16.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 182

Frans niqaabverbod heeft tegenstellingen alleen maar versterkt

0

Dit jaar is het precies twintig jaar geleden dat Frankrijk het controversiële niqaabverbod invoerde. Dit verbod op gezichtsbedekkende kleding, dat in 2004 van kracht werd, was het eerste in zijn soort in Europa. Het zette een zorgwekkend precedent dat andere landen, waaronder Nederland, sindsdien hebben gevolgd. 

Toen Frankrijk het verbod invoerde, presenteerde de regering de wet als een verdediging van de strikte seculiere principes van het land, bekend als laïcité. Voorstanders van de wet betoogden dat deze nodig was om de republikeinse waarden van Frankrijk te behouden en integratie van moslims in de samenleving te bevorderen. Maar in de praktijk gaf de wet een duidelijk signaal af aan moslims: openbare geloofsuitingen zijn ongewenst.

In plaats van sociale harmonie versterkte het verbod een gevoel van vervreemding en discriminatie onder veel Franse moslims. Het verbod had bovendien als gevolg dat moslima’s met een gezichtssluier werden uitgesloten van belangrijke sectoren van het openbare leven. Dit omdat ze niet langer hun dagelijkse bezigheden konden doen zonder het risico te lopen op boetes en intimidatie vanwege hun kledingkeuze. Deze marginalisatie heeft serieuze gevolgen gehad: diverse onderzoeken concludeerden dat moslimvrouwen in Frankrijk relatief veel discriminatie ervaren, bijvoorbeeld op het gebied van werkgelegenheid en huisvesting.

Voorstanders van de wet betoogden dat deze nodig was om de republikeinse waarden van Frankrijk te behouden

Het is daarom opvallend dat maar weinig Franse overheidsfunctionarissen bereid zijn geweest om dit onzalige verbod te heroverwegen. Het is juist erger geworden. Politiek gezien hebben wetten die zich richten op islamitische kleding alleen maar aan momentum gewonnen. Frankrijk verschuift naar rechts, als het gaat om identiteitskwesties en de islam. In 2023 legde een nieuwe wet zware boetes op voor het dragen van de niqaab op alle openbare plaatsen, terwijl daaropvolgende maatregelen verboden dat werknemers in de publieke sector en schoolmeisjes een hoofddoek droegen.

Bij het uitvoeren van deze beleidsmaatregelen beroept Frankrijk zich op betuttelende argumenten over het bevrijden van moslimvrouwen van religieus patriarchaat. Het zijn onzinargumenten, want met moslimvrouwen zelf is nooit gesproken. Veel vrouwen hebben zich zelfs uitgesproken tegen deze restrictieve wetten, die hun autonomie hebben beperkt en een inbreuk hebben gemaakt op hun recht om het islamitische geloof te praktiseren zoals zij dat wensen. Het discours wordt bepaald door politici die menen voor deze vrouwen te spreken, in plaats van door deze vrouwen zelf.

Het niqaabverbod kreeg navolging in andere Europese landen, waaronder België, Bulgarije, Oostenrijk, Nederland en Denemarken. En niet alleen extreemrechts heeft zich schuldig gemaakt aan het wegzetten van moslims, ook centrumrechts en in sommige gevallen zelfs linkse partijen.

De twintigste verjaardag van het niqaabverbod valt samen met een onheilspellend keerpunt voor Europese moslims. Discriminatie en anti-moslimgeweld nemen toe. Amper een maand geleden zorgde de Franse minister Gérald Darmanin van Binnenlandse Zaken voor onrust door de regels over integratie en assimilatie te willen aanscherpen. In Zweden leidde het verbranden van een Koran door een extreemrechtse fanaticus tot veel commotie. Analisten vrezen dat de spanningen in Europese samenlevingen zullen escaleren.

In deze gespannen context is het des te belangrijker dat politieke leiders terugkomen op hun verkeerde keuzes. Het islamofobe niqaabverbod heeft maatschappelijke tegenstellingen alleen maar versterkt. Europese landen moeten beseffen dat godsdienstvrijheid niet op gespannen voet staat met de democratische rechtsstaat, maar er een belangrijk onderdeel van is. We moeten streven naar een inclusieve democratische samenleving voor iedereen, ook voor moslims.

Spanningen lopen op over extra beladen Dodenherdenking

0

De Nationale Dodenherdenking op de Dam lijkt de gemoederen meer dan ooit bezig te houden vanwege het escalerende Israëlisch-Palestijnse conflict. Daarom worden er dit jaar extra veiligheidsmaatregelen getroffen.

Minder bezoekers en checkpoints waar iedereen wordt gefouilleerd, daar moeten bezoekers rekening mee houden. Op deze manier kan de gemeente zorgen voor een ‘waardige herdenking’.  Zo meldt de Amsterdamse stadszender AT5.

Er geldt een verbod op vlaggen en geluidsversterkende apparaten. Zo heeft de driehoek van burgemeester, politiecommissaris en hoofdofficier besloten.

De kans bestaat, zoals bij de opening van het Nationaal Holocaustmuseum eerder dit jaar, dat er protestacties plaatsvinden van pro-Palestijnse groepen. Zij menen dat er in Nederland niet voldoende aandacht is voor de Palestijnse doden.

Ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) maakt zich zorgen. De twee minuten stilte zouden ‘zomaar’ verstoord kunnen worden door een ‘eenmansactie’.

Grote actiebereidheid

Burgemeester Femke Halsema zegt tegen AT5: ‘Je merkt dat er een grote actiebereidheid is in Nederland en verontwaardiging over met name het conflict in Israël en Palestina. Wij zijn bezorgd dat het ook effect kan hebben op Dodenherdenking.’

Volgens de nieuwszender is er op dit moment al één demonstratie gemeld bij de gemeente, maar welke boodschap zij verkondigen is niet bekend.

Ook in Rotterdam zijn rechtse politici er niet gerust op dat de Dodenherdenking dit jaar zonder calamiteiten plaatsvindt. Een aantal van hen heeft schriftelijke vragen gesteld aan de burgemeester. De ChristenUnie, Leefbaar Rotterdam en VVD willen dat er ‘aanvullende maatregelen’ worden genomen voor een ‘waardige herdenking’.

Halsema: Discussie over hoofddoek boa’s gaat ook over seksisme

0

De kritiek op de hoofddoek bij buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) heeft volgens de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema ook een seksistisch element.  

Gisteren debatteerde de Amsterdamse gemeenteraad over Halsema’s besluit de hijab bij de brandweer en bij boa’s toe te staan. Tijdens dit debat merkte Halsema op dat deze discussie ook een licht seksistisch element heeft. ‘Of laat ik in ieder geval zeggen, een sekse-specifiek element’, zo wordt ze geciteerd in de De Telegraaf.

In navolging van het College voor de Rechten van Mens ziet Halsema het dragen van de hoofddoek als een onvervreemdbaar deel van de eigen identiteit van vrouwen die daarvoor kiezen. Ze vergelijkt dit met mannen die ervoor kiezen een baard of een snor te dragen. Er zijn ook agenten en boa’s die hun baard laten staan uit religieuze overwegingen. Als je als overheid consequent seculier wilt zien dan moet je ook baarden en snorren afscheren, vindt Halsema.

Van mening veranderd?

Cas van Berkel van de ultrarechtse splinterpartij JA21 reageerde geprikkeld en herinnert Halsema aan een uitspraak uit 2009: ‘Ik kan niet wachten op het moment waarop vrouwen in vrijheid hun hoofddoek zullen afslingeren’, zei Halsema vijftien jaar terug. ‘Ik zie het liefst elke vrouw van Nederland hoofddoekloos.’

Deze uitspraak van toen moet je in de juiste context zien, reageert Halsema. ‘Je kan een wens uitspreken, maar als bestuurder en als politicus sta ik voor de rechten en de plichten van onze Nederlandse bevolking.’ Halsema is en was bovendien principieel voor het recht van vrouwen om de hoofddoek te dragen, legt ze uit. ‘Dat is wezenlijk. In die lijn opereer ik ook als bestuurder.’

Beschuldigd van discriminatie

Behalve JA21 hadden ook VVD, FvD en SP kritiek op de hijab bij boa’s. Ze werden daarop beschuldigd van ‘islamofobie’ en ‘discriminatie’ door de fracties die geen moeite hebben met de hijab.

Met haar kritische opmerkingen over de hoofddoek jaagde Halsema in 2009 veel linkse en islamitische vrouwen in de gordijnen. Een van hen was journaliste en voormalige Midden-Oosten-correspondente Tineke Bennema, tegenwoordig columnist bij de Kanttekening. In dagblad Trouw schreef Bennema een vlammend stuk:

‘Vandaag koop ik een hoofddoek. Vanaf vandaag eis ik als linkse niet praktiserende moslim mijn recht op vrijheid van meningsuiting en van godsdienstuiting zichtbaar op. Een foto van mij en mijn hoofddoek kan GroenLinks-partijleider Femke Halsema morgen in de bus verwachten. Bitter teleurgesteld ben ik dat zij zich inmiddels heeft aangesloten bij het rijtje islam-bashers. Dat ze niet door heeft hoe diep kwetsend haar uitlatingen zijn, bewijst haar gebrek aan inlevingsvermogen. En boos ben ik ook, om haar arrogantie van uitspraken als ‘Ik zie het liefst elke vrouw in Nederland hoofddoekloos. En volstrekt vrij. Ik geloof niet dat welke God ook kledingeisen stelt.’ Beschaamd ben ik tot slot om links, dat geen passend antwoord vindt op intolerantie.’

Verdachte hoofddoekincident gaat in cassatie

0

De vrouw die vorig jaar publicist Ahlam Benali aanviel in een Haags winkelcentrum en daarvoor veroordeeld werd, gaat in cassatie.

Op 9 juli 2022 werd Benali tijdens een conflict met een vrouw aangevallen. De vrouw trok Benali’s hoofddoek af. De publicist besloot naar de rechter te stappen. Op 2 februari 2023 kwam de rechtszaak voor, en ze won de zaak. Ook in hoger beroep werd Benali in het gelijk gesteld. De verdachte zegt nu in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.

Volgens het gerechtshof in Den Haag is het duidelijk dat er een conflict is ontstaan bij een lift, waarbij over en weer is gescholden. De verdachte is opgestaan uit haar scootmobiel en heeft de aangever aangevallen en haar hoofddoek afgetrokken. Dit is ook op camerabeelden te zien.

De verdachte heeft van het Hof een geheel voorwaardelijke geldboete van 500 euro opgelegd gekregen. De proeftijd hiervoor bedraagt twee jaren. Daarnaast heeft het Hof een schadevordering van 500 euro toegewezen.

Benali was blij met de uitspraak van het gerechtshof en vindt het vervelend dat de advocaat van de verdachte de zaak nu naar de Hoge Raad heeft gebracht, want zo kan ze nog steeds geen punt achter deze geschiedenis zetten.

‘Ik kan het nog niet afsluiten, maar ik ga er gewoon weer voor!’, schrijft Benali op LinkedIn. ‘Ik heb er opnieuw alle vertrouwen in.’

De Hoge Raad moet kijken of het recht wel goed is toegepast, de gerechtelijke procedure correct is gevolgd en de uitspraak juist is gemotiveerd. De Hoge Raad kijkt niet meer inhoudelijk naar feiten en bewijzen, zoals de rechters van een rechtbank en een gerechtshof wel doen.

Is Iran de vijand, of tot vijand gemaakt?

0

Op zaterdagavond gebeurde wat al dagen in de lucht hing. Iran viel Israël aan. Het was alsof er die avond een theaterstuk in première ging, waarvan iedereen het scenario al kende. Want de aanval was onvermijdelijk nadat Israël het Iraanse consulaat in Damascus had vernietigd, zo gonsde het vorige week. 

Net als bij een goed toneelstuk wordt het publiek geraakt, ook al is het verhaal reeds bekend. De vijand laat zich zien, de verontwaardiging is groot. We voelen empathie met het slachtoffer, ondanks zijn of haar gebreken. Fictie? Niet op het wereldtoneel. 

Ondanks de kritiek op Israël voor de gruwelijkheden in Gaza stonden westerse en Arabische bondgenoten het land zaterdagavond bij. Iran was de vijand, zo klonk het verhaal. Vannacht vond er een (beperkte) tegenaanval plaats. Was het Israël hierom te doen toen het land de diplomatieke onschendbaarheid aan zijn laars lapte en het Iraanse consulaat in Syrië onder vuur nam? En is Iran wel de vijand in dit verhaal?

Niet over nagedacht

De eerste vraag is lastig te beantwoorden, al is het alleen maar omdat Israël de aanval nooit officieel heeft opgeëist. Maar het effect is er in ieder geval, zo stelt Erwin van Veen, senior onderzoeker bij het Clingendael Instituut. 

‘Er zijn twee hypotheses in omgang’, vertelt hij. Een daarvan is dat Israël inderdaad een reactie wilde uitlokken om daarmee de aandacht te verschuiven van Gaza naar Iran. Een andere hypothese is dat Israël er onvoldoende over na heeft gedacht dat haar actie Iran in feite zou dwingen om te reageren.’ 

‘Je zou kunnen zeggen dat Iran zich inhield’

Van Veen neemt ons even mee in de tweede hypothese. De aanval van Israël op het consulaat was een vervolg op eerdere aanvallen op de Revolutionaire Garde van Iran. In december en wederom in januari doodde Israël al hooggeplaatste leden van deze belangrijke militaire organisatie. Iran reageerde hier mondjesmaat en indirect op via gewapende groepen in Libanon en Irak. ‘Je zou kunnen zeggen dat Iran zich inhield’, legt Van Veen uit. 

‘De aanval op het consulaat was een vervolg in deze serie, maar wel een escalatie. Het is een doelwit dat onschendbaarheid geniet onder de Weense conventie. Je weet dat daar problemen van komen. Daarom lijkt deze hypothese mij niet zo waarschijnlijk.’ 

Een symbolische aanval

Ook over de tegenaanval van Iran op Israël doen verschillende interpretaties de ronde. Daags na de aanval doen tal van westerse analisten hun best om het gevaar van Iran te duiden. Hoe gevaarlijk is Iran ook alweer? Waartoe is het in staat? Hoe zat het ook alweer met het nucleaire programma, waar we zo bang voor waren? 

‘Het was vooral een signaal richting Israël, om te laten zien waartoe Iran in staat was’

Mehran Kamrava denkt dat de aanval op zaterdag niet erg gevaarlijk was. ‘Dit was vooral een symbolische aanval.’ Kamrava is directeur Iraanse Studies bij het Arabische Centrum voor Onderzoek en Beleidsstudies Iran in Qatar. Hij beschrijft de aanval van Iran als doelbewust berekend, bedoeld om een signaal af te geven in plaats van schade aan te richten. ‘Iran kondigde de aanval drie dagen van tevoren aan bij Koeweit, Irak en Turkije, wetende dat ze deze informatie door zouden spelen aan de Amerikanen.’ 

‘Het was misschien een manier om met eigen ogen te zien waartoe het Israëlische luchtafweersysteem in staat was. Maar het was vooral een signaal richting Israël, om te laten zien waartoe Iran in staat was, zonder daadwerkelijk burgerdoelen te raken’, zo stelt hij. 

Als deze uitleg klopt, dan is het geheel in lijn met het buitenlandbeleid van Iran in de afgelopen jaren: zo veel mogelijk zeggen door zo weinig mogelijk te doen. ‘Over het algemeen is het Iraanse buitenlandbeleid in het Midden-Oosten vrij pragmatisch en realistisch, er is weinig ideologisch aan. Er is geen vooropgezet plan om de Iraanse invloed uit te breiden, Iran reageert over het algemeen redelijk defensief’, zegt Van Veen. 

‘Neem de aanval op de Amerikaanse bases in Irak eerder dit jaar’, voegt Kamrava toe. ‘Ook hier gaven ze de Irakezen een waarschuwing, waardoor de Amerikanen genoeg tijd hadden om zich te verplaatsen. Hierdoor vielen er geen doden. Dit is het patroon van de manier waarop Iran reageert op Israël.’ 

Geen applaus

Het lijkt koorddansen, maar het applaus ontbreekt. Vooral in eigen land is er nog weinig begrip vanuit de bevolking voor wat Iran nu eigenlijk heeft gedaan, vertelt Kamrava. ‘Er heerst vooral onbegrip over de aanval, er zijn veel vragen. Iran legt niet aan het volk uit wat de ware intentie was van deze aanval, waardoor het lijkt op een mislukking. In Iran zelf wordt de aanval van zaterdagavond geridiculiseerd.’

‘In Iran zelf wordt de aanval van zaterdagavond geridiculiseerd’

Dit betekent niet dat het Iraanse volk oorlog wil, gaat hij verder. In de dagen na de aanval kwamen juichende Iraniërs in beeld op verschillende media. Hierdoor zou de indruk ontstaan dat Iran inderdaad uit is op oorlog, maar volgens Kamrava is dit een verkeerd beeld. ‘Iran wil geen escalatie.’

Het Westen interpreteerde de Iraanse actie tegen Israël niet als een symbolische daad maar als een doelbewuste aanval. ‘Dit is niet een kwestie van verkeerd begrijpen, maar van verkeerd willen neerzetten’, zegt Van Veen. ‘Als je een beetje moeite doet Iran beter te begrijpen, dan kom je met een paar vrijdagmiddagen een heel eind.’

Het vijandsbeeld

Van Veen maakt een uitstapje in de geschiedenis. De highlights: de Iran-Irak oorlog (1980-1988) en de inval van de Amerikanen in respectievelijk Afghanistan (2001) en Irak (2003). In geen van deze oorlogen was Iran de agressor, maar ze verhoogden wel het dreigingsbeeld in Iran, zo legt Van Veen uit. ‘Daarnaast werd de Iraanse veiligheidselite die op het moment aan de macht is gevormd tijdens de Iran-Irak oorlog. Dit was een periode van enorme verwoesting in Iran, waarbij Irak wordt bijgestaan door grote delen van het Westen. Dit terwijl Irak de agressor was. Ironisch genoeg was het juist Israël dat Iran steunde, omdat het Saddam Hoessein als het grote gevaar beschouwde. Israël leverde hier op grote schaal wapens aan Iran. 

Dit is de lens waardoor vervolgens in Tehran de oorlogen in Irak en Afghanistan geïnterpreteerd worden, gaat hij verder, Amerikaanse invasies van Iran’s buurlanden. ‘Tussentijds voegt de Amerikaanse president George W. Bush Iran ook nog eens toe aan ‘de axis of evil’, terwijl datzelfde Iran net de Amerikanen in Afghanistan heeft geholpen, onder diezelfde generaal Qasem Soleimani die de VS in 2020 doodt bij het vliegveld van Bagdad. Het label ‘schurkenstaat’ verklaart mede waarom Iran de Amerikanen keihard tegenwerkt in Irak en hier in feite een machtspositie in haar achtertuin creëert.’

Israël heeft een goede propagandamachine’

‘Amerika heeft daarnaast zelf last van een soort van collectieve psychose ten aanzien van Iran na 1979, toen de Iraanse revolutie een einde maakte aan het regime van de sjah. Sindsdien hebben de VS Iran niet willen accepteren als een volwaardige speler in het Midden-Oosten’, stelt Van Veen. En dat resulteert in een reflex waarbij de Verenigde Staten Iran proberen te isoleren en neer te zetten als een kwaadwillende speler. Na de Amerikaanse inval van Irak in 2003 – die veel door Iran gesteunde weerstand ondervond – is dit alleen maar sterker geworden. En Israël heeft een goede propagandamachine, die zich sinds 2010, zeker onder Netanyahu, sterk heeft ingezet om Iran in een overdreven kwaad daglicht te stellen.’ 

Dreiging aanwezig 

In sommige opzichten begrijpt Van Veen wel dat Iran als dreiging gezien wordt door Israël. Bijvoorbeeld in Syrië, waar Iran een grote rol speelt in de burgeroorlog. Als buurland van Israël is wat daar gebeurt ook een kwestie van nationale veiligheid voor Tel Aviv. Syrië is echter geen buurland van Iran, waardoor defensieve argumenten voor Iraanse inmenging niet overtuigen. En ook in Libanon heeft Israël wel redenen om zich zorgen te maken, want Hezbollah is een serieuze dreiging.’

Bovendien is er ook het een en ander veranderd sinds de Israëlische campagne in Gaza, gaat hij verder. ‘Wat de regionale context van Gaza heeft laten zien is dat het As van Verzet (Iran en diens bondgenoten Hamas, Hezbollah en de Houthi’s) redelijk gesynchroniseerd opereert. Het beeld dat dat allemaal proxies zijn van Iran klopt niet, maar er is wel coördinatie van Iran en Hezbollah tussen al die partijen. Dat blijkt best aardig te functioneren. Ik denk dat er in Israël daardoor wel de nodige alarmbellen zijn afgegaan na 7 oktober. Dit is echter nog geen reden om een consulaat plat te leggen.’

Onvoorwaardelijke steun 

Verbazingwekkend vindt hij het niet dat westerse landen klakkeloos meegaan in het huidige narratief van Israël. ‘Landen als Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten hebben zich ook voor deze recente uitwisseling van aanvallen praktisch onvoorwaardelijk achter Israël geschaard. En dat ondanks de enorme verwoestingen in Gaza, dat bovendien kampt met een ernstige hongersnood.’

‘Het Westen heeft zich toch altijd achter Israël geschaard?’

Van Veen zoomt in op Nederland. ‘De staat gaat in cassatie (in hoger beroep bij de Hoge Raad, red.) tegen het exportverbod voor F-35 reserveonderdelen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken schort toekomstige hulp aan de VN-hulporganisatie UNRWA op, met het volle inzicht in wat voor humanitaire gevolgen dat kan gaan hebben. Nederland onthoudt zich bovendien steeds weer van stemming in de Algemene Vergadering van de VN wanneer resoluties oproepen tot een staakt-het-vuren. Vanuit een dergelijke mate van steun is het logisch mee te gaan in het narratief van het goede Israël tegenover het slechte Iran en de dreiging die van het laatste land uitgaat.’

Ook Kamrava is niet verbaasd over de westerse opstelling. ‘Welke verschuiving van de opinie? Het Westen heeft zich toch altijd achter Israël geschaard?’ merkt hij cynisch op. ‘De Europese Unie heeft blijkbaar geen moeite met de genocide in Gaza. De EU heeft de Israëlische aanval op de Iraanse ambassade niet veroordeeld, hoewel Iran daar wel om heeft gevraagd. Dat is de hypocrisie van de westerse regeringen.’

Een bestaand patroon

Het is een patroon dat ten tijde van grote conflicten zichtbaarder wordt en waar ook de Arabische landen zich naar voegen. Hoewel Saoedi-Arabië toenadering blijft zoeken tot Iran lichtte het koninkrijk de VS wel in over de naderende Iraanse drone- en raketaanval op Israël. En ofschoon Jordanië het geweld van Israël in Gaza de afgelopen maanden sterk veroordeelde haalde dit koninkrijk meerdere Iraanse raketten uit de lucht in zijn eigen luchtruim. ‘Jordanië is uiteindelijk een vrij autoritaire monarchie, waarbij de elite militair afhankelijk is van de Verenigde Staten en financieel van Saoedi-Arabië’, legt Van Veen uit. ‘En omdat het Iraanse regime zijn aanval op Israël al ruim van te voren had aangekondigd was het makkelijk punten te scoren bij de VS.’

‘Iran was altijd de favoriete boeman van het Midden-Oosten’

‘Iran was altijd de favoriete boeman van het Midden-Oosten’, zegt Kamrava en hoewel dit even op de achtergrond leek te zijn verdwijnen sinds de oorlog in Gaza staat deze boeman nu weer volop in de spotlights. Kamrava gelooft ook dat dit conflict voorlopig nog wel even voortduurt. ‘Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik denk dat we aan het begin staan van een vicieuze cirkel van Israëlische aanvallen en Iraanse tegenaanvallen.’ 

Zolang Israël het nodig vindt

Israël heeft laten weten dat het de Iraanse aanval in ieder geval zal vergelden, tegen het advies van de Amerikaanse president Joe Biden in. Op donderdagnacht heeft Israël vermoedelijk een aanval uitgevoerd op een locatie in Iran. En Iran zal daar weer op moeten reageren, verwacht Kamrava. Zal het dan weer gaan om een symbolische aanval? ‘Dat hangt af van de schade die Israël aanricht. Als Israël een aanval pleegt waarbij doden vallen dan zal Iran misschien wel een tegenaanval verrichten die gelijk daaraan staat.

Volgens Van Veen kan dit spel nog wel even duren, hoewel hij eerder verwacht dat er meer symbolische aanvallen zullen volgen dan acties waarbij daadwerkelijk op grote schaal doden vallen. ‘Dit kan duren zolang Israël het nodig vindt de aandacht af te leiden van de verwoestingen en de hongersnood in Gaza. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft een constante serie aan gebeurtenissen nodig om verdere internationale veroordeling van Israël te voorkomen.’ 

Israël bewandelt immers een doodlopend pad, aldus Van Veen. Er is nu een enorm Palestijns vluchtelingenprobleem. Gaza kampt met een hongersnood. Er lopen bovendien twee rechtszaken tegen Israël en Hamas niet vernietigd. Ook Hezbollah blijkt een taaie tegenstander en Israël is intern diep verdeeld. Dus wat kan Israël doen? ‘Alles wat je kunt doen om je eigen problemen te verhullen met nieuwsberichten over een ander probleem, waar je zelf beter uitkomt, is mooi meegenomen.’ 

Ben-Gvir: maak gevangenissen leeg met executies

0

De extreemrechtse Israëlische minister van veiligheid Itamar Ben Gvir heeft andermaal de wenkbrauwen doen fronsen. Hij wil het probleem van overvolle gevangenissen ‘oplossen’ door Palestijnen te ‘executeren’.

Dit meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye. De doodstraf zou ‘deels’ de oplossing moeten zijn voor de met Palestijnen volgepakte Israëlische gevangenissen. 

De regering heeft een wet goedgekeurd waarbij 936 cellen kunnen worden bijgebouwd. Gvir zegt hierover op sociale media: ‘De doodstraf voor terroristen is de juiste oplossing voor het detentieprobleem, tot die tijd ben ik blij dat de regering met extra voorzieningen voor cellen komt’.

De overheid van Gaza meldt dat sinds 7 oktober meer dan 5000 Palestijnen zijn opgesloten in gevangenissen. De Palestijnen zouden de ‘ergste vormen van marteling’ ondergaan, zo schrijft Middle East Eye.  

Ook uit een Israëlisch rapport naar het gevangeniswezen blijken de omstandigheden ‘ernstig’ te zijn, met minder dan drie vierkante meter per gevangene, slechte sanitaire voorzieningen en onvoldoende ventilatie. Er wordt melding gemaakt van een nog niet eerder voorgekomen gevangeniscrisis. Veel gevangenen ervaren stress en paniek hierdoor, dat tot onnodige fricties in de cellen leidt.

Marokkaanse datingshow haalt oude denkbeelden overhoop

0

Er is ophef ontstaan in Marokko over een datingprogramma, Blind date by Outfit. Een jonge Nederlands-Marokkaanse vrouw in korte rok ondervraagt vier jongemannen die verborgen staan achter een wit scherm. Na elke vraag besluit de vrouw welke man ze beter wil leren kennen. Die blijft achter, de afvaller toont zich waarna er een nietszeggend gesprekje volgt. Ze begint te twijfelen met welke jongen ze verder zal daten. Gelukkig is daar de hulp van haar beste vriend, een hond. Die mag kiezen.

Ik beschouw dit YouTube-programma als intelligente satire die de vinger op de zere plek legt. Het zet de ongelijke verhoudingen in Marokko als het gaat om partnerkeuze op scherp. Deze keer bepaalt de vrouw welke man ze wil. En het gebruiken van een hond is natuurlijk een ondermijning van de mannelijke beschikkingsmacht. Lager dan een hond kan je niet gaan, is de overtuiging in de volkscultuur. Maar is de man in zijn onstopbare lust tot versieren, verleiden en onderwerpen van de vrouw niet zelf honds bezig?

De jongedame in kwestie mag ondertussen het land niet uit, de mannen daarentegen lopen vrij rond. De influencer is vastgehouden, waarmee wordt onderschreven wat het programma aan de kaak stelt: de onderdanige houding die de patriarchale maatschappij van vrouwen verwacht. Eerst toestemming vragen aan je man.

Ik kan deze polemiek niet los zien van het grotere, serieuze debat dat op dit moment plaatsvindt in de Marokkaanse samenleving, namelijk de aanpassing van het familierecht. De koning van Marokko heeft opdracht gegeven om het familierecht ten faveure van de vrouw te herzien. Het advies dat de werkcommissie heeft gegeven stuit vanuit de conservatieve hoek op een golf van kritiek. De vrouw krijgt de langverwachte rechten. De patriarchale macht die van Allah gegeven is, zou hiermee onbehoorlijk worden beperkt. Het moderniserende familierecht past bij de veranderende samenleving waarin participatie van de vrouw in alle geledingen niet te stoppen is. Vooral in de grote steden is dit goed te zien. Het platteland is een ander verhaal en Marokko is ook een boerensamenleving.

Het gebruiken van een hond is natuurlijk een ondermijning van de mannelijke beschikkingsmacht

Sowieso gaat de nieuwe generatie Marokkanen hard op YouTube. Voor wie zoekt is er een heerlijk aanbod van culturele dieptegesprekken, religieuze peptalks en schaamteloze kletspraat. Men bevraagt elkaar tot op het bot, of serveert in kleurrijke documentaires aspecten van de Marokkaanse geschiedenis. Het is een Marokko waarin niet eerst om toestemming wordt gevraagd maar men meteen uit de startblokken schiet.

Dit jaar zou Marokko voor de eerste keer in haar geschiedenis deelnemen aan de prestigieuze Venetië Biënnale, het tweejaarlijkse kunstevenement. De bedoeling was dat drie vrouwelijke kunstenaars hun werk zouden tonen. Die deelname ging door gekonkel achter de schermen uiteindelijk niet door. Maar deze YouTube-show van tiktokker Armani L’Goumani zou ingezonden moeten worden. Heel wat oude denkbeelden over gender, macht en representatie worden overhoop gehaald. De ondervraagde mannen leggen maar wat graag hun hoofd op het hakblok, daarmee onderschrijvend dat een man voor een mooi meisje alles zou doen. Hoewel sexy gekleed heeft Armani met haar zoetgevooisde stem de touwtjes strak in handen.

Armani zelf snapt niet waarom ze wordt vastgehouden. ‘Ik respecteer de normen en waarden van Marokko, ondanks dat ik niet de enige ben die er misschien zo bij loopt.’ Daarmee heeft ze een punt. De show laat zien wat Marokkanen elke dag in de grote steden allang geaccepteerd hebben, dat niemand iets te zeggen heeft over wat je draagt. En dat wat je draagt de ander geen vrijbrief geeft om je als een ding te behandelen. Dat is namelijk bij de beesten af.

Migranten in buitenwijk Parijs moeten wijken voor Olympische Spelen

0

De Franse politie heeft gisteren een groot kraakpand in de Parijse buitenwijk Vitry-sur-Seine ontruimd, honderd dagen voor de aanvang van de Olympische Spelen. Het pand fungeerde als opvangcentrum voor migranten. Mensenrechtengroepen maken zich grote zorgen.

Het ging om een geïmproviseerd ‘kamp’ op de plek van een verlaten kantoor van een busmaatschappij. Dit kraakpand bood onderdak aan ongeveer 450 migranten, voornamelijk jonge mannen, maar ook aan enkele moeders met jonge kinderen. Volgens mensenrechtengroepen hadden de meeste migranten in het kraakpand documenten en wachtten ze op de toewijzing van een sociale huurwoning.

De grote vrees van mensenrechtenorganisaties is dat de migranten die nu worden weggestuurd in een poging de stad ‘schoon te maken’ geen nieuw onderdak kunnen vinden.

‘Het kraakpand was het grootste in Frankrijk’, vertelt Paul Alauzy van de humanitaire organisatie Medecins du Monde aan Deutsche Welle. ‘Het is in één jaar tijd in omvang verdubbeld, vanwege de Olympische Spelen. Vorig jaar hebben de autoriteiten migranten uit de buurt van het Olympisch Dorp weggejaagd en kwamen veel ontheemden hierheen.’

De autoriteiten zeiden dat de uitzettingsoperatie enkele dagen zal duren. Woensdag werden ongeveer driehonderd mensen met geweld van het terrein verwijderd. Honderdvijftig waren de avond ervoor al vertrokken. Veel van de uitgezette mensen werden op bussen gezet, om naar andere steden in Frankrijk te worden gebracht.

Israël versnelt bouw nederzettingen Oost-Jeruzalem

0

Israël heeft de nieuwste Gaza-oorlog aangegrepen om de bouw van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever te versnellen. Het zou om meer dan twintig nieuwe, goedgekeurde bouwprojecten gaan met duizenden nieuwe woningen op bezet Palestijns gebied in Oost-Jeruzalem.

Zo schrijft The Guardian. De Israëlische regering is de belangrijkste aanjager van de bouwprojecten, vaak in samenwerking met extreemrechtse Israëlische groepen die berucht zijn om het uitzetten van Palestijnen, meldt de krant op basis van de bestemmingsplannen.

‘Dat deze bouwplannen in sneltreinvaart worden goedgekeurd in de afgelopen zes maanden is ongekend’, zegt Sari Kronish van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Bimkom. ‘Terwijl veel regeringsafdelingen beperkt toegankelijk waren of hun werkzaamheden staakten na 7 oktober, gingen de autoriteiten van stadsplanning keihard door met werken’.

De nieuwe, illegale nederzettingen voor Joodse inwoners van Israël zullen worden gebouwd in delen van Oost-Jeruzalem die in 1980 zijn geannexeerd. Deze plannen doorkruisen diametraal het idee van een levensvatbare Palestijnse staat met Oost-Jeruzalem als hoofdstad.

Rechtspraak: verplicht taalexamen voor nieuwkomers discriminerend

0

De Rechtbank Amsterdam oordeelde op dinsdag 16 maart dat het verplichte taalexamen dat nieuwkomers uit sommige landen moeten afleggen ‘in eigen land’ discriminerend is.

In 2021 spande een vrouw uit Ghana een rechtszaak aan tegen de Nederlandse overheid, omdat ze vond dat ze werd gediscrimineerd. De Rechtbank Amsterdam heeft haar nu gelijk gegeven. De vrouw wilde naar Nederland, waar haar echtgenoot woont. Maar mede vanwege het moeilijke taalexamen werd haar verzoek tot gezinshereniging afgewezen. De Ghanese vrouw werd bijgestaan door Jorg Werner van het Amsterdamse advocatenkantoor Noordstern Advocaten.

Het besluit is historisch, schrijft de Turkse krant Son Haber.  Op dit moment verplicht Nederland burgers zogenoemde B-landen, zoals Turkije, Marokko en Ghana, om een taalexamen af te leggen. Burgers uit A-landen, zoals de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Japan, hoeven deze verplichte taaltoets niet te doen.

De Turks-Nederlandse advocaat Ismet Özkara, die veel soortgelijke zaken van Turkse burgers behandelt, vertelt dat de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam een mijlpaal is. ‘Er was al een uitspraak van de Rechtbank Haarlem, die stelde dat het onderscheid tussen A- en B-landen in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens’, legt Özkara uit aan de Kanttekening.

‘Maar de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam gaat een stuk verder: het onderscheid is ook in strijd met de International Convention on the Elimination of Racial Discrimination (Internationaal Verdrag ter Uitbanning van Rassendiscriminatie), een internationaal verdrag waaraan ook Nederland zich heeft gecommitteerd.’

Özkara zegt dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de Nederlandse staat tegen deze uitspraak in hoger beroep zullen gaan. ‘Maar ik heb goede hoop. De discriminerende inburgeringscursus in ‘eigen land’ voor mensen uit B-landen zal op termijn afgeschaft worden, geloof ik.’

Özkara is nu al twee jaar bezig met rechtszaken van Turkse burgers die in het kader van gezinshereniging naar Nederland willen, vertelt hij. Tot voor kort hoefden Turkse burgers geen inburgeringsexamen in ‘eigen land’ af te leggen, maar nu moet dat wel. Dit is volgens Özkara in strijd met het associatieverdrag dat de Europese Unie heeft met Turkije. Hij heeft daarom een klacht ingediend bij de Europese Commissie, die door 10.000 mensen is ondertekend. De klacht is nu in behandeling.