een netwerk aan mensen die gelijke belangen hebben. Dit is de groep mensen die in de jaren tachtig de islamitische revolutie steunden. Uit deze groep valt nog wel even te putten.’

Dit machtssysteem houdt zichzelf goed in stand

In 1979 werd de islamitische republiek gesticht, onder leiding van Ruhollah Khomeini. De opperste leider van het land moet een jurist zijn die de principes van de sjiitische islam kende en kon vertalen in wetgeving. Deze leider wordt gekozen door de Raad van Experts, een raad van 88 rechtsgeleerden die op hun beurt door het volk worden gekozen. Ook de president wordt door het volk gekozen. Dit lijkt op een democratisch proces, maar dat is het niet. Kandidaten kunnen zich pas verkiesbaar stellen als ze gescreend en goedgekeurd zijn door de Raad van Hoeders, een raad van twaalf rechtsgeleerden. En de helft van deze Raad van Hoeders wordt weer benoemd door de Opperste Leider. 

‘Dit machtssysteem houdt zichzelf goed in stand’, zegt Warnaar. Hoewel er van tijd tot tijd een progressieve president aan de macht is, is dit niet het soort progressief zoals we dat in het westen kennen, en zullen deze leiders het idee van een islamitische regime niet ondermijnen. ‘Er zijn uiteraard verschillen tussen personen, maar deze blijven altijd bestaan binnen de marges van de islamitische staat. Of je nu Raisi als president hebt of zijn voorganger Rouhani, die gematigder was en een nucleaire deal sloot met het Westen, het zijn komkommers uit dezelfde tuin’, zegt de Leidse docent. 

Steeds minder progressieven

Bovendien is de machtsbasis van het regime in de laatste jaren gekrompen en zijn de verschillen tussen de kandidaten steeds kleiner geworden. Sinds de protesten die uitbraken na de dood Mahsa Amini, die door de zedenpolitie was opgepakt en gemarteld, is het regime strenger geworden. Waar de politieke geschiedenis van Iran zich kenmerkte door een afwisseling van progressieve en conservatieve presidenten, waait er nu al enkele jaren een conservatieve wind in Iran en wordt de poule waaruit de nieuwe leiders worden gerekruteerd steeds kleiner. ‘Er is weinig kans dat dit gaat veranderen’, zegt een Irandeskundige uit Irak, die liever anoniem blijft. ‘Twee jaar geleden zijn de laatste progressieven verdwenen uit de politiek. Nu heb je de conservatieven en de gematigde conservatieven.’

Warnaar spreekt van conservatieven en ultraconservatieven, maar doelt op hetzelfde. De kandidaten die nu zijn goedgekeurd door de Raad van Hoeders verschillen ideologisch gezien niet veel van elkaar. De huidige parlementsvoorzitter Mohammad-Bagher Ghalibaf, de voormalig nucleair onderhandelaar Saeed Jalili, burgemeester van Teheran Alireza Zakani, voormalig minister van Binnenlandse Zaken Mostafa Pourmohammadi en de huidige vice-president Amirhossein Ghazizadeh-Hashemi worden door Iraanse media beschreven als conservatief of ultra-conservatief. Een aantal van hen heeft een dubieuze reputatie. Zo zat bijvoorbeeld Pourmohammadi in dezelfde ‘commissie des doods’ die in 1988 duizenden Iraniërs naar de galg stuurde. De kansrijke Jalili is een uitgesproken voorstander van de zedenpolitie en de harde aanpak van de vrouwenprotesten. 

De progressieve kandidaat

De uitzondering in het rijtje is parlementslid Masoud Pezeshkian, een ervaren politicus die als progressief wordt beschreven. Zo liet hij zich kritisch uit over corruptie ten tijde van de regering Ahmadinejad, en sprak hij zich uit tegen de repressie van demonstraties in 2009. Verwacht wordt dat hij andere progressieve politici en kiezers achter zich zal scharen. Een reden om een progressieve kandidaat toe te laten tot de verkiezingen zou kunnen zijn om het electoraat tevreden te houden, legt de Iraakse Irandeskundige uit. ‘Tijdens de laatste parlementaire verkiezingen was de opkomst dramatisch laag. Het regime beweert dat het gesteund wordt door de meerderheid van de bevolking. Maar als de helft niet komt opdagen bij verkiezingen haalt dat de propaganda van het regime onderuit. Het regime zal dus een progressieve kandidaat hebben toegelaten, om ervoor te zorgen dat mensen naar de stembus gaan’, legt hij uit.

