12.1 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 204

Waarom er geen Giro555-actie is voor Gaza

0

Waarom is er nog steeds geen hulpactie voor Gaza opgezet door Giro555? Komt dit door de onveilige situatie in Gaza, waar ook hulpverleners gevaar lopen? Of heeft het te maken met politieke gevoeligheden? 

We spraken hierover met Giro555 en de christelijke hulporganisaties World Vision en Kerk in Actie, die onder de koepel van Giro 555 werken. ‘Ook wij zijn geraakt door wat er gebeurt in Gaza en begrijpen dat mensen zich afvragen waarom we niet in actie komen’, zegt Gün Ozkara, coördinator communicatie en media van Giro555. De twee belangrijkste redenen hiervoor zijn het gebrek aan toegang en de onveiligheid in het gebied voor hulpverleners, legt ze uit.

‘Door de zeer beperkte toegang lukt het hulporganisaties niet om genoeg hulpgoederen naar Gaza te brengen. Er zijn honderden trucks met hulpgoederen per dag nodig, net zoals veel meer hulpverleners ter plekke, maar er mogen dagelijks tientallen trucks naar binnen, en soms geen enkele. Daarnaast is het op dit moment levensgevaarlijk en heel moeilijk om in Gaza hulp te verlenen. Zo hebben de hulporganisaties al diverse collega’s ter plaatse verloren en zijn publieke ruimtes zoals ziekenhuizen ook niet veilig. De frustrerende realiteit is dat diverse hulporganisaties klaarstaan met mensen en goederen om zo snel mogelijk op te schalen. We weten helaas niet hoelang het duurt voordat dit mogelijk wordt.’

De hulp is een druppel op een gloeiende plaat’

De hulp die op dit moment wel aanwezig is, is een druppel op een gloeiende plaat, vervolgt ze. ‘Er zijn 2,2 miljoen mensen die dringend humanitaire hulp nodig hebben. Veel van de goederen worden helaas geweigerd of teruggestuurd. De hulporganisaties achter Giro555 die daar al aanwezig zijn, doen dit met zeer beperkte middelen en met veel gevaar voor eigen leven. Een aantal hulporganisaties dat daar niet ter plekke is, biedt hulp vanuit een samenwerking met lokale partners.’ 

Een religieuze kwestie?

Hoe zit het met die christelijke organisaties? Speelt religie een rol in het bieden van hulp aan Gaza? En is hulp aan Israël voor deze organisaties een voorwaarde? ‘Giro555 betekent juist dat de elf verschillende organisaties werken vanuit hun eigen profiel, maar ook vanuit gemeenschappelijke kernwaarden, namelijk dat noodhulp moet worden verleend wanneer dat nodig is. In de continue gesprekken die we met de deelnemende organisaties voeren, worden alle scenario’s besproken die relevant zijn voor een mogelijke Giro555-actie. Dat er ook in Israël veel leed is en dat ook daar de pijn van het conflict sterk voelbaar is, wordt hierin meegenomen. Tegelijkertijd zien we dat de humanitaire noden in Gaza enorm zijn op dit moment en dat omringende landen zoals Libanon, Egypte en Syrië eveneens geraakt worden. Bij het eventueel starten van een Giro555-actie nemen we al deze input mee ter overweging.’ 

Marco van der Graaf, directeur van World Vision Nederland antwoordt dat hij geen commentaar kan geven over hulp aan Israël, omdat de christelijke hulporganisatie op dit moment niet in dat land werkt. Ook in Gaza is World Vision niet actief. ‘Onze organisatie reageert echter wel op de humanitaire behoeften van de kinderen op de Westelijke Jordaanoever, waarbij we ons richten op bescherming en geestelijke gezondheidszorg’, vertelt hij. ‘Onze hulp heeft de afgelopen vier maanden ongeveer 230.000 mensen bereikt. World Vision werkt sinds 1975 in de bezette Palestijnse gebieden. Vorig jaar bereikten onze programma’s daar 136.000 mensen, waaronder 95.000 kinderen in 150 dorpen.’ 

‘We willen we in actie komen voor onze naasten; dichtbij en ver weg’

Oetze Deelstra, persvoorlichter Kerk in Actie van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zegt dat hij uiteraard alleen namens zijn organisatie kan spreken en niet namens de rest. ‘Bij Kerk in Actie willen we in actie komen voor onze naasten; dichtbij en ver weg. Geen mens uitgezonderd. Op dit moment bieden we hulp aan zowel Gaza als Israël. De nood in Gaza is groot. Zo is meer dan 90 procent van de bevolking daar ontheemd en de meeste inwoners kunnen niet meer terug naar hun huizen. In feite is daar op dit moment behoefte aan alles.’ 

Kerk in Actie werkt veel samen met lokale partnerorganisaties, Palestijns en Joods-Israëlisch. ‘De partners van Kerk in Actie in Israël, waaronder vele Joods-Israëlische organisaties, hebben aangegeven juist hulp te willen bieden aan groepen die in de huidige noodsituatie in het land tussen wal en schip dreigen te vallen, zoals arbeidsmigranten en vluchtelingen, bedoeïenen en Palestijnse gezinnen in Oost-Jeruzalem’, vertelt hij. Maar soms gaat het ook om Joodse gezinnen.

