12.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 119

Kun je het slavernijdebat stopzetten?

0

‘De geschiedenis is een discussie zonder einde.’ Deze uitspraak van de Utrechtse hoogleraar Pieter Geyl (1887-1966) – ooit de leermeester van mijn vader – behoort tot de vaste clichés waarmee zo’n beetje elke eerstejaars geschiedenisstudent wordt geconfronteerd.

Aan de Leidse historicus Martin Bossenbroek is die wijsheid niet besteed. Nu zijn pamflet Kolonialisme. De vloek van de geschiedenis af is, heeft hij het met het thema gehad. Hij wil nu een einde aan het slavernijdebat. Geen komma, zoals Rutte – in alles de man van een komma, want iets definitiefs heeft die tijdens veertien jaar premierschap amper tot stand gebracht – nog beloofde, maar een punt.

Tja. Ik geloof niet dat je even een einde aan een historisch debat kunt maken als je er zelf genoeg van hebt. Dat lukt – misschien – alleen in een dictatuur, al zal Trump, mocht hij straks het Witte Huis betrekken, vast ook een poging wagen. Maar dat is dan ook een dictator in spe.

Ik geloof niet dat je even een einde aan een historisch debat kunt maken als je er zelf genoeg van hebt

Het is in dat opzicht heel simpel: zolang het verleden doorwerkt in het heden en de actualiteit beïnvloedt, of tenminste veel mensen menen dat dat het geval is, zal een historisch debat ook een publiek debat zijn. Onvermijdelijk evenmin los van de vraag van schuld en boete. Temeer als degenen die graag een punt achter dat debat willen zetten, van zulke historische schuld weinig willen weten – wat vaak juist de reden is om er een punt achter te willen zetten.

Dat is bij het slavernijdebat in hoge mate het geval, omdat dit de ‘Gouden Eeuw’ en de nog door voormalig premier Balkenende bejubelde ‘VOC-mentaliteit’ in een ietwat ander daglicht stelt. En velen die, bij gebrek aan ander geestelijk houvast, gelijk Martin Bosma en Thierry Baudet, in een glorieus verleden zwelgen, klampen zich graag aan vergane glorie vast.

Wat moeten ze anders nog in het leven? Dat zulke lieden gedesoriënteerd raken wanneer hun historische helden – van P.J. Coen tot Van Heutsz – van hun voetstuk worden getrokken: elke psychiatrische therapeut kan dat vast goed verklaren, met een dragende motivering, zullen we maar zeggen. Iets wat mevrouw Faber dus niet lukt. Maar die is dan ook geen psychiater, eerder psychiatrisch patiënt.

Zolang het verleden doorwerkt in het heden en de actualiteit beïnvloedt, zal een historisch debat onvermijdelijk ook een publiek debat zijn.

Kijk, de Romeinen en wat zij hebben aangericht – daarover maakt men zich nu niet meer zo druk. Wie dat nog wel deed was Geyls collega voor Oude Geschiedenis, Johannes Hendrik Thiel (1896-1974), wiens sympathie blijkens zijn colleges over de Punische Oorlogen (264-146 v.Chr.) duidelijk bij Carthago lag, en die zijn betoog steevast afgesloten schijnt te hebben met de zin ‘Helaas moet ik U meedelen dat Rome gewonnen heeft’.

Slaan we even anderhalf millennium over: de herdenking van de geboorte van keizer Karel V (1500-1558) in Gent leidde in 2000 zowaar tot Kamervragen van de SGP aan premier Kok: wat hij gezien het protestantse bloed dat aan ’s keizers handen kleefde daar te zoeken had? En als het ging om de Nederlandse Opstand, was tot in de jaren zestig het verhaal dat katholieke kindertjes te horen kregen een héél ander dan dat voor protestantse.

Balthasar Gerards, die voortijdig een einde aan het leven van Willem van Oranje maakte, en daarna zelf werd gevierendeeld: moordenaar of martelaar? In de negentiende eeuw was ongeveer elke herdenking van de Tachtigjarige Oorlog – zoals van het Ontzet van Leiden, dit najaar exact 450 jaar geleden – goed voor een nationale rel.

Napoleon: voor en tegen in de Franse geschiedschrijving. Dat was de titel van Geyls eigen boek over de man, over wiens daden in Frankrijk nog steeds de gemoederen hoog kunnen oplopen. En dat heeft alles te maken met de directe doorwerking van diens veroveringszucht in het heden, die nu eenmaal voor die van de Romeinse veldheer Scipio Africanus inmiddels wat minder is.

Dat het kolonialisme en het slavernijverleden tot op de dag van vandaag mede de mondiale verhoudingen bepalen, is evident. Buiten het Westen is het de belangrijkste bril waardoor men het Westen beziet. Dat nu voor ‘voltooid verleden tijd’ verklaren, lijkt mij daarom een illusie. En zou iemand dat voor de Holocaust durven poneren: met die intergenerationele trauma’s moet het nu maar eens afgelopen zijn?

Oxfam-directeur hekelt zwijgen van kabinet over Israëlisch verbod op UNWRA

0

‘De hele week hebben we nog niets gehoord’, zegt Oxfam Novib-directeur Michiel Servaes over de stilte van het kabinet rondom het Israëlische verbod op UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen. Bij het avondprogramma Bar Laat spreekt hij daar schande van.

‘Er gebeurt zoiets ingrijpends als een verbod op UNRWA’, zegt Servaes, die zich ergert aan het kabinet dat zwijgt. ‘Terwijl de rest van de wereld zegt dat die organisatie niet gestopt mag worden.’

Servaes is ook kritisch op minister van Buitenlandse Zaken Casper Veldkamp (NSC). ‘Hij kent het gebied en heeft er zelfs gewerkt. Hij weet heel goed dat UNRWA daar cruciaal is.’

Volgens Servaes durft het kabinet niets te zeggen omdat Geert Wilders hen in een pro-Israëlische houdgreep houdt.

‘Hiermee laat je niet alleen miljoenen Palestijnen in de steek, maar feitelijk het hele Palestijnse volk. Als je op zo’n moment niets laat horen, dan ben je medeplichtig. Dan is zwijgen medeplichtigheid aan wat er gebeurt’, aldus Servaes.

Israël stelt dat UNRWA door Hamas is geïnfiltreerd en betrokken was bij de aanval op 7 oktober, zonder daar bewijs voor te leveren, aldus onder andere de BBC.

Minstens 100 doden bij Israëlische luchtaanval, waaronder 25 slapende kinderen

0

Bij een Israëlische luchtaanval in Noord-Gaza (Beit Lahia) zijn minstens 100 doden gevallen, waaronder slapende kinderen, zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

Onder de doden waren minstens 25 kinderen, die samen met hun ouders van de ene onveilige plek naar de andere in Gaza waren gevlucht en zich tevergeefs hadden verschanst in huizen die nog enigszins bewoonbaar waren, aldus Middle East Eye.

Beit Lahia is inmiddels al meer dan 24 dagen afgesloten van de rest van de wereld. Het Israëlische offensief, dat volgens veel experts ‘misdadig’ en ‘genocidaal’ wordt genoemd vanwege het disproportioneel hoge aantal burgerslachtoffers, wordt door Israël gerechtvaardigd als ‘vernietiging van Hamas’ en ‘terreurbestrijding’. Israël beschuldigt Hamas ervan burgers in te zetten als ‘menselijk schild’.

Inmiddels is het dodental in Gaza opgelopen tot meer dan 43.000, terwijl ook Libanon in het conflict verzeild is geraakt, met meer dan 2000 doden. Het hoge aantal slachtoffers in Gaza wordt volgens hulpverleners mede veroorzaakt doordat gewonden niet behandeld kunnen worden in ziekenhuizen die eveneens door Israël zijn gebombardeerd.

‘Turken zijn in zestig jaar sterk vernederlandst’

0

‘Turk’, ‘gastarbeider’, ‘allochtoon’. In de zestig jaar nadat de eerste Turkse arbeidsmigranten naar Nederland kwamen, is de identiteit van Turkse Nederlanders onderwerp geweest van hevig politiek debat. Publicist en spreker Enis Odaci, zelf kind van een Turkse arbeidsmigrant, ziet zowel de Nederlandse als de Turkse identiteit veranderen.

Donderdag geeft hij in Den Haag een lezing over dit onderwerp. Identiteit is vaak in negatieve zin geproblematiseerd, maar is volgens Odaci tegelijkertijd een rijke literaire inspiratiebron. Maar bovenal is deze identiteit de persoonlijke ervaring van bijna een half miljoen Nederlanders.

Hoe verliep de migratiegeschiedenis van jouw ouders?

‘Mijn vader kwam in 1973 naar Nederland, naar Hengelo. Hij woonde in die tijd in een typisch pension met Turkse mannen die uit alle windstreken werden verzameld. De foto’s kent iedereen: overal stapelbedden, samen theedrinken en wilde kapsels uit de jaren zeventig. Hij werkte keihard en kon pas twee jaar later mijn moeder ophalen. Toen mocht hij slechts één kind meenemen en dat was dan mijn oudste broer. Twee kinderen bleven achter, waaronder ik. Ik kwam pas in 1977 naar Nederland in het kader van de gezinshereniging. Het leven in Nederland beviel mijn vader goed, maar helaas werd hij steeds meer vreemdeling in Turkije. Hij werd een vakantie-zoon, een vakantie-broer, een vakantie-neef voor zijn familie daar. Die ontworteling was pijnlijk voor hem. Uiteindelijk overleed hij op slechts 56-jarige leeftijd, omdat zijn longen kapot waren. Hij werkte onder erbarmelijke omstandigheden in een fabriek waar veel plastic, en dus fijnstof, werd geproduceerd. Van Arbo-regels had toen niemand gehoord.’

Jij geeft een lezing over onze veranderende identiteiten. Ik zie de Nederlandse en Turkse vlag op de flyer en ook Geert Wilders en oud-premier Joop den Uyl. Wat zegt dit over het verhaal dat je wilt vertellen?