Heeft Pezeshkian daadwerkelijk kans om de verkiezingen te winnen? ‘Als er veel mensen aan de verkiezingen deelnemen wel’, zegt hij. ‘Tegelijkertijd zal ook hij niet veel verandering kunnen brengen in het repressieve beleid van het regime, verwacht hij. ‘Hij behoort tot de progressieven, maar tot de groep progressieven die in het systeem gelooft en de islamitische revolutie steunt. Ze zijn kritisch op het systeem, maar willen dit van binnenuit veranderen, niet van buitenaf. Als Pezeshkian wint, zal er een verandering plaatsvinden in het beleid van het regime maar op microniveau, niet op macroniveau.’

De nieuwe president zal niet zomaar toegeven aan de verlangens van de demonstranten

Warnaar onderschrijft deze analyse en verwacht evenmin dat de verkiezingen voor een omwenteling zullen zorgen. ‘Juist nu er zo veel onrust is. De nieuwe president zal niet zomaar toegeven aan de verlangens van de demonstranten (recht op vrijheid van religieuze uiting en op privacy), want dat wordt gezien als een knieval. Bovendien zou de president zich dan openlijk kritisch uitlaten over het regime, en dat zou de status quo nog meer ondermijnen. Daar waakt het regime voor.’

Veelzeggend is ook de lijst met 74 kandidaten die niet mee mochten doen aan de verkiezingen. Ook in 2021 werd een groot aantal kandidaten geweigerd, een trend die zich nu voort lijkt te zetten. De meest opvallende naam in het rijtje is dit jaar Mahmoud Ahmadinejad, die van 2005 tot 2013 de president van Iran was. 

‘Ahmadinejad was toen al een vreemde eend in de bijt, als je naar de andere presidenten kijkt’, zegt Warnaar. Hij had eigenlijk lak aan de ayatollahs en deed controversiële uitspraken die niet pasten bij het dogma van het regime. ‘Hij was meer van de spirituele ervaring en deelde deze ook met het volk. Dit was voor de conservatieven, die liever vasthouden aan de dogmatische lijn, soms lastig.’ 

Voorsorteren op de nieuwe opperste leider

‘De huidige elite zal het liefst een president willen zien die de machtswisseling naar een nieuwe opperste leider zo makkelijk mogelijk maakt’, legt de Irakese deskundige uit. Daarom zijn de huidige presidentsverkiezingen ook zo belangrijk voor het regime. In zekere zin wordt hier voorgesorteerd op de machtswisseling van de opperste leider. Khamenei is momenteel 85 en heeft al jaren kanker. De verwachting is dat hij binnenkort zal sterven. Slechts één keer eerder werd een nieuwe opperste leider aangesteld. Dat was in 1989, toen Khamenei het overnam van Khomeini. Hij zegt: ‘Het kiezen van een volgende opperste leider hangt samen met het hele systeem. Dit systeem moet goed in elkaar zitten, alle pilaren moeten op een lijn met elkaar staan. Als een schakel in dit systeem niet dezelfde kant opstaat, kan dat problemen veroorzaken.’ 

‘De president heeft wel degelijk macht, veel macht zelfs’

In dit opzicht heeft de president wel degelijk macht, zegt de deskundige uit Iran. ‘Veel macht zelfs. Hij staat aan het hoofd van verschillende instanties. Hij heeft veel mogelijkheden om invloed uit te oefenen, of problemen te veroorzaken. Daarom is het belangrijk dat de president de opperste leider steunt.’ Tegelijkertijd is het ook belangrijk dat het volk de president steunt’, voegt hij toe, ‘vooral nu er onrust is.’ De vraag is dan ook in hoeverre de steun van het volk kan worden herwonnen, zonder de machtswisseling in gevaar te brengen. 

Opvolgingscrisis?

De omgekomen president Raisi was een hardliner, die de opperste leider onvoorwaardelijk steunde. Zijn naam werd zelfs genoemd als mogelijke opvolger van Khamenei. Door de progressieve Iraniër werd hij gezien als een beul. Maar door het huidige regime wordt zijn dood beschouwd als een groot verlies. 

Maar zijn dood zal niet zorgen voor een opvolgingscrisis, denkt Warnaar. ‘Er ligt al jaren een procedure klaar. Die zal worden gevolgd, ondanks het feit dat er nu onverwachts een nieuwe president komt.’ De uitkomst van deze procedure is volgens haar niet te voorspellen. ‘De Raad van Experts is nogal verdeeld, en het gaat om een stemming. Er is een voortdurende machtsstrijd gaande tussen de conservatieven en ultraconservatieven, maar die is er altijd al geweest.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -