Waarom gaat iemand elke week naar een kerk, moskee of tempel? Wat zoekt of vindt hij of zij daar? De Kanttekening bezoekt diensten, missen en andere levensbeschouwelijke samenkomsten om daarachter te komen. Deze week: de Oud-Katholieke Kerk.
Wie zondagochtend de kerk in Dordrecht binnenloopt aan de Voorstraat 120 zou denken bij een rooms-katholieke dienst te zijn beland. Er is een orgel, wierook, een priester en in de hoek branden kaarsjes voor Maria. Schijn bedriegt! De twintig christenen die luisteren naar de preek van pastoor Henk Schoon zijn namelijk niet rooms, maar oud-katholiek. Een stroming die zelfstandig werd uit onvrede over het beleid van Rome en vooral uitgaat van onderlinge consensus en zelfontplooiing.
Lullig
Hoewel de rituelen in het knusse kerkgebouw vrijwel identiek zijn aan die van een rooms-katholieke dienst vallen halverwege de eucharistieviering een paar zaken op. Zo lezen verschillende vrouwelijke lectoren voor uit de bijbel en zingen alle aanwezigen mee. ‘De participatiegraad bij ons is zeer hoog. Binnen de Rooms-Katholieke Kerk wordt dat overgelaten aan een priester, een misdienaar of zangkoor’, vertelt Schoon. Vanwege de kleine omvang van de gemeenschap is dit overigens geen overbodige luxe. Dat de parochie hecht is en op elkaar let blijkt ook bij het verstrekken van de hostie. Een vrouw vraagt de verslaggever ook naar voren te komen. Wanneer deze weigert wegens het hebben van een ongedoopte ziel blijkt katholieke vroomheid prima samen te gaan met Dordtse directheid. ‘Doe niet zo lullig man, wat maakt dat nou uit! Doe het jezelf cadeau!’, zegt ze ferm. Na de dienst stelt de vrouw zich voor als Anjo Penning. Ze legt uit oorspronkelijk uit een gereformeerd nest te komen, maar dat ze daar beleving miste. ‘Ik vond de ziel eruit. Hier heb je heel duidelijk een raamwerk met oude liturgie en je kan overal te wereld een kerkdienst bijwonen. Vooral het gregoriaanse gezang en de gemeenschapszin hebben me dichter bij God gebracht.’
Zelfstudie
1723 is het jaar dat de oud-katholieken in Nederland zelfstandig werden van Rome. Toch begon dit proces volgens priester Henk Schoon al een paar eeuwen eerder. De voorganger verhaalt hoe wetenschappelijke en economische vooruitgang in West-Europa rond de twaalfde eeuw zorgde voor een nieuwe klasse van gegoede burgers. Deze nieuwe rijken werden zich langzaam bewust van het feit dat er niet alleen economische, maar ook religieuze zelfontwikkeling bestaat. ‘Voor deze moderne devotie was het besef heel sterk dat je voor je heil en redding afhankelijk was van de kerk die voor je bemiddelde’, legt Schoon uit. Dit nieuwe perspectief in combinatie me de boekdrukkunst zorgde ervoor dat veel geleerden oude christelijke bronnen gingen herlezen. Als voorbeeld noemt Schoon het werk van bisschop Augustinus van Hippo (354-430), in zijn werk zagen veel roomse critici het bewijs dat de mens wellicht afhankelijk is van Gods genade, maar dat het ook mogelijk is om jezelf te verbeteren. ‘Deze studies concludeerden anders dan hoe er vanuit Rome over Augustinus werd gedacht’, verklaart Schoon. Ook vandaag de dag hechten oud-katholieken erg aan zelfonderzoek en zelfstandigheid. Zo hangt er bij de ingang van de kerk een poster voor oud-katholieke jeugdkampen. ‘Haal de wetenschapper in je naar boven!’, staat op het affiche te lezen. De zomerkampen staan dan ook in het teken van proefjes, experimenten en wetenschap.
Gelijkwaardigheid
Hoewel deze zelfstandige studies bij sommige groeperingen leidden tot afsplitsing en de vorming van protestantse kerken zien oud-katholieken zichzelf nog steeds als directe voortzetting van de kerk van de apostelen. De liturgie is dan ook nog steeds hetzelfde net als de rituelen, al is het voeten wassen bij de oud-katholieken wat in onbruik geraakt wegens het gebrek aan kloosterlingen. Een ander duidelijker verschil is dat priesters mogen trouwen en dat heilig- en zaligverklaringen niet voorkomen binnen de Oud-Katholieke Kerk. Roomse heiligen en zaligen worden binnen deze kerk wel herdacht.
