16.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 11

Hoe islamofoob is de agenda van de PVV?

0

Het verkiezingsprogramma van de PVV is nog net zo xenofoob en islamofoob als voorheen, maar het verbod op moskeeën en de koran ontbreken.

Zo meldt NRC, op basis van het nieuwe verkiezingsprogramma van de partij van Geert Wilders. ‘Het voortbestaan van onze identiteit, cultuur en veiligheid staat op het spel als nooit tevoren’, begint Wilders zijn filmpje op sociale media, waar hij voor een ‘totale asieltop’ pleit.

‘Gelukszoekers’ zouden volgens hem komen voor ‘onze huizen, uitkeringen en vrouwen’. Hij belooft zich bij een nog groter verkiezingswinst nog meer in te zetten voor zijn achterban en deelt ook meteen een tik uit naar VVD, BBB en NSC, die niet gelijk instemden met een asielstop. Daarop liet hij het kabinet vallen.

Met een kabinet-Wilders zijn deportaties te verwachten. ‘We sturen grote groepen terug, zoals Syriërs, naar Syrië, of naar een ander Arabisch land’, aldus Wilders. Deze mensen passen volgens hem niet in Nederland, omdat hun cultuur onverenigbaar zou zijn met Nederland.

De islam is volgens Wilders ‘zonder uitzondering de grootste existentiële bedreiging voor onze vrijheid’, die door middel van verbodsregels aan banden moet worden gelegd. Zo staan in het programma onder andere een verbod op de gebedsoproep van moskeeën, een verbod op het dragen van een hoofddoek in overheidsgebouwen en een verbod op islamitisch onderwijs.

Een algeheel verbod op moskeeën en de koran ontbreekt echter dit keer. ‘We gaan niet de hele diepvries weer opentrekken’, reageerde Wilders daarover in De Telegraaf.

Israël vuurt raketten af op hoofdstad Jemen

0

De hoofdstad van Jemen werd gisteren opgeschrikt door luchtaanvallen. Meerdere raketten vanuit Israël landden op de stad Sanaa, waarbij minstens zes mensen om het leven kwamen. De aanval was een reactie op de raketaanval die de Houthi’s een paar dagen eerder hadden afgevuurd op Israël.

Dit meldt persdienst AP. De aanvallen van Israël waren vooral gericht op cruciale infrastructuur. Meerdere olieraffinaderijen werden geraakt. Deze faciliteiten staan op dit moment onder controle van de Houthi’s en zouden een toevoerlijn zijn van elektriciteit voor militaire activiteiten.

De Houthi’s zijn sinds het begin van het geweld in Gaza actief betrokken bij de regionale oorlog. Door middel van maritieme aanvallen op de Rode Zee wil het druk uitoefenen op Israël om het geweld in Gaza te staken.

Het is niet de eerste keer dat de militante groep overgaat tot directe aanvallen op Israël. De meest recente aanval was wel de eerste keer dat hierbij een clusterbom werd gebruikt. Ook Israël slaat regelmatig terug met aanvallen op doelen in Jemen, waarbij meerdere burgerdoden zijn gevallen.

Amerika zoekt heil in decentralisatie van macht in Syrië

0

Voor het eerst sinds de machtsovername in Syrië is het Amerikaanse standpunt over een centrale machtsstructuur gekanteld. Volgens de Amerikaanse speciale vertegenwoordiger voor Syrië Tom Barrack, zou een decentrale overheid een oplossing kunnen zijn voor het land, dat nog steeds sterk verdeeld is. 

Aanleiding voor deze herziening is het aanhoudende geweld in het zuiden van het land, waar veel druzen wonen en schermutselingen in het noordoosten, waar Koerden sterk vertegenwoordigd zijn. Zowel de druzen als de Koerden streven meer autonomie na en uiten openlijk kritiek op de centrale overheid in Damascus, die hen niet voldoende zou betrekken bij het vormen van een centrale overheid.

Volgens Barrack zou Syrië een gecentraliseerde staat moet overwegen. Geen federatie, maar een structuur die er iets onder zit, zei hij volgens de Turkse nieuwssite TR24. In zo’n federatie zou iedereen zijn eigen integriteit, cultuur en taal kunnen behouden, zonder de dreiging van het islamisme, aldus de vertegenwoordiger.

Eerder steunde hij juist de inspanningen van interim-president Ahmed al-Sharaa om een sterke centrale overheid te creëren. Al-Sharaa is van mening dat Syrië een land is, waarin de minderheden door middel van wetten en afspraken voldoende vertegenwoordigd zullen zijn. Veel minderheden zijn het hier niet mee eens.

Autonomie

In Sweida braken er vorige maand gevechten uit tussen druzen en bedoeïenen, waarbij meer dan 1000 burgers om het leven kwamen. Sommige druzen willen meer autonomie, een wens waarin ze gesteund worden door Israël. Anderen willen juist samenwerken met de overheid.

De Koerden in het noordoosten van het land hebben al een zekere vorm van autonomie, en worden het niet eens met de overheid over de mate waarin ze deze kunnen behouden. Dagelijks zijn er schermutselingen tussen het regeringsleger, gesteund door Turkije, en Koerdische strijdkrachten, gesteund door de Verenigde Staten. Gisteren nog voerde Turkije twee drone-aanvallen uit op de regio rondom de Tishreen Dam.

Het is nog maar de vraag of een decentrale overheid zou werken in een divers land als Syrië. Experts stellen dat dit praktisch onmogelijk is, omdat minderheden verspreid over het hele land wonen. Ook regio’s waar bijvoorbeeld Koerden of druzen in de meerderheid zijn, worden tevens bewoond door andere etnische en religieuze groepen.

Europese edelen bieden koning Donald smeekschrift aan

0

De gezamenlijke reis van de Europese leiders naar Washington DC was de aankondiging van een breuk in de geschiedenis.

Ik vergelijk hun reis van 18 augustus 2025 met de tocht naar Brussel in 1566 van de edelen der Lage Landen om landvoogdes Margaretha van Parma beleefd te overtuigen dat Spanje de Inquisitie moest staken. Het was de aanloop naar tachtig jaar oorlog.

Rutte, Merz, Macron, Starmer, Meloni, Von der Leyen en andere Europese edelen zaten in het Witte Huis hand in hand met ketter Zelensky. Om hem in bescherming te nemen en beleefd te eisen dat hij niet op de brandstapel, die Poetin en Trump drie dagen eerder voor hem gebouwd hadden, zou gaan.

Krachtige boodschap

Ze putten zich uit in vriendelijkheden aan ‘dear Donald’, zoals Rutte smeekte. Ze prezen hem voor zijn inzet om de oorlog te beëindigen en dankten hem voor zijn gesprek met de duivel, ook al hielden zij dit laatste woord binnensmonds.

‘Weet je wat het betekent als Oekraïne de Donbas afstaat aan Rusland?’

Ondertussen brachten zij een krachtige boodschap. Europa staat achter Oekraïne en zal het hoe dan ook beschermen. Europa staat niet toe dat er over het land beslist wordt zonder de Oekraïense president en al helemaal niet over het afstaan van delen van het Oekraïense territorium.

‘Weet je wat het betekent als Oekraïne de Donbas afstaat aan Rusland?’ vroeg Merz aan de man op de troon. ‘Dat zou hetzelfde zijn als wanneer de VS Florida inlevert aan een bezetter.’ En Zelensky leerde, met zijn vinger op de kaart, dom jongetje Trump waar de Donbas ligt.

Ketter Zelensky

De Europese leiders zijn eindelijk krachtig en demonstratief in de bres gesprongen voor Oekraïne. Ze zagen aankomen dat het Alaska-duo Trump-Poetin van Zelensky zou eisen zijn handtekening te zetten onder een omzwachtelde capitulatie. Vermomd als deal, met als Russische ’tegenprestatie’ Poetins belofte dat hij zich aan het vredesverdrag zou houden.

Dat hebben de Europese leiders verijdeld. En ze hebben ook Zelensky’s eis ondersteund dat er in het geval van een vredesdeal een militaire garantie zou zijn in de vorm van westerse legers die in Oekraïne waken over de integriteit van de bestandslijn. Trump heeft daar nu begrip voor getoond en schijnt ook beloofd te hebben daaraan bij te dragen, hoewel hij dit nu ook weer half heeft ingeslikt. Hoe dan ook, hij zou ervoor zorgen dat er een rechtstreeks gesprek zou komen tussen Poetin en Zelensky, liefst met hemzelf erbij.

Russische logica

Vergeet het maar. Het rechtstreekse gesprek van Poetin met Zelensky komt er niet. ‘Ja’, zegt Poetins rechterhand Oesjakov, ‘wij zijn bereid tot een gesprek op hoger niveau.’ Wat betekent: nee, we willen wel een trapje hoger dan de fopdelegatie die we een maand geleden naar Istanbul hadden gezonden, maar niet praten met Zelensky.

Moskou accepteert helemaal niet dat er westerse legers in Oekraïne de veiligheid komen garanderen.

Daarin zit Russische logica, want Rusland voert nu juist oorlog om te verhinderen dat Oekraïne ooit lid van de NAVO zou worden. Het voorwendsel van het Kremlin is nu dat buitenlandse troepen in Oekraïne op een interventie tegen Rusland zouden kunnen uitlopen. Anderzijds kan Zelensky niet afzien van zijn eis voor deze veiligheidsgarantie. Zijn hele land zou hem uitlachen als hij met een belofte van leugenpak Poetin akkoord zou gaan. Dus de vredesbesprekingen zitten zo vast als een huis. De oorlog blijft voortduren, er is maar één land dat hem stopzetten kan, en dat is Rusland.

Grotere buit

Emmanuel Macron, al jaren de minst op zijn mond gevallen Europese leider, weet het. ‘Voor zijn eigen overleving moet Poetin blijven land veroveren. Hij is een roofdier, een kannibaal aan onze deur.’

‘Als ik naar de feiten kijk, zie ik niet dat president Poetin nu vrede wil’

Dat heeft de Franse president onlangs gezegd bij een vergadering van de Coalition of the Willing. ‘Als ik naar de feiten kijk, zie ik niet dat president Poetin nu vrede wil.’

Macron waarschuwt dat Rusland een permanente bron van destabilisatie is geworden en een bedreiging op lange termijn voor Europa. Hij observeert dat Moskou 40 procent van zijn budget besteedt aan het leger en een leger van meer dan 1,3 miljoen troepen heeft gemobiliseerd.

Gelukkig begrijpen de Europese leiders dat Poetin een veel grotere buit voor ogen staat dan Oekraïne alleen. Het zal heel moeilijk zijn om Trump daarvan te overtuigen, want de vernietiging van de democratie in Europa is eigenlijk ook de hartenwens van de Amerikaanse aspirant-dictator zelf.

Geuzen

De edelen die eeuwen geleden het historische ‘Smeekschrift aan de landvoogdes’ aanboden, erkenden beleefd de autoriteit van de Spaanse koning Filips II, maar dreigden ook met opstand als er niet naar hen geluisterd zou worden. Een hoveling merkte spottend op dat zij maar ‘geuzen’ waren.

Mogen de Europese leiders die nu Trump verhinderd hebben Zelensky te verbranden weldra de geuzenleiders zijn van de Europese opstand tegen koning Donald.

Welke tekenen zijn er dat onze leiders de Europese opstand tegen Trump voorbereiden?

Europese burgemeesters en parlementariers bezoeken volgende week gevangen Turkse burgemeester

0

Steun uit onverwachte hoek voor de gevangen Turkse burgemeester Ekrem Imamoglu van de seculiere partij CHP. Volgende week krijgt hij bezoek van een delegatie Europese burgemeesters en parlementariërs, zo meldt de Turkse nieuwssite T24.

De Italiaanse Europarlementariër Dario Nardella (Democratische Partij) is de kartrekker van de Europese steunactie.

‘Zes maanden geleden omhelsde ik mijn vriend Ekrem Imamoglu. Een maand later zat hij in de gevangenis van Silivri en wordt hij samen met nog eens 16 andere seculiere burgemeesters vastgehouden’, zegt hij op zijn Instagrampagina. ‘Europese burgemeesters zullen pleiten voor de vrijlating van iedereen die onrechtmatig is gearresteerd. De EU mag niet wegkijken van dit onrecht.’

Ook verklaart hij dat er geen handelsdeals gesloten mogen worden met regeringen die de democratie en mensenrechten schenden.

Nardella is oud-burgemeester van Florence en heeft zich ingezet voor meer samenwerking tussen Europese steden, ook onder de paraplu van Eurocities, een netwerk van burgemeesters dat in 1986 is opgericht. Hij is daar de voorzitter en spreekt ook namens dat verbond zijn steun uit voor de seculiere burgemeester van Istanbul, die nu al bijna zes maanden gevangen zit.

Imamoglu wordt door de Turkse regering beticht van ‘corruptie’ en ‘het leiden van een criminele organisatie’. In maart en april gingen duizenden jonge Turken de straat op voor de gevangen seculiere burgemeesters, ook in Nederland. Van dat protest is weinig meer over.

Samen geven wij de hoop niet op

0

In oktober 2023 dreigde ‘vredestijd’ ook in ons land opnieuw ‘oorlogstijd’ te worden. Maar we wisten dat er maar één weg bestond. Vanaf dat moment kwam het erop aan om elkaar hoe dan ook onvoorwaardelijk vast te blijven houden.

In ‘vredestijd’ hadden moslims en Joden in ons land getoond dat het mogelijk is om naast elkaar te staan en er voor elkaar te zijn. Mensen van het eerste uur, samen verenigd in het Joods-Marokkaans Netwerk, de vrienden- en vriendinnenclub Salaam-Shalom, de kring van jonge mensen binnen Said & Lody, de initiatiefnemers van Leer Je Buren Kennen en de belangenbehartigers binnen Yalla! waren hier al jaren mee bezig.

Als geen ander beseften zij hoe ingewikkeld het kon zijn om ondanks alle tegenstellingen, beeldvorming en vooroordelen er voor elkaar én voor onze samenleving te zijn. Maar zij werden ook dag en nacht geconfronteerd met de noodzaak van hun activiteiten en inzet.

Oktober 2023 begon dus die ‘oorlogstijd’. En dan heb ik het inderdaad over ‘oorlogstijd’ tussen aanhalingstekens. Over hoe in ons Nederland, geografisch ver weg van Israël, Palestina en Gaza, ook een strijd dreigde te ontstaan tussen burgers die zich solidair voelden met de ene zijde van wat zich dáár afspeelde, of juist met de andere kant.

Wij wisten dat moslims en Joden in Nederland de gebeurtenissen dáár niet tot een vreedzaam einde konden brengen. Maar wij beseften ook dubbel en dwars dat wij hier samen bijeen moesten blijven. En hoe kleinschalig ook, net als in ‘vredestijd’ bleven wij elkaar de ruimte geven om zelf keuzes te maken in solidariteit en verbondenheid. Maar wel om elkaar daarna weer stevig, ten behoeve van het belang van de samenleving, te omarmen.

In die fraaie ruimte aan een van de Amsterdamse grachten zaten we toen, twee dagen nadat de afschuwelijke gruwelen waren begonnen en die tot op de dag van vandaag nog steeds voortduren, bij elkaar. Moslims, Joden, Palestijnen en Israëliërs.

Er werd samen gepraat, gehuild en er werd gezongen. In een verbondenheid waarbinnen de verdeeldheid natuurlijk pogingen deed om deze te doorbreken. Maar G’ddank, Alhamdulillah, dat lukte niet. Op diezelfde avond vol pijn ontstond zelfs een nieuw gezamenlijk vredesinitiatief: Deel de Duif. Jonge mensen wisten zich geroepen om samen, juist in die ingewikkelde tijd, naar buiten te treden en te vertellen hoe belangrijk het is elkaar vast te houden.

Demissionair minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp verlaat het ministerie van Algemene Zaken

Binnen de grote Nederlandse samenleving lijken al deze initiatieven nog steeds kleinschalig. Maar dat is wat we noemen kwantitatief. Hoe waardevol het echt is, leren we uit wat er op andere plekken binnen onze samenleving deze jaren heeft gespeeld en nog steeds plaatsvindt.

Na de oktoberdagen in 2023 ontstonden spanningen op scholen. Animositeit tussen leerlingen sloeg al gauw over in verbittering en vijandschap tussen leerlingen en docenten. En daarna, tussen docenten onderling. We hebben het allemaal meegemaakt in deze afgelopen periode.

Binnen lokale en rijksoverheden ontstonden moeilijke persoonlijke verhoudingen. Collega’s die jarenlang sociaal en loyaal met elkaar waren omgegaan, stonden vanwege eigen beschouwingen over het Midden-Oosten ineens met de rug naar elkaar toe. Vijandschap en gevoelens van onveiligheid vonden een weg naar de werkvloer.

De Yalla’s, de Duiven, de Said & Lody’s en de Buren-kenners hebben dit met eigen ogen mogen aanschouwen en mochten hiermee aan de slag gaan.

Ambtenaren lieten hun geweten spreken tegenover de bewindslieden voor wie zij in rustiger tijden loyale beleidsuitvoerders waren. Binnen andere diensten, zoals de politie, ontstonden barstjes in de in ‘vredestijd’ altijd zo gewenste neutraliteit. Zowel ten opzichte van degenen die zij in hun dagelijkse werk op straat bedienen als tegenover collega’s die in hun solidariteit en betrokkenheid juist aan de andere kant van het conflict stonden.

De islamitische en Joodse betrokkenen die elkaar nog steeds vasthouden, hebben al deze ontwikkelingen langs zien komen. Zij zijn gevraagd en ongevraagd opgestaan om onze maatschappij hoe dan ook bijeen te houden.

We zitten weer bij elkaar. Hoe is de stand van zaken? Voorbij de demonstraties, voorbij de studentenprotesten, voorbij de nacht van voetbalsupporters, voorbij het trekken van zoveel rode lijnen.

Wij geven de hoop niet op. Wel richten wij ons oog op het hogere gezag. Op de wereld van volksvertegenwoordigers rond het Binnenhof. Op onze regering, op onze ministerraad. Vindt de samenleving daar dan steun om hoe dan ook onze Nederlandse eenheid te borgen? Moslims en Joden niet tegenover elkaar, maar naast elkaar? Hier in Nederland, juist in ‘oorlogstijd’.

Het is 22 augustus 2025. Tot voor kort demissionair minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp verlaat het ministerie van Algemene Zaken. Hij wordt daarbij op de voet gevolgd door zijn collega-bewindslieden van dezelfde politieke partij. Zij dienen allemaal hun ontslag in.

Juist over wat zich daar in het Midden-Oosten afspeelt, de verschrikkingen die ook zo’n immense impact hebben op binding binnen onze Nederlandse samenleving, gaat onze regering andermaal kopje onder. Zonder ook maar iets te hebben bijgedragen aan de situatie daar, laat staan aan de situatie waar wij als Nederlandse burgers mee te maken hebben.

Wij kijken elkaar aan. We weten nog steeds wat onze paar clubjes van elkaar hebben te verwachten. In meningen misschien verdeeld, in gezamenlijke verantwoordelijkheid hecht verbonden.

Dat beeld van die vertrekkende ministers en een verdwaasde Kamer die achterblijft, is voor ons heel bevestigend. Voor hulp om onze samenleving leefbaar en bijeen te houden moeten wij niet boven bij het bestuurlijk of politiek bestel zijn. Integendeel.

Wij, van onder aan de ladder, blijven onszelf wel inzetten. Tot het moment dat ‘oorlogstijd’ weer ‘vredestijd’ wordt. Met G’ds hulp, Insh’Allah.

Anne-Ruth Wertheim: ‘Racisme gaat ook over jaloezie’

0

‘Racisme blijft bestaan omdat mensen ervoor kiezen het niet te zien.’ Anne-Ruth Wertheim is bioloog en werkte de theorieën over racisme van haar vader verder uit. Bij antisemitisme speelt nog iets anders mee. ‘Dat neemt mede toe omdat de definitie is uitgebreid, waardoor alle mensen die opkomen voor de Palestijnen, verdacht worden.’

Dit interview is eerder verschenen op 12 maart 2025.

Anne-Ruth Wertheim (1934) studeerde biologie aan de Universiteit van Amsterdam en was jarenlang biologiedocente. Daarna leverde ze als onderzoeker en publicist belangrijke bijdragen aan het analyseren van racisme. Haar jeugd in het koloniale Nederlands-Indië, haar tijd als Joodse gevangene in een jappenkamp, en de theorieën van haar vader, de beroemde socioloog Wim F. Wertheim, waren bepalend voor de kijk die ze ontwikkelde op ongelijkheid en discriminatie.

Waar komt uw betrokkenheid bij racisme vandaan?

‘Mijn jeugd in Nederlands-Indië heeft mijn denken over racisme fundamenteel gevormd. Ik groeide op in een koloniale samenleving waar witte Nederlanders bovenaan stonden, Indonesiërs onderaan, en de Chinese gemeenschap daar ergens tussenin. Dat voelde als vanzelfsprekend – totdat de Japanners binnenvielen in 1942.

Van de ene op de andere dag veranderde toen alles. Wij, de Nederlanders, werden gevangengenomen en opgesloten in interneringskampen, de mannen apart van de vrouwen en kinderen. Plotseling waren wij de onderdrukten. In de kampen zagen we hoe de machtsstructuren binnen de samenleving zich in een heel nieuwe vorm herhaalden. Mensen die voorheen bevoorrecht waren, moesten zich ineens onderwerpen aan anderen. Dat heeft mijn blik op hoe macht en racisme werken enorm beïnvloed.

Halverwege de oorlog begonnen de Japanners, in navolging van hun bondgenoot nazi-Duitsland, Joodse gevangenen apart te zetten. Mijn zus, broertje en ik zaten met onze moeder in een vrouwenkamp, onze vader in een mannenkamp. Mijn vader was Joods, mijn moeder niet. Wij waren dus half-Joods, en de Japanners dreigden ons zonder onze moeder over te plaatsen naar een Joods kamp. Mijn moeder moest zich voordoen als Jodin om bij ons te kunnen blijven. Wij zijn toen samen met haar naar een Joods kamp getransporteerd dat erger was dan het kamp waar we uit kwamen, maar minder erg dan de kampen van de nazi’s in Europa. Na de oorlog bleek dat vrijwel onze hele familie in Europa was vermoord tijdens de Holocaust. Mijn Joodse grootouders hebben zelfmoord gepleegd op de dag dat Nederland capituleerde voor de nazi’s. Deze ervaringen hebben mijn denken over racisme diepgaand gevormd. Ik heb van jongs af aan ervaren wat het betekent als je identiteit je leven bepaalt.’

‘Veel docenten moesten lesgeven aan hoger opgeleide vluchtelingen – bijvoorbeeld Iraanse ingenieurs en artsen. Dat gaf frictie’

Uw vader, de socioloog Wim F. Wertheim (1907-1998), was de eerste wetenschapper die verschillende verschijningsvormen van racisme onderscheidde. Kunt u toelichten om welke vormen dat ging?

‘Als kind en jongere in Europa ervoer mijn vader zelf de discriminatie die Joden ondergingen. Later, als volwassene in het koloniale Nederlands-Indië, werd hij geconfronteerd met twee uiteenlopende vormen van ongelijkheid. Hij zag hoe de Indonesische bevolking werd uitgebuit en neergezet met denigrerende stereotypen, terwijl de Chinese handelsminderheid leed onder een racisme dat sterk leek op het antisemitisme uit zijn jeugd. Mijn vader onderscheidde op grond hiervan twee vormen: Allereerst het uitbuitingsracisme, dat gebaseerd is op neerkijken, minachting en een gevoel van superioriteit. Dit zagen we in het kolonialisme, waar witte overheersers geloofden dat zij ‘beschaving’ brachten naar ‘primitieve’ volkeren. Daarnaast constateerde hij dat er sprake was van concurrentieracisme, dat voortkomt uit jaloezie, wantrouwen en angst. Dit treedt op wanneer een onderdrukte groep economisch sterker wordt en als bedreiging wordt gezien door de dominante groep. Later ben ik deze verschillende vormen van racisme verder gaan uitwerken en toepassen op de hedendaagse situatie.’

U heeft hierbij steeds de rol benadrukt die jaloezie kan spelen bij racisme. Hoe kwam u tot dat inzicht?

‘Dat besefte ik pas echt toen ik in de jaren negentig in de volwasseneneducatie werkte. Ik deed vanuit een vormingscentrum in Uddel onderzoek naar docenten die taalles gaven aan migranten en vluchtelingen. Verschillende onderwijsinstellingen in Oost Nederland waren met een vergelijkbaar initiatief gekomen. Hun docenten gaven aan dat ze zichzelf steeds vaker betrapten op racistische gedachten. Ze zeiden dingen als: ‘Als een cursist iets negatiefs doet, denk ik meteen: oh ja, dat is weer een Iraniër, een Ethiopiër, of een andere groep.’ Ze wisten dat dit fout was, maar ze konden het niet helpen. Ze vroegen ons centrum om dit te onderzoeken. Ik observeerde lessen en zag een patroon: de negatieve gevoelens van de docenten waren niet alleen gebaseerd op neerkijken, maar ook op jaloezie. Veel docenten moesten namelijk lesgeven aan hoger opgeleide vluchtelingen – bijvoorbeeld Iraanse ingenieurs en artsen. Dat gaf frictie. De docenten probeerden hun autoriteit te benadrukken en sommigen gingen bewust strengere regels hanteren tegenover deze cursisten. Wat eerst een individueel vooroordeel leek, werd een collectief patroon van uitsluiting. Mensen denken niet graag na over jaloezie. Er wordt veel gesproken over jaloezie zelf, maar zelden over het doelwit ervan, die de agressie van de jaloerse moet ondergaan.

Ik besprak dit met mijn vader – hij leefde toen nog – en vroeg hem: ‘Kan het niet zo zijn dat dit concurrentieracisme alleen maar zal toenemen?’ Want op dat moment ging het om hoogopgeleide vluchtelingen, maar uiteindelijk zouden ook de kinderen en kleinkinderen van gastarbeiders hoger opgeleid raken. Dat zou jaloezie alleen maar versterken.

Mijn vader vond dat razend interessant. Hij was toen bezig met een stuk voor De Gids en nam deze gedachte erin op. Zonder bronvermelding, overigens – daar was ik toen behoorlijk boos over. Maar goed, hij zag mij natuurlijk niet als sociologe, want ik was immers biologe! Maar dit idee had ik wel degelijk zelf bedacht.’

In uw latere publicaties stelde u vast dat racisme in onze samenleving steeds meer de vorm van concurrentieracisme aanneemt. Hoe verklaart u dit?

‘Racisme verandert van karakter. Het gaat niet meer alleen om neerkijken, maar steeds meer om jaloezie. De oude koloniale structuren zijn aan het verdwijnen en dat betekent dat minderheden niet langer in de traditionele ondergeschikte positie zitten. En dat roept weerstand op. Maar dat inzicht wil maar niet doordringen.

Jarenlang schreef ik over de verschuiving van uitbuitingsracisme naar concurrentieracisme. En toen kwam in 2022 het Sociaal en Cultureel Planbureau met het rapport Gevestigd, maar niet thuis. Hieruit bleek dat kinderen van migranten meer discriminatie ervaren dan hun ouders. Meer participatie aan de samenleving betekende volgens het SCP meer blootstelling aan uitsluiting. Ik dacht: ‘Eindelijk! Dit bevestigt precies wat ik al die tijd beweer!’

‘Wie mag beslissen wat een Nederlandse traditie is? De gevestigde groep wil niet dat ‘nieuwkomers’ dat meebepalen’

‘Om in dit verband te begrijpen in welke dynamiek racisme zich ontwikkelt is ook een theorie interessant die mijn vader had ontwikkeld over de emancipatie van minderheden. Hij onderscheidde daarbij drie fasen: de eerste fase is ‘wij ook’, waarin een minderheidsgroep streeft naar gelijke rechten en toegang tot dezelfde mogelijkheden als de dominante groep. In deze fase gaat het vooral om erkenning en integratie in de samenleving. Vervolgens komt de fase van ‘wij alleen’, waarin de groep zichzelf wil definiëren en afbakenen, soms ten koste van andere minderheidsgroepen. De derde en laatste fase is ‘wij allemaal samen’, een utopische situatie waarin volledige gelijkwaardigheid is bereikt en waarin verschillende groepen elkaar niet langer als concurrenten zien, maar als deel van een gedeelde samenleving. Sommige mensen zitten nog duidelijk in de tweede fase en richten zich exclusief op de eigen groep, terwijl anderen menen dat echte emancipatie pas in fase drie plaatsvindt, wanneer solidariteit met andere onderdrukte groepen vanzelfsprekend wordt.’

Concurrentieracisme manifesteert zich dan niet alleen in termen van geld of banen, maar ook in culturele macht?

‘Jazeker. Kijk naar de Zwarte Piet-discussie. Mensen denken dat het alleen gaat om neerkijken. Maar ik geloof dat het echte probleem zit in de strijd om wie bepaalt wat ‘Nederlandse cultuur’ is. Het gaat om de machtsstrijd over nationale identiteit. Wie mag beslissen wat een Nederlandse traditie is? De gevestigde groep wil niet dat ‘nieuwkomers’ dat meebepalen. Dat is puur concurrentieracisme.’

‘Racisme activeert dezelfde beloningsmechanismen in de hersenen als verslavingen’

Om racisme beter te begrijpen is het volgens Wertheim van belang te begrijpen dat racisme ook psychologisch verslavend kan zijn. ‘Het geeft mensen een gevoel van groepsidentiteit. Denk aan hoe pesten werkt: een groep voelt zich hecht door zich samen tegen één persoon te keren. Racisme werkt precies zo. Het versterkt het gevoel dat je ergens bij hoort door je samen tegen een gemeenschappelijke vijand te keren. Racisme activeert dezelfde beloningsmechanismen in de hersenen als verslavingen. Het idee dat je ‘beter’ bent dan een ander, of dat je samen met een groep tegen een buitenstaander bent, geeft een euforisch gevoel. Daarom is racisme zo moeilijk uit te roeien.’

Dat racisme moeilijk te bestrijden is, verklaart Wertheim ook nog met een andere theorie van haar vader. ‘Dat is de theorie van ‘het niet-weten’, of misschien beter ‘het niet willen weten’. Sommige dingen worden bewust genegeerd. Racisme blijft bestaan omdat mensen ervoor kiezen om het niet te zien. Dit mechanisme zie je overal terug: in de manier waarop Nederlanders hun koloniale verleden verdringen, of hoe institutioneel racisme wordt gebagatelliseerd.’

Hoe ziet u de recente aandacht voor antisemitisme?

‘Antisemitisme is natuurlijk nooit weggeweest uit Europa. Als ik daar in de gesprekken met mijn vader luchtig over deed, zei hij altijd: onderschat het niet! Hij heeft zelf nooit naar Israël willen gaan, zolang de Israëliërs de oorspronkelijke bewoners, de Palestijnen, zo bleven behandelen. Zodra dat zou veranderen, wilde hij daar een paar hele goede vrienden opzoeken, die er na de Tweede Wereldoorlog waren gaan wonen. Maar zo ver is het nooit gekomen, en in 1998 stierf hij. Daarna is het de Israëliërs geleidelijk aan gelukt om het begrip antisemitisme steeds verder op te rekken door daarin iedere kritiek over hoe zij de Palestijnen behandelen op te nemen. Ik denk dat het niet de aandacht voor het antisemitisme is die is toegenomen, maar de uitbreiding van het begrip zelf, waardoor alle mensen die opkomen voor de Palestijnen, verdacht worden gemaakt. En dat gaat gepaard met een verontrustende toename van de islamofobie.

Overigens vind ik het zo gek dat heel weinig mensen lijken te zien hoezeer antisemitisme en islamofobie op elkaar lijken. Er wordt altijd gedaan alsof het één zo ongeveer het tegenovergestelde is van het ander. Maar antisemitisme en islamofobie hebben meer overeenkomsten dan verschillen. En vooral hebben ze alle twee veel gemeen met het concurrentieracisme. Niet het neerkijken en de minachting staan centraal, maar jaloezie, wantrouwen en angst. De massamoord op de Europese Joden heeft echt niet kunnen plaatsvinden omdat er zo op ze werd neergekeken, integendeel. En ook bij de toegenomen islamofobie gaat het eerder om wantrouwen en angst dan om onderschatting.’

Dit zijn de beste films volgens de Kanttekening

0

Wat zijn de films die je gezien moet hebben? De redactie van de Kanttekening maakte een selectie.


I’m Still Here (2024)

Met I’m Still Here maakte de Braziliaanse regisseur Walter Salles (1956) een indringende, mooie en ontroerende film. Terecht werd de film bekroond met de Oscar voor Beste Internationale Film.

De film is gebaseerd op Ainda Estou Aqui, het autobiografische boek van schrijver Marcelo Paiva, die zijn familiegeschiedenis begon op te tekenen toen zijn moeder Eunice haar geheugen begon te verliezen. Ooit was ze een bekende mensenrechtenadvocaat, maar de namen, de data begonnen langzaam uit haar hoofd te verdwijnen.

Het verhaal begint in 1971 werd haar man, Rubens Paiva – ingenieur, politicus, vader van vijf – opgepakt door het militaire regime dat Brazilië toen in zijn greep hield. En Rubens kwam nooit meer terug.

Salles heeft het boek indringend verfilmd. Geen bombast, geen geweldsporno, maar een huis vol herinneringen, een vrouw die weigert op te geven, en vijf kinderen die groot worden met een gat in hun geschiedenis. Eunice staat recht, houdt haar gezin bijeen, wordt advocaat, en blijft zoeken. Pas 25 jaar later, in 1996, krijgt ze officieel het overlijdenscertificaat van Rubens. De hoofdrol wordt prachtig vertolkt door Fernanda Torres (1965) die voor haar rol een Golden Globe en een  Oscarnominatie ontving.

De film vertelt het verhaal van een geschiedenis waarvoor in Nederland weinig aandacht is geweest en laat indringend de impact voelen van een dictatuur. Dat radicaal-rechts in Brazilië heeft geprobeerd deze film te verbieden, zegt eigenlijk alles. Want dit is geen film over vroeger. Dit is net zo goed een film over nu. Over wat er gebeurt als een land weigert te herinneren, en een vrouw weigert te zwijgen. Ga kijken.

Ewoud Butter, redacteur de Kanttekening


Fight Club (1999)

Een film die nog steeds altijd even boeiend is om naar te kijken. Laat je vooral niet misleiden door de titel: dit is geen alledaagse vechtfilm. Gevochten wordt er wel.

Het is een uitdaging deze film tot zijn recht te laten komen zonder de clou van het verhaal te verhullen. Het gaat over een ontmoeting tussen twee personages – een gemiddelde verzekeringsmedewerker die zijn zaakjes op orde lijkt te hebben, en de mysterieuze en anarchistische Tyler Durden, een zeepmaker met radicale ideeën over maatschappij en vrijheid.

De verzekeringsmedewerker, wiens naam niet wordt genoemd in de film, voelt zich leeg en doelloos. Hij lijdt aan slapeloosheid en gaat uiteindelijk naar een praatgroep, waar hij hoopt zijn emoties weer te gaan voelen. Dan ontmoet hij Tyler, zijn tegenbeeld. Samen richten ze Fight Club op: een ondergrondse groep waar mannen fysieke gevechten aangaan om zich levend en mannelijk te voelen. Uiteindelijk wordt dit een terroristische organisatie die chaos wil creëren om het systeem omver te werpen.

Deze film draait om thema’s als consumentisme, identiteit en mannelijkheid. Pas aan het eind van de film zit de clou, die je zal verrassen. De film is geregisseerd door David Fincher. Belangrijkste acteurs: Edward Norton en Brad Pitt.

Majorie van Leijen, redacteur de Kanttekening


One Night in Miami (2020)

Als je Amerika echt wilt begrijpen, dan moet je naar het land kijken door de ogen van zwarte minderheden. En als je zwarte Amerikanen echt wilt begrijpen, dan moet je ze in een setting plaatsen zonder witte mensen. Bij One Night in Miami komt het allemaal samen. Een film over een langdurig gesprek in Miami tussen de legendes Muhammad Ali, Malcolm X, Sam Cooke en Jim Brown. De eerste drie namen kennen de meeste mensen inmiddels wel. Maar voor mij waren het de woorden van Jim Brown tegenover Malcolm X die de meeste indruk maakten: ‘Je hebt geen baan, n-woord!’ Hij wilde maar even gezegd hebben dat er geen zwarte bevrijding mogelijk is zonder economische onafhankelijkheid.

Malcolm X, prachtig gespeeld door Kingsley Ben-Adir, verkruimelde haast en moest een traantje laten. Mooi om ook die onzekere kant van Malcolm X op film te zien.

Tayfun Balcik, redacteur de Kanttekening


La vita davanti a sé (2020)

In La vita davanti a sé (Het leven dat voor je ligt) vangt de voormalige prostituee Madame Rosa, gespeeld door de toen 88-jarige Sophia Loren, kinderen op van vrouwen in de prostitutie die niet in staat zijn hun kind zelf op te voeden. Over vaders wordt met geen woord gerept. Op een dag wordt het Senegalese weesjongetje Momo, gespeeld door Ibrahima Gueye, aan haar zorg toevertrouwd. Hij gaat niet meer naar school en dreigt af te glijden in de drugswereld. Toch weet hij door het norse pantser van Madame Rosa heen te breken en vindt bij haar de geborgenheid die hij nodig heeft. Maar Rosa is op leeftijd en worstelt met een onverwerkt oorlogstrauma.