‘Kerk in Actie is aangesloten bij een wereldwijd netwerk van kerken, Action by Churches Together (ACT), dat overal ter wereld hulp biedt aan mensen in nood, ongeacht geloof of afkomst. We bieden hulp aan Palestijnen in Gaza, maar komen ook in actie voor inwoners van Israël en de Westelijke Jordaanoever. Het gaat dan wel om een ander type hulp. Wat je precies moet verstaan onder ‘nood’ is een kwestie van definitie, maar wanneer er besloten wordt om een noodhulpactie te starten kijken we altijd naar de hele regio en niet naar een specifiek gebied. Hulp aan Israël is niet een randvoorwaarde om een noodhulpactie te starten.’  

‘Neutraliteit is hier het toverwoord’

Neutraliteit is hier het toverwoord, aldus Ozkara. ‘De enige kant die wij kiezen is die van de slachtoffers die hulp nodig hebben. De afweging of er een landelijke actie namens Giro555 gestart moet worden, wordt nooit gemaakt op basis van geloofsovertuiging, kleur, een politieke situatie of iets dergelijks. Juist door neutraal te blijven hebben de aangesloten hulporganisaties makkelijker toegang tot de meeste gebieden.’  

Dat de elf verschillende hulporganisaties die samen Giro555 vormen elk hun eigen werkwijze en standpunten hebben, is geen probleem. ‘Deze mix van verschillende werkwijzen maakt de samenwerkende hulporganisaties achter Giro555 juist heel krachtig’, zegt ze. ‘De organisaties complementeren elkaar door hun diverse aanpak. De gemeenschappelijke kernwaarde die we allemaal dragen, is dat noodhulp moet worden verleend wanneer dat nodig is.’

Sinds de dekolonisatie zijn 200.000 mensen teruggekeerd naar Frankrijk

0

Sinds de jaren zestig zijn 200.000 mensen weer Frans geworden, die hun Franse nationaliteit waren kwijtgeraakt tijdens de dekolonisatie. Dit schrijft le Monde.

De krant wijst op een onderzoek van het Nationaal Instituut van Demografische Studies (INED), waarin wordt geconcludeerd dat dit ‘reïntegratieproces’ nu ten einde loopt.
Het gaat onder andere om een groep moslims uit Algerije met de Franse nationaliteit. In 1967, vijf jaar na de Algerijnse onafhankelijkheid, verloren zij hun Franse nationaliteit met terugwerkende kracht. Algerijnen geboren voor de onafhankelijkheid en Algerijnen die naar Frankrijk waren geëmigreerd konden echter per decreet om ‘reïntegratie’ verzoeken, wat velen in de loop der tijd ook zouden doen.

In 2005 reïntegreerden 10.000 Fransen, waaronder 9.000 Algerijnen. De laatste jaren is de bevolking die in aanmerking komt voor reïntegratie echter gekrompen, omdat het aantal mensen dat voor de Algerijnse onafhankelijkheid is geboren afneemt. Behalve mensen van Algerijnse afkomst gaat het ook om mensen met een Vietnamese achtergrond en mensen uit de voormalige overzeese gebiedsdelen van Frankrijk.

Nieuwe wet tegen arbeidsdiscriminatie: een goed idee?

0

Gisteravond behandelde de Eerste Kamer een wetsvoorstel om arbeidsdiscriminatie effectiever te bestrijden. De progressieve partijen steunen deze wet, maar rechtse partijen hebben zo hun twijfels.

Het gaat om het wetsvoorstel ‘toezicht gelijke kansen bij werving en selectie’, dat de Tweede Kamer op 14 maart 2023 met een grote meerderheid van stemmen heeft aangenomen. Maar veel senatoren twijfelen nu over het nut van de wet, waarover ze dinsdag 5 maart zullen stemmen.

Waar gaat het over?

Het kabinet wil de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en de Wet allocatie arbeidskrachten intermediairs (Waadi) wijzigen, met als doel discriminatie op de arbeidsmarkt beter te bestrijden. Het voorstel geeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) toezichthoudende bevoegdheden om te zien of er gelijke kansen worden gecreëerd bij de selectie van werknemers en intermediairs. Ook krijgt de Inspectie SZW het sanctiewapen in handen, zodat bedrijven en intermediairs die in gebreke blijven kunnen worden aangepakt. Ten slotte komt er een meldplicht voor discriminerende verzoeken aan degene die arbeidsbemiddeling verricht of arbeidskrachten ter beschikking stelt.

43 procent van de arbeidsmarktdiscriminatie vindt plaats in de sollicitatiefase

Een groot voorstander van deze wet is Fatimazhra Belhirch. Ze had gisteren graag willen zeggen dat de nieuwe wet overbodig is, we hebben immers artikel 1 van de Grondwet dat discriminatie verbiedt, maar helaas is dat niet zo. De D66-senator verwijst in haar bijdrage naar verschillende onderzoeken, onder andere van Radar, het Sociaal Cultureel Planbureau, Berenschot en het College van de Rechten van de Mens, waaruit blijkt dat arbeidsmarktdiscriminatie een hardnekkig en structureel probleem is dat grote groepen Nederlanders benadeelt.

‘Het treft vooral vrouwen, ouderen, mensen met een beperking en mensen met een migratieachtergrond’, zegt ze. ‘Het gaat om mensen die solliciteren maar er niet doorheen komen omdat ze niet dezelfde kans krijgen in het sollicitatieproces. Dit is vaak vanwege bewuste of onbewuste vooroordelen, maar ook omdat de procedures niet neutraal zijn. Dit doet wat met mensen, dit zorgt ervoor dat mensen gedemotiveerd raken, niet meer in zichzelf geloven, onder hun niveau werken en soms zelfs zonder werk komen te zitten.’ Ook noemt ze het schokkend dat 43 procent van de arbeidsmarktdiscriminatie plaatsvindt in de sollicitatiefase.’

Fatimazhra Belhirch. Beeld: D66.nl/Martijn Beekman

Bouwsteen

Volgens Belhirch is de huidige wet- en regelgeving, waaronder de Algemene Wet Gelijke Behandeling, ontoereikend om arbeidsmarktdiscriminatie tegen te gaan. Daarom is ze voor de nieuwe wet en de sancties. Belhirch: ‘Het gaat hier dus om preventie en niet zoals bij de wetgeving voor gelijke behandeling om correctie achteraf.’

De senator heeft niet de illusie dat dankzij dit wetsvoorstel arbeidsdiscriminatie geheel uitgebannen zal worden, maar ze ziet het ‘als bouwsteen van het geheel aan wet- en regelgeving en hulpmiddelen. Dit zou moeten zorgen voor bewustwording en verantwoordelijkheid voor het tegengaan van discriminatie op de arbeidsmarkt en het beïnvloeden van een meer inclusieve bedrijfscultuur’.

SGP was al tegen

Vanuit de rechtse partijen in de Eerste Kamer was er echter kritiek op het wetsvoorstel, omdat dit tot onnodige administratieve lasten zou leiden. Hoewel VVD en BBB in het parlement voor hebben gestemd, twijfelen de Eerste Kamerfracties van deze partijen. De Staatkundig-Gereformeerde Partij was sowieso al tegen, vertelt senator Peter Schalk. ‘Natuurlijk zijn wij als SGP tegen discriminatie, daar begon ik mijn bijdrage gisteren ook mee’, vertelt hij woensdagochtend aan de telefoon. ‘Er zijn al een heleboel middelen en maatregelen om arbeidsdiscriminatie tegen te gaan. Je hebt de Arbowet, de Grondwet en je kunt je wenden tot het College van de Rechten van de Mens. Minister Karien van Gennip gaf tijdens het debat ook aan dat niet alle middelen worden gebruikt, slechts tien procent. Daarom willen wij dat de mogelijkheden die er nu zijn eerst worden benut en dat er een bewustwordingsactie op gang komt. De SGP wil niet dat bedrijven nog meer belast worden. Want deze wet zorg voor een enorme administratieve last, voor meer regeldruk en administratieve druk voor werkgevers.’

Peter Schalk. Bron: SGP.nl/Cees van der Wal

Vraagtekens bij handhaving

Schalk is 32 jaar werkgever geweest, vervolgt hij. ‘Ik wil graag mensen spreken, wat voor persoon iemand is, voordat ik hem aanneem. Iemand kan, juist door zijn motivatie, niet alleen in de brief maar ook in het sollicitatiegesprek, zichzelf enorm op de kaart zetten. Als we het sollicitatieproces helemaal omgooien dan zorgt dit voor een enorme rompslomp. Daarnaast heeft de wet iets arbitrairs. Bedrijven met meer dan 25 werknemers hebben straks deze administratieplicht, kleinere bedrijven niet. Waarom wordt de grens bij 25 werknemers gelegd, en niet bij een lager of hoger aantal werknemers?’ Schalk zet daarnaast zijn vraagtekens bij de handhaving en heeft moeite met de hoge boetes en dat werkgevers die het fout doen aan de schandpaal worden genageld. ‘Bedrijven krijgen niet alleen een forse boete van enkele honderden tot enkele duizenden euro’s, maar de bedrijven die zouden hebben gediscrimineerd worden ook nog eens openbaar gemaakt. Terwijl het misschien helemaal geen discriminatie is, maar iets anders. Intermediairs zijn verplicht om bedrijven waarvan ze denken dat die zich schuldig maken aan discriminatie te melden, maar ben je strafbaar als je het niet meldt?’ Schalk vraagt zich bovendien af of positieve discriminatie – vrouwenquota of quota voor mensen van kleur – ook gelden als discriminatie, of juist niet.

‘Dit zou je werkgevers eigenlijk niet aan moeten doen’

Dat het kabinet werk wil maken van de strijd tegen discriminatie is volgens de SGP-senator een goede zaak. ‘Maar als Eerste Kamer hebben we de taak om wetten te controleren, of zij wel goed in elkaar zitten, dat we de mogelijke gevolgen van nieuwe wetten overzien.’

Het valt echter nog te bezien of de wet door de Eerste Kamer komt volgende week, of niet. ‘Het wordt spannend’, zegt Schalk. ‘Maar fracties hebben een week de tijd om er nog goed over na te denken. Wij als SGP-fractie blijven kritisch. Want dit zou je werkgevers eigenlijk niet aan moeten doen.’

Saoedi-Arabië executeert zeven mannen wegens ‘terrorisme’

0

Saoedi-Arabië heeft gister zeven mannen geëxecuteerd. Ze kregen de doodstraf voor ‘terrorisme’ en zouden hun vaderland hebben verraden. Verder zijn er weinig details bekend over de geëxecuteerde mannen. Zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

De executie van zeven mannen op één dag is het hoogste aantal sinds maart 2022. Toen werden er op één dag 81 mensen terechtgesteld. De teller staat dit jaar op 31. Vorig jaar werden in de Golfstaat 172 mensen geëxecuteerd.

Er is weinig bekend over de mannen. ‘Het lijkt erop dat ze in volledige geheimzinnigheid zijn veroordeeld en terechtgesteld’, zegt Jeed Basyouni, werkzaam voor een organisatie die zich inzet voor afschaffing van de doodstraf in het Midden-Oosten en Noord-Afrika tegen Middle East Eye.

Er komt weinig naar buiten over mensen die de doodstraf krijgen in Saoedi-Arabië. ‘Slechts in drie procent van de gevallen wisten we van tevoren dat mensen zouden worden geëxecuteerd’, aldus onderzoeker Duaa Dhainy.

In Saoedi-Arabië worden mensenrechtenactivisten en journalisten doorgaans het zwijgen opgelegd. Het beroemdste voorbeeld is de moord in 2018 op de journalist Jamal Khashoggi na zijn bezoek aan het Saoedische consulaat in Istanbul. Het land is ook een notoire schender van mensenrechten in het buurland Jemen, waar het verwikkeld is in een burgeroorlog met de Houthi’s, die door Iran worden gesteund.

Rotterdammer gaat viraal met Feyenoord-jalaba

0

Feyenoord mag dan minder landstitels dan Ajax hebben, de ‘jalaba-primeur’ gaat wel naar Rotterdam. ‘Bro dit is geweldig man’, zeggen Marokkaans-Nederlandse Feyenoordsupporters over de jalaba die Kevin tijdens een bezoek aan Marokko heeft laten maken. Zo meldt Open Rotterdam.

Op Instagram schittert Kevin met zijn kekke jalaba-tenue uit Marokko, die in het klassieke rood en wit van Feyenoord losjes en frivool boven zijn witte sneakers hangt. Het logo van de club maakt de outfit helemaal compleet. ‘Coming soon’, staat er nog bij met een lekker deuntje op de achtergrond.

De beelden gingen viraal. ‘Iedereen wil ‘m nu hebben, dit had ik niet verwacht’, zegt Kevin tegen Open Rotterdam en vervolgt, ‘Ik zag in Marokko al die mensen in de jalaba’s lopen en ik wilde er ook een. Het zag er wel echt relaxed uit. Dus ik dacht ik laat er een maken van Feyenoord, dan kan ik er ook lekker mee naar de Kuip’, vertelt hij.

Op sociale media krijgt hij veel lof. ‘Wanneer je om 17:00 bij de Kuip moet zijn en om 19:00 bij de moskee’, reageert iemand gekscherend onder de Instagrampost. ‘Deze heb ik nodig voor de ramadan’, zegt een ander. Niet iedereen is even enthousiast. Zo zijn er voorspelbare, islamofobe en seksistische reacties, ‘Die moslimmannen dragen jurken… verwijfde kerels’, zegt een reaguurder op Facebook, maar hij lijkt in de minderheid.

Volgens Kevin is het een uit de hand gelopen grap. ‘Die meneer (in Marokko) daar had een supermooie, speciaal voor mij gemaakt in het wit en rood en ik had toevallig mijn oude Feyenoord shirtje bij. Daar hebben we het logo van gebruikt.’

Een kaart bepaalt ook ons morele wereldbeeld

0

Wat is ons wereldbeeld? Letterlijk: hoe stellen wij ons de wereld voor? Onlangs bezocht ik de tentoonstelling ‘Mapping Modernity’ in het Design Museum in ‘s-Hertogenbosch, waar men poogt duidelijk te maken hoe landkaarten ons wereldbeeld bepalen.

Wat komt boven, wat onder? Ooit was dat nog vrij willekeurig. Op een gegeven moment zijn er afspraken gekomen: het noorden boven. Dat kleurt het wereldbeeld; zet maar eens de kaart op z’n kop. ‘Er gaat niets boven Groningen’: deze reclameslogan verliest dan meteen zijn dubbelzinnigheid. Want op zo’n ‘omgekeerde’ kaart gaat heel Nederland boven Groningen. Keer de wereldkaart eens om: dan krijg je pas echt een vervreemdend effect, met Europa onder Afrika.

Dat het noorden boven ligt is niet vanzelfsprekend. Het had ook het zuiden kunnen zijn. Vermoedelijk is die keuze geen toeval, maar gevolg van het feit dat Europa – dat in die eeuwen met het kolonialisme de wereld in kaart brengt en domineert – op zo’n kaart dan boven ligt.

Wat op de kaart boven of onder ligt: daar gaat namelijk ook een psychologisch effect van uit. In mondiale context versterkt het gevoelens van superioriteit. Hoe meer boven – hoe noordelijker – hoe beschaafder. Bij ons is dat ook voor Europa zélf het beeld. Denk aan die beruchte uitspraak van Jeroen Dijsselbloem: in Zuid-Europa gaat ons goede geld alleen maar op aan wijn en vrouwen. Dat Schotland en Scandinavië meer probleemdrinkers kennen zien we gemakshalve even over het hoofd.

Wie boven ligt en wie onder ligt: het vormt een veelzeggende uitdrukking. Wie boven ligt, heeft gewonnen. Potentaten bouwden hun kastelen graag op heuvel- of bergtoppen  – niet al te hoge, want anders raakt je paard te snel uitgeput. Dit deden ze niet alleen om militaire redenen – je ziet de vijand van verre aankomen en het schiet wat makkelijker op vervelende onderdanen – maar ook om een maatschappelijke hiërarchie zichtbaar te maken. Trouwens, onderdanen: het woord alleen al.

Antarctica laat men meestal weg, want dat oogt dan pas echt monstrueus

Religieuze heiligdommen idem dito: denk aan de Tempelberg/Haram-al-Sharif in Jeruzalem: eerst met de joodse Tempel van Salomo, dan met de Rotskoepel ter ere van Mohammed. Pelgrims moeten sowieso vaak naar boven klauteren om hun bestemming te bereiken. De hemel bevindt zich ook altijd dáár, de onderwereld is de hel.

Het grootste probleem ontstaat als je op een kaart de hele wereld wilt afbeelden: een bol geprojecteerd op een plat vlak. Dat kan nooit goed, het levert altijd een vertekend resultaat op. Er bestaan verschillende gekunstelde manieren, elk met psychologische implicaties. Bij ons is de zogeheten mercatorprojectie gangbaar. Pluspunt: de vorm van landen blijft behouden.

Minpunt: hun oppervlakte klopt niet. Naarmate ze verder weg liggen van de evenaar lijken ze groter. Het maakt Europa veel te fors, Afrika veel te klein. Groenland wedijvert dan met Afrika; in werkelijkheid meet het slechts 1/15 ervan, en is het zelfs kleiner dan Saoedi-Arabië. Antarctica laat men meestal weg, want dat oogt dan pas echt monstrueus.

Andere projecties geven de oppervlakte-verhoudingen veel beter weer, maar zorgen voor steeds forsere vertekeningen naarmate je dichter bij de polen komt. Of de aardbol wordt in segmenten opengeknipt, met bij toenemende afstand tot de evenaar steeds meer tussenruimte tussen de punten, wat dan een letterlijk verknipt wereldbeeld oplevert.

Een letterlijk verknipt wereldbeeld: dat moeten, op grond van de op de tentoonstelling getoonde Chinese wereldkaart, ook de onderdanen van Xi Jinping krijgen, want die kaart wijkt van alle standaarden af. Wat normale projecties ter keuze laten, is wat je op een rechthoekige kaart in het midden zet. Op Europese kaarten zijn dat Europa en Afrika, met Amerika links en Azië rechts. De wereld draait om ons!

Dat vinden ze ook in de VS.  Bij de Amerikanen ligt derhalve hun land in het hart, met Europa rechts en China links. De scheidslijn op de kaart loopt hier niet door de Stille Oceaan, maar dwars door Azië.

China heeft een eigen oplossing gekozen: het Rijk van het Midden ligt zelf zelfs in álle opzichten in het midden. Europa en Afrika komen links, Australië en Antarctica eronder. Tot zover heel herkenbaar.

Maar dan. De begrenzing wordt niet gevormd door de Noord- en Zuidpool; men projecteert de kaart over beide polen heen. Aan de uiterste bovenrand ligt, geplet, Noord-Amerika. Losgekoppeld van een even verwrongen Zuid-Amerika, dat juist onder Antarctica is gesitueerd. Zou één Chinees zodoende helder voor ogen staan dat beide continenten aan elkaar vastzitten? Of wil Xi dat gewoon niet?

‘Vluchten is je hoop najagen’

0

Vluchten doe je niet zo maar. Emine Oncü kwam in 2018 als politiek vluchteling vanuit Turkije naar Nederland. ‘Zelfs als je hart klopt voor dat nieuwe land, zul je altijd als buitenlander worden gezien.’

Wat betekent het om een vluchteling te zijn? Het is een onderwerp dat over de hele wereld wordt besproken. Vaak gaat het dan om politieke, economische en sociale problemen. Ik wil een ander raam openen.

Vluchteling zijn…
Dit betekent het niet kunnen ademen in eigen land. Je voelt dat je er niet kunt leven. Aan behoeften en verwachtingen wordt niet voldaan.

Vluchteling zijn…
Is onhoorbaar zijn als je spreekt. Als je huilt, word je genegeerd. Het is niet kunnen dromen in je eigen land.

Vluchteling zijn…
Is soms gewoon niet in staat zijn om je maag te vullen. Soms betekent het dat je midden in een vuurgevecht zit. Soms gaat het over het slachtoffer zijn van een politieke oorlog waar nog nooit iemand van heeft gehoord.

Vluchteling zijn…
Is een moeilijke beslissing. Het is een onbekend pad betreden. Soms is die weg erg gevaarlijk. Je leven kan eindigen. Het blijft een moeilijke beslissing om te nemen.

Vluchteling zijn…
Is je hoop najagen. Het is willen dromen. Het is willen leven. Het is een kleine wereld voor jezelf willen bouwen, zonder angst, zonder zorgen voor de toekomst.

Vluchteling zijn…
Soms kom je gewoon niet op de plek waar je heen wilt. De wereld waarvan je droomt, wordt niet bereikt. Sommigen verdrinken. Sommigen verdwalen op de route. Sommigen worden vermoord. Deze vluchtelingen worden cijfers in het nieuws zonder zelfs maar hun namen te noemen.

Soms word je gezien als immoreel, soms als onwetend, ongemanierd, ongeschoold en soms zelfs als crimineel

Vluchteling zijn…
Betekent soms dat je je emoties niet volledig kunt uiten. Het betekent dat je wordt blootgesteld aan de kilheid in de blik van een ambtenaar die zegt: ‘Dit is toch jouw keuze.’

Vluchteling zijn…
Gaat er altijd om dat je een vreemdeling bent in het land waar je naartoe gaat. Het betekent dat je eraan herinnerd wordt dat je een buitenlander bent, zelfs als je kinderen er geboren zijn. Zelfs als je hart klopt voor dat land, zul je altijd als buitenlander worden gezien.

Vluchteling zijn….
Is een doelwit zijn van vooroordelen. Soms word je gezien als immoreel, soms als onwetend, ongemanierd, ongeschoold en soms zelfs als crimineel.

We kunnen hier nog veel meer aan toevoegen door alle vluchtelingen naar hun ervaringen te vragen. Maar ik wil graag een andere kijk bieden. Wat kunnen vluchtelingen doen? En wat kunnen de mensen uit het ontvangende land doen?

Vluchtelingen moeten harder hun best doen om hun leven op te bouwen. Ze zouden het land dat hen heeft geaccepteerd dankbaar moeten zijn. Ze zouden bijvoorbeeld meer hun best moeten doen om de taal en cultuur te leren kennen van het land waar ze nu wonen. ‘Wat moet ik doen om in te burgeren?’ Je moet deze vraag altijd aan jezelf stellen. Bij het opbouwen van een toekomst, moet het je doel zijn om een bijdrage te leveren aan de maatschappij.

Je mag niemand tot last zijn. Wees een eerlijk persoon die de wetten respecteert. Je moet je houden aan de regels van het land waar je woont. En bijdragen aan de toekomst van het land. Men kan de boeken van het land lezen en de ideeën en gedachten respecteren. Sta altijd open ​​om jezelf te verbeteren. En wees altijd positief, blijf positief.

We moeten leren dit leven samen te leven

En hoe moeten de mensen in het ontvangende land, waar de vluchtelingen binnenkomen, reageren?

Zij moeten afstand nemen van hun vooroordelen. Er zijn goede en slechte mensen. In elk land. Een land kan niet alleen maar goed zijn. En ook niet alleen slecht. Daarom moeten ze objectief kijken naar de mensen die na een moeilijke beslissing naar ons land komen. Iedereen moet als individu beoordeeld worden. Als een persoon die uit land A komt en asiel aanvraagt ​​iets onaangenaams heeft gedaan, mag men niet het hele land A veroordelen.

Een open kijk kan het integratieproces van de mensen met een migratieachtergrond bevorderen. In feite is dit een heel moeilijk proces voor de mensen in de landen die vluchtelingen ontvangen. ​​Waarom? Omdat de vluchtelingen uit veel verschillende landen en culturen komen. Vluchtelingen moeten integreren in één cultuur, maar de inwoners van het ontvangende land moeten samenleven met mensen uit veel verschillende culturen.

Natuurlijk kunnen ze niet alle culturen leren kennen of volledig begrijpen. Maar ze kunnen respectvol en accepterend zijn. Dat lijkt me de enige oplossing. Asielzoekers kunnen kleur toevoegen aan gesprekken en culturen laten ervaren. Dankzij vluchtelingen kunnen we kennismaken met verhalen, eten, kleding, dansen, liedjes, en vele andere zaken zonder naar het buitenland te gaan. Zo ontstaan ​​vriendschappen en wie weet kunnen we samen op vakantie gaan naar zijn/haar land van herkomst. Klinkt dat niet leuk?

Het leven is kort. Het is niet nodig om ruzie te maken. Het is niet nodig om haat te voelen. De wereld is eigenlijk niet zo groot als hij lijkt. We zijn allemaal mensen en er is een wereld geschapen waarin we samen kunnen leven.

Laten we onze wereld, die om verschillende redenen in puin ligt, niet compliceren met problemen die we kunnen oplossen, toch? We moeten leren dit leven samen te leven. 

We kunnen ons een wereld voorstellen waarin elk land welvarend is, oorlogen verleden tijd zijn en de rivaliteit tussen landen er niet meer toe doet.

Dit is een mooie toekomstdroom. Maar tot die tijd kunnen we zelf kleine stapjes zetten. 

André Hazes in het Turks, dit is muziek die verbindt

0

De Turks-Nederlandse muzikant Ersoy Demir (49) bereikt met zijn ‘Turkse Hazesmuziek’ de verbroedering in Nederland die menig verbinder wenst te zien. Dit is integratie die appelleert aan de emotie.

De eerste zinnen van het nummer Ik leef m’n eigen leven van volkszanger André Hazes, wie kent ze niet?

Ik sluit m’n ogen, en denk na
En alles gaat dan door me heen
Dan zie ik heel m’n leven
Ik heb veel genoten
Maar ook heel veel gehuild

Komt ie nog een keer, maar dan in het Turks, zoals de ‘Turkse Hazes’ Ersoy Demir uit Hilversum het nummer zingt:

Gözlerimi kapatip daldigimda
Hersey içimden geçiyor
Bütün hayatimi görüyorum
Çok eglendik ama
Cok da agladik

Dat kan toch helemaal niet?, zullen velen zeggen. Toch weet Demir het op een authentieke manier over te brengen. Hoe is dat zo gekomen?

‘Ik moet eerlijk bekennen, ik hield er eigenlijk niet van om de Turkse Hazes genoemd te worden, maar ik kan het niet ontkennen. Zelfs kleine jongetjes van negen jaar noemen me zo’, vertelt hij in een videogesprek met de Kanttekening.

Demir is in Hilversum geboren en voor de liefde naar Arnhem verhuisd, waar hij nu al 22 jaar woont. Zijn ouders komen uit de Turkse stad Kayseri. Hij is een graag geziene gast op concerten en Turkse en Nederlandse (trouw)feesten, waar hij op een gegeven moment ook Nederlandse nummers van André Hazes begon te zingen. Met de saz, bij uitstek het instrument van de Turkse folkloremuziek, combineert hij de Turkse volkstraditie met de Nederlandse. 

Hoe is dit allemaal begonnen?

‘Ik ben op mijn elfde begonnen met muziek, toen ik een saz kreeg. Elk jaar in de vakantie kreeg ik van mijn vader een nieuwe saz, die ik zelf heb leren bespelen. Ik deed alle klassieke zangers na, Orhan baba, Müslüm baba en Ferdi baba. Daar stond ik om bekend. Op een dag liepen we met vrienden door de Beatrix-tunnel in Hilversum en toen zong ik uit het niets het nummer ‘Een beetje verliefd’ van Hazes. Dat galmde echt als een tierelier en volgens mijn vrienden klonk het ook nog eens goed. Elke keer als we daar liepen, vroegen die vrienden: ‘Doe Hazes alsjeblieft, doe Hazes.’ Zo is het gegaan.’ 

En toen? 

‘Rond mijn 16e richtten we een Turkse band op. We werden vaak uitgenodigd op bruiloften en feesten.’

Hoe was de reactie toen je voor het eerst Hazes begon te zingen op een Turks bruiloft? Was daar überhaupt vraag naar?

‘Nee, totaal niet. Mensen keken me in het begin aan van: wat doet die gozer nou? Maar de aanhouder wint. Na een paar bruiloften begonnen mensen eraan te wennen en gingen ze zelfs zingen. Ook omdat er steeds meer mensen zijn die de Nederlandse taal verstaan en met deze nummers opgroeien.’ 

Hoe is het nu dan?

‘Inmiddels krijg ik steeds meer aanvragen voor bedrijfsfeesten, festivals, bedrijfsopeningen en niet te vergeten het optreden tijdens Koningsdag op het Nederlands consulaat in Istanbul. Elk optreden is bijzonder, omdat ik bij een speciaal moment uit iemands leven mag zingen. Bijvoorbeeld toen ik werd gevraagd om een lied in te zingen voor een mevrouw die stervende was.’ 

Vanwaar die drive om twee culturen te verbinden? 

‘Ik denk dat het komt doordat ik met veel diversiteit om mij heen ben opgegroeid. Ik had vrienden met diverse achtergronden en we kwamen bij elkaar over de vloer. Nederlanders, Turken, Marokkanen, Surinamers, vrienden die in de Gooische villa’s wonen of in het woonwagenkamp. We gingen heel vaak naar Amsterdam. Naar Café Bolle Jan, waar Nederlands werd gezongen. 

‘Ik heb me altijd prettig gevoeld in beide werelden en dat is nooit veranderd. Ik hou van Turkse muziek en van Nederlandse muziek. Ik hou van Müslüm baba, maar ook van Hazes. Dat soort volksmuziek pakt mij gewoon. Die diversiteit zie je ook in mijn gezinssamenstelling. Mijn vrouw is Iraanse en onze kinderen groeien op met evenveel diversiteit om hun heen. Ik heb dat altijd als een verrijking ervaren en die open houding heeft mijn gezin ook.’ 

‘Vriend, Hazes is de basis’

Waarom specifiek Hazes? 

‘Vriend, Hazes is de basis. Hazes is voor mij de enige Nederlandse muzikant die echt binnenkomt. Hij dringt binnen, zoals wij Turken dat zeggen, tot diep in je aderen.’

Is hij echt de enige? En Frans Bauer? 

‘Er zijn wel goede zangers, maar ze zijn niet te vergelijken met Hazes. Net zoals wij in Turkije Ibrahim Tatlises (Turks-Koerdische zanger, red.) hebben. Iedere Turk die vroeger met de auto naar Turkije reed, kreeg het vakantiegevoel pas echt als Mavi Mavi werd afgespeeld. De versie van Ibrahim Tatlises, niet die van een andere zanger. Alleen hij dringt echt door tot de ziel van Turken. En dat is in Nederland met Hazes precies hetzelfde.’

Wat je doet met die liedjes, vertalen en dan zingen in het Turks of Nederlands, dat kan eigenlijk alleen als je je thuis voelt in beide talen, toch?

‘Dat klopt. De Nederlandse taal heb ik geleerd op school en in omgang met vrienden. En de Turkse taal houd ik levend met Turkse liedjes en Turkse vrienden. Beide zijn mij evenveel waard.’ 

‘Soms krijg ik verzoekjes om bepaalde Turkse nummers te vertalen waar zulke cultuurspecifieke woorden in zitten dat ze haast niet te vertalen zijn. En ik ben een muzikant, geen grappenmaker. Ik wil dat mensen via mijn muziek in een andere wereld kunnen stappen. Zoals ik dat doe wanneer ik luister naar muziek in andere talen.’ 

Maar soms klinkt het dus niet?

‘Ja, dan moet je het klinkend maken. Dat is mijn missie, maar zeker geen makkelijke missie. Met één woord of zin kan ik soms dagen worstelen. Het is ook echt mijn passie, mijn hobby en mijn werk! Ik luister, ik denk, ik schrijf het op, probeer het steeds. Je moet ook goed luisteren. Kan ik iets met dit nummer, kan ik hier iets van maken? Het hoeft niet een woordelijke vertaling te zijn, als het maar wel dezelfde strekking heeft.’ 

‘Muziek is emotie. Het gaat direct naar je hart als je het goed doet’

Ergens ben je dus bezig met integratie.

‘Ik zou het geen integratie noemen, omdat je bij integratie een deel van jezelf wegstopt en je je aan de norm aanpast. Dat heb ik nooit gedaan en volgens mij is het ook niet gezond om dat te doen. Vaak zeggen Turken dat hun innerlijke gevoelens alleen door Turkse muziek wordt geroerd. Dat ze geen Nederlandse woorden kennen om daar uiting aan te geven. Ik wil laten zien dat dat kan, maar je moet er wel voor openstaan. De laatste tijd doe ik ook aan ondertiteling. Dus als ik een Turks nummer naar het Nederlands heb vertaald, doe ik er een Turkse ondertiteling bij. En andersom. Dat helpt om de nummers beter te begrijpen.’ 

Misschien beter dan al die verplichte taalcursussen van de gemeente.

‘Ik ken zoveel mensen die een taal hebben geleerd door muziek of door series. Dat kan dus wel. Maar het mooiste is dat dit ook verbindend werkt.’

Verbroedering.

‘Precies, dat is mijn missie. Eerlijk waar, er is zoveel narigheid, agressie en frustratie in de wereld. Het is het allemaal niet waard. Ik denk dat muziek een middel is om tot elkaar te komen. Net als kunst en eten. Muziek is emotie. Het gaat direct naar je hart als je het goed doet. Nederlanders leren over de Turkse muziekcultuur en Turken leren over de Nederlandse muziek. Wat wil je nog meer?’

Frankrijk wil een contactorgaan moslims en overheid

0

De Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérard Darmanin wil dat moslims in Frankrijk een instantie in het leven roepen die met de overheid in dialoog kan over religieuze zaken. Dit schrijft het Franse dagblad le Monde

Joden en katholieken hebben een representatief orgaan, dat een gesprekspartner is van de overheid, maar moslims hebben dat niet. De Franse overheid moet in gesprek met kleinere clubs, die slechts een deel van de moslims in het land vertegenwoordigen. Dat moet anders, vindt Darmanin.

De minister deed zijn oproep op het Forum voor de Islam in Frankrijk (Forif). Dit is een forum voor discussie tussen verschillende vertegenwoordigers van religie op departementaal niveau, dat in 2022 in het leven is geroepen door president Emmanuel Macron.

In Frankrijk staan de overheid en de islam al langere tijd op gespannen voet. President Macron wil een einde maken aan wat hij noemt ‘religieus separatisme’, het zich afzonderen van moslims en andere gelovigen van de Franse maatschappij. Na de dood van geschiedenisleraar Samuel Paty, die in 2020 werd vermoord omdat hij tijdens zijn lessen burgerschap de omstreden Mohammed-cartoons van het satirische weekblad Charlie Hebdo had laten zien, besloot de Franse overheid twee islamitische organisaties te ontbinden: de liefdadigheidsorganisatie Bakara City en het Collectif contre l’islamophobie en France (CCIF). CCIF is inmiddels naar Brussel uitgeweken en vervolgt zijn activiteiten onder de naam Collectif contre l’islamophobie en Europe (CCIE).

Hierom en vanwege en het hoofddoekverbod in het voortgezet onderwijs beschuldigen critici de Franse regering van ‘staatsislamofobie’.

Haat tegen minderheden in Turkse pers is alledaags

0

Uit onderzoek van de Hrant Dink stichting in Turkije blijkt dat de haat tegen minderheden, vluchtelingen en lhbtiq+-gemeenschap in het laatste kwartaal van 2023 ‘alledaags’ is in de Turkse media. Dag in dag uit verschijnen er stereotyperende berichten waarin minderheden als een bedreiging worden weggezet. Zo meldt de Turks-Armeense krant Agos.

In het rapport ‘De taal van haat’ staat onder meer dat de lhbtiq+-gemeenschap als een dreiging voor de ‘maatschappelijke orde’ wordt afgeschilderd; vluchtelingen tot doelwit worden gemaakt omdat ze Turkije zouden ‘bezetten’ en de Joodse en Armeense identiteit onder druk staan is vanwege de conflicten in Gaza en Nagorno-Karabach.

De onderzoekers wijzen er ook op dat de hindoe-identiteit in toenemende mate met geweld wordt geassocieerd.

In het rapport worden stereotyperende krantenkoppen kritisch tegen het licht houden. Zo verscheen vorig jaar een artikel in de regeringsgezinde, islamistische krant Yeni Safak met de volgende titel ‘Armeense terreur in de VS’.

In wezen gaat om een bijeenkomst van de Armeense diaspora-gemeenschap in Amerika, maar Yeni Safak schrijft in het artikel ‘dat het doet denken aan de tijden van de terreur van Asala´. Dat was een Armeense groepering die in vorige eeuw Turkse diplomaten doodschoot, waaronder de zoon van de Turkse ambassadeur in Den Haag in 1979.

‘De generaliserende en stereotyperende term versterkt het beeld dat Armeniërs een potentiële bedreiging vormen en zodoende wordt vijandschap aangewakkerd tegen Armeniërs’, staat in het rapport.

Dag in dag uit zijn zulke geweldsassociaties te vinden in Turkse media. Titels zoals ‘60 jaar Griekse leugens’, over het Turks-Griekse conflict in Cyprus of berichtgeving over vluchtelingen die in Turkije bezig zouden zijn met een ‘stille invasie’.