Officieel heet de Oud-Katholieke Kerk in Nederland ook nog steeds De Rooms-Katholieke Kerk van de Oude Bisschoppelijke Cleresie. Een niet erg lekker bekkende titel erkent ook Schoon. ‘Cleresie betekent geestelijkheid en oud-bisschoppelijk, omdat de bisschoppen niet boven elkaar gerangschikt zijn.’ Deze hang naar gelijkwaardigheid was in 1723 dan ook de reden om onafhankelijk verder te gaan. Het Utrechtse kerkbestuur koos toen Cornelius Steenoven (1661-1725) als nieuwe bisschop zonder toestemming te vragen van Rome. Zo werd op een passieve manier de dwingelandij uit Rome over wie waar werd benoemd niet langer meer geaccepteerd. De huidige paus Franciscus noemt Schoon dan ook standaard de bisschop van Rome, daarmee aangevende dat hij niet meer of minder is dan de eerste is onder zijn gelijken. De oud-katholieke priester verwijst hierbij naar de gebruiken van de vroegere Katholieke Kerk. ‘Kwam de ene bisschop er in die tijd niet uit met de andere dan werd er een concilie georganiseerd. Men trachtte tot een uitweg te komen via het consensusmodel oftewel synodaliteit, in plaats van baas boven baas.’ De centralisatie van macht in het Vaticaan is volgens Schoon in een versnelling geraakt toen de paus in de negentiende eeuw zijn wereldlijke macht moest afstaan aan de Italianen. Het verlies van landgoederen werd hierbij verzacht door een toename aan geestelijke macht. Tijdens het Eerste Vaticaanse Concilie in 1869 leidde dit onder andere tot het dogma dat de uitspraken van de paus onfeilbaar zijn. Een wet die de oud-katholieken niet erkennen. Ook in Duitsland, Oostenrijk, Kroatië, Tsjechië en Polen zorgde dit dogma tot het ontstaan van nieuwe oud-katholieke kerken. Zij stelden dat onfeilbare waarheid alleen op basis van consensus tussen bisschoppen kan worden bereikt. Tegelijkertijd luistert de Oud-Katholieke Kerk wel degelijk naar wat het Vaticaan allemaal te zeggen heeft. ‘Uitspraken van de bisschop van Rome worden wel aanvaard, maar alleen als de gehele kerk die accepteert als waarheid. Met name wat Franciscus heeft gezegd over klimaat, duurzaamheid en homoseksualiteit nemen we tot ons.’ Andersom noemt de Rooms-Katholieke Kerk de oud-katholieken onwettig, maar niet ongeldig. Dat betekent dat een oud-katholieke bisschop in hun ogen niet officieel is, maar de sacramenten die de bisschop toedient wel.
Wij de kerk
Het onafhankelijk zijn van de Rooms-Katholieke Kerk geeft de oud-katholieken ook meer ruimte om mee te gaan in hun tijd. Naast getrouwde pastoors worden zegeningen van huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht sinds de jaren negentig gedoogd en sinds 2010 officieel geaccepteerd. Vrouwelijke voorgangers zijn al een kleine dertig jaar gemeengoed binnen de Oud-Katholieke Kerk. ‘Seks is onderdeel van mens-zijn en er zijn altijd vrouwen geweest in de kerk die een gezagspositie hebben’, zegt de priester. Al zorgde dit laatste wel voor een breuk met de oud-katholieken in de Verenigde Staten. Tegelijkertijd maakt de kerk van Schoon ook nieuwe vrienden. Zo werd er begin dit jaar een ‘volledige kerkelijke gemeenschap’ aangegaan met de (lutherse) Zweedse Kerk. Volgens de oud-katholieke voorganger een unicum in de wereld. Ook tegenover niet-christelijke godsdiensten toont Schoon zich open en tolerant. ‘Dat God zich in een andere godsdienst manifesteert valt niet uit te sluiten.’ Net als bij de acceptatie van homoseksualiteit en vrouwelijke priesters verwijst Schoon hierbij naar de Bijbel. Zo waren er tijdens het eerste pinksterfeest volgens hem ook allerlei volkeren aanwezig met hun eigen cultuur en taal. ‘Het is een vertaalkwestie, vertalen is verhalen.’ Toch zijn er een aantal zaken waar de oud-katholieken niet aan toornen. Zo geloven ze in een eeuwig leven, maar is de hemel exclusief de plek waar God woont. Wonderen bestaan, maar staan los van geloof in natuurwetten. De hel, het voorgeborchte en het vagevuur worden gezien als verzinsels uit de negentiende eeuw. ‘Alles wat bestaat is ontstaan als uiting van Gods liefde, maar ook om onze ogen te openen dat hij een liefhebbende God is’, vertelt Schoon wanneer hem wordt gevraagd om zijn godsbeeld samen te vatten in één zin. ‘Hierbij is het vooral de bedoeling deze schoonheid zelf te onderzoeken en te cultiveren. Een vrouw vroeg ooit wat de visie van de kerk daarop is? Ik zei: maar mevrouw, u bent de kerk!’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!