Een aangrijpende film op Netflix die laat zien hoe kwetsbaar mensen zijn en dat je geen familie hoeft te zijn om een kind veiligheid en liefde te bieden.

Mariska Jansen, eindredacteur de Kanttekening


The Battle of Algiers (1966)

Misschien wel de bekendste klassieker tegen het kolonialisme is de Algerijns-Italiaanse film The Battle of Algiers uit 1966, die op het filmfestival in Venetië een sensatie was. De film is in zwart-wit, maar het verhaal is dat niet.

We volgen Ali la Pointe, een werkloze Algerijnse twintiger die wordt gearresteerd door de Franse autoriteiten in Algiers wegens oplichting. Hij radicaliseert in de gevangenis, na getuige te zijn van de executie, door middel van de guillotine, van een Algerijnse vrijheidsstrijder. Als hij vrijkomt sluit La Pointe zich ook aan bij het Algerijnse Front de libération nationale (FLN) en wordt al vrij snel een onmisbare kracht.

Het geweld van FLN tegen Franse politieagenten en vervolgens burgers wordt eerlijk in beeld gebracht, evenals het racisme van de Franse pieds noirs tegen Arabieren, het geweld tegen Arabische burgers door Franse paratroepers onder leiding van de genadeloze kolonel Mathieu en het martelen van al dan niet vermeende FLN-strijders. Soms denk je niet naar een historische film te kijken, maar naar een documentaire over Israëls genocidale Gazaoorlog.

The Battle of Algiers vertelt een universeel verhaal, van mensen die vrij willen zijn van onderdrukking en daarbij alles op het spel zetten: hun leven, dat van hun vrienden, hun moraal. Alleen hun geloof, in Allah en in een vrij Algerije, geeft hen houvast. Kortom, dit is een klassieker die je gezien moet hebben. Bonuspunten: de Star Wars-serie Andor (2022-2025) is sterk geïnspireerd door Algerijns-Italiaanse film uit 1966.

Ewout Klei, redacteur de Kanttekening

‘In onze cultuur is het heel gewoon dat je geesten ziet’

0

Er is meer dan alleen de westerse psychologie, vinden psycholoog Steven Vreden en life coach Yao Anceaux. ‘In andere culturen is het normaal dat de doden contact met je maken.’ 

Dit artikel is eerder verschenen op 21 mei 2024.

Het is een beetje ongebruikelijk, maar dit verhaal moet ik beginnen met een persoonlijke ervaring, eentje die ik niet goed rationeel kan verklaren. Vorig jaar zomer was ik met mijn partner (inmiddels mijn vrouw) Farah op Bali. We reden in een huurauto, op weg naar ons hotel in Singaraja. Het was donker. De wegen hadden geen straatverlichting. Opeens begon Farah een islamitisch gebed op te zeggen en de chauffeur, een hindoe, begon ook te bidden. We reden langs een plek die ‘duister’ was, legde de chauffeur mij uit in gebroken Engels. En toen, vlak voor een t-splitsing, zag ik het. Een hoofd. Het was in een fractie van een seconde. Het hoofd lichtte op en verdween daarna weer. Farah en de chauffeur hadden het niet gezien.

Het kan natuurlijk zijn dat ik mij dit hoofd heb ingebeeld. Of dat er misschien een hele logische oorzaak is voor deze vreemde verschijning. Maar Farah en de chauffeur waren er meteen van overtuigd dat wat ik gezien had echt was. Volgens de chauffeur was de plek waar we zojuist langs waren gereden vroeger een opstandig gebied. De koningen van het vroegere Balinese koninkrijk Buleleng hadden hier veel rebellen een kopje kleiner gemaakt. Vandaar dat ik een hoofd zag, zo beredeneerde hij. Maar het hoofd dat ik zag was geen mensenhoofd, het leek meer op dat van een demon, een met een boosaardig gezicht. De volgende ochtend zag ik precies zo’n hoofd, maar dan van steen. Had ik misschien een demon gezien, die nacht? Of zag ik iets onverklaarbaars en vulde ik met mijn fantasie in dat dit het hoofd van een demon was?

Kosmische evenwichten

Steven Vreden (37) werkt nu bijna dertien jaar als psycholoog. Hij helpt wel eens cliënten die beweren geesten te hebben gezien, of iets anders onverklaarbaars. ‘De westerse psychologie heeft hier geen antwoord op, of verklaart deze mensen al snel voor gek. Ik wil hen wel serieus nemen. Je kunt ook zeggen dat deze mensen een ‘gave’ hebben. Bij niet-westerse volkeren is daar ruimte voor. Maar in het Westen niet.’

Gelooft Steven dat zijn zus is gestraft voor de ‘zonden’ van haar voorouders?

Een grote impact op Stevens leven maakte het overlijden van zijn oudere zus Wanda. ‘Dat is nu zeven jaar geleden. Ze is maar 36 geworden. Een jaar eerder was ze kerngezond. Maar toen opeens kreeg ze longkanker. En de artsen vertelden haar dat ze haar geen behandeling meer konden geven. Het was te laat. De artsen wisten niet hoe deze ziekte was ontstaan. Ze konden geen aanleiding vinden, geen verklaring. Het was een hele heftige vorm, ze ontdekten het te laat. Binnen elf maanden overleed Wanda. Ze haalde haar 37e verjaardag net niet. En het aparte was: ze kreeg ook nog eens borstkanker dat jaar, maar dat kwam niet door uitzaaiing. Ze kreeg ook kanker in haar andere borst, ook deze tumor was niet door uitzaaiing ontstaan, maar zomaar. Het was echt heel bizar.’

Steven en zijn familie beleefden de ziekte van hun zus Wanda spiritueel. Aan buitenstaanders is dit misschien lastig om uit te leggen, zegt Steven, maar zijn zus is, zo gelooft de familie, slachtoffer geworden van ‘spirituele intergenerationele overdracht’. Zaken van eerdere generaties hebben nu hun tol geëist. Gelooft Steven dat zijn zus is gestraft voor de ‘zonden’ van haar voorouders? ‘Het ligt complexer’, antwoordt hij. ‘Het heeft te maken met kosmische evenwichten en wetten. In bepaalde delen van de wereld noemen ze dit familiekarma of generatiegebonden karma. Vanuit bepaalde Afrikaanse culturen noemen ze dit Kunu. In Azië zijn het termen als Gaju en Zaishō die een soortgelijke strekking hebben.’

Westerse psychologie niet universeel

Maar hoe rijmt Steven deze overtuiging met zijn academische achtergrond als psycholoog? ‘Er is meer dan alleen de westerse psychologie. Plat gezegd: de westerse psychologie is nog geen honderdvijftig jaar oud. Maar we denken hier in het Westen dat we alles beter weten. Met betrekking tot geneeskunde, met betrekking tot psychologie, enzovoort. De westerse psychologie is niet universeel, maar moet je in de culturele context zien. Sommige aandoeningen zijn cultureel bepaald, komen alleen in een bepaalde cultuur voor. Anorexia bijvoorbeeld is typisch iets westers en heeft ook alles te maken met het westerse schoonheidsideaal. Het fenomeen ‘amok’, waar het Nederlandse woord amokmaker (ruziemaker, red.) van is afgeleid, is typisch iets voor Indonesië en Maleisië. En in sommige Afrikaanse landen kennen ze het woord depressie niet. Ze gebruiken daarvoor een ander label en hebben een andere verklaring. Met andere woorden: je kunt aandoeningen op verschillende manieren verklaren, waarvan de westerse manier er eentje is.’