‘De flyer markeert twee momenten. Den Uyl was destijds meer een vaderfiguur voor migranten die de grenzen opende en hen welkom heette. Wilders nu is meer een strenge meester die de grenzen juist wil sluiten. Dat vat de veranderde blik van de Nederlandse samenleving over een periode van zestig jaar migratie goed samen.’

Hoe is de Turkse identiteit in die tijd veranderd?

‘Dé Turkse identiteit bestaat natuurlijk niet. Turkije is net als elk ander land een mengelmoes van vele culturen, etniciteiten en levensbeschouwingen. Zelfs in de jaren zestig en zeventig, toen de eerste gastarbeiders naar de Nederlandse pensionnetjes kwamen, zag je dat al. Moslims versus seculieren, linkse denkers versus conservatieve denkers, Alevieten, Koerden, noem maar op, het zat allemaal bij elkaar en dat leidde niet zelden tot conflicten in de gemeenschap en zelfs op de werkvloer. Die superdiverse Turkse samenleving bestaat nog steeds. Voeg daaraan toe dat al die identiteiten ‘vernederlandst’ raken, en dan kun je al helemaal niet meer spreken van dé Turkse identiteit.’

Kun je toch voorbeelden geven van veranderingen in die identiteit?

‘Elke groep binnen de Turkse samenleving maakt haar eigen verandering mee. De soennitische moslims hebben zich bijvoorbeeld goed weten te organiseren in moskeeën en via buitenlandse imams de band met Turkije warm gehouden. Maar je ziet de behoefte veranderen: men wil een imam die Nederlands spreekt en de cultuur begrijpt. De Turkse taal verwatert van de eerste generatie gastarbeiders tot de derde generatie kinderen. Mensen willen niet per se meer in Turkije begraven worden, maar in Nederland. En de dragende waarden en gebruiken vanuit de islam zijn ook aan het veranderen: minder theologie, meer cultuur. In zijn algemeenheid zie ik dat de Turkse identiteit langzaamaan richting de heersende Nederlandse cultuur beweegt. Hypotheekje, bestuurlijke functies, toegang tot hoger onderwijs, het zijn allemaal stijgende lijnen. Turken worden letterlijk Turkse Nederlanders. En ik kan echt niet meer zomaar bij een Turkse vriend binnenvallen, afspraak is namelijk afspraak. Tevens heb ik al lang niet meer het mandaat om een partner te kiezen voor mijn kinderen. Dat regelen ze nu gelukkig zelf wel.’

‘Tegen een onduidelijke Nederlandse identiteit staat een nog redelijk sterke identiteit van migranten. Daarom worden migranten als bedreigend ervaren’

Hoe is de Nederlandse identiteit veranderd in die zestig jaar tijd?

‘Dat is een spannende en omvangrijke vraag. Koningin Maxima werd verketterd toen ze terecht constateerde dat dé Nederlandse identiteit niet bestaat. Toch is er wel degelijk een actuele Nederlandse identiteit te omschrijven. Ik noem deze: liberaal-christelijk. Nederlanders hechten aan hun vrijheden en zijn wars van regels en instituten. Dankzij het afbrokkelen van de zuilen in de jaren zestig is er een ruimte ontstaan waarin individualisme de norm is geworden. Maar de christelijke cultuur ademt nog steeds door alle instituten heen. Het individualisme is dankzij het concurrentiemodel van het marktdenken en de ontbinding van de zorgdragende overheid nu op het punt aangekomen dat Nederlanders vooral kunnen omschrijven wat ze niét zijn: men is vooral géén moslim. Géén voorstander van het delen van leefruimte. Men wil géén bestuurlijke invloed van nieuwe Nederlanders. Een land dat niet meer weet wat de dragende, verbindende waarden zijn, hunkert naar het verleden dat geromantiseerd wordt. Dan krijg je Hollandse varianten van Make America great again. Tegen een onduidelijke Nederlandse identiteit staat een nog redelijk sterke identiteit van migranten. Daarom worden migranten als bedreigend ervaren, zeker als ze steeds beter meedoen in de samenleving.’

Uit onderzoek blijkt dat tweede en derde generaties het steeds beter doen, maar dat de weerstand tegen mensen met een migratieachtergrond ook lijkt toe te nemen. Hebben die twee dingen met elkaar te maken?

‘Absoluut. Een betere integratie betekent hogere functies in onderwijs, bedrijfsleven, overheid en andere instituten in de samenleving. Het betekent ook dat migranten een economische macht vormen. Het komt dan uiteindelijk neer op het delen van invloed, macht en ruimte. En wie wil dat nu graag doen? Migranten houden daarnaast meestal in meer of mindere vorm vast aan hun religieuze en culturele identiteit. Een voorbeeld: wanneer het gaat om vrouwen die een hoofddoek willen blijven dragen, botst dat met het feminisme van de jaren zestig. Men had zich eindelijk bevrijd van de drukkende invloed van de kerk op het vrouwenlichaam, en nu zijn daar moslima’s die religieuze uitdossingen herintroduceren. Daar kun je van alles van vinden, maar dat wordt zo ervaren. Daarom is het belangrijk met elkaar in gesprek te blijven, zodat deze onderliggende beelden en geschiedenis duidelijk worden.’

In een discussie in De Balie onlangs over zestig jaar migratie, merkte antropoloog Sinan Cankaya op dat we niet ‘frivool’ kunnen doen over het huidige kabinet. Andere gasten met een migratieachtergrond reageerden gepikeerd. Hoe sta jij in deze discussie?

‘Wanneer migranten succesvol zijn, vergeten zij vaak dat de overgrote meerderheid niet een talent heeft waarmee die zich kan onderscheiden binnen de samenleving. De uitzondering mag dus nooit de norm worden, we hebben voor alle mensen te zorgen. Juist de talenten zouden zich altijd moeten herinneren dat het huidige kabinet bedreigend is voor al die mensen die niet de vaardigheid hebben om zich met taal, functie of netwerk te manoeuvreren langs de nieuwe ijsschotsen die momenteel door het kabinet worden opgeworpen.’

‘Toen ik als veertienjarige jongen voor de eerste keer mijn zestigjarige buurman Frans sprak, na al die jaren van elkaar negeren, ontdekten we dat we beiden hielden van het schaakspel’

Wat is jouw boodschap aan de politiek?

‘De politiek is niet zo interessant, politici volgen uiteindelijk wat er in de samenleving speelt. Ik was ooit zes maanden actief voor een politieke fractie in Hengelo, maar hield het al snel voor gezien. Politiek is hard en de beeldvorming is leidend. Mijn talent ligt in schrijven en spreken, en via mijn eigen mediaplatform organiseer ik invloed door een echo te zijn van en voor andere stemmen. Mijn boodschap is daarom vooral aan migranten en hun kinderen gericht: organiseer jezelf en kom op voor je belangen, organiseer je economische invloed, wees trots op je roots en zet al je identiteiten in. Zonder je niet af van de Nederlandse samenleving – je bént de Nederlandse samenleving. Ken je rechten en zorg voor een democratische inbedding van alles wat je doet. Dan kunnen mensen niet om je heen en hoef je ook niet bezorgd te zijn. Het vraagt veel tijd en geduld, maar de keuze is simpel: of er wordt óver je beslist, of je beslist zelf.’

Hoe kijk jij vanuit je persoonlijke leven naar zestig jaar migratie uit Turkije naar Nederland?

‘Ik kus de hand van mijn moeder om haar te bedanken voor haar offers en bezoek het graf van mijn te vroeg overleden vader. Ik geef lezingen waar nodig en publiceer verhalen over mensen die wijsheid brengen in het gesprek over de Nederlandse samenleving. Ik ben erg blij met al mijn identiteiten en geef deze graag door aan mijn kinderen. Toen ik als veertienjarige jongen voor de eerste keer mijn zestigjarige buurman Frans sprak, na al die jaren van elkaar negeren, ontdekten we dat we beiden hielden van het schaakspel. We raakten verslaafd aan onze wedstrijdjes in de tuin en leerden elkaar kennen op een manier die volledig natuurlijk verliep. Dankzij hem leerde ik dat Nederlanders niet uit gierigheid snel het deksel op de koektrommel doen, maar om het voedsel niet te laten bederven. Bij de uitvaart van Frans kwam ik voor de allereerste keer in de kerk en ik was trots dat we elkaars leven hadden verrijkt. Zo simpel kan het zijn: leer elkaar kennen, dat is de enige weg naar een goede samenleving. Maar leer ook je rechten kennen en beschermen.’

Enis Odaci (1975) is publicist en directeur van Volzin Magazine (www.volzin.nl). De lezing van Odaci is de aftrap van een maand vol activiteiten in de Bibliotheek Den Haag om zestig jaar migratie uit Turkije te vieren. Er zijn onder andere poëzieavonden, ebru-workshops, en de mogelijkheid om je eigen familiearchief te creëren. De maand wordt afgesloten met de boekpresentatie Je moest eens weten van fotograaf en beeldend kunstenaar Cigdem Yüksel.

Georgië: hertelling van stemmen na fraudeverdenking

0

De centrale kiescommissie in Georgië telt vandaag opnieuw de stemmen van de parlementaire verkiezingen, omdat er verdenkingen zijn van grootschalige fraude. De oppositiepartijen zeiden dit weekend dat stemmen gestolen zijn.

Verkiezingscommissies zullen hertellingen uitvoeren van stembiljetten van vijf willekeurig geselecteerde stembureaus in elk kiesdistrict, wat neerkomt op ongeveer 14 procent van de stemmen, kondigde de centrale kiescommissie vandaag aan, aldus de Franse persdienst AFP.

Volgens de officiële uitslag heeft de regerende Georgian Dream Party de verkiezingen gewonnen met 53,9 procent. De vier oppositiepartijen zouden gezamenlijk 37,7 procent van de stemmen hebben gekregen.

Volgens president Salome Zurabishvili is er sprake van inmenging door een ‘Russische speciale operatie’. De Georgian Dream Party is pro-Russisch, en het buurland wil het land al jaren binnen eigen invloedssferen krijgen. Dit terwijl het land sinds de opheffing van de Sovjet-Unie juist steeds meer een westerse koers heeft gevaren.

Rusland ontkent betrokken te zijn bij verkiezingsfraude. De Hongaarse premier Viktor Orban, ook pro-Russisch, heeft de uitslag erkend als democratisch. De Verenigde Staten en de Europese Unie hebben de onregelmatigheden bij de verkiezingen echter veroordeeld. Zweden heeft inmiddels de samenwerking op regeringsniveau opgeschort, aldus AFP.

Irak beschuldigt Israël van schending van het luchtruim

0

Irak heeft Israël beschuldigd van schending van soevereiniteit door het luchtruim te gebruiken bij de aanval op Iraanse doelen. De regering heeft een klacht ingediend bij de Verenigde Naties.

Dit meldt the National, een Britse krant in de Verenigde Arabische Emiraten. Een woordvoerder van de regering zei dat het ‘niet zal toestaan dat het Iraakse luchtruim of land wordt gebruikt om andere landen aan te vallen, vooral niet buurlanden die respect en gemeenschappelijke belangen met Irak hebben’.

Op zaterdag viel Israël productiecentra voor ballistische raketten aan in verschillende provincies. Volgens de Iraanse regering werden sommige raketten afgevuurd vanuit het Iraakse luchtruim, ongeveer 113 kilometer van de grens met Iran. Ook de Iraanse regering vindt dit bezwaarlijk en heeft de VN gevraagd dit te adresseren.

Het probleem volgens de Iraanse regering is dat Israël gebruik heeft gemaakt van de Amerikaanse bases in Irak. De Verenigde Staten hebben meerdere militaire bases in het land, met goedkeuring van de Iraakse regering. Maar Iran noemt dit ‘bezetting van het luchtruim’.

Aanstaande maandag zal de kwestie worden besproken door de VN. De Israëlische aanval was een reactie op de aanval van Iran op Israël eerder deze maand. Dat was weer een reactie op de dood van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah en Hamas-leider Ismail Haniyeh.

Onze moeders zijn een bewijs van vrouwelijke veerkracht

0

Een hardnekkig stereotype blijft de Nederlandse media overheersen, namelijk dat van de moslima die voorovergebogen over de markt schuifelt. Een vrouw met een lange jurk, een hoofddoek, een plastic tasje van de Wibra of Zeeman in de hand.

Zo wordt de moslimvrouw al tientallen jaren afgebeeld. Een beeld dat niets zegt over wie ze werkelijk zijn, maar des te meer over hoe de samenleving hen graag ziet: als niet ontwikkelde, ongezonde, machteloze huisvrouwen en slachtoffers, die onderdrukt worden en gered moeten worden.

Laat mij je vertellen wie ze eigenlijk zijn. Zij waren de eersten die hun families hebben geholpen te aarden in nieuwe, onbekende landen. Zij zijn moeders die hun kinderen grootbrengen met een dubbele hoeveelheid wilskracht, die hen leren schipperen tussen verschillende culturen en hen inspireren om te dromen. Ze zijn moeders die zonder enige erkenning hele gemeenschappen draaiende houden in Nederland.

Het maakt mij trots dat deze vrouwen hun kinderen hebben opgeleid tot de professionals die ze vandaag zijn. Wij, die kinderen, zijn bijvoorbeeld ondernemers die eigen bedrijven runnen, artsen in ziekenhuizen, advocaten in rechtbanken. Wij zijn ook schrijvers die onze verhalen vertellen, kunstenaars die schoonheid creëren, wetenschappers die grenzen verleggen.

Vergeet de eerste Marokkaanse burgemeester in Nederland niet – en de eerste Marokkaanse burgemeester van een grote stad in Europa. Want achter elk van deze successen staat een moeder met een Zeeman-tas op de markt, die haar persoonlijke wensen heeft opgegeven zodat haar kinderen hun dromen kunnen najagen.

Wij eisen erkenning voor wie wij en onze moeders zijn

Toch blijven de Nederlandse media koppig vasthouden aan dat eenzijdige beeld van de zogenaamde onderdrukte moslima. De vooroordelen zeggen meer over die mensen dan over wie onze moeders werkelijk zijn. Hokjesdenkers weigeren te zien dat achter een schuifelende vrouw met een Zeeman-tas een inspirerend verhaal schuilt.

En zelfs als zij enkel een huisvrouw is, wat is daar mis mee? Wie bepaalt eigenlijk dat uiterlijke symbolen zoals een hoofddoek iets zeggen over iemands levensgeluk? Waarom zouden we überhaupt geluk willen afmeten aan nietszeggende kenmerken?

Onze moeders zijn geen personages in verhalen over onderdrukking en bevrijding. Ze zijn mensen van vlees en bloed, met eigen dromen en streven. Ik vind dat het tijd wordt dat de Nederlandse media en samenleving verder kijken dan dit verstikkende stigma. Want haar identiteit is geen beperking, maar een bron van kracht. Haar geloof is geen keten, maar een anker. Haar cultuur is geen gevangenis, maar een schatkist.

Mijn stem – samen met die van talloze andere moslimvrouwen – wordt steeds luider. Wij eisen geen medelijden of bevrijding. Wij eisen erkenning voor wie wij en onze moeders zijn. We zijn sterke vrouwen die onze eigen pad kiezen en die hun kinderen opvoeden tot wereldburgers.

Dus, de volgende keer dat je een moslimvrouw op straat ziet, kijk dan verder dan je vooroordelen. Zie de mens, de vrouw, de drager van dromen. Want zij zijn hier en ze zijn sterk met of zonder Wibra-tas.

Bovendien wordt het echt tijd om voorbij het winkeltasje te kijken. Want achter elk stigmatiserend beeld schuilt een menselijk verhaal dat verteld moet worden. Dat is meer dan zomaar een verhaal: het is een bewijs van vrouwelijke veerkracht. Van onvoorwaardelijke liefde en van een hart dat blijft vechten. Het overstijgt alle mediahokjes en daarom is het te belangrijk om niet te vertellen.

Deze verhalen helpen om bestaande vooroordelen te doorbreken en een completer beeld te scheppen van wie deze vrouwen zijn. Zo werken we aan een samenleving waarin vrouwen niet beoordeeld worden op het plastic tasje dat ze vasthouden, de kleding die ze kiezen en de hoofddoek die ze dragen.

Israël verbiedt hulporganisatie UNRWA voor Palestijnen

0

‘Het is over en uit voor UNRWA in Israël’, zegt de Israëlische parlementariër Yulia Malinovsky over het aanstaande verbod op de VN-organisatie voor hulp in Gaza. Israël stelt dat UNRWA door Hamas is geïnfiltreerd en betrokken was bij de aanval op 7 oktober. De BBC meldt dat dit niet kan worden bevestigd.

‘Dit zijn je collega’s van UNRWA die het lichaam van Yonatan Samerano hebben ontvoerd op 7 oktober’, zegt Malinovsky op X, met daarbij een foto van twee gewapende mannen die met een lichaam slepen. Zij zouden UNRWA-medewerkers zijn, en daarom moet de gehele organisatie worden opgedoekt, aldus Malinovsky.

De VN bestrijdt vanaf het begin de aantijgingen van Israël.

Dit terwijl UNRWA al decennialang essentieel is voor een breed scala aan diensten voor Palestijnse vluchtelingen, waaronder gezondheidszorg en onderwijs voor miljoenen in Gaza.

‘Het is waanzin dat een lidstaat van de VN werkt aan de ontmanteling van een VN-agentschap dat ook nog eens een van de belangrijkste doorvoerkanalen is voor de humanitaire hulpverlening in Gaza’, reageert Juliette Touma, een woordvoerder van UNRWA.

Enkele van Israëls laatste bondgenoten, zoals de Amerikaanse en Britse regeringen, hebben ‘zorgen’ geuit over dit besluit. Nederland heeft vooralsnog niet gereageerd op het verbod van UNRWA.

Het officiële dodental in Gaza is inmiddels de 4.300 gepasseerd. Israël bombardeert inmiddels ook in Libanon, waarbij elke dag tientallen slachtoffers vallen.

CBS: kwart minder asielaanvragen vergeleken met vorige zomer

0

Vergeleken met het derde kwartaal van vorig jaar hebben een kwart minder mensen een asielaanvraag gedaan in Nederland, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 

Het gaat om ruim 8.000 asielverzoeken die in het derde kwartaal van dit jaar zijn ingediend. Vorig jaar lag dat aantal boven de 10.000 asielaanvragen. ‘Met name het aantal asielverzoeken van Syriërs daalde sterk ten opzichte van vorig jaar (van 4,3 duizend naar 3,3 duizend)’, schrijft het CBS.

Wel is het aantal asielverzoeken ten opzichte van het tweede kwartaal gestegen, en in die toename (400 personen) spelen asielaanvragen van Syriërs (+21 procent), Turken (+32 procent) en Eritreeërs (+27 procent) een grote rol. Het aantal Irakezen dat asiel aanvroeg is gedaald in het afgelopen kwartaal, van 675 naar 200 eerste asielaanvragen.

Wat betreft nareizigers is het aantal mensen dat in Nederland arriveerde (rond de 2.500) gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar.

Het valt op dat een meerderheid van de asielaanvragen wordt ingediend door mensen die jonger zijn dan 35 jaar. ‘Negentwintig procent was zelfs jonger dan 18 jaar. Van alle mensen uit Eritrea die een verzoek indienden, was meer dan de helft minderjarig’, aldus het CBS.

Waarom we in de asielcrisis blijven geloven

0

De kranten staan er vol mee, politici hebben er de mond vol van. We hebben een asielcrisis, we kunnen het allemaal niet meer aan. Volgens mediawetenschapper Mirjam Vossen is dit een frame, dat bepaalt hoe we de wereld om ons heen zien en beschrijven.

Vossen is gepromoveerd op onderzoek naar de framing van wereldwijde armoede. De laatste vier jaar heeft ze zich beziggehouden met migratie. Want in gesprekken over migratie is eenzijdige framing een probleem, vindt ze. Wat betekent dat? ‘Een frame is een perspectief, een lens waarmee je naar een onderwerp kunt kijken. Dat uit zich in woorden, in beelden of in redeneringen die je gebruikt.’ Wat betreft migratie is het dominante frame volgens Vossen al een aantal jaren dat van de ‘asielcrisis’ – het ‘falende systeem’ en een behoefte aan ‘controle’. ‘Het is chaos, we kunnen het niet aan, er komen er te veel. Dat is één manier om naar migratie te kijken en ik zie dat die al jarenlang sterk domineert.’

Om te begrijpen of er werkelijk sprake is van een asielcrisis, verwijst ze naar het boek Hoe migratie echt werkt van Hein de Haas. Zelf is ze meer bezig met de manier waarop we hierover schrijven, rapporteren en zelfs nadenken.

Mirjam Vossen

Hoe doen de media het op dit moment als het gaat over migratie en vluchtelingen?

‘Het frame van het falende systeem domineert al een poos in de media. Dat is begonnen met de berichtgeving over Ter Apel. Twee jaar geleden kregen we voor het eerst beelden te zien van mensen die op het gras sliepen. Het Rode Kruis moest eraan te pas komen. Dat heeft heel veel impact gehad.’

‘Als je ‘overspoeld’ wordt, dan ga je dijken bouwen. Heb je last van een ‘migratiegolf’, dan ga je die indammen’

Waarom is dit bezwaarlijk?

‘Het bezwaar is dat de komst van asielzoekers gelijk wordt gesteld aan de komst van problemen. Want de situatie in Ter Apel – en in mindere mate in Budel, waar kansloze asielaanvragers terechtkomen – is wat mensen zien. Maar in de meeste azc’s is er eigenlijk nauwelijks iets aan de hand. Daar gaan journalisten niet heen.

‘Het gebruik van een bepaald frame an sich is niet verkeerd. Het is onvermijdelijk dat journalisten dit doen. Als er mensen buiten slapen in Ter Apel, om even bij dat voorbeeld te blijven, is dat iets wat we als samenleving niet willen. Dan is het je journalistieke plicht om daar aandacht aan te besteden. Dus die keuze om dat te belichten met het frame van het falende systeem, is journalistiek valide.

‘Het probleem zit hem echter in de optelsom van de veelheid aan berichten met datzelfde perspectief. Hierdoor wordt je als samenleving constant bevestigd in het gevoel dat we overspoeld worden, dat we het niet aankunnen. Bovendien is er vaak impliciet een oplossing verbonden aan dit perspectief. Want als je ‘overspoeld’ wordt, dan ga je dijken bouwen. Heb je last van een ‘migratiegolf’, dan ga je die indammen.’

Het is geen toeval dat deze bewoordingen op een of andere manier te maken hebben met water, legt Vossen uit. ‘Dit is heel gangbaar in Nederland, er is zelfs een woord voor: watertaal. Dit soort termen worden gebruikt door de media, maar ook door hulporganisaties en politici. De PVV heeft het zelfs over een tsunami. Water moet je beheersen. Het gebruik van deze termen triggert het controle-frame, het idee dat we actie moeten ondernemen om deze vloedstroom de baas te worden. Terwijl je ook gewoon ‘de komst van vluchtelingen’ kunt zeggen.’

Wat kunnen journalisten doen om te voorkomen dat ze meewerken aan een eenzijdige en negatieve framing?

‘Je kunt ook de lezer triggeren met verhalen waar niet bij voorbaat een negatief conflict in zit. Bijvoorbeeld: als gemeenten straks de Spreidingswet gaan uitvoeren, zullen zij inspraakavonden gaan organiseren om de komst van opvanglocaties te bespreken. Een natuurlijke neiging van journalisten zou kunnen zijn om alleen naar zo’n avond toe te gaan als de spanningen oplopen. Maar je kunt als redactie ook rapporteren over de gevallen waar het goed gaat. Het is belangrijk de balans in de gaten te houden.’

Op welke manier zou er dan over Ter Apel bericht moeten worden?

‘Ten eerste, je zou je als redactie kunnen afvragen of het iedere keer op het journaal of in de krant moet komen als er problemen zijn. Als je naar Ter Apel gaat, kun je je ook meer bewust zijn van de beeldvorming die je creëert. Dit is lastig op die specifieke plek, want je mag er niet binnenkomen. Wanneer er een tekort aan slaapplekken is, mogen de vrouwen en kinderen naar binnen en blijven er mannen buiten. We krijgen dan vooral beelden te zien van alleenreizende mannen en het is nu eenmaal zo dat er meer sympathie is voor vrouwen en kinderen die gevlucht zijn. Nu is het wel zo dat er meer mannelijke asielzoekers zijn, maar door alleen hen in beeld te brengen, krijg je toch een beeldvorming die niet klopt en die een impact heeft op hoe men in Nederland over asielzoekers denkt.

‘Tot slot zie je dat asielzoekers erg anoniem blijven. In plaats van een camera te zetten op zo’n groep mannen, kun je mensen ook in beeld brengen met naam en toenaam en een verhaal. Daardoor worden zij voor de lezer en kijker personen.’

Cijfers in de media

Naast woord en beeld kunnen ook cijfers een scheef beeld schetsen. Dat is vooral hulporganisaties aan te rekenen. In zijn boek legt Hein de Haas uit dat organisaties als de International Organization for Migration (IOM) en de VN bewust die cijfers presenteren die een grimmig beeld laten zien, terwijl er vaak ook een ander beeld mogelijk is. Zo is de laatste twintig jaar niet alleen het aantal migranten gestegen, maar ook de totale wereldbevolking. Als je het aantal migranten zou kwalificeren als percentage van de wereldbevolking, zie je dat hun aandeel in deze periode gelijk is gebleven.

‘Hier heb ik me ook veel in verdiept’ vertelt Vossen. ‘Een ander probleem dat De Haas beschrijft, is dat mensen heel lang de kwalificatie ‘vluchteling’ behouden, waardoor de cijfers een misleidend beeld geven. Veruit de meeste vluchtelingen zijn niet onderweg, maar wonen ergens. Vaak al jarenlang, soms generaties lang. Denk bijvoorbeeld aan Palestijnse vluchtelingen in Jordanië. Omdat ze nog steeds een vluchtelingenstatus hebben en geen burgerrechten krijgen, blijven ze meetellen als vluchtelingen in de cijfers van het IOM of UNHCR.

‘Het probleem hiervan is dat de cijfers van deze organisaties, en termen als ‘mensen op de vlucht’, het beeld oproepen van grote groepen mensen die ergens naartoe gaan, terwijl dit niet klopt. Slechts een klein deel van dat aantal is daadwerkelijk onderweg.’

Waarom doen deze organisaties dat?

‘Omdat ze hiermee de urgentie van het probleem groter maken. Hun natuurlijke modus is om de noodklok te luiden. Dat zie je bij allerlei soorten organisaties. Als ze data vinden om dat te ondersteunen, dan gebruiken ze die. Dat kan soms ten koste gaan van de nuance.

‘Ik heb weleens gesprekken hierover gehad met directeuren van vluchtelingenorganisaties. Ik heb er namelijk moeite mee dat ze dit doen. Niet alleen omdat het feitelijk een verkeerd beeld schetst, maar ook omdat de mensen die al negatief tegenover de komst van vluchtelingen staan, alleen maar gesterkt worden in hun idee dat er nog veel meer gaan komen. Dus deze manier van rapporteren heeft een averechts effect ten opzichte van wat zij eigenlijk zouden willen bereiken. Het versterkt misschien het draagvlak bij het kleine groepje dat toch al hun achterban is, maar ook de weerstand bij een grote groep in de samenleving die de komst van vluchtelingen niet ziet zitten. Zij zullen denken: dan moeten we nog meer ons best doen om te zorgen dat we de aantallen onder controle houden.’

‘We geloven nu allemaal dat er een asielcrisis is, omdat Geert Wilders het op de agenda zette’

En als media maken we ook gebruik van deze cijfers.

‘Ja. Je moet eigenlijk echt in al die cijfers duiken om te kijken waar ze vandaan komen. Dat is lastig, want meestal moet je een verhaal snel schrijven. IOM of UNHCR zouden betrouwbare bronnen moeten zijn. Ik wantrouw intussen zelf eigenlijk stelselmatig alle cijfers van hulporganisaties, omdat ze er belang bij hebben om te alarmeren. En dit geldt dus ook voor sommige gerespecteerde VN-organisaties.

‘Tegelijkertijd vermoed ik dat de journalisten die hierover schrijven waarschijnlijk wel het grotere plaatje zien. Toen ik onderzoek deed naar de manier waarop over armoede werd geschreven, heb ik een keer een poll uitgezet onder journalisten die dit onderwerp in hun portefeuille hadden. Zij waren wel degelijk op de hoogte van de bredere trends. Maar als ik naar hun artikelen keek, zag ik dat niet terug. In de artikelen bleven ze vooral de narigheid benadrukken. Toen ik ze vroeg hoe ze de insteek van hun artikelen bepaalden, kwamen ze met motieven als ‘nieuwsroutine’. Ik denk dat bij onderwerpen als migratie, en dan vooral vluchtelingen, eenzelfde soort fenomeen speelt.’

Stel dat journalisten een maand lang alleen maar positieve verhalen over vluchtelingen zouden schrijven. Zou dat dan publieke opinie beïnvloeden?

‘Dat is een lastige vraag. Ik ben geneigd om te denken van wel, maar het is heel moeilijk om dat met onderzoek aan te tonen. Het zou ook nog weleens kunnen tegenvallen. Politici  zijn namelijk ook in staat om de media te manipuleren. We geloven nu allemaal dat er een asielcrisis is, omdat Geert Wilders het op de agenda zette. Dit is door de media geaccepteerd als het gangbare verhaal, al lees ik ook wel aardig wat kritische opinies die dat dan weerleggen.

‘Het opvallende is dat mensen heel tegenstrijdige ideeën hebben als het om vluchtelingen gaat. Ik denk dat een groot deel van de Nederlanders vindt dat we vluchtelingen moeten helpen, maar dat gevoel wordt nauwelijks meer aangesproken door de dominante framing in de media. Het hele discours is momenteel gekaapt door het frame van het falende systeem, het idee dat we het niet meer aankunnen. In Nederland houden we van sociale orde en dit frame herinnert ons aan het feit dat we dat nu niet hebben. Daarom blijft het ons triggeren.’