Op een regenachtige donderdag bezoekt de Kanttekening in het Vreedehuis een bijeenkomst van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap. Daar in Den Haag, vlakbij het Vredespaleis, organiseren ze een discussie en expositie over de Koran. Wie zijn deze gelovigen? En hoe reageren witte Nederlanders op hun boodschap dat de ware islam vrede is?
Voordat we het Vreedehuis binnenstappen, eerst even over de ahmadiyya zelf. De gemeenschap omvat in Nederland tegenwoordig ongeveer drieduizend mensen. Ze geloven dat de stichter van hun geloofsgemeenschap, Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908), de Messias is die een ‘duizendjarig vrederijk’ heeft gebracht. Zowel de islam als het christendom hebben teksten die wijzen op de komst van zo’n rijk in de verre of nabije toekomst. Ahmadiyya verkondigen aan de hand hiervan hun idee van een ‘ware islam’, die vrede is. Doel is dat anderen een positiever beeld krijgen van de islam, maar ook dat het vrederijk dichterbij komt.
Vervolgde groep
Soennitische en sjiitische moslims zijn het over veel zaken oneens, maar niet over de ahmadiyya: deze beweging is in hun ogen afvallig. Dat komt vooral doordat de ahmadiyya Mirza Ghulam Ahmad, die later werd geboren dan Mohammed, zien als een profeet. En dat mag niet, vinden soennieten en sjiieten, want Mohammed geldt in de mainstream islam als de laatste profeet. Ahmadiyya lossen dit theologisch op door Mohammed te zien als de laatste ‘wetgevende profeet’. Mirza Ghulam Ahmad is volgens hen een niet-wetgevende profeet en komt ook niet met een nieuw geloof. Dat onderscheidt de ahmadiyya van bijvoorbeeld de bahá’í, een religie die in de negentiende eeuw in Iran ontstond. De bahá’ís beschouwen hun religie als een apart geloof, niet als islamitisch. De ahmadiyya beschouwen zich daarentegen als moslims, hoewel ze dus door anderen niet als moslims worden erkend.
In de Islamitische Republiek Pakistan zijn ahmadiyya derderangs burgers. Soennitische moslims zijn eersterangs burgers. Sjiieten, christenen, hindoes en sikhs komen op de tweede plaats, ook al ondervinden zij discriminatie en vervolging. Maar de positie van ahmadiyya is nog slechter, omdat zij – in de ogen van orthodoxe soennieten – afvalligen zijn. En religieuze mensen vinden ‘ketters’, mensen die in hun ogen het geloof verdraaien, maar het tegelijk als zuiver presenteren, vaak verwerpelijker dan aanhangers van een totaal andere religie.
‘Wilders citeert de Koran uit context, zodat de boodschap gewelddadig overkomt’
In 1974 besloot Pakistan ahmadiyya tot niet-moslims te verklaren. Premier Zulfikar Ali Bhutto deed dit om fundamentalistische moslims gunstig te stemmen. Tien jaar later voerde de fundamentalistische dictator Muhammad Zia-ul-Haq Verordening 20 in. Deze wet verbood het voor ahmadiyya om zich moslim te noemen. Deden ze dit wel, dan riskeerden ze gevangenisstraf. Ook de beruchte blasfemiewet, die de doodstraf oplegt aan mensen die de profeet zouden beledigen, is veelvuldig gebruikt om de ahmadiyya te bestrijden. Ten slotte mochten ahmadiyya niet meer stemmen, behalve als ze een verklaring ondertekenen waarin staat dat hun messias een bedrieger en een leugenaar is. Ahmadiyya kunnen dus alleen stemmen als ze hun geloof verloochenen.
Om die reden zijn veel ahmadiyya naar het buitenland gevlucht. Zo woont de kalief van de Ahmadiyya Moslim Gemeenschap sinds 1984 in Londen, omdat zijn leven in Pakistan niet meer zeker is.
Geen dwang in islam
Enkele aanwezige twintigers op de bijeenkomst in het Vredeshuis in Den Haag spreken geen Nederlands. Ze blijken vluchtelingen uit Pakistan te zijn en hebben inmiddels in Nederland een verblijfsvergunning gekregen. De meesten spreken gelukkig wel Engels.