‘Er is meer dan alleen de westerse psychologie’

Natuurlijk heeft de westerse psychologie ons ook veel goeds gebracht, vervolgt Steven. ‘Meten is weten. En veel fenomenen kunnen we zo verklaren. Maar tegelijkertijd: als je het niet kunt meten betekent dit niet dat het niet bestaat. Ik bestrijd daarom het westerse paradigma dat alles wat niet in het westerse wereldbeeld past niet bestaat en het geloof daarin slechts bijgeloof is. Ook niet-westerse kennis is waardevol. En helemaal in de beleving van patiënten met een niet-westerse achtergrond zelf. We moeten hun ervaringen niet als bijgeloof terzijde schuiven, maar serieus nemen. Daarmee help je ook de patiënt. Wij vinden het apart dat iemand opeens de stem van zijn overleden vader hoort, een maand na diens overlijden. Of dat een verre voorouder in een droom aan jou verschijnt, en je gebiedt de graven van je familieleden weer eens een bezoek te brengen. In niet-westerse culturen is het normaal dat de doden contact met je maken. Dat betekent dat ze van je houden. Er is, kortom, veel meer dan je eigen wereldbeeld. Het is tijd dat andere verhalen en opvattingen over de wereld de ruimte krijgen om gehoord te worden.’

Stevens benadering van psychologie is naar eigen zeggen ‘holistisch’, vertelt hij. ‘In mijn holistische benadering is alles met elkaar verbonden. Mentale, emotionele, fysieke en spirituele aspecten zijn allemaal even belangrijk voor welzijn en gezondheid, ‘body, mind and soul’.’

Baas over je eigen leven

De westerse psychologie kon Yao Anceaux (29) niet helpen. Hij was gediagnostiseerd als schizofreen en heeft vier jaar in een zorgtraject gezeten van WLZ (wet langdurige zorg) en beschermd wonen. Medicatie hielp niet, zijn ervaringen werden niet erkend. Pas toen hij zelf woorden kon geven aan zijn ervaringen en belangrijke stappen zette om zijn leven weer op orde te brengen, raakte hij weer in balans.

‘Als kind had ik vaak vreemde ervaringen. Ik zag geesten en kon met hen communiceren. Zij hielpen mij ook en diende als een soort gids in situaties waarbij ik hulp nodig had. Ik zond een gedachte uit en het manifesteerde zich. Dit was mij net iets te toevallig. Ik had veel van dat soort toevallige situaties. Het was niet toevallig meer. Ik raakte uit balans en kwam in een psychose terecht. Daar ben ik nu gelukkig uit. Ik zie de toestand waarin ik mij toen bevond niet langer als een psychose, maar als iets anders. Ik ben hoog sensitief en zie een realiteit die andere mensen niet zien.’

‘Ik geloof dat er in ons allemaal een sjamaan zit’

Yao legt dit uit aan de hand van de kwantummechanica. ‘In de kwantummechanica geloven ze in verschillende mogelijkheden. In een kwantum morfisch veld liggen alle mogelijke potentiële uitkomsten opgeslagen. Als ik een bepaalde keuze maak kom ik in een nieuwe tijdlijn terecht. Als ik keuzes maak van level één, het laagste niveau, dan beland ik in situaties van level één. Ik dronk vroeger veel en blowde. Daarom belandde ik in allerlei vervelende situaties. Ik ben hier gelukkig mee gestopt en maak andere keuzes, die passen bij mijn nieuwe staat van zijn. Daarom ben ik nu in een andere tijdlijn, waar nieuwe kansen liggen. Omdat ik de juiste keuzes maakte ben ik uit mijn zogenoemde psychose gekomen, zonder dat ik medicatie gebruik.’

Yao Anceaux

Nadat hij uit de crisis kwam, richtte Yao het Positiviteitsnetwerk op, dat als doel heeft jongeren te helpen die soortgelijke ervaringen hebben gehad. ‘Je kan hen nieuwetijdse jongeren noemen. Ze moeten door een proces heen, de juiste keuzes maken.’ Yoa vertelt dat veel van wat hij zegt ook gezegd kan worden door een normale life coach, die je vertelt dat je je dag moet indelen, niet te streng moet zijn voor jezelf en de beste versie van jezelf moet worden. Helaas wordt in de reguliere zorgverlening geen rekening gehouden met spiritualiteit en het bestaan van een onzichtbare wereld, zegt Yao. ‘Ik ervaar de werkelijkheid wel anders. Ik heb contact met spirits. Zij hebben mij de weg gewezen die ik moest gaan. Kijk, ik kom uit Colombia, ik ben geadopteerd door Nederlandse ouders. Toen ik mij meer verdiepte in mijn roots ontdekte ik ook dat ik inheems bloed heb. In onze cultuur is het heel normaal dat je geesten ziet. Ik wist eerst niet wat ik hier eigenlijk mee aan moest, maar mijn voorouders hebben mij hiermee geholpen. Voor mij was bewustwording van de spirituele werkelijkheid geen psychose. Ik ben eigenlijk een healer. Ik kan mijzelf healen, maar ook anderen. Ik begrijp dat ik dit verhaal niet aan iedereen kan vertellen. Niet iedereen begrijpt dit.’

En hoe helpt zijn spirituele kijk op de werkelijkheid Yao in zijn leven? ‘Alles is te herleiden, geloof ik, tot die frequenties. Alcohol en drugs zorgen niet alleen voor een lage frequentie, maar je nodigt hier ook boze geesten mee uit. Alcohol komt van het Arabische woord al-kuhl, wat lichaams-etende-geest betekent (ook de oorsprong van de term ghoul, griezel, red.). Een kwade geest uit de fles, een demon, zou menselijke lichamen verorberen.’ En is Yao nu in de ban van goede geesten? ‘Ik heb letterlijk wezens in mijn huis zien staan en heb ook een tijdlang het gevoel gehad dat ik bestuurd werd, dat geesten mij opdrachten gaven. Dat lijkt op schizofrenie, mensen horen dan stemmen in hun hoofd. Maar als je gezond bent, dan controleren de geesten je niet, dan ben je de baas over je eigen leven.’

Net als Steven gelooft Yao in een holistische benadering. ‘Je moet spiritueel in balans zijn. Daarom moet je kiezen voor gezonde voeding, gezonde muziek, geen giftige relaties. Veel hiphop-muziek zorgt voor een spirituele disbalans, door de gewelddadige teksten. Daar moet je ver van blijven. Daarom heb ik ook de Connecting the Dots Movement opgericht, die ‘conscious music’ (bewuste muziek) promoot.’

Was het mijn verbeelding die op hol sloeg, of iets anders?’

Yao benadrukt dat zijn spirituele life coaching ook voor westerse mensen nuttig kan zijn. ‘Het is voor iedereen. Je moet teruggaan naar je spirituele roots. Ook het Westen heeft een spirituele traditie. Denk aan de Germaanse en Keltische religies, die dichtbij de natuur stonden. De christenen maakten hier een einde aan. Bonifatius en anderen hakten hun heilige bomen om.’

‘Ik besef dat we in een wereld leven waarvan we niet alles kunnen zien’, zo besluit hij. ‘Ik ben mij bewust van geesten en heb een methode ontwikkeld om op een goede, spirituele manier in het leven te staan, dankzij de kennis die mij gegeven is vanuit die geestelijke wereld. Het begrip sjamaan heeft in het Westen een negatieve bijklank, maar zou je kunnen vertalen met medicijnman of -vrouw. Ik geloof dat er in ons allemaal een sjamaan zit.’

