De zogenoemde ‘talige diversiteit’ onder Nederlanders met een migratieachtergrond moet beter benut worden. Dat zou helpen bij het leren van Nederlands, zo adviseert de Onderwijsraad in een nieuw rapport.
De moedertaal in het onderwijs lijkt een comeback te maken. De Onderwijsraad trekt een streep door het aloude mantra ‘in Nederland spreken we Nederlands’. Dat beleid resulteerde onder meer tot de afschaffing van OALT (Onderwijs in Allochtone Levende Talen) in 2004, door toenmalige integratieminister Rita Verdonk (VVD).
‘In Nederland worden vele talen gesproken’, schrijft de Onderwijsraad in het rapport. ‘Maar op veel scholen ontbreekt een helder beleid over de omgang met talige diversiteit. Ook geven veel leraren aan zich daartoe onvoldoende toegerust te voelen.’
De Onderwijsraad stelt verder dat ‘talige diversiteit’ in de praktijk nog vaak wordt genegeerd of zelfs als ‘belemmering’ wordt gezien bij het leren van Nederlands. ‘Daardoor blijven kansen onbenut om talige diversiteit in te zetten bij het leren van het Nederlands en bij het opdoen van kennis en vaardigheden in andere schoolvakken of domeinen.’
Het rapport doet ook aanbevelingen. ‘De raad beveelt de overheid aan om de wettelijke opdracht aan te scherpen zodat de omgang met talige diversiteit hierin standaard een plek krijgt en ook de voorschoolse educatie en het mbo te verplichten tot een uitgewerkt taalbeleid.’ Evenzo benoemt de Onderwijsraad dat er wettelijke ruimte is om de herkomsttaal te gebruiken wanneer kinderen het Nederlands nog niet machtig zijn. Thuistalen mogen dus ingezet worden om het Nederlands bij te spijkeren.
Toch is niet iedereen het eens met het rapport. In De Telegraaf spreekt Francisca Wagenmakers van Beter Onderwijs Nederland de vrees uit dat meer aandacht voor andere talen ‘ten koste kan gaan’ van de lestijd voor Nederlands. Ze vindt dat er ‘begrip moet zijn voor andere culturen’, maar is tevens van mening dat ‘we’ daar niet te veel lestijd aan moeten verliezen.
Onderwijsdeskundige Zeki Arslan daarentegen vindt het een goede zaak dat onderwijs in de ‘thuistaal’ weer aandacht krijgt op school. Hij wijst op het risico dat biculturele ouders anders hun kinderen naar informele scholen sturen, waarop minder toezicht is.