Op de presentatie – een verhaal over de ‘ware boodschap’ van de Koran – zijn ongeveer dertig mensen afgekomen, vooral gepensioneerde witte mensen. Safeer Siddiqui – imam van de ahmadiyyamoskee in Almere – vertelt over de activiteiten van de ahmadiyya in Nederland. Ze ruimen vuurwerk op na Oud en Nieuw, om Nederland schoon te houden. Ze delen gratis Korans uit onder de hashtag #Koranvooriedereen. Ze doneren bloed en delen maaltijden uit aan arme mensen. En last but not least: de ahmadiyya organiseren verschillende bijeenkomsten voor andersdenkenden, om met hen de dialoog aan te gaan en hun vredesboodschap te verspreiden.
Soms leiden de activiteiten van de ahmadiyya tot bijzondere gesprekken, vertelt de imam. Zo kreeg hij een telefoontje van een 85-jarige man uit Sneek, die onder de indruk was van de mooie activiteiten die de ahmadiyya deden. ‘Ik wist niet, dat er ook goede moslims zijn’, vertelde de man. In zijn beeld was de islam een slechte religie. Siddiqui meent dat dit komt doordat sommige moslims de islam verkeerd uitleggen. Daarom komt hij ‘de ware islam’ vertellen.
Wat volgt is een uiteenzetting van een aantal Koranteksten, die het vredelievende karakter van de islam moeten onderstrepen. Ook de beroemde tekst dat er geen dwang is in de islam komt voorbij:
‘Er is geen dwang in de godsdienst. Waarlijk, de rechte leiding is duidelijk onderscheiden van de dwaling, en hij die (…) in Allah gelooft: hij heeft zeker het stevigste houvast gegrepen, dat niet breken kan.’ (2:256)
Verder laat Siddiqui een YouTube-filmpje zien waarin wijlen Fred Leemhuis, die de Koran in het Nederland vertaald heeft, inhoudelijk de vloer aanveegt met de film Fitna van Geert Wilders. De PVV-politicus citeert Koranpassages uit de context, zodat de boodschap gewelddadig overkomt. De werkelijkheid is veel genuanceerder, aldus Leemhuis. Siddiqui benadrukt nogmaals tegenover het publiek dat de islam vrede is.
‘Liefde gaat winnen’
Dan is het tijd voor discussie. Een kale Surinaams-Nederlandse man, die voordat hij de bijeenkomst bezocht zijn huiswerk goed heeft gedaan, vraagt Siddiqui hoe het komt dat de gemeenschap zo klein is. Er zijn bijna twee miljard moslims in de wereld en slechts tien miljoen daarvan, nog geen een procent, is ahmadiyya. Is dit wel de ware islam? Siddiqui antwoordt dat de Ahmaddiya Moslim Gemeenschap snel groeit. Volgens hem zijn er vijfhonderdduizend nieuwe bekeerlingen per jaar. Hij voegt toe dat de omvang van een gemeenschap niets zegt over de waarheid of onwaarheid van de boodschap. ‘Jezus had ook slechts twaalf discipelen, in het begin.’
Daarna komen vragen van oudere witte mensen in de zaal die – netjes geformuleerd – nogal wat onwetendheid verraden. Een dame begint een verhaal over hoofddoeken, en waarom ze het slecht vindt dat kinderen van negen gedwongen worden om een hoofddoek te dragen. Ze wil weten wat de islam daarvan vindt. Siddiqui antwoordt dat het dragen van de hoofddoek voor vrouwen verplicht is in de islam. Dat heeft te maken heeft met kuisheid, vertelt hij, maar het is aan de vrouw om zelf te kiezen een hoofddoek te dragen. Mannen mogen vrouwen daartoe niet dwingen.
Een man wil weten wat de islam van de Taliban vindt. Imam Naeem Ahmad Warriach van de Mobarak Moskee in Den Haag – in 1955 gebouwd en daarmee de oudste moskee van Nederland – antwoordt dat de Taliban de ware boodschap van de islam niet begrijpen, omdat de islam voor vrede staat. Siddiqui vult aan: ‘Als je de Koran volledig leest dan kom je tot één conclusie: de islam is vrede. Ik geloof dat liefde het uiteindelijk gaat winnen van haat en desinformatie.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!