Zoon van de Verlichting

Maar hoe moeten we nu mijn vreemde ervaring in Bali, waar ik aan het begin van dit artikel over schreef, duiden? Was het een demon? Was het mijn verbeelding die op hol sloeg, of iets anders? Als zoon van de Verlichting wil ik nu niet opeens beweren dat geesten bestaan, hoewel ik nu beter begrijp dat er veel mensen zijn die dit wel geloven.

‘Het enige is dat je weet dat je iets hebt waargenomen, punt’, zegt Steven. ‘En dan maakt het niet uit of het nou toeval was, fantasie of een andere werkelijkheid. Jij hebt waargenomen wat je hebt waargenomen. En misschien is het een idee om daar eens goed bij stil te staan.’

Simone Weil was messcherp in haar analyses van macht

0

De gelijkenissen tussen de jaren dertig, de tijd van Simone Weil, en nu worden steeds duidelijker. Frits de Lange schreef een nieuw boek over de Franse filosoof. ‘Ze was messcherp in haar analyses van macht.’

Dit artikel verscheen eerder op De Kanttekening op 25 februari 2025. 

Frits de Lange noemt de belangstelling die er is voor het leven en denken van Simone Weil opvallend. Hij publiceerde afgelopen maand het boek In alles tot het uiterste over de Franse filosoof, die slechts vierendertig jaar werd.

Jaren geleden schreef de emeritus hoogleraar ethiek ook al een boek over ‘de sterke, onafhankelijke vrouw die scherp nadacht over de tijd waarin ze leefde’, maar dat sloeg veel minder aan.

Volgens De Lange is haar actualiteit nu veel duidelijker, omdat onze samenleving steeds meer begint te lijken op die van de jaren dertig – de tijd waarin Weil volwassen werd en het nationaalsocialisme opkwam. ‘Veel mensen zien parallellen tussen toen en nu: de opmars van autoritaire leiders zoals Trump en Wilders roept vergelijkingen op met de dreiging die Weil meemaakte.’

In wat voor tijd leefde ze?

‘Simone Weil werd in 1909 geboren in Parijs en stierf in 1943 in Londen, in ballingschap. Als Joodse vrouw moest ze tijdens de oorlog vluchten uit Parijs, samen met haar ouders en broer. Via Marseille en New York kwam ze uiteindelijk in Londen terecht, waar ze bureauwerk verrichtte voor het Franse verzet onder generaal De Gaulle. Daar schreef ze over de wederopbouw van Frankrijk na de oorlog. Maar Weil zorgde erg slecht voor zichzelf: ze at nauwelijks en ontwikkelde tuberculose, waaraan ze uiteindelijk overleed.’

‘Ze zag macht als een natuurwet die lijkt op zwaartekracht’

Simone Weil is bekend om haar scherpe politieke analyses, vertelt De Lange. ‘Ze had een sterk rechtvaardigheidsgevoel en zette zich in voor de arbeidersklasse, ondanks haar eigen gegoede afkomst – haar vader was arts en ze had gestudeerd aan een elite-universiteit in Frankrijk.

‘Al in 1932 verbleef ze zes weken in Berlijn om het nationaalsocialisme van dichtbij te bestuderen. Daar raakte ze teleurgesteld in de socialistische en communistische partij, die niet opgewassen zijn tegen Hitler. Vanaf dat moment verloor ze haar geloof in maatschappelijke vooruitgang.’

Simone Weil

Weil was messcherp in haar analyses van macht, zegt De Lange. ‘Ze zag macht als een natuurwet die lijkt op zwaartekracht: als macht niet wordt tegengewerkt, leidt dat onvermijdelijk tot de verplettering van zwakken. Haar bijna cynische conclusie was dat iedereen die macht heeft, die ook zal gebruiken om nog méér macht te krijgen. Daarom vond ze het essentieel om tegenmacht te organiseren.’

Hoe ziet die tegenmacht eruit?

‘Volgens Weil hoeft tegenmacht niet altijd met geweld te worden geboden. Een samenleving kan bijvoorbeeld massaal weigeren mee te gaan in een onderdrukkend systeem. Ze gebruikt het beeld van de hefboom, als je die maar slim genoeg plaatst kan het machtsoverwicht opgeheven worden’, vertelt De Lange.

‘Ze had aanvankelijk gehoopt dat de arbeidersbeweging – geïnspireerd door Karl Marx – die tegenmacht zou vormen. Maar in de jaren dertig zag ze hoe de communistische beweging zich onder invloed van Moskou aan Stalin onderwierp en weigerde samen te werken met de sociaaldemocraten tegen Hitler. Dat was voor haar een keerpunt: we redden het niet.

‘In 1936 sloot ze zich, net als heel links Europa, aan bij de strijd tegen Franco in de Spaanse Burgeroorlog. Aan haar rol als vrijwilliger kwam abrupt een einde toen ze per ongeluk in een pan met hete olie stapte en gewond raakte.’

Religieuze ervaringen

In de jaren 1936 en 1937 had Weil een aantal religieuze ervaringen, zegt De Lange. ‘Ze zag een nieuwe vorm van tegenkracht, iets wat zij het licht noemde – een kracht die in staat is om de zwaartekracht van macht te weerstaan. Ze gebruikte het beeld van een plant die naar het licht groeit en vond dat mensen zich op dezelfde manier moesten openstellen.’

‘Ook als je de wereld niet kunt veranderen moet je haar toch liefdevol aanvaarden’

‘Wat die religieuze ervaringen precies inhielden, heeft ze nooit volledig onthuld. Maar ze beïnvloedden haar diep en brachten haar dichter bij de mystiek. Na haar dood werd haar dagboek uitgegeven als Wachten op God, wat haar postuum beroemd maakte. Ze zag een voortdurende strijd tussen goedheid en de verpletterende kracht van macht. Die tegenstelling loste zich nooit volledig op in haar denken.’

Uiteindelijk vervangt Weil haar activisme voor aanvaarding, zegt Frits de Lange. ‘Ook als je de wereld niet kunt veranderen moet je haar toch liefdevol aanvaarden zoals ze is, was haar gedachte.’

Diepe menslievendheid

In zijn boek vergelijkt De Lange Weil met Etty Hillesum, de Joodse schrijfster die eveneens een spirituele ontwikkeling doormaakte en een diep empathisch vermogen had. Beiden stierven in de oorlog, terwijl ze hun dood hadden kunnen voorkomen. Hillesum weigerde onder te duiken, omdat ze het lot van haar volk wilde delen. Weil hongerde zichzelf uit, een patroon dat ze al in haar jeugd had ontwikkeld. ‘Ze at niet meer dan een werkloze arbeider kon betalen en weigerde in Londen meer te eten dan een Londenaar met zijn voedselbonnen kon krijgen’, zegt De Lange.

Die combinatie van grootsheid, diepe menslievendheid en zelfdestructie was fascinerend en tragisch tegelijk. Ook Simone de Beauvoir, haar tijdgenoot in Parijs, was onder de indruk van Weil. Ze vond haar een beetje een rare vrouw, maar ‘met een hart dat klopte door het hele universum.’

Een bekende anekdote illustreert dit, zegt De Lange. ‘Terwijl De Beauvoir op een zonnige lentedag door de Jardin du Luxembourg wandelde, stormde Weil op haar af, volledig ontzet: ‘Weet je wel dat er in Shanghai op arbeiders wordt geschoten?’ Ze leefde zonder filters en liet de hele wereld en het lijden van anderen bij zich binnenkomen. Uiteindelijk bezweek ze eraan.´

Frits de Lange, In alles tot het uiterste. Het leven en denken van Simone Weil, Ten Have, 192 blz., €22,99