14.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 13

Geen vakantie naar Turkije dit jaar? Dit is wat een boycot doet

0

Toen de seculiere burgemeester Ekrem Imamoglu gearresteerd werd, reageerden critici met een boycot tegen Turkse bedrijven die gelieerd zijn aan Erdogan. De Kanttekening vroeg Turkse Nederlanders of zij de boycot steunen.

Dit artikel is eerder verschenen op De Kanttekening op 11 april 2025. 

In de weken na de arrestatie van de seculiere burgemeester Ekrem Imamoglu blijft het onrustig in Turkije. Bijna elke dag worden er journalisten en burgers opgepakt die zich verzetten tegen de arrestatie van Imamoglu, die door de Turkse autoriteiten wordt verdacht van corruptie, fraude en het leiden van een criminele organisatie.

Bij Turkse protesten in Nederland valt op dat vooral expats en vluchtelingen aanwezig zijn. Veel conservatievere Turkse Nederlanders durven zich niet uit te spreken over de Turkse politiek. Reageren vanuit deze groep is vaak: ‘Ik sla dit even over’ of ‘Ik houd me niet bezig met Turkse politiek’. Wie wel wil praten, doet dit anoniem vanwege veiligheidsredenen.

De Kanttekening sprak met socioloog Erkan Yigit, radiopresentatrice Yesim Candan en Koerdisch journalist Baki Karadeniz over de situatie in Turkije. Uit gematigd-conservatieve hoek wilde alleen Ferdi Bulut (echte naam bij de redactie bekend) praten op anonieme basis. De naam van de linkse Metin Tokat is ook gefingeerd.

‘Een boycot vind ik een domme aanpak’, zegt Ferdi Bulut uit Amsterdam. ‘Het zal nadelig zijn voor de Turkse economie en alleen maar maar de lokale bevolking treffen, die al lijdt onder politieke of economische omstandigheden. Het kan de werkgelegenheid en het inkomen van gewone mensen, zoals hotelmedewerkers of winkelhouders, negatief beïnvloeden, zonder dat het veel invloed heeft op de politieke machthebbers’, zegt hij.

´Nederlandse Turken zouden er niet aan moeten meedoen´

Yesim Candan is ook geen voorstander van een boycot. ‘Ik heb er wat langer over nagedacht. Je ziet het steeds vaker. Maar het lijkt meer op een kortetermijnstandpunt van wij staan niet achter jullie. En dan ebt het weer weg’, zegt ze.

Candan gelooft ook niet echt dat het effect heeft. ‘Nederlandse Turken zouden er niet aan moeten meedoen. Je kunt bedrijven en holdings wel even laten schrikken. Maar uiteindelijk ligt het probleem natuurlijk veel dieper. En dat kun je niet met een boycot oplossen.’

Turkse badplaatsen

Voor de alevitische socioloog Erkan Yïgit, die oorspronkelijk uit de Koerdische stad Dersim komt, zijn de verhoudingen met de soennitische Turkse staat altijd gespannen geweest. Hij mijdt sowieso al zoveel mogelijk producten van pro-Erdogan bedrijven. Volgens hem gaat een boycot aan ‘een overgrote meerderheid van de Turken’ voorbij.

Volgens Metin Tokat uit Amsterdam, die communistische ideeën heeft, werkt een boycot wel, maar is het niet genoeg. ‘Je moet ook de productie raken, bijvoorbeeld met stakingen’, zegt hij.

Hij wijst op de paniekreactie van de Turkse autoriteiten die de boycot-oproepen zien als ‘haatzaaien’. ‘Ze sturen zelfs ministers naar Erdogan-gelieerde espressobars. Dat komt omdat de AKP een extreem kapitalistische partij is. Daarom worden ze zenuwachtig van boycots en stakingen’, legt hij uit.

Volgens Tokat zouden Turken in Europa de boycot moeten steunen, maar niet de Europese overheden of bedrijven. Dat zou de bevolking in Turkije niet helpen en is volgens hem geen echte solidariteit.

‘Turkije onderhoudt nauwe betrekkingen met Europa. Economisch, politiek en militair. Vanuit het volk is er nu een boycot begonnen. Turkse Nederlanders kunnen daaraan bijdragen door niet op zomervakantie te gaan naar Turkse badplaatsen. Wie denk je dat de eigenaren van al die hotels daar zijn? Denk bijvoorbeeld aan Cengiz Holding, die onlangs met het diamantbedrijf Bulgari een overeenkomst heeft gesloten voor het bouwen van hotels. Belangrijk om je hiervan bewust te zijn’, zegt Tokat.

‘Ik zeg niet dat mensen hun familie in dorpen en steden niet moeten bezoeken. Juist het contact met hen is belangrijk om te praten over wat er in Turkije gebeurt.’

Bevoorrechte bedrijven

De gevluchte Koerdische journalist Baki Karadeniz is ook voorstander van de boycot. ‘Het is een legitieme en effectieve vorm van verzet tegen de totalitaire AKP-regering. Het geeft ons in ballingschap ook hoop, want economische belangennetwerken spelen een grote rol in het in stand houden van die macht’, zegt hij.

Baki Karadeniz

Volgens Karadeniz wordt het regime van Erdogan gestut door bevoorrechte bedrijven. ‘Daarom is een boycot van deze bedrijven door de maatschappij niet alleen een economische, maar ook een symbolische en politieke daad. Het schaadt het imago van Erdogans ‘stabiele regering’ in de nationale en internationale publieke opinie enorm.’

Volgens Karadeniz moet de onderdrukking van de oppositie de ogen van de EU openen zodat de toenaderingspolitiek met Turkije wordt ‘heroverwogen’.

Karadeniz vindt dat de Turkse bevolking in Europa dit jaar buiten Turkije op vakantie moet gaan. ‘De deviezenstroom die het Erdogan-regime ontvangt uit toerisme kan zo verminderen. Ze kunnen niet onverschillig blijven voor het leed, zwijgen betekent een indirecte goedkeuring van het autoritarisme van de regering.’

‘Erdogan begint de oppositie steeds meer als gevaar te zien’

Bulut die geen voorstander is van een boycot ziet wel dat de populariteit van Erdogan begint af te nemen. ‘Hij begint de oppositie steeds meer als een gevaar te zien. Ze hebben de lokale verkiezingen vorig jaar gewonnen. Dat wijst op groeiende onvrede binnen de Turkse samenleving.’

Hij houdt nog wel een slag om de arm wat betreft een finaal oordeel over Erdogan. ‘Want als de beschuldigingen tegen de oppositieleiders terecht zijn, kun je niet spreken van ’te ver gaan’ door Erdogan. Wel denk ik dat de timing van de arrestatie een strategische keuze van hem is geweest .’ In 2028 zijn er presidentsverkiezingen in Turkije en Imamoglu, die al drie keer de AKP van Erdogan heeft verslagen in Istanbul, wordt gezien als de grootste rivaal van Erdogan.

Bulut vindt wel dat, als Erdogan corruptie ‘echt’ wil aanpakken, hij niet alleen naar de oppositie moet kijken, maar ook anderen moet straffen.

Stukjes Syrië

Volgens Yigit gaat het Erdogan-regime al minimaal vijftien jaar te ver. ‘Om aan de macht te blijven heeft hij nu weer een oorlog nodig. Denk aan de kolonisering van stukjes van Syrië of meer geweld tegen pro-Koerdische organisaties. Het zou me allemaal niks verbazen.’

Dit gezegd hebbende vertrouwt Yigit ‘deep down’ Imamoglu ook niet. ‘Hij is religieus conservatief en kan net als Erdogan een ‘agent’ van Amerika zijn. Ik heb er geen moeite mee om te geloven dat sommige beschuldigingen tegen hem gegrond zullen zijn. Ze zijn ook niet echt een alternatief voor verandering in Turkije’, aldus Yigit.

Candan maakt zich grote zorgen. ‘Erdogan heeft zijn grootste rivaal politiek geëlimineerd op het moment dat Turkije geopolitiek steeds belangrijker wordt. Veel landen, waaronder de EU, hebben Turkije nodig, dus kunnen ze weinig beginnen tegen hem. Ik ben bang dat Imamoglu voor altijd in de gevangenis blijft, terwijl hij eigenlijk gewoon de nieuwe leider van Turkije is. De jongeren van Turkije hebben hem nodig, niet Erdogan.’ Ze denkt dat vervroegde verkiezingen de enige hoop zijn. ‘Maar dat gaan de machthebbers nooit toestaan’, zegt ze.

Yesim Candan

Tokat vindt dat nog geen uitgemaakte zaak. ‘Het ligt aan het volk of Erdogan hiermee wegkomt. We horen nu al stemmen dat Imamoglu een dief was. Maar de vraag op dit moment is niet wat Imamoglu heeft gedaan, dat kan je later met bewijzen bespreken. Waar het nu om gaat, is dat een democratisch gekozen bestuurder is vastgezet. Dat is diefstal van de Turkse democratie, en het bewijs daarvoor zit in de gevangenis. Het volk moet dit zien en zijn stem laten horen

Karadeniz doet daar nog een schepje bovenop en beweert dat de ‘totalitaire’ Erdogan de wetteloosheid en propaganda-tactieken van het naziregime evenaart.

‘De arrestatie van Ekrem Imamoglu, een burgemeester die door het volk is gekozen, is een directe aanval op de wil van het volk’, zegt hij en herinnert eraan dat dit niet de eerste keer is. ‘Eerder werden HDP-burgemeesters en parlementsleden op soortgelijke wijze ontslagen, gearresteerd of gedwongen verbannen. Het recht van het volk op informatie werd verhinderd. In 2024 verloren 4 journalisten het leven als gevolg van de aanvallen van Turkije. 112 journalisten werden vastgehouden en 26 journalisten werden gearresteerd. De gebeurtenissen van vandaag tonen aan dat de onderdrukking zich nu heeft uitgebreid tot de gehele oppositie.’

In Nederland lijken de ontwikkelingen in Turkije alleen Turkse expats en vluchtelingen echt te raken. Het zijn vooral seculiere Turken die demonstreren, en van solidariteit vanuit andere groepen Turkse Nederlanders is bijna geen sprake, schreef Trouw eerder. Waar ligt dat aan?

‘Turken die al langer in Europa wonen, hebben ook de nare kanten van Europa gezien en weinig van de toestanden in Turkije’

Volgens Bulut ligt het aan het feit dat Turkse expats met onmin uit Turkije zijn vertrokken. ‘Ze zijn vaak hoogopgeleid en geneigd om hun ontevredenheid te uiten. Aan de andere kant is er ook een groep die tevreden is, maar deze tevredenheid niet openbaar maakt, wat wellicht te maken heeft met opleidingsniveau en culturele achtergrond.’

Geromantiseerd ideaal

Tokat wijst ook op het verschil in beleving van Europa en Turkije door Turkse expats en vluchtelingen en Turken die hier al lange tijd wonen of hier zijn geboren. ‘De Turken die al langer in Europa wonen, hebben ook de nare kanten van Europa gezien en weinig van de toestanden in Turkije. Bij Turkse expats en vluchtelingen is het precies andersom. Zij kennen de nare kanten van Europa nog niet zo goed en des te meer die van Turkije. Zo hebben ze armoede, inkomensongelijkheid en antidemocratische praktijken aan den lijve ondervonden in Turkije. Maar omdat ze hiertegen geen georganiseerde strijd konden voeren, gingen ze op zoek naar een individuele oplossing en kwamen ze in Europa terecht. Daarom is hun eerste reactie richting Turkije vaak kritisch, maar dat betekent niet dat hun kritiek onterecht is.’

Volgens Tokat wordt Turkije nog steeds geromantiseerd als ‘ideaal’ voor veel Nederlandse Turken, die in Europa ook slachtoffer zijn van discriminatie.

Karadeniz vindt het logisch dat meer expats betrokken zijn. ‘Want deze mensen hebben een prijs betaald en hun vrijheid verloren in Turkije. Dit verleden maakt hen gevoeliger en politiek actiever. Hier kunnen ze ook op vrije wijze hun gedachten uiten, wat in een omgeving van onderdrukking, censuur en zelfcensuur in Turkije niet mogelijk is,’ aldus Karadeniz. ‘Toch blijven er mensen met economische of familiebanden zwijgen uit angst. Zelfs op sociale media moeten ze hun woorden afwegen,’ voegt hij daaraan toe.

Candan moet denken aan de Netflix-serie Bir Baskadir over de verdeeldheid in Turkije. ‘Op de Dam in Amsterdam zagen we vooral de kunstenaars, de schrijvers, de oude elite van Turkije. Er zijn simpel gezegd twee groepen in Turkije. Het seculiere deel en het religieuze deel. En die ontmoeten elkaar veel te weinig.’

Hoe zit het met het doorbreken van de angstcultuur onder Turken? Bulut zegt dat hij zich al jaren niet echt meer bezighoudt met de Turkse politiek. ‘Ik heb er geen invloed op en het beïnvloedt mij ook niet. We hebben overigens genoeg uitdagingen in Nederland en er zijn belangrijkere dingen op de wereld waar ik mij druk om kan maken, zoals de genocide in Palestina’, concludeert hij.

‘Ik heb niet de luxe om een vijand van Turkije te worden’

Yigit denkt dat Turkije, ‘al wordt het gerund door gekken’, nog steeds het land is waar hij op kan terugvallen op de dag dat ‘het fascisme weer aan de macht komt’ in Europa. ‘De Nederlandse politieke autoriteiten bewijzen telkens dat ze niet te vertrouwen zijn,’ zegt hij en geeft als voorbeeld de brandstichting in Sivas in 1993. ‘Hier is een Nederlandse burger ook bij omgekomen door radicalen vergelijkbaar met ISIS. De Nederlandse autoriteiten hebben toen niks gedaan tegen Turkije,’ zegt hij. ‘Tel daarbij hun pro-Israëlisme, dat geeft objectief gezien weinig vertrouwen in dit land. Daarom heb ik niet de luxe om een vijand van Turkije te worden. Ik wil aan de ene kant geen vijanden maken, maar ik heb ook steeds gevoelens voor dit land en ik heb er vertrouwen in dat het op een dag beter zal gaan. Misschien voor toekomstige generaties.’

Gemarteld in de gevangenis

Ook Tokat voelt de angstcultuur tot in zijn vezels. ‘Bij protesten schreeuwden ze bijvoorbeeld ‘Wees niet stil. Zolang je stil blijft, ben jij de volgende aan de beurt’. Daar ben ik het hartgrondig mee eens, en toch kan ik niet vrijuit spreken uit veiligheidsoverwegingen voor mijn familie. Dat werkt zeer verlammend helaas, want de ruimte om je uit te spreken wordt met de dag kleiner. Steeds meer mensen voelen zich monddood gemaakt en durven bijna niets meer te zeggen. Dit is bewuste onderdrukking. Juist daarom ligt de enige uitweg in gezamenlijke, georganiseerde actie: mensen moeten elkaar opzoeken, duidelijke doelen stellen en samen de strijd aangaan.’

‘Deze repressie wordt al tientallen jaren systematisch toegepast in de Koerdische gebieden’

Karadeniz spreekt zich wel openlijk uit tegen de Turkse onderdrukking. ‘Ja, ik ben niet bang om mezelf te uiten, maar deze vrijheid is me niet komen aanwaaien’, vertelt hij. ‘Ik zat jarenlang in de gevangenis omdat ik een Koerdische activist was en me verzette tegen het beleid van de regering. Ik werd gemarteld in de gevangenis. Ik werd onderworpen aan onderdrukking toen ik werd vrijgelaten.’

Zwijgen is voor Karadeniz geen optie. ‘De arrestatie van Ekrem Imamoglu is misschien schokkend voor de westerse metropolen van Turkije, maar deze repressie wordt al tientallen jaren systematisch toegepast in de Koerdische gebieden. Gekozen burgemeesters, raadsleden, parlementsleden zijn voortdurend ontslagen, gearresteerd en vervangen door curatoren.’

Dat biedt volgens hem ook kansen voor de oppositie. ‘We moeten solidair zijn en onze stem verheffen. De enige manier om angst te overwinnen is om samen en op rationele wijze druk van onderaf te organiseren’.

Candan kan zich daar helemaal in vinden. ‘Er verandert helemaal niks als we ons niet laten horen. Turkije heeft iets nieuws nodig. En Imamoglu was er voor vrouwen, jongeren en studenten. Als er geen hoop is voor deze jongeren in Turkije, dan zullen ze uiteindelijk uit Turkije moeten vertrekken. Maar dat willen ze niet.’

Let op senioren die in bomen klimmen

0

Tijdens een vakantie samen liepen we met een vriend, die toen de vijftig wel gepasseerd was, door een boomgaard. Ik heb niet meer helder of het sinaasappel- of mandarijnenbomen waren. In ieder geval waren het narenjiya.

Ik liep wat vooruit en draaide me om om iets tegen de beste vriend te zeggen. Hij was uit mijn zicht verdwenen. Waar was hij in hemelsnaam gebleven? We hoorden hem uit een boom praten. Hij was rap een boom ingeklauterd.

Hij had er zichtbaar plezier in. Hij wilde duidelijk terug naar zijn kinderjaren. Hoeveel bomen had hij toen wel niet beklommen?

Wij waren not amused. De stugge, broze botten zijn niet hetzelfde als de ‘plastic’ botten van kinderen. Wij kenden verhalen van ouderen die uit een boom waren gevallen en dat niet hadden overleefd.

Er was geen tuinman die onze bolle wangen zag

Tijdens mijn kinderjaren klommen we in een grote pruimenboom langs het spoor in Den Bosch. We plukten er onrijpe pruimen. De boom stond daar maar. Er was geen tuinman die onze bolle wangen zag. Volgens mij staat die boom er niet meer. Ook al zou hij er nog staan, ik zou het niet in mijn hoofd halen om er in te klimmen.

De verhalen van senioren die in bomen klimmen, hebben opvallend vaak met verre geboortedorpen te maken.

Als jeugdige vertrokken uit het dorp. Eigenlijk ontworteld. Onbekend of ze in Nederland goede aarde hebben kunnen vinden om te wortelen. Hoe het ook zij: aan de boom in het geboortedorp hangen nog altijd zoete herinneringen.

Het is weer zomervakantie. Wees gewaarschuwd: als u een senior uit het oog verliest, kijk dan naar de boom in de buurt. Begeleid hem langzaam naar beneden tot hij weer met beide benen op de grond staat. Fijne vakantie!

Gettogedachten in de trein van Amsterdam naar Den Haag

0

‘Ik houd niet van interviews, ik kan niet echt een gesprek voeren met mensen die ik niet ken’, zegt een acteur tegen een opdringerige journalist. Was het Joaquin ‘AM I NOT MERCIFUL?!’ Phoenix of Denzel ‘X’ Washington? Ik weet het niet meer. Het fragment is sowieso opgeslagen in mijn langetermijngeheugen. Bekeken tijdens een van die vele lamlendige momenten voor de buis, waar ik filmpjes op YouTube afdraai. Het is mijn muze in deze zomerse dagen, met baby en vrouw in huis.

Is de acteur arrogant dat hij zoiets zegt, of is het een banale werkelijkheid waar wij juist door het ‘goede werk’ van zo’n hijgerige journalist achter komen? Waarom zou je inderdaad praten met mensen die je niet kent? In de trein breek je toch ook niet in in een gesprek tussen vrienden, over een onderwerp waar jij toevallig veel over te zeggen hebt? Vaak zou dat als ongepast worden ervaren. Maar als het discreet gebeurt, droom ik, zou het misschien ook tot echte verbinding kunnen leiden met je medemens.

In de bomvolle trein van Amsterdam naar Den Haag heb ik weleens de neiging om dat daadwerkelijk te doen. Onlangs nog, toen ik achter een groepje Surinaamse pubers van maximaal 16 of 17 jaar ging zitten. Allemaal boys die de twee vierzitsbankjes voor me hadden bezet. Ze hebben lol zoals een groepje jonge mannen lol heeft. Luidruchtig. Handtastelijk en brutaal naar elkaar toe.

De rest van het coupé mag volop meegenieten. Op een gegeven moment kregen we gewoon een rap-liveconcert, waarbij het laatste woord van een zin, uitgesproken door een van de jongeren, steeds werd gebruikt als stopwoord om na een tel een rijmende zin erachteraan te rappen. Dat ging er als volgt aan toe:

Een van de rapcrew: ‘Ik lig op de bank met je zus.’
Iedereen: ZUS!
Volgende rapper:
‘Ze smacht – korte pauze – voor die poeniekus.’
Iedereen: KUS!
‘Je moeder wacht op de bus.’
BUS!

En zo ging het telkens door, totdat een van hen er niet meer uitkwam en hard werd uitgelachen. Ik begon al met mijn hoofd te bangen en keek af en toe glimlachend op. Geen van hen keek me aan. Ik pakte zelfs de klassieker van de zwarte schrijver James Baldwin, No Name in the Street, uit mijn tas en deed alsof ik las. Ook geen respons. In Den Haag sta ik op en moet, nagenietend, toch nog aan drillrapmoorden denken. Jammer.

Ook bij een groepje witte meiden voel ik ongemak

Het voelde alsof ik zo kon connecten met deze lui. Ik voelde me totaal niet bedreigd. Hoe anders was dat een paar maanden eerder, toen ik zelfs een paar stoelen verwijderd zat van een groepje dronken witte twintigers in de trein. Ook zij waren luidruchtig en opschepperig. Ik voelde totaal geen verbinding en wilde juist zo snel mogelijk weg van hen. Ook bij een groepje witte meiden voel ik ongemak.

Ik bespreek mijn gevoelens van ongemak bij wit en verwantschap bij zwart met een Koerdische vriendin. Zij hoort het aan en vertelt over hoe haar moeder een keer in de tram door een Antilliaan zou zijn beledigd en geduwd.

Is het een kwestie van kleur, afkomst, klasse of gender? Een combinatie, denk ik. De groep zwarte jongens klonk getto, waar ik me mee associeer door mijn eigen levenservaring. De witte jongeren hadden van die kakaccenten, waardoor ik me meteen op mijn hoede voel.

Vanuit inmiddels ouderwetse objectiviteitsopvattingen van de moderne journalist (aldus Fréderike Geerdink in Alle journalistiek is activisme) zou ik op beide groepen ‘neutraal’ moeten kunnen afstappen en vragen stellen. ‘Vertel me, waarom zijn jullie zo luidruchtig in de trein?’ Of mag ik die vraag aan Surinaamse jongeren niet stellen, omdat zij institutioneel geen macht hebben in Nederland en witte jongeren wel?

Alle gekheid op een stokje: je moet machthebbers bevragen. Dat is wat Geerdink zegt. En dan is opdringerigheid tegenover acteurs die miljoenen verdienen niet iets slechts, maar noodzaak. Bij Zomergasten werd Eus aangepakt door een witte vrouw. En dat mag zeker, als je zeven columns per week schrijft, naast al die andere mediaproducties (lees: cash money). Toch dacht ik soms, bijvoorbeeld over zijn moeder: met een Turks-Nederlandse interviewer zou hij een ander gesprek hebben gevoerd en meer de diepte in kunnen gaan, ongeacht of dat voor de (witte) kijkers thuis nou ook boeiend zou zijn of niet.

De Kanttekening tipt: dit zijn de beste boeken

Welke nieuwe boeken zijn echt de moeite waard? De redactie van de Kanttekening kiest de beste titels voor de vakantie.


Er stromen rivieren in de lucht – Elif Shafak
Wereldbibliotheek, 480 blz., €24,99

De klimaatcrisis is in de eerste plaats een watercrisis, zegt een van de hoofdpersonages in het boek Er stromen rivieren in de lucht. Het personage is een hydroloog: iemand die water bestudeert, en ze verwondert zich over het feit dat er maar zo weinig mensen zijn die oog hebben voor het element dat al bestond voordat de aarde en de zon bestonden. Het is ook de boodschap van de Brits-Turkse auteur Elif Shafak.

Water is het centrale thema van het boek en ook wat de drie personages, die elk in een ander tijdperk leven, met elkaar verbindt. De bijzonder begaafde Arthur is geboren aan de oevers van de bevuilde Theems in het Victoriaanse Londen. Narin, een yezidi-meisje, woonde aan de Tigris totdat hier in 2014 een dam werd gebouwd door de Turkse regering. En dan is daar hydroloog Zaleekha, net ingetrokken op haar woonboot aan diezelfde Londense Theems.

Verschillende tijdperken, verschillende plekken, maar verbonden door water, schrijft Shafak in de proloog. Want het is de druppel die één wordt met de rivier, waaruit het vervolgens weer opstijgt en weer neerdaalt, keer op keer, al eeuwenlang. Wat zou die druppel allemaal al hebben gezien?

Het oude Mesopotamië

Arthur heeft een buitengewone interesse in het oude Mesopotamië en ontcijfert uiteindelijk het spijkerschrift, en vervolgens het verhaal van Gilgamesj dat in dit schrift stond geschreven. Narin reist met haar oma naar de heilige vallei van hun volk, in de hoop hier rust te vinden. Ook Zaleekha wordt uiteindelijk teruggevoerd naar het land van haar ouders, het Turkse deel van Mesopotamië, langs de oevers van de Tigris.

Het boek Er stromen rivieren in de lucht is een ode aan het water. Op heel veel plekken is een nood aan vers water ontstaan, en die wordt steeds groter. Daarvan is het besef in vooral West-Europa nauwelijks doorgedrongen, zei de auteur in een interview met De Correspondent. Wie dit boek leest, zal anders gaan denken over de rol van water in het leven, terwijl de auteur je meeneemt door de rijke geschiedenis van Mesopotamië.

Majorie van Leijen, redacteur de Kanttekening


Van dankbaar naar strijdbaar – Bilal Ben Abdelkarim
Mazirel Pers, 224 blz., €24,99

Joris Luyendijks boek De zeven vinkjes. Hoe mannen zoals ik de baas spelen deed veel stof opwaaien in de media. Hoe typisch is het dan dat het boek van Bilal Ben Abdelkarim, Van dankbaar naar strijdbaar, waarin hij zeven allochtone of multiculturele vinkjes introduceert, veel minder bekend is. Onterecht. Elke allochtoon zou dit boek moeten lezen. En vooral niet-Marokkaanse allochtonen, omdat het een bijzonder inkijkje geeft in de keuken van een Marokkaanse Nederlander die altijd zijn best heeft gedaan en toch altijd weer in een hokje is geduwd.

In een tijd van onversneden moslimhaat en racisme is Van dankbaar naar strijdbaar een welkome aanmoediging om met geheven hoofd te werken aan zelfemancipatie en zelfrepresentatie. Je bent niet alleen maar een individu, je hebt ook bestaansrecht als onderdeel van een grotere groep, waar je je geenszins voor hoeft te schamen. Jij hebt net zo veel recht om boeken te schrijven, uitgenodigd te worden bij praatprogramma’s en het nieuws mede vorm te geven.

Je bent niet alleen maar een individu

Abdelkarim schrijft vanuit het hart, maar is ook uitermate genuanceerd. Telkens doet hij een poging om ook andere perspectieven erbij te betrekken. Wel keert hij zich fel tegen alle vormen van hypocrisie. Het ongekende, genocidale leed van de Palestijnen en de frustratie die hij daarover voelt, steekt hij niet onder stoelen of banken. Een sterk staaltje van speaking truth to power.

Tayfun Balcik, redacteur de Kanttekening


Op een andere planeet kunnen ze me redden – Lieke Marsman
Uitgeverij Pluim, 200 blz., €24,99

In het voorjaar van 2018 hoort dichter en filosoof Lieke Marsman (1990) dat ze kraakbeenkanker heeft. Na de behandeling keert de ziekte terug — en weer, en weer — tot ze uiteindelijk te horen krijgt dat ze ongeneeslijk ziek is. In ‘Op een andere planeet kunnen ze me redden‘ schrijft ze over de gedachten die haar tijdens dat ziekteverloop bezighouden. Maar het is meer dan alleen een verslag van ziekte. Het gaat ook over een vrouw die nooit geloofde, maar God begint te ervaren in haar leven, en daar op een niet-zweverige, uiterst zorgvuldige manier over schrijft. Ze verbindt haar ervaringen met filosofie, met Wittgenstein, William James, met Griekse mythologie, en raakt gaandeweg geïnteresseerd in buitenaards leven. Ook die interesse, hoe ongewoon misschien ook, behandelt ze met dezelfde precisie en ernst. Het boek is zo intelligent en origineel geschreven dat je na het lezen meteen de uitzending van Zomergasten (op 14 augustus 2022) met haar terug wilt kijken.

Mariska Jansen, eindredacteur de Kanttekening


Galmende geschiedenissen – Sinan Çankaya
De Bezige Bij, 240 blz., €22,99

In zijn vorige boek, Ontelbare identiteiten, liet Sinan Çankaya al zien hoe het is om als kind van migranten in Nederland op te groeien tussen systemen die houvast beloven, maar vooral grenzen trekken en uitsluiten. Met Galmende Geschiedenissen schreef hij opnieuw een boek waarmee hij Nederland een spiegel voorhoudt, een boek dat je niet eenvoudig uitleest, maar dat zich vastzet, in je hoofd en in je buik.

Het is scherp, pijnlijk, eerlijk en opnieuw stilistisch fraai. Çankaya schrijft over zijn jeugd, zijn sociale klim en de prijs van insluiting, maar vooral over wie mag spreken, en over welk lijden telt in ons publieke geheugen. Hij legt de hypocrisie bloot van een Europa dat ‘Nooit meer Auschwitz’ predikt, maar wegkijkt bij de genocide op de Palestijnen. Hij verbindt persoonlijke ervaringen met systeemanalyse.

Het is rauw, slim, literair én urgent. Het is het soort boek dat je nodig hebt om wakker te blijven in een tijd waarin veel mensen liever slapen.

Ewoud Butter, redacteur de Kanttekening


Odyssee – Stephen Fry
Thomas Rap, 368 blz., €24,99

Het origineel van Homerus moet ik nog een keer helemaal lezen (in het Nederlands hoor), maar de hervertelling van Stephen Fry is briljant. Het gaat ook om een universeel verhaal, over verdwaald zijn, het vinden van je weg terug, het terugkeren naar huis. Leuk is ook dat Fry niet alleen de zwerftocht van Odysseus vertelt, die na de val van Troje nog tien jaar onderweg is om zijn vrouw Penelope weer te zien en zijn zoon Telemachus, maar ook de queeste van de Trojaanse held Aeneas en de wraak van Electra op haar moeder.

Odyssee is het laatste boek van Fry over de Griekse mythologie. Eerder verschenen Mythos (over de Griekse goden en hun strijd tegen de titanen), Helden (over Griekse helden als Heracles, Theseus en Jason) en Troje (over de Trojaanse Oorlog). Je kunt Odyssee lezen zonder die andere boeken te hebben gelezen, en ook zonder kennis vooraf over de Griekse mythologie. Maar ook voor mensen met (enige) kennis hierover is Odysee een bron van wijsheid en vermaak.

Ewout Klei, redacteur de Kanttekening

Dit is wat Francesca Albanese zei over genocide in Gaza

0

Maakt Israël zich in Gaza schuldig aan genocide? Francesca P. Albanese, de speciale rapporteur van de Verenigde Naties over de bezette Palestijnse gebieden, gelooft van wel: ‘Er zijn veel bewijzen dat Israël de intentie heeft het Palestijnse volk en hun levensgebied te verwoesten.’

Dit artikel is eerder verschenen op De Kanttekening op 12 maart 2024. De getallen zijn op basis van de gebeurtenissen van dat moment.

De Italiaanse mensenrechtenadvocate Francesca P. Albanese is zeer betrokken bij de Palestijnen. Ze is een van de oprichters van de Global Network on the Question of Palestine, en publiceerde samen met de Nederlandse advocaat Lex Takkenberg het boek Palestinian Refugees in International Law. ‘Mijn VN-mandaat heeft alleen betrekking op de bezette gebieden, die in 1967 door Israël werden veroverd tijdens de Zesdaagse Oorlog’, vertelt Albanese. 

‘Gelijk na deze oorlog eisten de VN dat Israël zich moest terugtrekken uit deze gebieden, maar dat heeft Israël nooit gedaan. Het is een militaire bezetting. Palestijnen hebben geen basale rechten, geen burgerrechten en geen politieke rechten. De Palestijnse Autoriteit, die op de Westbank ‘regeert’, is geen echte staat. Het is meer een groep gemeenteraden.’ 

‘Het Palestijnse territorium is gefragmenteerd’, vertelt ze verder. ‘Wat voor Israël heel functioneel is om het hele gebied te kunnen controleren. Maar het meest kwalijke zijn de gedwongen verplaatsingen van Palestijnse burgers, al decennialang. Denk aan de bouw van illegale nederzettingen op de Westbank en het onteigenen van huizen in Oost-Jeruzalem. Dit gaat in tegen de bepalingen van de Conventie van Genève. Je mag immers geen burgers verplaatsen naar bezette gebieden, evenmin mag je de inheemse bevolking uit bezet gebied verjagen.’ 

‘En nu valt Israël Palestijnse burgers aan. Het is een misdaad tegen de menselijkheid. Er zijn ook andere misdaden tegen de menselijkheid waar Israël schuldig aan is, zoals arbitraire detentie van verdachten, oneerlijke processen en het martelen van gevangenen.’

Maar hoe zit het met genocide, waar Israël nu van wordt beschuldigd? Is Israël hier schuldig aan?

‘Ik denk het wel. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, dat de genocidezaak behandelt, heeft nog geen conclusies getrokken. Wel heeft het Hof Israël opgeroepen effectieve maatregelen te nemen opdat humanitaire hulp doorgang kan vinden. Om te bewijzen of Israël zich aan genocide schuldig maakt of niet is toegang tot het gebied nodig. Maar dat is nu niet mogelijk. Toch geloof ik, en dat heb ik ook geschreven in mijn rapport voor de VN-Veiligheidsraad, dat er veel bewijzen zijn voor Israëls intentie om het Palestijnse volk en hun levensgebied te verwoesten. En dat dit veel lichamelijke en mentale schade veroorzaakt.’

En hoe zit het met apartheid? Het opdelen van de Westbank in kleine stukjes, dat lijkt heel erg op hoe Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid zwarte gebieden verdeelde in zogenoemde thuislanden. 

‘Kolonialisme en apartheid kunnen op een verschillende manier worden uitgewerkt. Zuid-Afrika was zo’n driehonderd jaar lang een kolonie, toen kwam de apartheid, dat in veel opzichten een continuering van het kolonialisme was. Het bijzondere van Zuid-Afrika was dat het systeem van raciale segregatie was gelegaliseerd. De rechten van zwarte mensen werden ontkend, ze moesten op aparte bankjes plaatsnemen, mochten bepaalde restaurants niet binnen, enzovoort.

‘Genocide, apartheid, kolonialisme, het is onderdeel van hetzelfde systeem’

‘Tegelijkertijd is er, bij alle vormen van apartheid, een gemeenschappelijk element. Het gaat om settler colonialism (vestigingskolonialisme), waarbij inheemse mensen worden weggestuurd en hun land wordt afgepakt door kolonisten die zich in dit land vestigen. Je kunt genocide niet los zien van settler colonialism. Het is de logische uitkomst hiervan, de piek. Genocide, apartheid, kolonialisme, het is onderdeel van hetzelfde systeem.’

De beroemde Poolse jurist Raphaël Lemkin ontwikkelde in 1944 het juridische genocidebegrip, waarbij hij keek naar de Armeense Genocide en de Holocaust. Is wat Israël nu doet met de Palestijnen daarmee te vergelijken?

‘Bij genocide draait het om verschillende aspecten, die in artikel 2 van de Genocide Conventie worden genoemd. Het gaat niet alleen om de daad maar ook om de intentie om mensen op grote schaal te vermoorden, met als doel een nationale, etnische, nationale of religieuze groep geheel of gedeeltelijk te vernietigen. Het is belangrijk om op te merken dat de nazi’s die in 1946 in Neurenberg werden berecht nooit veroordeeld zijn voor genocide, omdat de Genocide Conventie twee jaar later werd opgesteld. Ze werden veroordeeld voor misdaden tegen de menselijkheid. Maar natuurlijk was de Holocaust genocide.

De Genocide Conventie geeft een minder compleet beeld van genocide dan Lemkin in zijn werk. Hij begreep dat je het fenomeen niet los kan zien van vestigingskolonialisme. Het vernietigen van groepen, het overnemen van huizen en bezittingen van mensen, hun land. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan de Native Americans, die door de witte kolonisten zijn verjaagd naar ‘reservaten’, of aan de Aboriginals in Australië.’ 

Heeft Israël de intentie om het Palestijnse volk – deels of het geheel– te vermoorden? 

‘Die is er al vanaf het begin. Een Palestijnse website, Love for Palestine, documenteert alle genocidale uitspraken van Israëlische leiders. Er zijn ongelooflijk veel van dit soort uitspraken. Tegelijkertijd zijn alleen deze uitspraken, die de intentie onthullen, niet genoeg om over genocide te spreken. Er moeten ook daden zijn die wijzen op het uitroeien van een bevolking.’

‘Gaza wordt collectief gestraft voor de gebeurtenissen van 7 oktober’

Albanese denkt dat deze daden er wel zijn. Ze onderbouwt dit met de cijfers van Hamas. ‘Israël valt burgers aan. Gaza wordt collectief gestraft voor de gebeurtenissen van 7 oktober. Daarom zijn er meer dan 30.000 mensen gedood, waarvan 70 procent vrouwen en kinderen. Er liggen bovendien nog 12.000 mensen onder het puin, waarvan er velen zijn overleden. Die doden zijn nog niet meegeteld. Het is ongelooflijk. Maar deze cijfers worden door Israël betwist.’ 

Israël beroept zich op het recht om zichzelf te verdedigen. Wat vindt u daarvan?

‘Er bestaan veel misvattingen over het recht op zelfverdediging. Allereerst: iedereen heeft een recht op bestaan. De Israëliërs en de Palestijnen. Maar we moeten niet doen alsof de gebeurtenissen van 7 oktober uit de lucht kwamen vallen. Er was een context. In de vijftien jaar voor 7 oktober zijn er meer dan 6000 Palestijnen gedood als gevolg van Israëlisch geweld, tegenover 300 Israëliërs. Natuurlijk heeft Israël het recht om de eigen burgers te beschermen, het eigen territorium. Maar dat is geen carte blanche om misdaden te plegen tegen een volk.’

In februari dit jaar noemde de Franse president Emmanuel Macron de gebeurtenissen van 7 oktober  ‘de grootste antisemitische massamoord van onze eeuw’. Op X schreef u toen dat ‘de slachtoffers van 7 oktober niet werden gedood vanwege hun joodse geloof, maar in antwoord op de Israëlische onderdrukking’. Het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken veroordeelde uw opmerking en Israël verklaarde u tot persona non grata, die het land niet meer in mag. Hoe kijkt u op deze commotie terug?

‘Zoals ik ook eerder heb gezegd, ik betreur het dat sommigen mijn bericht interpreteerden als een ‘rechtvaardiging’ van de misdaden van Hamas, die ik verschillende keren sterk heb veroordeeld. Ik veroordeel alle vormen van racisme, ook antisemitisme. Echter, deze misdaden als ‘antisemitisch’ labelen verdoezelt de ware reden waarom ze plaatsvonden. 

‘Ik ontken deze misdaad niet. Maar het was een aanval op Israël, niet op de Joden’

De Palestijnen worden al decennialang onderdrukt. Wat Hamas deed op 7 oktober is niet in lijn met het internationaal recht. Ik ontken deze misdaad niet. Maar het was een aanval op Israël, niet op de Joden. Het is onverantwoord om nu al te stellen dat de aanval antisemitisch was. Dat zou verder moeten worden uitgezocht, in hoeverre antisemitisme een rol speelde. Niettemin: de trigger voor de aanval is de bezetting. We moeten antisemitisme en verzet tegen settler colonialism van elkaar onderscheiden.

‘Daarnaast speelt er nog iets anders. Als je zegt dat 7 oktober gemotiveerd was door antisemitisme en niet door de bezetting, dan percipieer je dat alle Palestijnen in Gaza antisemieten zijn. Dat ze, als collectief, een existentiële bedreiging vormen voor Israël. En dat is precies wat er gebeurt en waarom Israël ongeremd reageert.

En daarom heeft Israël u nu tot persona non grata verklaard…

‘Maar dat is niet nieuw. Israël heeft mij twee jaar geleden al de toegang tot Palestina ontzegd. En mijn voorganger was er ook niet welkom.’ 

‘Westerse landen kunnen zich meer met Israël dan met islamitische landen identificeren’

Waarom staan de Verenigde Staten en de Europese Unie nog steeds achter Israël? Zal dit veranderen?

‘Het moet veranderen. De kracht en de schoonheid van de mensenrechten ligt in het feit dat ze universeel zijn. Ze zijn overal en altijd van toepassing. Westerse landen en ook Australië, laten Israël nog steeds overal mee wegkomen. Dat komt omdat westerse landen zich meer met Israël dan met islamitische landen identificeren. Omdat westerse landen wit zijn. Het is een vorm van koloniaal denken.’

Ja, maar het heeft toch ook alles te maken met het westerse trauma van de Holocaust en het schuldgevoel daarover?

‘Europa vervolgde de Joden. Zij waren toen het slachtoffer. In het Westen is na de Tweede Wereldoorlog het idee ontstaan dat Israël ook het slachtoffer is. Maar dat is niet waar. Slachtoffer ben je in relatie tot anderen. Maar in relatie tot de Palestijnen is Israël de onderdrukker. Vroeger werden de Joden in Europa ontmenselijkt, nu ontmenselijkt Israël de Palestijnen. Israëliërs staan nu in een machtspositie tegenover de Palestijnen, maar ze gebruiken hun vroegere slachtofferpositie om anderen het slachtoffer te maken.’ 

‘De strijd van de Palestijnen inspireert anderen in hun strijd tegen onderdrukking’  

Wat vindt u van het verwijt van selectieve verontwaardiging? Palestina roept terecht emoties op, hiervoor valt de aandacht voor de Oeigoeren, de Rohingya en andere verdrukte volkeren in het niet. 

‘Absoluut. Maar voor het Zuiden is Palestina een belangrijk keerpunt. Het staat symbool voor de westerse hypocrisie, het feit dat voor het Westen de mensenrechten helemaal niet universeel zijn. En de strijd van de Palestijnen inspireert anderen in hun strijd tegen onderdrukking.’ 

Wat moet er gebeuren, ten slotte? Wat is de uitweg uit deze crisis? 

‘Dat er geen andere weg is dan de wet respecteren, de notie dat iedereen gelijk is voor de wet. Vrijheid en gelijkheid voor iedereen. Geen apartheid, geen racisme. Dat is het eindpunt. Maar we zijn daar nog lang niet.’  

Wat zijn dan de tussenstations? 

‘Er moet een embargo tegen Israël komen, en sancties tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor de misdaden tegen de Palestijnen in Gaza. Militairen, maar ook politici als premier Benjamin Netanyahu, de ministers Itamir Ben-Gvir en Bezalel Smotrich en president Yitzhak Herzog (die op zaterdag 10 maart in Amsterdam was, red.) moeten zich verantwoorden in Den Haag.  

‘Het systeem van apartheid moet worden ontmanteld. Palestijnen moeten dezelfde rechten krijgen.’  

Turkije en de Koerdische kwestie

0

Gaan zelfs de best gemaakte plannen mis? Die vraag hangt steeds nadrukkelijker boven Syrië’s kwetsbare overgang en brengt Ankara in toenemende problemen.

De onenigheid onder binnenlandse actoren is duidelijker dan ooit. De verwachte balans in Syrië is uiteengevallen, op een manier die Ankara’s strategie ondermijnt en het ‘vredesproces’ van president Erdogans regering bedreigt. In plaats van de ontwapening en rust rondom de Koerden te bevorderen, brengen recente ontwikkelingen in Syrië,  bemoeilijkt door Israëlische aanvallen, tegenstrijdig Amerikaans beleid en aanhoudende conflicten tussen Koerden, Druzen en Damascus, zowel Turkije’s ambities als de stabiliteit in de regio in gevaar.

Vanaf het begin was Ankara’s doel duidelijk: in eigen land zou, via gesprekken met de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan, de PKK worden overtuigd om de wapens neer te leggen. Tegelijkertijd zouden Syrische Koerden hun roep om zelfbestuur of federalisme opgeven. Volgens officiële verklaringen moesten deze processen tegelijk verlopen.

In Turkije lijkt er dankzij Öcalans invloed langzaam vooruitgang te zijn. Na vier decennia van conflict en meer dan 50.000 doden betekende de beslissing van de PKK in juli 2025 om de wapens neer te leggen een keerpunt. Ankara noemde het ‘een nieuwe historische bladzijde’. Een overwinning voor Erdogans coalitie en een kans om de verhouding tussen Turken en Koerden opnieuw vorm te geven.

De timing kwam Erdogan goed uit. Zijn adviseurs probeerden Koerdisch-georiënteerde groepen zover te krijgen om voorgestelde grondwetswijzigingen te steunen, waarmee hij zijn presidentschap zou kunnen verlengen. Het plan was om alle politieke partijen te verenigen onder de slogan ‘een Turkije zonder terreur’ en zo Erdogans macht verder uit te breiden. Dit leverde problemen op voor de belangrijkste oppositiepartij, de seculiere CHP, waarvan 14 Koerdische burgemeesters vastzitten op twijfelachtige aanklachten tijdens een aanhoudende golf van arrestaties.

Turkije hoopte op een snelle hereniging van Koerden onder een door Damascus geleide regering

Onlangs stemde CHP-leider Özgür Özel ermee in om deel te nemen aan een tijdelijke parlementscommissie over het ‘Koerdische vraagstuk’, wat voor Erdogan opnieuw een politieke winst betekende, en hem extra tijd gaf om te manoeuvreren.

Maar de situatie in buurland Syrië heeft Ankara’s plannen verstoord. Turkije hoopte op een snelle hereniging van Koerden onder een door Damascus geleide regering, met het opheffen van milities en minder Koerdische autonomie aan de grens. Dat scenario mislukt.

Een belangrijk obstakel is dat Koerdische leiders weigeren de ontwapening van de PKK te koppelen aan het opgeven van hun politieke en territoriale rechten, die ze tijdens de burgeroorlog hebben verworven. Ilham Ahmed, medevoorzitter van het zelfbestuur in Rojava, noemde het regime in Damascus onlangs ‘een afsplitsing van ISIS’ en weigerde de wapens neer te leggen voor een vijand die haar strijders al jaren bestrijden. Dit laat zien hoe groot het wantrouwen is en hoe ontevreden de Koerden zijn met de huidige situatie in Syrië.

Turkije’s belangrijkste oppositiepartij deelt die zorgen, maar vanuit een seculier perspectief. Namik Tan, voormalig diplomaat en CHP-parlementariër, zei dat ‘democratisering’ niet verwacht kan worden van islamisten, ook niet van die in Syrië. Volgens hem voelen minderheden, Arabische alawieten, druzen, christenen en Koerden, zich onveilig, en geven zij de voorkeur aan eigen controle over veiligheid en dagelijks bestuur boven vertrouwen in Damascus.

Intussen blijft er gebrek aan samenwerking tussen de grote buitenlandse spelers. Turkije, het VK en de VS waren ervan overtuigd dat zij het Assad-regime zouden laten vallen, terwijl Israël buiten die plannen werd gehouden omdat dat land vreesde dat de situatie na Assad zijn eigen belangen zou schaden.

Er zijn langs de Turkse grens nog steeds Koerdische autonome zones

Inmiddels heeft Israël zijn militaire aanwezigheid flink uitgebreid door gebruik te maken van nieuwe sektarische spanningen. Alleen al in juli 2025 voerde Israël bijna 1.000 luchtaanvallen uit in Syrië, bezette 180 vierkante kilometer en zei dat het de druzen-minderheid wilde beschermen. Die Israëlische acties hebben diplomatieke pogingen verstoord en de Koerdische herintegratie volgens Ankara’s voorwaarden stopgezet. Zo zijn er langs de Turkse grens nog steeds Koerdische autonome zones, precies wat Turkije had willen voorkomen.

Het wispelturige Amerikaanse beleid maakt alles nog ingewikkelder. President Trump besloot in juni 2025 onverwacht om de meeste sancties tegen Syrië op te heffen, wat voor veel verwarring zorgde. De VS lijkt te twijfelen tussen steun aan de door Koerden geleide SDF en samenwerking met de nieuwe machthebbers in Syrië. Lokale bewoners weten niet waar ze aan toe zijn. Tegenstrijdige signalen over het al dan niet terugtrekken van Amerikaanse troepen uit het noordoosten maken die onzekerheid nog groter. Ook binnen de Amerikaanse overheid lijkt geen duidelijke lijn: het State Department, het Pentagon en speciaal gezant Tom Barrack zitten niet op één lijn.

Naarmate Israël doorgaat met zijn ‘bescherming’ van de druzen en Koerdisch verzet aanhoudt, wordt Ankara steeds gefrustreerder. Minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan en minister van Defensie Yaşar Güler waarschuwden onlangs dat Turkije militair zou kunnen ingrijpen als de pogingen tot hereniging van Syrië blijven mislukken.

Toch vinden veel Koerden dat het vooral Ankara’s harde houding is die vooruitgang in de weg staat. De PKK zegt in een verklaring: ‘Wapens kunnen pas worden neergelegd als de redenen om ze op te pakken zijn weggenomen.’

Koerdische politici vragen om concrete stappen, zoals amnestie voor politieke gevangenen en het terugplaatsen van afgezette burgemeesters. Ankara blijft echter grotendeels afwachtend en verwijst naar de parlementaire commissie.

Wat een historisch moment van verzoening had kunnen zijn, lijkt nu ernstig in gevaar. Politieke stilstand in Turkije, Israëlische militaire druk en het onduidelijke Amerikaanse beleid hebben de hoop op vrede ondermijnd.

Als Ankara zich niet snel aanpast, met meer openheid, echte gesprekken met Koerdische gemeenschappen en beter inspelen op onvoorspelbare buitenlandse invloeden, verandert het vredesproces van een kans in een nieuwe, pijnlijke mislukking.

Geheime onderzoeken en een uiterst rechts kabinet: moskeeën vertrouwen overheid steeds minder

0

Moskeebestuurders geven de landelijke overheid een rapportcijfer 4,0, een stevige onvoldoende. ‘Het vertrouwen in de overheid is tot een dieptepunt gedaald.’

In juni kwam het rapport Tussen Minaret en Ministerie uit. In opdracht van de NCDR sprak kennisinstituut Movisie met bestuursleden van 82 moskeeën over hun relatie met de overheid. Dat deze relatie zich op glad ijs bevond, was wel bekend. Toch was het de eerste keer dat dit op grote schaal werd onderzocht. ‘Dit onderzoek heeft bevestigd wat we al langer hoorden’, zegt Rabin Baldewsingh.

Vier jaar geleden werd de functie van Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme in het leven geroepen. Aan Baldewsingh was de eer om deze rol als eerste te vervullen. In die periode heeft hij dialoogsessies georganiseerd om partijen nader bij elkaar te brengen, zonder succes, vertelt hij. ‘Het is tot nu toe niet gelukt om warme banden te creëren. Dit komt onder andere door discriminatoir handelen van overheden. Het vertrouwen in de overheid is nu tot een dieptepunt gedaald.’

Rabin Baldewsingh. Beeld: Wikimedia Commons

Dit dieptepunt is geen figure of speech. De afgelopen vijf jaar nam het vertrouwen stevig af. Geen enkele respondent in het onderzoek gaf aan meer vertrouwen in de overheid te hebben gekregen; 94 procent van de moskeebestuurders gaf aan dat het wantrouwen alleen maar was gegroeid. Dit kwam door politieke standpunten – zoals over Israël, asiel en migratie of de Maccabi-rellen – maar ook door specifieke gebeurtenissen zoals de geheime NTA-onderzoeken naar moskeeën en structurele tegenwerking bij islamitisch onderwijs. De verkiezingsuitslag van november 2023 maakte de zaak er niet beter op.

Uit het rapport blijkt dat 72 procent van de moskeebesturen weinig tot zeer weinig vertrouwen heeft in de overheid. Ze geven hun vertrouwen in de overheid een 4,0, een dikke onvoldoende. Een duidelijke boodschap, denkt Baldewsingh. ‘Dit onderzoek was voor mij cruciaal. Ik ben er niet alleen om kritiek te leveren, maar ook om te verbinden. Het rapport laat zien waar het fout gaat. Nu we zien welke koers we moeten nemen, kunnen we gaan werken aan herstel’, aldus Baldewsingh.

Verschil tussen rijksoverheid en gemeente 

Voor die juiste koers biedt het rapport een aantal handvatten, zegt Jeroen Vlug van Movisie. ‘Wat opviel, was het verschil tussen het vertrouwen in landelijke en gemeentelijke overheden.’

Bijna driekwart van de besturen geeft aan weinig vertrouwen te hebben in de rijksoverheid; bij gemeentelijke instanties geldt dat voor een derde. Een kwart heeft juist wel vertrouwen in gemeentelijke instanties. ‘De afstand van moskeeën tot een gemeente is kleiner’, legt de onderzoeker uit. Maar de uitkomsten verschilden veel van elkaar. ‘Er zijn gemeenten waar het juist heel goed gaat, en ook gemeenten waar helemaal geen contact is. Bovendien hebben ook een aantal gemeenten meegewerkt aan de heimelijke moskeeonderzoeken.’

Toch zijn de meer positieve geluiden op gemeentelijk niveau een voorbeeld van hoe het ook kan. ‘Grotere gemeenten, zoals bijvoorbeeld Amsterdam, proberen volgens politicoloog en onderzoeker Roemer van Oordt tegenwicht te bieden aan het polariserende beleid en het islamofobe discours van de landelijke politiek. In gemeenten met een andere politieke samenstelling van het bestuur is meer ruimte voor nuance en verbinding. Het beleid is daar, zeker sinds het aantreden van het kabinet-Schoof, meer expliciet gericht tegen discriminatie en vóór inclusie. Dat is natuurlijk niet in elke gemeente zo, maar in gemeenten die daar een wat langere traditie in hebben, zie je dat zij actief werk willen maken van deze thema’s. Dat spreekt moskeebesturen aan.’

‘In gemeenten met een andere politieke samenstelling van het bestuur is meer ruimte voor nuance en verbinding’

Het blijft volgens Van Oordt wel zaak om moskeebestuurders niet alleen naar aanleiding van veiligheidsincidenten, maar juist op een structurele manier te betrekken bij gemeentelijke ontwikkelingen die voor hen en hun achterban relevant zijn. Alleen dan kan het vertrouwen groeien.

Roemer van Oordt

Landelijke overheden daarentegen vinden veel minder makkelijk hun weg naar de moskee, tenzij het over veiligheid of radicalisering gaat. Juist op dit onderwerp willen ze met moskeebesturen aan tafel, en dat is een pijnpunt binnen de gemeenschap. Moskeeën willen niet alleen meepraten als er een veiligheidsrisico uitgaat van de moslimgemeenschap. Ze willen ook meepraten over maatschappelijke vraagstukken, zoals armoede, ouderenzorg of polarisatie, zo blijkt uit het onderzoek.

‘Ook dit is niet overal hetzelfde’, vertelt Vlug. Sommige moskeeën hebben meer interesse in samenwerking dan andere. Sommige willen juist wel over opvoedingsondersteuning praten, anderen juist weer niet. Maar wat in dit onderzoek vooral naar voren kwam, is dat moskeebesturen niet gestigmatiseerd of gecriminaliseerd willen worden. Ze hebben veel meer te bieden aan de samenleving en hebben het gevoel dat ze institutioneel worden uitgesloten.’

Moskeekoepels

Met wie zit de overheid dan aan tafel? De twee grootste koepels van Nederland zijn het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de K9. De CMO is al jaren de officiële gesprekspartner van de overheid, maar niet iedereen binnen de moslimgemeenschap weet wat de CMO doet.

De K9 is een koepel van koepels en is onlangs uitgebreid, waardoor het een steeds groter deel van de moslimgemeenschap vertegenwoordigt. Bij de uitbreiding sloot ook Milli Görüs zich aan. ‘Daarmee wordt de vertegenwoordiging van het Nederlands-Turkse deel van de islamitische gemeenschap binnen de koepel breder gewaarborgd’, merkt Van Oordt op.

‘Deze koepel is een stuk zichtbaarder voor de moslimgemeenschap’

‘Deze koepel is een stuk zichtbaarder voor de moslimgemeenschap, vooral onder jongeren. Ze spreken zich meer uit, ook over politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, en daar is behoefte aan. Hoewel het eerst vooral de CMO was die, zeker als het ging over religieuze zaken, aan tafel zat in gesprekken met de overheid, wordt K9 nu steeds vaker betrokken, vooral als het gaat over maatschappelijke thema’s. De overheid heeft ingezien dat alleen praten met het CMO of met andere moskeekoepels over issues die spelen binnen de moslimgemeenschap niet voldoende is. Nu worden ook andere vertegenwoordigers uitgenodigd, zoals de Moslim Studenten Associatie Nederland (MSA), het Collectief Jonge Moslims en organisaties die zich specifiek inzetten voor moslima’s. Dat is een positieve ontwikkeling.’

Waar gaat het dan toch fout? Volgens Vlug worden de gesprekken met de overheid niet ervaren als zinvol. ‘Er wordt niet zo veel in gezien. Moskeebesturen zouden graag terugzien wat er wordt gedaan met de input die moslimorganisaties geven bij dit soort gesprekken, maar deze terugkoppeling ontbreekt vaak. Juist dit vinden ze belangrijk. Het gaat om gelijkwaardigheid, erkenning en structureel contact. En om een zichtbare, structurele aanpak van moslimdiscriminatie. De discussie hierover wordt in de Tweede Kamer niet serieus genoeg genomen.’

Wel een taskforce antisemitismebestrijding

Over dit laatste is Baldewsingh het eens. ‘Moslimdiscriminatie is de afgelopen jaren gestegen. Er moet een taskforce komen om moslimdiscriminatie tegen te gaan. Hier moet geld voor worden uitgetrokken. Maar daar was in de afgelopen periode geen politiek draagvlak voor’, zegt hij.

Dat deze aanpak er wél is voor antisemitisme, vindt hij extra wrang. ‘Op deze manier heeft het kabinet een hiërarchie aangebracht. Sommige vormen van discriminatie zijn erger dan andere. Het is goed dat de ene vorm wordt aangepakt, maar doe dat dan voor alle vormen van discriminatie. Je zou hier niet over moeten wedijveren, je zou moeten zorgen dat het niet gebeurt.’

‘Vooral jongeren voelen zich tweederangsburgers’

‘Wat me zorgen baart, is dat er nu een generatie moslims opgroeit die niet anders gekend heeft. Want dit gaat al verder terug; al sinds 9/11 worden moslims in het verdomhoekje gedrukt. Ze worden gezien als een risico en we slagen er als samenleving niet in om dit frame te veranderen. Vooral jongeren voelen zich tweederangsburgers, want zij worden al hun hele leven vanuit dit frame bekeken.’

Kans op herstel

Jeroen Vlug. Beeld: Movisie

Het rapport dat nu op tafel ligt, biedt ruimte voor optimisme, denkt Vlug. ‘Het laat zien dat er kans op herstel is. Moskeeën staan open voor samenwerking. De overheid zet hier ook op in, er is van alles in beweging. In grote steden als Amsterdam en Den Haag gaat het al best goed, dit kan als voorbeeld dienen.’

De Nationaal Coördinator is volgens hem een luis in de pels van regeringsleiders. ‘Hij is zichtbaar. Hij kan ervoor zorgen dat dit onderzoek bij de ministeries terechtkomt.’ Baldewsingh ziet zijn rol precies zo. ‘Met dit rapport heb ik een tool in handen’, zegt hij. Maar hij beseft ook dat herstel niet gebeurt door een aantal bijeenkomsten te organiseren. ‘Hier moeten we de tijd voor nemen. Gelukkig is de termijn van de Nationaal Coördinator verlengd tot 2030. Vier jaar is ook niet voldoende, maar ik ben wel heel blij dat we door kunnen.’

Erdogan verleent gratie aan dader Sivas-brand

0

De Turkse president Erdogan heeft Adem Koçu, die een levenslange celstraf uitzat voor de brand in Sivas waarbij alevieten omkwamen, gratie verleend. Dat meldt de Turkse nieuwssite T24.

De gratie werd gegeven vanwege een ‘langdurige ziekte’.

Bij de brandstichting op 2 juli 1993 in hotel Madimak in Sivas, waar een alevitisch cultureel festival plaatsvond, kwamen 33 mensen om het leven. De brand werd aangestoken door een islamistische menigte die zich na het vrijdaggebed voor het hotel had verzameld.

Veel muzikanten (zoals Muhlis Akarsu en Hasret Gültekin), kunstenaars, dichters en intellectuelen (onder wie de atheïstische schrijver Aziz Nesin, die wist te ontkomen) waren bijeen voor het Pir Sultan Cultuurfestival in de stad. Het bloedbad heeft de toch al gespannen verhouding tussen soennieten en alevieten nog verder verslechterd.

Alevieten vormen een religieuze minderheid in het soennitisch gedomineerde Turkije. In het verleden waren zij herhaaldelijk slachtoffer van massaal geweld, zoals de Koerdische alevieten in Dersim, die in 1937 op bevel van de staat werden vervolgd en vermoord.

Sinds de opkomst van de islamistische AKP maken alevieten zich steeds meer zorgen over hun plek in de samenleving en het behoud van het seculiere karakter van Turkije, dat zij zien als een bescherming tegen religieus dogmatisme.

‘We zijn een minderheid binnen een minderheid’, zei de alevitische Özcan Akyol onlangs bij Zomergasten over de positie van Turkse alevieten in Nederland. Hij liet een fragment over het bloedbad in Sivas zien en sprak over de traumatische impact ervan op alevieten in Nederland.

Vier doden bij Israëlische luchtaanvallen in Zuid-Libanon

0

Israël heeft donderdag opnieuw militaire doelen in het oosten en zuiden van Libanon aangevallen. Bij de luchtaanvallen zijn vier mensen omgekomen, meldt het Libanese ministerie van Volksgezondheid.

In de Bekaa-vallei voerde Israël luchtaanvallen uit in de buurt van de steden Brital en Janta, nabij de Syrische grens. Israëlische gevechtsvliegtuigen voerden ook aanvallen uit in de zuidelijke regio Jezzine.

Volgens het Israëlische leger waren wapenopslagplaatsen van Hezbollah het doelwit. De Libanese groepering zou daar werken aan nieuwe wapens, nadat zij verzwakt uit de eerdere strijd met Israël was gekomen. Volgens Israël schendt Hezbollah hiermee de afspraken tussen beide landen, zo schrijft de Libanese nieuwssite Naharnet.

In de Libanese politiek is inmiddels de decennialange discussie over de wapens van Hezbollah weer opgelaaid. Op woensdag zei de Libanese president Joseph Aoun dat Libanon vastbesloten is om Hezbollah te ontwapenen. Dit is een wens van Israël en de VS, en van een deel van de Libanese bevolking. Zij vinden dat het nationale leger van Libanon de enige autoriteit moet zijn met de bevoegdheid om wapens te gebruiken en het land te beschermen. Bovendien wil de nieuwe president goodwill kweken bij westerse leiders.

Hezbollah, en veel Libanezen met hen, beweren dat de wapens nodig zijn om tegenwicht te bieden aan Israël. Bovendien zien zij in de ontwapening een knieval voor Israël en de VS.

Vrede met de PKK, terwijl de repressie doorgaat

0

In Turkije wordt opnieuw gesproken over vrede. Na ruim veertig jaar conflict lijkt er een akkoord in de maak tussen de Turkse staat en de PKK. Abdullah Öcalan, leider van de Koerdische beweging, heeft vanuit zijn gevangenis op het eiland Imrali opgeroepen tot het beëindigen van de gewapende strijd en het ontbinden van de PKK. Een historische stap lijkt nabij. Er wordt zelfs gesproken over de terugkeer van duizenden Koerden die op internationale terreurlijsten staan. Sommigen zouden weer kunnen deelnemen aan het politieke proces, misschien zelfs als parlementslid. Enkele PKK-strijders hebben daar al op gezinspeeld.

Dat klinkt als een doorbraak, en het is hoopgevend. Een land waarin voormalige gewapende strijders de politiek in mogen, maakt ruimte voor dialoog. Maar er zit ook iets wrangs aan dit verhaal. Terwijl de staat onderhandelt met de PKK, worden seculieren, journalisten, Gülen-sympathisanten en andere critici van het regime nog steeds vervolgd.

Dagelijks worden mensen opgepakt, paspoorten ingetrokken, levens tot stilstand gebracht. Koerdische media worden gecensureerd. Politieke gevangenen blijven vastzitten.

Als dit werkelijk een democratiseringsproces is, waarom zit Selahattin Demirtaş, de leider van de Koerdische partij, dan nog steeds gevangen? Waarom wordt Ekrem Imamoglu, de burgemeester van Istanbul en grote rivaal van Erdogan, aangeklaagd? Waarom worden duizenden onschuldige academici, leerkrachten, ondernemers en huisvrouwen vervolgd omdat ze als Gülen-sympathisant worden gezien?

Gülen-sympathisanten lijken de nieuwe Koerden van Turkije te zijn

Ik weet uit eigen ervaring hoe dat voelt. Al jaren sta ik onterecht op een Turkse terreurlijst, samen met anderen die worden geassocieerd met de Gülenbeweging, de groep die door de regering-Erdogan verantwoordelijk wordt gehouden voor de mislukte, zogenaamde couppoging van 15 juli 2016. Niet omdat ik ooit geweld heb gebruikt. Integendeel: ik heb zelfs nooit een speelgoedwapen voor mijn zoon gekocht. Ik heb nooit een mes of pistool vastgehad.

Wat ik wél heb gedaan, is kritische stukken schrijven over het Turkse regime en de mensenrechtensituatie in Turkije. Artikelen publiceren. Dat is tegenwoordig blijkbaar al genoeg om als vijand van de staat en terrorist te worden bestempeld.

Gülen-sympathisanten lijken in die zin de nieuwe Koerden van Turkije te zijn. Waar ooit elke Koerd automatisch als ‘PKK-terrorist’ werd beschouwd tot het tegendeel bewezen was, geldt dat nu voor Gülenisten: zij zijn bij voorbaat ‘putschist’ of ‘terrorist’. Het principe dat je onschuldig bent tot het tegendeel bewezen is, is volledig omgekeerd.

En precies dat maakt dit vredesproces zo verwarrend. De staat onderhandelt met iemand die verantwoordelijk wordt gehouden voor veertigduizend doden, wat op zich goed is, maar bestempelt mij en vele anderen als terrorist of landverrader omdat we kritische vragen stellen.

Erdogan heeft dit eerder gedaan. In 2013 begon hij ook een vredesproces met Öcalan. Er ontstond hoop. Maar toen kwamen de verkiezingen van juni 2015. Erdogan verloor zijn meerderheid in het parlement door de opkomst van de Koerdische partij HDP, die in één klap 80 zetels behaalde. Kort daarna blies hij het wankele vredesproces op. De oorlog met de PKK laaide weer op. Steden werden vernietigd. Duizenden Koerden werden gedood of gearresteerd. Eind 2015 won Erdogan nieuwe verkiezingen, in een sfeer van chaos en angst. Hij gebruikte vrede als politiek gereedschap en gooide het weg zodra het hem niets meer opleverde.

Ook nu, met verkiezingsjaar 2028 in zicht, wil Erdogan koste wat kost een derde termijn als president. Maar zonder steun van de Koerden redt hij het niet. Dat geldt overigens ook voor de oppositie: zonder de Koerden is er voor geen enkele partij een meerderheid in Turkije.

Mijn zorg is dat hij, als hij eenmaal zijn zin heeft, de Koerden opnieuw laat vallen.

Volgens Dem-parlementariër Tuncay Bakırhan zei Öcalan over recente provocaties: ‘Dit is een sabotagemanoeuvre. Dit soort acties vergiftigt een proces nog voor het begonnen is.’ Hij doelde op de arrestatie van oppositieleden, het aanstellen van regeringsgetrouwe bewindvoerders in Koerdische gemeenten, en de aanvallen op Koerdische advocaten en media.

Ook nu wil Erdogan koste wat kost een derde termijn als president

Bakırhan zei ook: ‘Als dit proces slaagt, dan zit Imamoglu niet in de cel, dan wordt Ahmet Türk (een Koerdische politicus) niet ontslagen en worden Koerdische gemeenten niet langer onder curatele gesteld.’

Als dat klopt, begint echte vrede pas wanneer deze mensen worden vrijgelaten. Dat is de toetssteen. Koerden verdienen rust, erkenning en politieke ruimte. Dat zeg ik volmondig.

Maar ik vraag me wel af hoe zij aankijken tegen het feit dat anderen, zoals Gülenisten, journalisten en activisten, nog steeds worden vervolgd. Vrede moet voor iedereen gelden. Niet alleen voor degenen die Erdogan op dat moment nodig heeft.

Zolang Demirtaş vastzit, politieke tegenstanders worden vervolgd en mensen zoals ik op terreurlijsten staan omdat we opschrijven wat we zien, blijft dit proces ongeloofwaardig. Het lijkt dan vooral een tactiek om tijd te winnen.

Een echte vredesstrategie betekent: wapens neerleggen én mensenrechten respecteren. Niet het één wel en het ander niet. Pas als dat gebeurt, geloof ik dat deze stap richting vrede méér is dan een tijdelijke schijnbeweging.

Tot die tijd blijft wantrouwen terecht.