De Turkse president Recep Tayyip Erdogan voelt zich bedreigd door het Koerdisch Autonoom Gebied in Noord-Syrië. Niet vanwege Koerdische militanten die bivakkeren in dat gebied, maar omdat er verkiezingen worden georganiseerd. Zo meldt de Turkse nieuwssite Bianet.
‘We houden agressieve daden die de territoriale integriteit van Turkije en die Syrië bedreigen scherp in de gaten’, aldus Erdogan in een reactie op de lokale verkiezingen die op 11 juni plaatsvinden in Noord-Syrië.
De gang naar de stembus wordt door de Turkse president als een schijnvertoning gezien, ten behoeve van de vestiging van ‘terroristan’, een spottende verwijzing naar Koerdistan. ‘We zullen dat nooit toestaan in het noorden van Syrië en Irak’, zei hij en dreigde weer met een Turkse militaire operatie. ‘We zullen niet aarzelen.’
De belangrijkste bondgenoot van de Koerden in dat gebied, de Verenigde Staten, denken overigens ook dat de verkiezingen niet eerlijk zullen verlopen. Ze willen dat de gang naar de stembus uitgesteld wordt, meldt de Koerdische nieuwssiteRudaw.
De Koerdische oppositie (KNC, dus Koerden in dat gebied die niet onderdeel zijn van de YPG, PYD of SDF) boycot zelfs de verkiezingen omdat de eigen kandidaten zouden worden bedreigd door de PYD.
Turkije ziet de YPG als de Syrische vertakking van de Koerdische PKK, die laatste staat op de terreurlijst van de EU, VS en Turkije.
De Almelose Sebastiaan Stöteler gaat de PVV-lijst leiden deze Europese verkiezingen. In de peilingen van Ipsos gaat de PVV aan kop met maar liefst negen zetels. Maar bijna niemand weet wie Stöteler is. Hoog tijd dus voor een politieke profielschets.
Sebastiaan Stöteler (1983) is geboren en getogen in Almelo. Hij heeft rechten gestudeerd aan de Hogeschool Utrecht. Daarna werkte hij een tijdje als deurwaarder. Voordat hij in maart 2018 werd verkozen in de Almelose gemeenteraad heeft Stöteler, ter voorbereiding, een halfjaar als beleidsmedewerker voor de PVV-fractie gewerkt van de Provinciale Staten van Overijssel. In december 2022 werd Stöteler ook Statenlid. Hij volgde PVV-Statenlid Erik Veltmeijer op.
Stöteler heeft de kroonjuwelen van Geert Wilders in ieder geval niet in de ijskast gezet. ‘De Partij voor de Vrijheid is de enige partij in de Nederlandse politiek die de islam ziet (en die ook benoemt) voor wat die is: een totalitaire ideologie die thuishoort in het rijtje van fascisme, nazisme en communisme’, schrijft hij op de PVV-site. ‘De islam is vandaag de dag de grootste bedreiging voor onze gewoonten, manieren, cultuur en vrijheid. Daar ben ik van overtuigd.’
A4’tje
In het PVV-verkiezingsprogramma voor de Europese verkiezingen ter grootte van één A4, pleit de partij niet langer voor een nexit, een uittreden van Nederland uit de Europese Unie. Wel ligt er een sterke nadruk op het tegengaan van immigratie, en verzet de PVV zich tegen verdere EU-integratie. Schrikbeeld voor de PVV is een ‘Verenigde Staten van Europa’. Daarom pleit de partij van Geert Wilders voor een terugkeer naar een Europese samenwerking die gebaseerd is op nationale soevereiniteit en zelfstandigheid. Het idee is om economische samenwerking mogelijk te maken zonder de nationale autonomie op te geven.
‘Stöteler was in rep en roer over de bouw van het AZC’
In de Twentse regiokrant Tubantia wordt Stöteler beschreven als een rijzende ster. Hij zou ‘furore’ maken in de Almelose raad. Maar collega-raadsleden van andere fracties zien dit toch anders.
Opgeslokt door de PVV
Harry den Olde, fractievoorzitter van de rechtse fractie Partij Vrij Almelo (PVA), werd in 2014 benaderd om samen te werken met de PVV. Toen de PVV daadwerkelijk in de Almelose raad kwam, hebben ze ook een tijdje samengewerkt. ‘We hebben samen wat moties en amendementen ingediend, maar op een gegeven moment kreeg ik het gevoel dat wij werden opgeslokt door de PVV’, vertelt hij.
‘Veel lokale partij zijn in die tijd opgeslokt door de PVV, maar wij vinden dat het belangrijk is om een lokale partij te blijven. Wij gaan overal heen en zijn heel erg betrokken bij de lokale bevolking. De PVV en Stöteler houden zich daar echter niet mee bezig. Ze zijn onzichtbaar voor de lokale bevolking. Tijdens een debat over het nieuwe asielzoekerscentrum in Almelo zei Stöteler dat hij veel bewoners had gesproken, vertelt Den Olde. ‘Maar wij als PVA zijn langs de deuren gegaan en hebben de mensen gesproken. Een merendeel had er geen probleem mee.’
Fractievoorzitter Hans Buitenweg van GroenLinks onderschrijft de kritiek van Den Olde. ‘Het is belangrijk als raadslid om in de samenleving te staan. Dat heb ik bij Stöteler niet gezien’.
Bert Hümmels van de lokale linkse partij Leefbaar Almelo vindt de wijze waarop Stöteler politiek bedrijft gemakzuchtig. Het PVV-raadslid kijkt naar wat Den Haag doet en kopieert dat voor de lokale politiek. ‘Wat er ook speelt, er wordt altijd zo’n draai aan gegeven, waardoor het lijkt alsof een groep de boosdoener is. De PVV weet ook dat je hiermee veel aandacht en steun krijgt. Op dat punt lijkt Stöteler een Europese Wilders, hij weet heel goed de boel te bespelen.’
Volgens de raadsleden is Stöteler tegenwoordig meer bezig met zijn carrière. Volgens Den Olde zorgt dit ook voor een ‘rustigere’ houding richting migratie: ‘In het begin van zijn tijd in de raad pakte hij elke kans om een onderwerp aan migratie en de islam te haken, maar ik denk dat hij nu andere dingen aan zijn hoofd heeft.’
‘Hij blijft een goede prater en manipulator’
‘Wanneer de PVV-fractie haar visie mocht geven over de stad begon Stöteler eerst twee minuten te praten over de islam en wat er allemaal dicht moet in Almelo. Dat is natuurlijk ontzettend onrealistisch, maar dat weet hij zelf ook wel. Hij stond ook er een beetje bij te lachen. Het zal wel een reeks zijn van de grote leider die hij moest aftekenen,’ aldus GroenLinks-fractievoorzitter Buitenweg.
Opvallen in Brussel
Zal Stöteler een goede leider voor de PVV in Brussel zijn? Volgens Buitenweg heeft Stöteler weinig bewegingsvrijheid. ‘Stöteler is niet dom, maar het is wel lastig om eigen keuzes te maken binnen een partij waarin een man alles bepaalt. De rechtse partijen willen vooral de boel ontregelen binnen de EU.’
Volgens Hümmels zou Stöteler in Brussel misschien wel kunnen opvallen. ‘Hij blijft een goede prater en manipulator en zal ook vaak de aandacht trekken met zijn standpunten. Ik denk echter niet dat hij een goede leider zal zijn. Hij heeft wel de slimheid en sluwheid, maar als leider moet je meer hebben dan dat. Hij is vooral een goede misleider.’
‘Het verlies raakt ons allemaal heel hard en laat ons tegelijkertijd verbijsterd achter’, schrijft de Duitse politie in Mannheim in een condoleancebericht op Facebook. Afgelopen vrijdag vond een mesaanval plaats in de Duitse stad. Op zondag overleed een agent die hierbij betrokken raakte aan zijn verwondingen.
Op het marktplein van Mannheim was een demonstratie aan de gang van de islamofobe beweging Pax Europa onder leiding van Michael Stürzenberger toen een man met een mes meerdere mensen aanviel. Stürzenberger raakte gewond aan zijn gezicht en been, maar is niet in levensgevaar. De 29-jarige politieagent die hem wilde beschermen, bezweek gisteren aan zijn verwondingen.
Het onderzoek naar de motieven van de dader, een 25-jarige Afghaan die in Duitsland woont, is nog gaande. Magazine der Spiegel vermoedt dat het om een ‘islamistische gemotiveerde’ terreuraanslag gaat.
Ook in Nederland zijn mensen geschokt door de gebeurtenissen in Duitsland. ‘Ik blijf naar zijn gezicht kijken’, schrijft burgemeester Marianne Schuurmans (Haarlemmermeer) op Facebook. ‘Hij is bijna even oud als mijn zoon. Zijn moeder, vader, partner, mogelijk kinderen, overige familieleden en vrienden hebben vandaag gehoord dat hij er niet meer is. Hij komt niet meer thuis.’
Er is grote boosheid over de aanval in de Duitse politiek. De minister van Binnenlandse Zaken Herbert Reul (CDU) eist een hardere aanpak van de zogenoemde ‘messencriminaliteit’. Minister van Financiën en FDP-leider Christian Lindner wil meer toezicht op de gedragingen van islamisten. ‘We moeten ons consequent verdedigen tegen islamistisch terrorisme, en we zullen ook de veiligheidsautoriteiten financieel versterken. Geen valse tolerantie meer’, zei hij tegen Bild.
De Vlaamse journalist Gie Goris onderzoekt in zijn nieuwe boek India: De onzichtbare gigant hoe het land een steeds grotere rol speelt op het wereldtoneel. ‘Wij hebben India veel te lang onderschat.’
Gie Goris is in de Vlaamse journalistiek bekend als voormalig hoofdredacteur van MO*magazine en als iemand die nu al meer dan drie decennia het belang van mondiale journalistiek bepleit. Met zijn boek wil hij lezers in de Lage Landen bekendmaken met de nieuwe grootmacht in Azië.
Gie Goris. Beeld: Jef Van Eynde
Goris reisde eind jaren tachtig voor het eerst naar India om daar met de lokale bevolking in contact te komen en meer over de politieke ontwikkelingen te leren. Sindsdien bezocht hij regelmatig het land, dat bekend staat als de grootste democratie ter wereld maar van mensenrechtenorganisaties steeds vaker kritiek krijgt. Voor zijn boek ging Goris met tientallen Indiërs in gesprek over de vraag wat hun land betekent voor de wereldpolitiek en onderzocht hij hoe het hindoe-nationalisme steeds meer grip op de maatschappij krijgt.
Op 19 april is de grootste landelijke stembusgang ter wereld van start gegaan in India. Op dinsdag 4 juni wordt de uitslag bekendgemaakt. De belofte van de drie concurrerende leiders in India – de extreemrechtse premier Modi, de seculiere leider Rahul Gandhi en de minder bekende Arvind Kejriwal – is om er voor de gewone Indiërs te zijn. Terwijl veel journalisten in India met lede ogen toekijken hoe premier Modi blaakt van zelfvertrouwen, ziet zijn oppositie deze verkiezingscampagne als een laatste mogelijkheid om het seculiere India te redden.
Hoe wordt de nationalistische Modi door de gewone man in India ontvangen? Zien ze hem als een held?
‘Tijdens zijn verkiezingscampagnes wil Modi het Indiase volk ervan overtuigen dat hij de gewone Indiër, die zich door de elitaire en seculiere Congress-partij in de steek gelaten voelde, wil steunen. Er worden veel bijstandsbeloften gedaan om de armere laag te helpen. Toch zag ik tijdens mijn gesprekken met de lokale bevolking eigenlijk geen verandering in hun leefsituatie. De lonen van de afgelopen tien jaar zijn bijvoorbeeld nauwelijks toegenomen, ondanks het feit dat de Indiase economie wel gegroeid is.
‘Ik kreeg niet het gevoel dat de extreme armoede achter de rug was’
‘Volgens aanhangers van Modi zouden de armoedecijfers omlaag zijn gegaan, maar toen ik de dorpen in India bezocht, kreeg ik niet het gevoel dat de extreme armoede achter de rug was. De Modi-regering beloofde bijvoorbeeld meer sanitaire voorzieningen voor de armen, ik zag weinig toiletten in de dorpjes. Ook hebben veel huizen geen elektriciteit, iets dat partijleden van Modi hadden beloofd te regelen. Er is wel degelijk vooruitgang geboekt, maar minder dan de regering stelt. Anderzijds zullen de problemen van de meerderheid in India niet plots verdwijnen als de verkiezingen een andere regering zouden opleveren.’
De Indiase regering houdt de realiteit van het gewone volk dus achter voor de buitenwereld?
‘De BJP-partij wil inderdaad een imago creëren van een partij die er voor het gewone volk is, maar handelt daar niet naar. Het gevoel van veel mensen – economen, activisten, journalisten en academici – is dat dit een zoveelste poging is van de regering om met de cijfers over armoede en werkgelegenheid te rommelen, waardoor het plaatje van de Indiase samenleving veel hoopvoller oogt dan in werkelijkheid het geval is. De boeren die ik sprak zijn uiterst ontevreden over de gang van zaken in het land, al blijven ze wel positief over Modi zelf.
‘In 2020 en 2021 hebben Indiase boeren maandenlang geprotesteerd tegen nieuwe wetten die hun inkomens en toekomstperspectieven nog onzekerder maakten dan ze al waren.De BJP heeft dus misschien de meerderheid in het parlement, maar je mag niet vergeten dat ze tijdens de verkiezingen in 2019 niet meer dan 37 procent van de stemmen haalden. Dat betekent dat de overgrote meerderheid niet op de BJP stemde.’
Toch blijkt dat tijdens de huidige verkiezingen Modi opnieuw heel populair is. Hoe is dit te verklaren?
‘De grote kracht van de BJP, en dit geldt zowel voor de lagere als de hogere klassen, is een soort belofte op meer waardigheid van het land en meer erkenning vanuit het Westen voor het unieke belang van de geschiedenis van Bharat – de Sanskrietnaam voor India die ook verwijst naar de antieke hindoebeschaving van het land. Zodat het Westen het land zal erkennen als een soort hindoe-natie. Daarin verpakt zit de belofte dat elke Indiër een waardig persoon is. Bij veel Indiërs, voornamelijk die van de hogere klassen, heerst nogal het gevoel dat de seculiere partijen – die nu de oppositie van Modi vormen – deze waardigheid teniet hebben gedaan. En daar speelt Modi tijdens zijn verkiezingscampagne heel slim op in.
Cover van INDIA De onzichtbare gigant
‘Je hebt een duidelijk kiezerspubliek van de BJP. Dat zijn in de eerste plaats de Indiërs van de stedelijke middenklasse. Tijdens gesprekken met boeren, arbeiders en andere armere Indiërs gaat het zelden over hindoe-nationalisme. Zij zijn meer bezig met brood- en boterproblemen: voldoende eten, een eigen dak boven het hoofd, veiligheid, werk, onderwijs. Dat is anders bij Indiase moslims. Bij hen merkte ik wel wanhoop. Ze zien geen uitweg meer.’
Wat is de plek van de moslim in het toekomstbeeld dat Modi voor India heeft?
‘Hier zijn de aanhangers van de BJP heel onduidelijk over. Naar buiten toe, dus naar de westerse journalisten, houdt de BJP een inclusief plaatje voor waarin alle Indiërs van elke religie een plek hebben in een zogenaamde Hindu rashtra (Hindu natie, red.). Maar wie kritisch doorvraagt krijgt toch een heel ander discours te zien.
‘Ik sprak bijvoorbeeld met de ondersecretaris van de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS), een Indiase vrijwilligersbeweging met een rechtse en paramilitaire kern die gelieerd is aan de BJP. Hij vertelde dat moslims en christenen een volwaardig deel mogen uitmaken van een Hindu Rashtra. Zijn verhaal was namelijk dat de term hindoe in eerste instantie, door de geschiedenis heen, niet een religieuze betekenis had maar eerder verwijst naar iemand die ten oosten van de Indus-rivier woonde. Een voorwaarde om onderdeel uit te maken van deze hindoenatie is dat de moslims en christenen erkennen dat zij afstammelingen zijn van hindoes en erkennen hoe belangrijk de hindoecultuur voor het Indiase landschap is. Van moslims wordt ook verwacht dat zij erkennen dat binnen een hindoenatie de hindoegod Ram belangijker is dan het geloof dat zij zelf aanhangen.’
Een inclusieve hindoenatie? Worden niet-hindoes hier niet bij voorbaat al buitengesloten?
‘Door Indiase BJP-leden worden er redelijk weinig doekjes om gewonden dat India het land is voor de hindoes. Zeker naar de lagere klassen toe heeft de BJP de boodschap dat zij voortaan kunnen rekenen op steun, en dat deze steun niet langer naar moslims zal gaan. Zo werd tijdens een verkiezingscampagne in een belangrijke deelstaat in het noorden van India duidelijk gezegd dat dit een campagne was van tachtig procent tegenover twintig procent; die tachtig procent dat zijn de hindoes en de rest zijn de moslims. Wat de campagne van de BJP zo aanlokkelijk maakt, is het verhaal dat de seculiere partijen, die voor Modi lange tijd de macht hadden, de banen van de lagere klassen afpakten en deze gaven aan de moslims. Volgens Modi zouden moslims dankzij de seculiere leiders allerlei privileges krijgen, waardoor het gewone hindoe-volk het altijd zwaar te verduren heeft.
‘Wat ik met mijn boek wil laten zien is dat de wil om een hindoenatie te vormen al véél langer bestaat. Dus voordat Modi de macht kreeg in India. Al meer dan een eeuw geleden, tijdens de Britse koloniale overheersing, ontstond het idee dat India allereerst tot de hindoes toebehoort en dat de moslim als tweederangsburger moest worden beschouwd. In historische teksten van hindoe-nationalisten die leefden tijdens de koloniale overheersing staat ook heel duidelijk dat moslims nooit volwaardig Indiërs kunnen zijn omdat zij niet India als een heilig land zien, maar Mekka in Saoedi-Arabië. Volgens de nationalisten zijn de moslims en hun islam bovendien een voortzetting van de vernederingen die de hindoes ondergingen tijdens de islamitische Mongoolse overheersing in India tijdens de Middeleeuwen. Alleen door de moslim als de ‘ander’ te behandelen, konden hindoes sinds de negentiende eeuw een eenheid vormen.’
Waarom waarschuwen mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty voor een stijging in haat- en geweldincidenten tegen religieuze minderheden?
‘Er zijn diverse onderzoeken gedaan waaruit blijkt dat de geweldincidenten tussen moslims en hindoes bijna nooit spontaan ontstaan, maar vanuit de politiek zijn ‘gechoreografeerd’. Dat wil zeggen dat de nationalistische partijen en aanhangers de dodelijke rellen sturen en opzettelijk geweldsuitbarstingen tegen moslims veroorzaken. Bij deze rellen weten de extremisten heel goed welke winkels ze in brand moeten steken en wie ze moeten aanvallen. Daarom beweren veel academici ook, en ik geloof dat dit waar is, dat de geweldincidenten een politieke boodschap zijn van de BJP. Een bekend voorbeeld zijn de Gujarat-rellen in 2002, waar de toen kersverse deelstaatpremier Modi de ordediensten niet inzette ter bescherming van de moslimbevolking. Duizenden moslims kwamen toen om. Sinds Modi de macht heeft in de nationale regering zie je ook steeds vaker dat criminelen en radicale groepen samenwerken met de politie, waardoor het plegen van geweldsincidenten tegen moslims steeds meer makkelijker wordt.
‘Daarom beweren veel academici dat de geweldincidenten een politieke boodschap zijn van de BJP’
Daarnaast kreeg India de afgelopen decennia te maken met gewelddadig islamisme, waarvan aangetoond is dat de aanslagen vanuit de Pakistaanse overheid gesteund worden. Een klein deel van de gewelduitbarstingen is hierdoor te verklaren. Moslims in India worden regelmatig verantwoordelijk gehouden voor het geweld. Die toenemende polarisering tussen religieuze gemeenschappen staat in scherp contrast met de aloude cultuur van verdraagzaamheid en syncretisme. Het was in India heel gewoon dat hindoes het Suikerfeest vierden met moslims en moslims op hun beurt worden uitgenodigd voor het hindoefestival Diwali.’
En toch zouden volgens cijfers in India steeds meer moslims op de partij van Modi stemmen. Hoe strookt dit met uw observaties?
‘Het gebeurt inderdaad. En het leert je om in een land als India te accepteren dat het een land is van paradoxen en tegenstellingen. Een verklaring die ik hoorde is dat de sjiitische moslims zich gemarginaliseerd voelen door de soennitische moslims die in India de meerderheid vormen. Daarnaast zijn er feministische moslima’s die de BJP willen steunen omdat de hindoe-nationalisten de mannendominantie binnen de moslimgemeenschap willen aanpakken, hoewel veel andere feministen dit in twijfel trekken.’
Nu heeft volgens Indiase journalisten de BJP alles uit de kast gehaald om de oppositieleiders de mond te snoeren. Welke hoop is er nog voor een inclusief en democratisch India?
‘Het is in elk geval opvallend dat de voorzitter van de oppositiepartij Aam Admi Partij, Arvind Kejriwal, net voor de verkiezingen in de gevangenis is gezet op beschuldiging van betrokkenheid bij corruptie. De ruimte voor kritisch debat, vrije media en autonome organisaties is zeker gekrompen de afgelopen jaren. Maar India heeft zo’n lange en robuuste democratische geschiedenis, en een bevolking die zo uitdrukkelijk op haar diversiteit staat, dat ik geloof in de veerkracht van de democratie. Mensen zijn bezorgd over de huidige ontwikkelingen, maar geven zeker niet op.’
In uw boek benadrukt u dat het cruciaal is voor politici in het Westen om India te begrijpen. Wat betekent India voor het Westen?
‘Dit is de vraag die ik aan veel Indiërs heb gesteld. Voor mijn boek sprak ik vorig jaar meer dan zeventig Indiase schrijvers, journalisten, activisten en leerkrachten die zich kritisch opstellen over de ontwikkelingen in hun land. Wat me opviel was dat als ik deze vraag stelde, alle kritiek op de samenleving plots verdween, en men ineens begon te praten over hoe divers het land is en vooral hoe belangrijk India is voor het wereldtoneel. Ik denk dat dit voor mensen in Europa een eerste indicatie zou moeten zijn om te begrijpen dat we een Aziatische eeuw tegemoet gaan. Meestal zie ik dat mensen zich richten op China, maar men vergeet dat India een opkomende grootmacht is in de wereldeconomie en geopolitiek. Zoals Barack Obama zei: ‘India is no longer an emerging power, it has emerged’ (India is niet langer opkomend, het is opgekomen).
‘Wij in Europa hebben India veel te lang onderschat. Tegen het eind van dit decennium wordt India de derde grootste economische speler ter wereld. Het heeft nu al het derde grootste budget voor militaire uitgaven. Het is de derde grootste uitstoter van CO2. En zo kun je nog een tijdje doorgaan. We moeten, met andere woorden, dringend af van onze koloniale blik op India en het land zien voor wat het in 2024 duidelijk geworden is: een speler van wereldformaat met de ambitie om mee te doen met het vormgeven van de wereld. India kiest voor een multipolaire wereld en wil daarbij optrekken met de EU. India is niet enkel een gigant, het is onze natuurlijke bondgenoot. Omdat we India niet zien, en ook niet begrijpen wat er zich binnen India afspeelt, missen we de kans op een vruchtbare samenwerking.’
India. De Onzichtbare gigant – Lannoo. €29,99. 336 blz.
Vandaag is een groep Turks-Nederlandse pelgrims vertrokken naar Mekka en Medina voor de hadj, de pelgrimage die moslims maken.
Dit bericht de Turkstalige Nederlandse website Turkinfo.nl. De hadj vindt dit jaar plaats van vrijdag 14 juni tot woensdag 19 juni. Elk jaar maken twee tot drie miljoen moslims deze pelgrimstocht. Alleen tijdens de coronacrisis waren er veel minder pelgrims.
Voor moslims is de hadj een religieuze plicht. Elke moslim, mits hij of zij voldoende financiële middelen heeft en gezond is, moet de bedevaartstocht naar Mekka en Medina maken.
De hadj is één van de vijf zuilen van de islam, naast de geloofsbelijdenis (shahada), de rituele gebeden (salat), het geven van almoezen aan de armen (zakat) en het vasten tijdens de ramadan (saum).
De hadj vraagt flinke fysieke inspanningen van de deelnemers. Niet alleen de wandelingen rondom de Ka’aba en de Sa’i (waarbij moslims zeven keer heen en weer moeten lopen tussen de twee kleine heuvels van Safa en Marwa), maar ook de tocht naar de berg Arafat waar het heel heet kan zijn.
De Duitse bondscoach Julian Nagelsmann is niet te spreken over een opiniepeiling van de Duitse publieke omroep ARD, waarin geënquêteerden werd gevraagd of er meer witte spelers in het nationale elftal moesten spelen. ‘Het is racistisch’, aldus Nagelsmann.
Uit de opiniepeiling van ARD bleek dat 21 procent van de respondenten het eens was met de stelling dat er meer witte spelers in ‘die Mannschaft’ moeten spelen. Nagelsmann vindt deze uitkomst niet fijn, maar ergert zich nog meer aan de enquête an sich. ‘Het is racistisch. Ik vind dat we wakker moeten worden’, reageerde de 36-jarige bondscoach. Hij zei het eens te zijn met de Duitse middenvelder Joshua Kimmich, die eerder al de opiniepeiling als racistisch omschreef. ‘Josh reageerde heel goed, met een zeer duidelijke en doordachte verklaring. Ik zie dit op precies dezelfde manier. Deze vraag is krankzinnig.’
ARD verdedigde zich door te zeggen dat ze deze vraag aan de respondenten hadden voorgelegd, omdat een verslaggever die werkte aan een documentaire over voetbal en diversiteit vaak vragen van mensen kreeg over de samenstelling van het nationale team. ARD zei de uitkomst van de enquête shockerend te vinden, maar ook dat deze uitkomst een uitdrukking geeft aan de maatschappelijke situatie in het Duitsland van vandaag.
De spelers van het Duitse elftal hebben diverse achtergronden. Aanvoerder Ilkay Gündogan heeft bijvoorbeeld Turkse wortels.
Een week is lang in de politiek. En daarmee ook in de journalistiek. Het vooraf schrijven van een column die pas over een week wordt gepubliceerd, brengt dus ook risico met zich mee. Omdat ik tussentijds even weg ben, waag ik het er toch maar op.
Onlangs veranderde Utrecht in een slagveld door massaal geweld van grote groepen voetbalhooligans, bewust op ordeverstoring en vernieling uit. Toen aan de UvA een pro-Palestijnse demonstratie enigszins uit de hand liep was ultrarechts Nederland er als de kippen bij om keihard optreden te eisen. En zodra er maar één iemand met een islamitische achtergrond bijzit, wordt door de Geblondeerde Leider gebruld dat die het land moet worden uitgezet.
En bij de hooligans? Het kan natuurlijk nog komen, maar ik verwacht het niet. Dat stilzwijgen heeft bij de Partij Voor Vreemdelingenhaat namelijk een reden: de meeste hooligans zijn oer-Hollands blank, waarop dus niet het etiket van moslimterrorist te plakken valt. Anders geformuleerd: het betreft hier zíjn potentiële achterban. Ik weet niet in hoeverre hooligans überhaupt naar de stembus gaan – een deel vast niet – maar zo ja, dan acht ik de kans dat ze daar het hokje van de Partij voor de Dieren inkleuren klein.
Maandenlang werd er in Den Haag bij de barbaarse bombardementen weggekeken
Selectieve verontwaardiging: dat probleem begint rechts Nederland ook internationaal parten te spelen. Zie de volledige ontsporing van Israël in antwoord op de bloedige pogrom van 7 oktober, die natuurlijk slechts de zoveelste fase in een al decennia voortdurend conflict vormt, niet het begin. Maandenlang werd er in Den Haag bij de barbaarse bombardementen weggekeken of hooguit handenwringend toegekeken. Pas nu, nu het aantal Palestijnse burgerdoden in een half jaar tijd het aantal Oekraïense uit twee jaar ruimschoots is gepasseerd, schijnt men langzaamaan bij zinnen te komen.
En inderdaad slechts langzaam: wie de uiteenlopende westerse reacties op daden van het Russische, Noord-Koreaanse, Iraanse of Israëlische schurkenregimes ziet, kan zich niet aan de conclusie onttrekken dat in westerse ogen eigen bondgenoten (vrijwel) alles mogen. Juist die zo uiteenlopende reactie onttrekt aan onze pretentie pal voor de internationale rechtsorde te staan, de laatste bodem van geloofwaardigheid.
Durft Brussel – of Washington – eindelijk consequenties te trekken uit het feit dat Benjamin Netanyahu zich van niemand meer iets aantrekt? Zal het overschrijden van de rode lijn waarvan men van tevoren zo hard riep dat die toch echt niet overschreden mocht worden, eindelijk tot sancties leiden? Of blijft het bij loze woorden? Tegen de tijd dat u dit leest weet u daarover meer dan ik op dit moment dat ik het schrijf.
Ik heb mijn twijfels, gezien het westerse commentaar op de zware morele nederlaag die Israël zojuist in twee gremia geleden heeft, die ooit in het leven werden geroepen door vooral westerse steun. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag heeft in de lopende genocide-aanklacht Israël bevolen onmiddellijk de aanval te staken. Het Internationaal Strafhof, ook in Den Haag, heeft een arrestatiebevel uitgevaardigd voor drie kopstukken van Hamas plus Netanyahu en zijn minister van Defensie.
Daarmee staat het Westen op een essentiële tweesprong. Tot nu toe betroffen dat soort arrestatiebevelen steeds Afrikaanse dictators. Het Westen vond dat prima. Daarna belandde de Russische president Vladimir Poetin op de opsporingslijst. Ook dat stuitte te onzent op weinig bezwaren, van Poetinpraatpaal Baudet afgezien. En nu? ‘Daar is het niet voor bedoeld!’, zo viel al achter de schermen te horen. Toch niet voor iemand ‘van ons’?! Niet alleen Israël zelf kwam weer met het inmiddels obligate gekrijs over ‘antisemitisme’, ook de Amerikaanse president Joe Biden heeft op absurde wijze gereageerd.
Het is juist deze reactie die het Westen in de ogen van de rest van de wereld moreel ongeloofwaardig maakt. Dat staat nu voor de keuze wat men belangrijker vindt: de internationale rechtsorde of de eigengerechtigheid van Israël. Indien dat laatste, zwijg dan over Poetin.
En dat is ook de keuze waarvoor het komende ultrarechtse kabinet komt te staan. Decennialang verkocht Den Haag zichzelf aan de buitenwereld als Hoofdstad van het Internationaal Recht. Vandaar al die gerechtshoven die rond het Vredespaleis samenklonteren. Dat schept verplichtingen. Het betekent dat als één van de vijf gedaagden de Nederlandse bodem betreedt, die direct in de boeien dient te worden geslagen. Ohne wenn und aber (geen mitsen en maren), zoals dat zo mooi in het Duits heet.
Het Centrum Informatie Documentatie Israël (CIDI) wil dat de Universiteit Leiden alle samenwerkingsverbanden met landen uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Rusland en China openbaar maakt, als deze landen de mensenrechten schenden.
De actie een reactie op het Woo-verzoek van de The Rights Forum, dat twee jaar terug eiste dat de Universiteit Leiden alle samenwerkingsverbanden met Israëlische en pro-Israëlische organisaties openbaar maakte. Dat was antisemitisme, vonden journaliste Esther Voet van het Nieuw Israëlietisch Weekblad en de in Israël woonachtige Joop Soesan, die columnist is voor dat blad.
Op 16 mei dit jaar kondigde de Universiteit Leiden aan, in reactie op de recente pro-Palestijnse acties op de campus, dat er een ethische commissie ingesteld zal worden die de samenwerkingsverbanden met Israëlische universiteiten zal onderzoeken. Dit schoot het CIDI in het verkeerde keelgat. De pro-Israëlische lobbyorganisatie reageerde daarop met een eigen Woo-verzoek.
Het CIDI vindt dat de Universiteit Leiden met twee maten meet, omdat er geen onderzoeken worden gedaan naar de banden met Chinese universiteiten, het Turkije Instituut van de universiteit dat in Istanbul is gevestigd, de Sultan Oman Leerstoel voor Orientaalse Studiën van Maurits Berger, die door Oman wordt betaald, of de gift van 100.000 van het Saoedische olieconcern Aramco voor Islam Studies. ‘Toch legt het College van Bestuur, mogelijk uit angst voor pro-Palestijnse actievoerders, alleen de samenwerkingsrelaties met Israëlische instellingen tegen de meetlat’, schrijft het CIDI in zijn persbericht.
Maurits Berger wil nog geen inhoudelijke reactie geven, zo appt hij de Kanttekening. ‘Laten we de uitkomst van dat onderzoek maar eerst afwachten.’
De gepensioneerde wetenschapper Jan Hoogland (Radboud Universiteit Nijmegen), oud-directeur van het Nederlands Instituut Marokko (NIMAR), wil dat wel. Hij ziet het Woo-verzoek van het CIDI als een reactie op het eerdere verzoek van The Rights Forum. ‘NIMAR is onderdeel van de Universiteit Leiden. Er zit geen cent Marokkaans geld bij, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betaalt het overgrote deel van de kosten van het instituut, de rest wordt door de universiteit betaald.’
Maar het NIMAR heeft wel banden met Marokko. ‘Er is een vestiging in Rabat. NIMAR werkt met allerlei Marokkaanse instellingen samen en natuurlijk met Marokkaanse uitwisselingsstudenten. Dat is de core business. Maar deze samenwerking is van andere aard dan met Israëlische instellingen. Die zitten in allerlei EU-programma’s. Met Arabische universiteiten en andere instellingen is de samenwerking minder structureel.’
Het argument van het CIDI dat de universiteit met twee maten meet en voor Israël een uitzondering maakt snijdt volgens Hoogland geen hout. ‘Universiteiten kijken altijd heel kritisch naar instellingen uit deze landen, die niet in de EU-samenwerkingsprogramma’s zitten. Het Woo-verzoek van het CIDI is ingegeven door rancune.’
Hoogland besluit met een anekdote van vele jaren terug, met de controversiële islamdeskundige Hans Jansen, de ‘huisarabist van Geert Wilders’. ‘Een keertje liep ik toevallig met hem van de universiteit naar het station. Hij wist dat ik het NIMAR leidde. Het was ten tijde van het kabinet Rutte-I, dat gedoogsteun kreeg van de PVV (2010-2012). ‘Jansen vertelde mij dat Wilders op de hoogte is van het bestaan van het NIMAR en andere instituten, maar daar heus wel de toegevoegde waarde van inzag. Dankzij zijn jarenlange verblijf in Egypte had Jansen immers veel kennis van de islam opgedaan, kennis waar Wilders zich sterk op baseerde.’
Met Dick Schoof betreedt de surveillance-samenleving de politiek. Dat is niet zozeer het begin van iets nieuws, maar eerder een afronding van het nieuwe tijdperk waar we al een tijdje in verkeren. Een wereld waarin technologie overheden in staat stelt burgers tot data te reduceren en zo van alle menselijkheid te ontdoen. Natuurlijk waren het vooral migranten waar deze mensonterende procedure het eerst op werd toegepast, want de migrant is in afwachting van zijn burgerschap vogelvrij. Een proefkonijn.
Schoof overzag een operatie waarin nepaccounts werden aangemaakt om burgers te volgen, waaronder veel moslims. Het mocht niet maar het gebeurde toch. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk formuleerde dat in zijn Kritiek van de Cynische rede (1983) nog wat scherper: ze weten dat het niet mag maar ze doen het toch. En waarom gebeurde het? Omdat ze weten dat ze er mee weg zullen komen. Wanneer veiligheid staatsraison wordt gaat dat ten koste van de vrijheid van de burger. Dus eigenlijk is veiligheid een ander woord voor knechtschap.
Ik denk dat Dick Schoof in eerste instantie helemaal niet zo alomvattend wilde surveilleren, maar eenmaal geconfronteerd met de geweldige, grenzeloze mogelijkheden die de technologie biedt, kon hij geen weerstand meer bieden. Het is een beetje als de ontdekking van het vuur: je kan er mee barbecueën maar je kan er ook een lekkere fik mee maken, in beide gevallen geeft het ontzettend veel macht. We gaan het allemaal uitproberen.
Eigenlijk is veiligheid een ander woord voor knechtschap
Gezichtsherkenning heeft ook zijn voordelen, wordt ons ondertussen verkocht. Op Schiphol moest ik bij de paspoortcontrole langs een camera. Ik was sneller dan ooit bij de gate. Maar wat als je gezicht overeenkomt met iemand die wordt gezocht in mijn land van herkomst? Wie verzekert mij dat het systeem waterdicht is? En wie verzekert mij dat al die informatie niet lekt naar instanties die het tegen me kunnen gebruiken? Hackers kregen toegang tot het streng beveiligde Ticketmaster, wat bewijst dat onze persoonsgegevens niet veilig zijn.
Juist migranten hebben hier een hoop te vrezen. Je zal maar uitgezet worden en in het moederland in handen vallen van een veiligheidsdienst die alles van je weet, dankzij het voorbereidende werk van Dick Schoof.
Dick Schoof is een fanatiek marathonloper. Wat ik weet van marathonlopers, ik ben er zelf ook een, is dat ze geobsedeerd zijn door rendement, efficiëntie en een goed resultaat halen. Kortom: ze bereiden zich terdege voor op de wedstrijd. De marathonloper gaat er vanuit dat de weg lang en vol hobbels zal zijn. Dat geeft de marathonloper een winnende voorsprong op de korte termijndenkers. Daarnaast zijn marathonlopers verliefd op de discipline die ze aan de dag leggen. Gaan op tijd naar bed. Hebben geen tijd voor small talk. Gaan graag de diepte in. Altijd serieus.
Dick Schoof kan niet anders of in conflict komen met populistische poseurs als Caroline van der Plas, die het vooral van haar vlotte babbel moet hebben en nog geen stap teveel zet. Ze koketteert met haar ongezonde levensstijl alsof het een kwaliteit op zich is.
Schoof zal zich ergeren aan Omtzigt die altijd het fitste jongetje van de klas wil zijn maar als het er echt om gaat ten onder gaat aan faalangst. Die wanneer er moet worden gevochten in de race hopeloos opgeeft. En dan is er Wilders, de eeuwige stuurman aan wal. Die wrokkige toeschouwer langs het parcours die de vrijheid van de marathonloper misgunt. Die alles beter meent te weten maar als puntje bij paaltje komt niet de spontaniteit kan opbrengen om tot een waardevolle ervaring te komen.
Schoof moet een marathon lopen met mensen die nooit in hun leven ergens voor hebben moeten rennen.
‘Ze hadden de pers al ingelicht, voordat ze het fatsoen hadden om mij te bellen’, zegt Faiza Shaheen in shock over haar verwijdering van de Labour-lijst voor de verkiezingen. Een uur voordat ze aanschoof bij BBC Newslight kreeg ze een mailtje dat ze niet meer meedeed, omdat ze de doelstellingen van Labour zou ‘frustreren’.
Volgens critici zou er een zuivering van ‘pro-Palestijnse kandidaten’ gaande zijn bij Labour. Zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.
‘Het ging bij om tweets van meer dan tien jaar geleden’, vertelt Shaheen zichtbaar aangedaan bij BBC Newslight. ‘Er zaten zelfs tweets bij over mijn ervaringen van islamofobie binnen de partij. Mag ik niet eens meer over mijn eigen ervaringen en de dubbele standaard praten?’
Ook zou het liken van een kritische oude sketch van Jon Stewart over Israël zijn aangevoerd als reden om haar te cancelen, meldt de journalist Mehdi Hassan. ‘Dit is het domste ding dat Engeland heeft gedaan sinds de verkiezing van Boris Johnson’, reageert de comedian.
Faiza Shaheen heeft een islamitische achtergrond en maakt zich sterk voor een staakt-het-vuren in de Gaza-oorlog.
Dat heeft volgens sociale media gebruikers haar kop gekost.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.