9.6 C
Amsterdam

Mijn Soedanese familie

Tineke Bennema
Tineke Bennema
Journalist en historicus.

Lees meer

Het was al donker toen de lange trein uit Nederland via Lyon in Grenoble aankwam. Mijn petekind Abdelrahim uit Soedan had beloofd me op te halen. Broederschap bestaat nog. Ik stond op het balkon en hij kon me niet hebben gezien, maar toen de deuren van al die wagons openschoven, keken we elkaar recht in de ogen. We moesten allebei erg lachen terwijl we elkaar omhelsden. De trein had goed gemikt.

Tegelijkertijd besefte ik de symboliek van dit moment van magie. Er was geen afstand tussen ons, maar verbondenheid, als die van onzichtbare boomwortels die ondergronds in elkaar grijpen. Onderlinge verschillen deden er niet meer toe: nationaliteit, cultuur, taal, religie.

Het doel van de reis was om hem en zijn vrouw weer te zien, maar vooral hun pasgeboren zoontje. Een net gevormde drie-eenheid. Een kindje, geboren uit ouders uit Darfur, die al bijna een decennium geleden waren gevlucht voor dezelfde moordzuchtige bendes als nu. Via de woestijn, Libië, tot slaaf gemaakt en weer bevrijd, met een rubberbootje aan land gekomen in Italië en uiteindelijk beland in Frankrijk. Littekens van marteling op het lichaam. Op de vlucht voor genocide, die zich nu herhaalt onder de ogen van een wereld die verslaafd is aan live nieuws op schermpjes, maar niets doet. Voor overlevenden van genocide is nieuw leven een symbool van overwinning.

In zijn appartement aangekomen werd ik omhelsd door Abdelrahims vrouw en kon ik eindelijk het wonder bekijken. Een volmaakt donker babytje, met vingertjes iets groter dan mijn nagel, oortjes als perfecte schelpjes en de grote, langgerekte ogen van een faraobeeld. Een gelukzalig glimlachje dat wees op een volle buik.

In de tram naar zijn huis hadden we gesproken over de omsingeling van Al-Fasher, waarvoor alle deskundigen waarschuwden. Ik zei dat de door het Westen gedoogde genocide in Gaza moorddadige bendes stimuleert. De Rapid Support Forces, die oorlogsmisdaden plegen met huurlingen die onder meer door de Verenigde Arabische Emiraten worden gefinancierd en uit zijn op het goud in de regio, bombarderen ziekenhuizen, sluiten gebieden af, jagen op mensen en moorden. Omdat ze hebben gezien dat dit in Gaza straffeloos gebeurt.

In de tram naar zijn huis hadden we gesproken over de omsingeling van Al-Fasher

Hij antwoordde dat de Soedanezen de Palestijnen als hun grote voorbeeld zien. Hun standvastigheid om zich niet te laten verdrijven, om hun rechten te verdedigen en zich te verzetten tegen cynische machten, inspireert zijn volk. Weliswaar probeert de Israëlische hasbara-propagandamachine de aandacht van Gaza af te leiden door te wijzen op de mondiale onverschilligheid voor Soedan, maar de Soedanezen zelf laten geen wig drijven tussen de solidariteit van onderdrukte volkeren.

Deze ontwikkelingen beschrijft ook historicus Roel Meijer in zijn net verschenen boek Een moderne geschiedenis van de Arabische wereld. Hij pelt de verbanden af in de chaos in het Midden-Oosten, die in de eerste plaats is veroorzaakt door de verzwakking van Arabische regimes tijdens de Arabische Lente. Heersers verdwenen of zochten steun bij regionale en internationale grootmachten als China, Rusland, Israël, Turkije, Iran, Saoedi-Arabië en de Emiraten, zeker nu de VS zich terugtrekken. Deze landen zoeken proxy’s waar het gaat om grondstoffen en belangen en spelen verdeel-en-heers. Van dekolonisatie is nooit sprake geweest in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Milities en lokale machthebbers krijgen door financiering uit deze staten steeds meer macht, en de bevolking wordt het slachtoffer.

Ik denk aan In de ban van de ring, dat Tolkien schreef met het oog op de gigantische duistere krachten rond de Tweede Wereldoorlog. Maar de vasthoudende Frodo won, gesteund door zijn vrienden.

In Grenoble denken we tegelijkertijd aan de Palestijnse en Soedanese kinderen en vieren we de goede krachten en het nieuwe leven. Zeven Soedanese vriendinnen van Abdelrahims vrouw organiseren een feestje voor me, waarbij de mannen worden weggestuurd. Later begrijp ik waarom.

Eerst word ik in een donkerrode djilbab gewikkeld en mag ik de baby vasthouden, terwijl de vrouwen schalen met gebak op de grond zetten, ululeren en een Ethiopische koffieceremonie uitvoeren met verrukkelijk geurende, versgebrande koffiebonen. Als we genoeg hebben gegeten en gedronken, schalt de muziek uit de boxen en dansen negen vrouwen in djilbabs in alle kleuren van de regenboog.

Mijn voortdurend afzakkende gewaad leidt tot grote hilariteit. En dan leren ze me Afrikaans booby shaken. Zelden heb ik me zo één gevoeld met mensen.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -