14.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 24

Kritische VVD’ers: ‘Wat Israël doet, is niet liberaal’

0

Binnen de VVD groeit de onvrede over de pro-Israëlische opstelling van de partij. Liberale critici hebben zich nu in een nieuw platform georganiseerd.

Drie jonge VVD-leden – Maarten Dirkse, Çinar Akdemir en Yusuf Serkan Kunduz – hebben zich aangesloten bij het Liberaal Collectief Nabije Oosten, een werkgroep die pleit voor een consequent liberaal buitenlands beleid, ook als het gaat om Israël en Palestina.

Çinar Akdemir

‘Wat Israël doet is niet liberaal’, zegt Çinar Akdemir. ‘Israël schendt de mensenrechten, zoals het recht op leven en de vrijheid van meningsuiting, maar ook de eigendomsrechten. Er is niets liberaals aan het confisqueren van huizen en grond van Palestijnen. Als liberaal moet je pal tegenover dat soort praktijken staan.’

Op dit moment is het Liberaal Collectief nog klein. ‘Onze appgroep telt vijf mensen’, zegt Maarten Dirkse, oud-raadslid in Leiden lachend. ‘Maar onze ideeën leven veel breder in de partij.’ Zo dienden Akdemir, Dirkse en Kunduz vorig jaar juli een motie in waarin de VVD-Kamerfractie werd opgeroepen te pleiten voor concrete sanctiemaatregelen in EU-verband tegen Israël, vanwege grove mensenrechtenschendingen in Gaza. Hoewel het congres de motie verwierp stemde een kwart van de VVD-leden voor. Dat was een duidelijk signaal dat de eenzijdige pro-Israëlische koers van de VVD-fractie niet door alle leden werd geapprecieerd, aldus Dirkse.

‘Waarom krijgt Israël wél een status aparte?’

Israël heeft met partijleider Dilan Yesilgöz en Ulysse Ellian twee bondgenoten in de Tweede Kamer. Inmiddels is VVD-buitenlandwoordvoerder Eric van den Burg wel kritischer geworden, vanwege de hongersnood in Gaza. Dirkse spreekt van een breuk met het eerdere narratief van ‘ja maar 7 oktober’.

Liberale waarden

Net als Akdemir vindt Dirkse het VVD-beleid ten aanzien van Israël en Gaza onliberaal. ‘De VVD zou een buitenlands beleid moeten voorstaan dat de liberale waarden hooghoudt: respect voor mensenrechten, internationale instituties en het internationaal recht. Maar onze partij steunt de Israëlische regering op een manier die ze bij geen enkel ander land zou doen. Toen een rechter oordeelde dat Nederland moest stoppen met de export van wapensystemen naar Israël, probeerde het kabinet-Rutte IV die uitspraak te omzeilen. Waarom krijgt Israël wél een status aparte?’

Dirkse en Akdemir zijn ook actief bij De Nieuwe VVD, een pressiegroep die zich verzet tegen de samenwerking met de PVV en een sociaalliberale koers voorstaat. ‘Er zijn binnen de VVD mensen die vinden dat we gewoon een rechtse partij zijn met een liberaal sausje’, zegt Dirkse. ‘Tegenwoordig hebben zij zich verenigd in de conservatieve pressiegroep ‘Klassiek Liberaal’. Maar er is ook een ander kamp, dat vasthoudt aan de liberale kernwaarden van de partij.’

Het Liberaal Collectief Nabije Oosten is echter niet de buitenlandtak van De Nieuwe VVD, benadrukt Dirkse. ‘We hebben onze werkgroep juist opgericht, omdat sommige leden van De Nieuwe VVD nog steeds best pro-Israël zijn. In de Verenigde Staten noemen ze die houding ‘progressive except Palestine’, ze zijn liberaal behalve als het om Palestina gaat. Ook oud-president Joe Biden is van deze school.’

Maarten Dirkse

Binnen de VVD was het lange tijd lastig om het over Palestina te hebben. ‘Als je het woord apartheid in de mond nam wilden veel mensen niet meer met je praten, terwijl mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch het Israëlische beleid op de Westbank apartheid hebben genoemd. Ze zeggen dan: ‘Dat zijn linkse clubs, die zijn bevooroordeeld. Tegelijkertijd wordt er wel met Amnesty-rapporten gezwaaid als het gaat om bijvoorbeeld homorechten in Georgië. Amnesty en Human Rights Watch zijn trouwens ook kritisch op Hamas.’

Dirkse is het niet eens met het veelgehoorde verwijt van selectieve verontwaardiging. ‘Natuurlijk ben ik ook kritisch over bijvoorbeeld de situatie in Soedan, of de etnische zuivering van Nagorno-Karabach door Azerbeidzjan, maar dat is Nederland ook. Voor Israël wordt echter constant een uitzondering gemaakt.’

Motie op JOVD-congres

Yusuf Serkan Kunduz

Ook binnen de JOVD, de onafhankelijke liberale jongerenorganisatie die zich richt op de VVD, is kritischer geworden over Israël. Yusuf Serkan Kunduz is bestuurslid van de afdeling Apeldoorn en ziet hoe de kwestie Gaza de vereniging polariseert. ‘Er is eindelijk discussie. Het landelijk bestuur heeft zich lange tijd stilgehouden. Maar zwijgen kan niet meer. Ik diende vorig jaar een motie in om het geweld in Gaza te veroordelen, die toen nauwelijks stemmen haalde. Maar op het JOVD-congres van 24 en 25 mei haalde een nieuwe motie – met bijna precies dezelfde tekst – het wel. Er waren 1283 stemmen voor, 297 tegen en 118 onthoudingen.’ Toch gelooft Kunduz dat de JOVD van Israël geen halszaak wil maken. ‘De jongerenorganisatie profileert zich liever op andere onderwerpen.’

‘Veel jonge VVD’ers zijn kritisch op Israël’

Kunduz was begin 2024 de eerste die op een VVD-congres toenmalig VVD-buitenlandwoordvoerder Ruben Brekelmans aan de tand voelde over het onliberale Israëlbeleid van de VVD. ‘Hij gaf een ontwijkend antwoord, helaas. Maar ik kreeg na afloop applaus vanuit de zaal. Een minderheid in de VVD is niet pro-Israël.’

Volgens Kunduz is de reflex binnen de VVD van oudsher automatisch dat je Israël steunt, ‘zoals je ook automatisch tegen ‘autootje pesten’ moet zijn’. Maar het bloedige optreden van Israël in Gaza heeft geleid tot heroverweging van dit standpunt. ‘Veel jonge VVD’ers zijn kritisch op Israël. Ze zijn niet pro-Hamas, integendeel. Maar ze zien wel dat wat Israël nu doet, haaks staat op liberale waarden.’

Jij-bakken

Voor Akdemir en Kunduz speelt ook hun Turkse achtergrond soms een rol in hoe hun standpunten worden ontvangen. ‘Een VVD-raadslid zei ooit tegen mij: ‘Jij bent moslim, dus natuurlijk pro-Palestina.’ Dat vond ik kwalijk,’ zegt Akdemir. ‘Alsof je identiteit je standpunt bepaalt. Terwijl juist het liberalisme zegt: denk als individu.’

‘Ik erken ook dat Turkije oorlogsmisdaden pleegt in Syrië’

Kunduz krijgt soms jij-bakken over de rol van het Ottomaanse Rijk in de Armeense genocide van 1915, of de Turkse bombardementen op de Koerden in Syrië. ‘Die vergelijkingen zijn niet altijd onterecht, maar wel selectief. Israël wordt ontzien, Turkije niet. Er zit vaak een racistische ondertoon in, maar dat hangt van de context af. Zelf probeer ik consistent te zijn. Ik erken ook dat Turkije oorlogsmisdaden pleegt in Syrië. Maar die zijn qua intensiteit en massaliteit niet te vergelijken met wat Israël nu aan het doen is.’

Liberale dwarsliggers

Alle drie de VVD’ers blijven lid van de partij, ondanks hun kritiek. ‘Als je weggaat, kun je niet meer strijden’, zegt Dirkse. ‘Ik heb net zo veel recht als Yesilgöz om te zeggen welke kant de partij op moet.’ Ze zien zichzelf niet als radicale activisten, maar als liberale dwarsliggers die juist binnen de partij het verschil willen maken.

‘Ik geloof in debat en dialoog,’ zegt Akdemir. ‘Demonstreren is niet per se mijn stijl, al was ik wel onder de indruk van De Rode Lijn, een brede en waardige protestactie. Maar uiteindelijk wil ik de discussie voeren binnen de VVD.’

Ook Dirkse zegt niet zo snel de straat op te zullen gaan. ‘Ik ben naar enkele pro-Palestijnse demonstraties geweest, om mijn ongenoegen te laten blijken over het Nederlandse buitenlandse beleid. Dit waren trouwens breed gedragen demonstraties, geen radicale demonstraties vol Internationale Socialisten en BIJ1-types.’

Of hun invloed voldoende zal zijn om de VVD definitief van koers te doen laten veranderen is nog de vraag. Daarvoor lijkt de positie van de pro-Israëlische Yesilgöz vooralsnog te sterk. Maar dat het debat binnen de partij steeds luider wordt, staat buiten kijf. ‘De VVD is verdeeld,’ zegt Kunduz. ‘En dat is maar goed ook. Want een échte liberale partij moet ruimte bieden voor kritiek. Ook op Israël.’

Geen gewone dag

0

Op het moment dat ik dit stukje schrijf, was gisteren mijn sportdag. Een van de drie dagen in de week dat ik sport. Daar moet u zich niet al te veel van voorstellen. Ik stap op de hometrainer in de woonkamer, fiets 40 minuten en stap er weer vanaf. Op de gym waar jongeren tegenwoordig massaal naartoe gaan, noemen ze dit cardio. Het zou net zo goed pulmo kunnen heten. Het is immers ook goed voor de longen. En zo kunnen we heel wat organen langsgaan. Ik moet hier wel stoppen. Straks ga ik nog wat over de darmen vertellen. Dat sporten ook daar goed voor is. Maar mijn redacteur vindt dat vies. Het enige stukje dat ze tot nu toe niet heeft geplaatst, ging over darmen. Mensen vinden praten over darmen vies. Hier stop ik dus.

Mensen vinden praten over darmen vies

Sporten voor een spreekuur waar niet zoveel meer gebeurt, geeft rust. Je kunt achter elkaar patiënten goedgehumeurd helpen terwijl je in de luie stoel blijft zitten. Af en toe sta je op voor een lichamelijk onderzoek.

Vanwege het kwaliteitscertificaat was de tweejaarlijkse audit. Of was het driejaarlijks? De auditor snuffelde de hele dag in de praktijk. Collega’s moesten haar spreken en vertellen over wat ze deden en hoe ze het deden. Ik moest alleen spreekuur doen.

Aan het einde van de lunch werd mij opgedragen naar een visite te gaan. Ik kan vanwege privacyoverwegingen geen details vertellen. Ook al ga ik de naam van de patiënt fingeren, kunnen mensen aan de hand van het verhaal de patiënt traceren. Dan is het ook een privacy­schending. Of de patiënt leest het en herkent zich erin. Dat is erg. Alleen met toestemming is zoiets niet erg. Of de patiënt kan het niet meer nalezen. Dat is nog erger. Deze visite was niet een alledaags iets. En hier stop ik.

In de middag ging de audit door. Ik had mijn loginpasje op de computer vergeten waar een collega met de auditor ging praten. De auditor had het ontdekt. Dat is erg.
De collega gaf mijn pasje terug. Ik ging spreekuur doen. Opeens was er politie in de praktijk. Daarna ook een ambulance. Een collega had ze opgeroepen. De dag was allang geen gewone dag meer. Ik bleef spreekuur doen.

Wilders, Vlaardingerbroek en Yaïr Netanyahu spreken op congres in Hongarije

0

PVV-leider Geert Wilders, influencer Eva Vlaardingerbroek en Yaïr Netanyahu, de zoon van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, zijn keynote speakers op een groot conservatief congres dat gisteren en vandaag plaatsvindt in Boedapest.

Het event heet de Conservative Political Action Conference, afgekort CPAC. Andere sprekers zijn Alternative für Deutschland-voorvrouw Alice Weidel, Santiago Abascal van het Spaanse Vox, opiniemaker Ben Shapiro en natuurlijk de Hongaarse premier Viktor Orbán zelf. Thema’s die dit jaar worden besproken, zijn vrede en veiligheid, ‘patriottisme’, migratie en ‘God, thuisland en familie’.

Met de jaarlijks terugkerende conferentie hoopt de conservatieve Hongaarse regering bruggen te slaan richting de Angelsaksische wereld. Donald Trump en de zijnen zien de aartsconservatieve, autoritaire en pro-Russische Orban als een voorbeeld ter navolging.

Kritiek

GroenLinks-PvdA-Kamerlid Kati Piri heeft op BlueSky scherpe kritiek op CPAC. Ze noemt de conferentie ‘een mix van complotdenkers, rechtsextremisten, Jodenhaters en Poetin-buddies’. Het feit dat ook Wilders hier spreekt rekent ze VVD en NSC zwaar aan, die immers met de PVV in de coalitie zitten. ‘Hoelang wil de VVD en NSC ons land blijven uitleveren aan extremen?’

Wilders begeeft zich in extremistisch gezelschap. Piri wijst haar volgers op Alternative für Deutschland. Onlangs heeft de Duitse inlichtingendienst deze partij bestempeld als extremistisch. Ook noemt ze de Israëlische vrienden van Wilders. Yaïr Netanyahu, de omstreden zoon van premier Benjamin Netanyahu, verspreidde enkele jaren geleden antisemitische memes over de Hongaarse filantroop George Soros. De extreemrechtse parlementariër Ariel Kallner bepleitte een nieuwe Nakba (etnische zuivering) op de Palestijnen. Ook de Israëlische minister van Diasporazaken Amichai Chikli is aanwezig. Hij organiseerde eerder dit jaar in Jeruzalem een congres tegen antisemitisme samen met extreemrechtse partijen uit Europa, reden voor veel Joodse organisaties om deze bijeenkomst te boycotten.

Geert Wilders is niet de enige Nederlandse spreker op het congres: Eva Vlaardingerbroek, bekend om haar extreemrechtse standpunten, is er opnieuw bij. Vorig jaar oogstte de voormalige FvD-politica veel bijval toen ze de racistische omvolkingstheorie promootte, die stelt dat links via immigratie witte Europeanen wil vervangen door moslims en zwarte mensen uit Afrika.

No woke zone

Enkele Nederlandse journalisten, waaronder freelance journalist Peter OlsthoornFrank Hendrickx van de Volkskrant en Coen van de Ven van De Groene Amsterdammer hadden vorig jaar geprobeerd om een verslag te schrijven over het CPAC, maar kregen geen accreditatie. Het argument van CPAC? De organisaties waarvoor ze schreven zouden te ‘woke’ zijn.

‘Bedankt voor uw interesse in CPAC Hongarije. Het spijt ons u te moeten informeren dat we op dit moment niet aan uw registratieverzoek kunnen voldoen. Als organisatoren moeten we ons houden aan een van de ijzersterke regels van de conferentie: CPAC is een NO WOKE ZONE. We kijken ernaar uit u te verwelkomen op toekomstige evenementen wanneer en als uw organisatie aanzienlijk minder woke wordt.’

Moskee mag niet in bedrijfspand. Teleurstelling bij Barendrechtse moslims

0

Een domper voor Barendrechtse moslims die samenkomen in het Islamitisch Centrum Barendrecht (ICB). De gemeente vindt dat er geen ‘religieuze activiteiten’ mogen plaatsvinden in een bedrijfspand en dreigt met een dwangsom van 20.000 euro bij herhaling. Zo meldt de regionale omroep Rijnmond.

‘Binnen onze gemeenschap heerst diepe teleurstelling’, vertelt imam Azzedine Karrat aan Rijnmond. ‘Je moet niet onderschatten wat dit met de gemeenschap doet.’

De afgelopen maanden vonden er lezingen en gebedsmomenten plaats in het voormalige kantoorpand. Maar dat mag niet, volgens de gemeente. Volgens het bestemmingsplan mogen er alleen bedrijfsactiviteiten worden georganiseerd.

Ook was er een petitie in omloop tegen een moskee in Barendrecht. Die werd ruim 3700 keer getekend.

Dit terwijl de islamitische gemeenschap van Barendrecht zeer enthousiast is over de eerste moskee in de stad. Tijdens ramadan werd er maar liefst 1 miljoen euro opgehaald. Nu vrezen ze opnieuw de gang naar Rotterdam te moeten maken om een moskee te bezoeken.

Imam Karrat blijft strijdbaar. ‘We hebben alle vertrouwen in de rechtsstaat’, zegt hij.

Onderhandelingen staakt-het-vuren in Gaza mislukt. Israëlische minister: tijd voor ‘vol geweld’

0

De onderhandelingen over een staakt-het-vuren tussen Hamas en de VS zijn opnieuw mislukt. Volgens persbureau AFP wijst Hamas het Amerikaanse voorstel, dat wordt gesteund door Israël, af omdat het niet tegemoetkomt aan de eisen van de militante groep.

Hamas interpreteert het plan als ‘de continuering van dood en honger’, maar dan met andere middelen. ‘Het zou geenszins de oorlog stoppen’, aldus Hamas, die desondanks ‘de reacties op het voorstel met volle nationale verantwoordelijkheid’ zegt te bestuderen, aldus een woordvoerder van Hamas.

Het nieuwe, afgewezen Amerikaanse voorstel zou veel minder Amerikaanse garanties op een permanent staakt-het-vuren inhouden. Ook zouden ‘uithongeringstactieken’ en ‘verdrijvingsplannen’ onverminderd doorgaan.

Aan Israëlische kant wordt het afgewezen voorstel aangegrepen om met vol geweld van het leger door Gaza te gaan. ‘Er zijn geen excuses meer’, zei minister Itamar Ben Gvir vanmorgen. ‘Het is tijd om met volle kracht naar binnen te gaan, zonder met de ogen te knipperen, om Hamas te vernietigen en tot de laatste te doden.’

Intussen blijft het Israëlische geweld voortduren. Het wordt door velen, waaronder het Nederlandse Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), als genocidaal gezien. Afgelopen nacht kwamen bij Israëlische luchtaanvallen opnieuw ten minste 70 Palestijnen om het leven, meldt Middle East Eye. Ook zouden bij een Israëlische aanval op Libanon twee mensen zijn omgekomen.

Journalistieke balans tussen zorgwekkend nieuws en hoop

Als redactie zijn wij dag in, dag uit bezig met hard nieuws en feiten die zelden positief zijn. Elke dag opnieuw een selectie maken voor onze lezers is een uitdaging. Journalistiek gezien beleven we gouden tijden, maar moeten we daar blij mee zijn? Tegelijkertijd worden we overspoeld door negatief nieuws dat ons als mens raakt. Dat merk ik, zowel om me heen als op de redactie.

Het vraagt om evenwicht: omgaan met wat we lezen en horen, zonder uit het lood te raken in ons dagelijks handelen. Iedereen zoekt daarin zijn eigen weg. Zelf probeer ik mijn omgeving tot rust te brengen en te benadrukken dat we niet alles kunnen veranderen, maar wél verschil kunnen maken, door nepnieuws te bestrijden, vooroordelen te ontkrachten en het onderlinge begrip te versterken.

Negatief nieuws trekt logischerwijs onze aandacht. Als journalisten geven we dat door aan onze lezers, uiteraard met onze eigen blik. In redactievergaderingen zoeken we ook bewust naar verhalen die perspectief bieden, om de balans te bewaren. Maar dat lukt niet altijd. En deze tijd is ongekend. Juist daarom ben ik trots op onze kleine redactie, onze columnisten en freelancers, die het ondanks alle beperkingen uitstekend doen. Chapeau!

Op 28 mei ontmoette ik tijdens een bijeenkomst in Amsterdam een lezer, Mehmet, die sinds zeven jaar in Nederland woont en binnenkort les gaat geven op een hbo. Hij zei dat hij moe is van alle negatieve verhalen over Gaza, vluchtelingen en het radicaal-rechtse discours in Nederland en Europa. ‘Waarom schrijven jullie niet over algemene onderwerpen als onderwijs, milieu en sport?’ vroeg hij.

Ik legde uit dat we met een kleine redactie brede thema’s niet kunnen behappen en dat we ons richten op de biculturele samenleving. Met de middelen en mankracht van de grote media kunnen we nu eenmaal niet concurreren.

Hoe bied je hoop zonder de waarheid te verdoezelen?

Toch bleef zijn opmerking knagen. Ben ik, door telkens ellendig nieuws te brengen, zélf deel van het probleem? Hoe bied je hoop zonder de waarheid te verdoezelen? Die vragen kwamen opnieuw naar boven tijdens de demonstratie van 17 mei.

De grootste in twintig jaar: meer dan 100.000 mensen stroomden naar Den Haag om te protesteren tegen het kabinetsbeleid rond Israël. Gekleed in rood vormden ze een symbolische grens. Premier Schoof en minister Veldkamp hadden eerder laten weten dat die grens voor hen niet meer geldt, terwijl ze schending van het oorlogsrecht eerst nog als onaanvaardbaar beschouwden.

De opkomst van vooral witte Nederlanders, vaak samen met hun kinderen, bood steun aan velen. Ook aan biculturele Nederlanders die zich in hun zorgen om Gaza geïsoleerd voelden. Ik vroeg mijn collega of hij dat had verwacht. ‘Niet echt’, zei hij. Onze columnist Kirsten van den Hul schreef over de helende kracht van demonstraties: omringd zijn door mensen die hetzelfde verdriet en dezelfde machteloosheid delen.

Een dag later kondigde Veldkamp aan dat hij binnen de EU wil laten toetsen of Israël nog aan de samenwerkingscriteria voldoet. Dat onderzoek komt er nu, vanwege de blokkade van voedsel, water en hulp voor Gaza.

De demonstratie lijkt een kantelpunt in publieke en politieke opvattingen. Net als de oproep van burgemeester Halsema aan het kabinet om het geweld in Gaza te stoppen. Universitaire ziekenhuizen startten een estafetteactie ter nagedachtenis aan omgekomen hulpverleners en om aandacht te vragen voor de schrijnende medische situatie.

Toch lijkt het weinig uit te halen. Het geweld in Gaza gaat onverminderd door. Zo verloor een kinderarts bij een bombardement negen van haar tien kinderen en bleef tóch werken. Een hartverscheurend voorbeeld van de gruwelijke realiteit van deze oorlog.

We staan dus voor een keuze: blijven we ramp op ramp serveren, of zoeken we ook naar verhalen die woede omzetten in iets constructiefs? Waar ligt de grens tussen confronterende journalistiek en verlammende herhaling? Welke verantwoordelijkheid nemen we, als makers en lezers, om de waarheid onder ogen te zien en de toekomst niet op te geven?

Ik kies voor radicale eerlijkheid én radicale menselijkheid. We brengen de feiten zoals ze zijn, zonder ze te verdoezelen, en zoeken tegelijk naar stemmen die perspectief bieden: mensen op straat, docenten in klaslokalen, artsen die blijven werken, jongeren die demonstreren. Zo bewaken we onze journalistieke én morele grens, en laten we zien dat betrokken journalistiek mogelijk is. Dat is, denk ik, de enige manier om het gif te neutraliseren en elkaar heel te houden.

Niet iedereen kan een vliegticket betalen

0

In deze tijd van grote gebeurtenissen – zoals Trump, Gaza en onze eigen Geert en Faber –  merk ik dat ik een kort lontje heb als het gaat over de zogenaamd kleine thema’s in onze samenleving. Het lijkt alsof er geen aandacht meer is voor de zorgen van de gewone mens. En ik trek het niet.

Misschien heeft het te maken met mijn bubbel, een waar de mensen theoretisch geschoold zijn, wit, en een aantal van de zeven vinkjes (Joris Luyendijk) hebben. Een andere bubbel, ook mijn omgeving, is niet wit, praktisch geschoold en heeft misschien maar een of twee vinkjes.

Eerste generatie student. Zoals ik. De eerste generatie in de familie die naar de universiteit of hogeschool is gegaan. Moslim. Zwart. Lesbisch of homo. Transgender. Opgegroeid in de bijstand. Nog steeds levend van salaris naar salaris. Aan het overleven in plaats van leven. En ik trek het niet.

Zo had ik vorige week een discussie over vliegen. Ik ben met vrienden. Ze zijn wit en theoretisch geschoold en gaan drie keer per jaar op vakantie. We hebben het over mobiliteit. Vervoer. De fiets, het vliegtuig, de auto. ‘We vliegen te veel. Vliegen is ook veel te goedkoop. En waarom zou je zo ver moeten reizen? Je kan ook prima in Europa op vakantie met de trein.’

‘Jij vindt vliegen toch zo goedkoop? Blijkbaar kan jij het je veroorloven’

Ik kijk mijn goede vriend aan terwijl ik de ergernis voel opkomen in mijn lijf. ‘Oh? Is dat zo? Ik ken anders behoorlijk veel mensen die nog nooit hebben gevlogen omdat het te duur is. Mensen die misschien maar een keer in een vliegtuig hebben gezeten, toen ze naar Nederland kwamen, en nu elk jaar smachten naar het moeder- of vaderland maar het te duur vinden. Ze zijn aan het overleven. Mensen die hun roots buiten Europa hebben liggen en dus een oceaan moeten oversteken om familie en de eigen wortels te ontmoeten.’

Ondertussen denk ik, als vliegen voor jou goedkoop is, en jij vindt dat jij teveel vliegt, waarom koop je niet een ticket voor iemand die het niet kan betalen en die nooit vliegt? Zouden we niet een systeem moeten hebben waarbij iedereen drie vliegvergunningen per jaar heeft voor trans-Atlantisch reizen en dat je dan jouw vergunning kan schenken aan een ander? Want, hee, jij vindt vliegen toch zo goedkoop? Blijkbaar kan jij het je veroorloven. Betaal dan voor een ander. Gun het een ander.

Dezelfde irritatie voel ik wanneer het over de fiets of de auto gaat. In de stad heb je geen auto nodig. En iedereen kan fietsen. Oh ja joh?  Want iedereen die in de stad woont, werkt ook in die zelfde stad? Op tijden dat er OV beschikbaar is? Oh, en iedereen kan fietsen? En al zou iedereen kunnen fietsen, heeft iedereen dan een fiets? Of een plek waar je de fiets veilig kunt stallen?

Ik probeer me bezig te houden met de dingen waar ik invloed op heb

Bubbels. Het eigen perspectief. Het maakt me woest. Tegenwoordig meer dan voorheen. Wellicht heeft het te maken met de grote gebeurtenissen in onze tijd. Ik loop met een zeer kort lontje rond. De beelden van Gaza wil ik niet binnen laten komen. Die luxe heb ik. De rode lijn die Nederland heeft getrokken, waar Schoof en consorten doof voor zijn, daar ben ik trots op en tegelijkertijd vraag ik me af, wat gaat het opleveren?

Ondertussen zie ik in mijn omgeving mensen die geen tijd of ruimte hadden om op het Malieveld te staan. Mensen die bezig waren met hun tweede baan, het betalen van de huur, zorgen dat er weer een maaltijd op tafel komt. En waar is de media voor hen? Waar is de aandacht voor hun leed?

Ik probeer me bezig te houden met de dingen waar ik invloed op heb. Ik kan niets veranderen aan Trump. Ik kan Faber geen sympathie voor vluchtelingen laten voelen en ik kan Geert Wilders niet stoppen met het verspreiden van zijn islamhaat. Maar ik kan er wel zijn voor de mensen om mij heen. Mijn deur openen. De tafel dekken. Een luisterend oor zonder oordeel bieden. Doe je mee?

Waarom zij wel en wij niet?

0

Toen ik voor het eerst in mijn leven demonstreerde, ergens in 2012, had ik het leven een beetje opgegeven. Ik was gefrustreerd, schreeuwde tegen mijn ouders omdat ze afhankelijk waren van een werkloze nietsnut, zoals ik mezelf toen zag. Het was een periode waarin ik de beslissing nam om te stoppen met tevergeefs solliciteren. Aan de ontbijttafel, die elke dag met veel zorg werd voorbereid door mijn moeder en waar ik bij aanschoof na het lezen van de ochtendkranten op mijn zolderkamer, opende ik het journaal.

Daar staan ze weer, dacht ik over die journalisten, glad in hun pak en jurkjes. Ze hebben lekker alles op orde met bakken geld op hun rekening en gaan fluitend door het leven, peinsde ik bij alle tosti’s die ik in stilte at. Oog in oog met moederlief, die ik wanhopig zoet hield met: ‘Ik équipeer mezelf met kennis, met boeken en kranten tot de dag komt waarop ik die kennis paraat moet hebben.’ Zuchtend nam ze nog een slok van haar Turkse thee.

Het zouden nog jaren van bittere armoede zijn voordat ik haar uit eten kon meenemen. Er is een film van de Turkse volkskomiek Şaban waarin hij zijn moeder telkens belooft in paleizen te laten wonen. Laatst op Moederdag klopte ik met mijn zwangere partner bij haar aan voor een moederdagontbijt. Gezellig toch. Maar uiteraard is mama Balçik niet op haar achterhoofd gevallen en wilde dat ik haar uit eten nam. Tja, een paleis lukt niet meer, maar uit eten kon ik uiteraard niet weigeren op Moederdag.

We reden op zondag naar een Turkse eettent binnen de ring, waar je buik door de gegentrificeerde prijzen meteen ‘vol’ raakt. Maar de voldoening om dit überhaupt te kunnen doen, is onbetaalbaar.

‘Wij zijn de leiders van onze families en gemeenschappen’, zei ik jaren terug, grootsprakerig tegen Turkse matties die dezelfde worstelingen hebben meegemaakt. ‘Wij kijken naar alle papieren, bellen met instanties en zorgen voor brood op tafel. Zij zijn hier gekomen en hebben ons op aarde gebracht, nu is het onze beurt’, zei ik tegen matties die mijn drankje en patatje vervolgens betaalden.

‘Wij zijn de leiders van onze families en gemeenschappen’, zei ik jaren terug

Het klopte, behalve dan dat over brood op tafel. Ik deed het papierwerk. En mijn ouders gaven me eten. Je kan dit alleen volhouden als je de vernedering van zeurende vaders en moeders over werk, woning en trouwen kan uitschakelen. Maar met alle goede wil kon ik dat ook niet meer opbrengen rond mijn dertigste.

Ik zat in die periode dus vol met opgekropte woede van persoonlijk falen en een laag zelfbeeld. Het punt dat me alleen nog razender maakte, is dat dit door VVD-types werd geïndividualiseerd. Nederland zou een prachtig land zijn waar van alles mogelijk is. Mensen moeten zelfredzaam zijn en participeren werd de godganse dag gepreekt in de liberale kerk door Mark Rutte, Henk Kamp en Stef Blok.

Dat was niet mijn Nederland in Amsterdam Nieuw-West. Door gentrificatie zag ik nieuwe, witte Nederlanders de buurt in komen en woningen betrekken. Ik herkende mezelf niet meer in het straatbeeld en dacht: hoe kan dat? Waarom zij wel en wij niet?

Negatieve gevoelens waar je eigenlijk niet mee wil zitten, maar die toch constant door bleven etteren in mijn nietige allochtonenbestaan in een zogenoemde ‘probleemwijk’. We moesten integreren en dat werd nu door onze strot geduwd met gentrificeerders, die na jaren van witte afwezigheid (‘de witte vlucht’), opeens de regels begonnen te bepalen op plekken waar ze vroeger niet dood gevonden wilden worden.

Het was de woningnood en de Amerikaanse film Boyz n the Hood, waar gentrificatie even wordt genoemd, die mijn ogen openden. De verkoop van sociale huurwoningen, waardoor het leven van een hele generatie werd uitgesteld en van de enkeling die huis op huis kocht werd gelanceerd, was de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen. Dit was precies het moment waarop alle theorieën over racisme en sociale onrechtvaardigheid samenvielen met de praktijk in achtergestelde stadsdelen, zoals Nieuw-West.

Joris Luyendijk bespreekt het allemaal in zijn boek De zeven vinkjes. Wij hebben het geleefd met bloed, zweet en tranen. Ik begon te demonsteren met de Internationale Socialisten. We stonden met de hele buurt op tegen de racist die ‘Minder, minder Marokkanen’ riep en groot is geworden omdat rechters, journalisten, ambtenaren het allemaal lieten gaan. Nu heeft hij zich vastgezogen in Den Haag en moet de rest van het land het voelen. Hoe lang nog, zeg ik vanuit 020-Gaza? In Den Haag trokken 100.000 mensen die het zat zijn een rode lijn. Op naar een miljoen!

Officier van justitie Willem Nijkerk: ‘Aangifte van discriminatie is wél zinvol’

0

Discriminatie bewijzen is soms verdraaid lastig, zegt de Amsterdamse officier van justitie Willem Nijkerk. ‘Toch is het belangrijk om aangifte te doen.’

Willem Nijkerk is officier van justitie en hoofd van het Landelijk Expertisecentrum  Discriminatie (LECD) bij het Openbaar Ministerie. Hij is verantwoordelijk voor het opsporen en vervolgen van strafbare discriminatie. Het is complex werk, dat onder druk staat van snelle oordelen in de politiek en samenleving.

Nijkerk (55) werkt op het arrondissementsparket aan het IJ in Amsterdam. Hij vindt het belangrijk om uit te leggen hoe ingewikkeld het strafrecht is als het gaat om discriminatie. Het LECD bestaat al meer dan 25 jaar en helpt het Openbaar Ministerie bij discriminatiezaken, van het begin van het onderzoek tot aan de uitspraak van de rechter. Officieren van justitie en andere medewerkers krijgen hierbij advies en ondersteuning. Ook politieagenten kunnen bij het LECD terecht voor hulp bij het omgaan met strafbare uitlatingen.

Nijkerk is door zijn werk betrokken bij zaken die voor grote maatschappelijk beroering zorgen, zoals de ongeregeldheden rondom de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv op 7 november.

Welke invloed had druk vanuit sociale media op jullie opsporingswerk bij zo’n grote zaak als Ajax-Maccabi? 

‘Die vrijdagochtend 8 november wist ik meteen: dit is vol aan de bak met z’n allen. Sociale media versnellen de reacties maar de nuance verdwijnt. We krijgen bij dit soort zaken heel veel filmpjes toegestuurd. Wat goed is, maar we weten inmiddels dat je met artificial intelligence de meest levensechte video’s kan maken. Kortom, voor ons is het heel lastig om die waarheidsvinding op hele korte termijn helemaal zonneklaar te hebben. Lastig dat men gelijk roept: het was antisemitisch. Politici, de Amerikaanse president, zelfs onze koning sprak onmiddellijk van antisemitisme. Dat zat er die nacht zonder meer tussen, daar doe ik geen afbraak aan. Maar om dat allemaal te bewijzen, dat is nog verdraaid lastig.

‘Lastig dat men gelijk roept: het was antisemitisch’

‘Op 8 november noemden mensen het al een pogrom, wat ik lastig vond. Ik zie een pogrom als een georganiseerde geweldspleging tegen Joden, omdat ze Joods zijn. Pogroms doen me denken aan de Tweede Wereldoorlog en aan andere historische gruweldaden. Dat is van een andere orde dan wat rond deze wedstrijd gebeurde. Binnen de Joodse gemeenschappen waren de meningen verdeeld: de één sprak van een pogrom, de ander vond het woord pogrom ongepast. Ik bewonder burgemeester Halsema, die eerst ook het woord pogrom in de mond nam. Ze begreep de vergelijking maar trok dat later in. Krachtig want weinig bestuurders komen terug op eerdere uitspraken.’

Waarom is het zo belangrijk om te wachten met duiden, ook als de samenleving direct om antwoorden vraagt?

‘Betrouwbaarheid van overheid vraagt om waarheidsvinding. De ochtend na 8 november was nog onduidelijk wat er gebeurd was, alleen het geweld was evident. Uiteindelijk kregen we na weken onderzoek 122 verdachten in beeld. Van de negen zaken die we nu hebben aangepakt, hebben we in twee zaken door WhatsApp-berichten kunnen aantonen dat het ingegeven was door Jodenhaat. Dat is afschuwelijk. En die hebben ook een maandenlange gevangenisstraf gekregen.’

Weten mensen dat discriminerende uitspraken op internet strafbaar kunnen zijn?

‘Wij hebben de toetsenbordridders die ’s nachts, al dan niet met een glas alcohol achter de kiezen, vreselijke dingen over mensen van kleur zeggen. Neem de zaak rond Clarice Cargard, de columniste van NRC, die demonstreerde tegen Zwarte Piet. Tijdens haar livestream volgden tweeduizend berichten vol anti-zwart racisme tegen haar. Daar heeft Cargard aangifte van gedaan. Uit die berichten kozen we er vijfentwintig die we het ergst vonden, of omdat de verdachten al een strafblad hadden. Ik deed een deel van die zitting. Opvallend: het waren vooral sneue witte mannen van middelbare leeftijd, die teleurstellingen in het leven hadden gehad. Sommigen woonden nog thuis. En eigenlijk zeiden ze allemaal: ‘Ja, maar ik heb het zo niet bedoeld,’ of: ‘Ik was boos, want Zwarte Piet moet gewoon zwart kunnen zijn.’ Dat kan wel zo zijn, maar wat deze types zeggen, heeft wel meteen een groot publiek.’

Mensen zien waarheidsvinding soms als een mening. Hoe gaat het Openbaar Ministerie daarmee om?

‘Ik beroep me op de wet en jurisprudentie. Ik kan uitleggen waarom iets wel of niet strafbaar is. Over de projecties met racistische leuzen op de Erasmusbrug in Rotterdam tijdens de nieuwjaarsnacht van 2023 kreeg ik veel vragen. Zo van: hoezo mag ik Black Lives Matter wel zeggen en White Lives Matter niet? White Lives Matter mag, afhankelijk van de context. Op de brug werd het racistisch gebruikt. Black Lives Matter strijdt voor gelijkwaardigheid, White Lives Matter wordt verbonden aan witte suprematie. Als je in het openbaar een T-shirt wilt dragen met White Lives Matter, ga je goddelijke gang. Maar als je erbij zegt: ‘Vrolijk blank 2023’, en je haalt de 14 words van David Lane, een racist, erbij, ja, dan wordt het wel strafbaar. Het is dus contextafhankelijk.’

‘Wij hebben de toetsenbordridders die ’s nachts vreselijke dingen over mensen van kleur zeggen’

Vanuit het perspectief van de daders bezien was het eerst een succesvolle actie in Rotterdam. 1,4 miljoen mensen keken die nieuwjaarsnacht live mee via televisie. Juist daarom is het belangrijk dat wij als Openbaar Ministerie de norm blijven stellen. Dat de samenleving ziet, dit is niet oké en daar treden we tegen op.’

Willem Nijkerk

Zijn er bij de pro-Palestina-protesten op universiteiten mensen vervolgd vanwege discriminerende uitingen?

‘Er zijn mensen vervolgd voor geweld en vernieling, maar niet voor discriminatie, want het zijn, kort gezegd, uitingen die niet zijn gericht tegen Joden. In de kern zijn dat uitingen tegen het optreden van de Israëlische overheid. Wat ik wél zie gebeuren, is dat Joden of Israëliërs worden aangesproken op wat de regering daar doet. Het is ongelooflijk misplaatst om in onze kleine Joodse gemeenschappen mensen aan te spreken op wat Netanyahu doet. Alleen, het is niet strafbaar.’

Komt u nog dingen tegen bij discriminatiezaken die u niet verwacht?

‘Ja, ik word nog met grote regelmaat verrast. Een voorbeeld is die antisemitische projectie op het Anne Frank Huis. Ik werd gebeld dat er in het Engels te lezen stond dat Anne de uitvinder van de balpen is. Ik had geen idee wat daarmee bedoeld werd. Dus ik kom op de site van het Anne Frank Huis terecht, en daar staat een lemma over de complottheorie dat Anne haar dagboek niet zelf schreef omdat er toen nog geen balpen was. Dan kom je echt in de wereld van rechtsextremisme en Holocaustontkenning. Dus we zijn een onderzoek gestart dat uiteindelijk tot een veroordeling leidde. Ik heb Robert W. op zitting gezien en heb me verbaasd dat iemand zoveel moeite doet voor zo’n projectie. Beangstigend uit wat voor wereldje die vent komt: de white supremacists uit de Verenigde Staten, diepgeworteld racistisch en antisemitisch. We hebben hem in Polen, waar hij woonde, laten aanhouden. Hij is overgebracht naar Nederland. Voor een discriminatiezaak best bijzonder: zo’n rechtshulpverzoek doen aan een ander land en dat hij dan uiteindelijk in Nederland komt vast te zitten.’

Het strafrecht maakt bij discriminatie geen onderscheid tussen antisemitisme en racisme, de woorden komen zelfs niet in het Wetboek van Strafrecht voor. Is toch een beeld te geven welke bevolkingsgroep het meest te maken krijgt met discriminatie?

‘Nee, dat is er niet. Mijn beeld is wel dat de Joodse gemeenschappen wat sneller aangifte doen dan de moslimgemeenschappen. Er zijn 1 miljoen moslims in Nederland, circa veertig- tot vijftigduizend Joden. Ik heb vorig jaar 68 aangiftes gehad waarbij moslimdiscriminatie een rol speelde. Dat is niet zo heel veel. Dat zouden er meer moeten zijn. Tegelijkertijd weet ik ook van genoeg Joodse mensen dat ze geen aangifte doen omdat ze denken dat het toch geen zin heeft. Ik zeg altijd: het heeft wél zin. Ook als een zaak wordt geseponeerd, want het is in beeld geweest, het is onderzocht.’

Hoe komt het dat er relatief weinig aangifte wordt gedaan door mensen van kleur en door moslims?

‘Daar is geen onderzoek naar gedaan. Ik kan het alleen invullen vanuit gesprekken met moslimorganisaties. In sommige landen is de politie de vijand; dat beeld blijft soms hangen. Het is deels wantrouwen, deels onbekendheid. Wij moeten nog beter laten zien wat we doen. Dat is ook de reden dat we, als wij zelf een zaak aanbrengen van discriminatie, daar vaak publiciteit voor zoeken. Ik wil meer gemeenschappen bereiken, zoals radiostation FunX, dat een enorme achterban heeft. Ze hebben luisteraars die veel met discriminatie te maken hebben. Een doelgroep die ik wil laten zien dat het loont om aangifte te doen. Je voelt je in elk geval gezien, erkend en gehoord.’

In hoeverre zijn mediaorganisaties verantwoordelijk voor discriminerende reacties die op sociale media onder hun berichten staan?

‘Een goede vraag, maar één die je in eerste instantie aan redacties zelf moet stellen. Van serieuze media mag je verwachten dat ze kritisch zijn op wat ze publiceren. Nu.nl sluit bij moord de mogelijkheid om te reageren totdat de feiten duidelijk zijn. Een voorbeeld van een platform dat zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik maak me zorgen over een platform als Cestmocro. We weten alleen niet wie daarachter zitten. Daar staan echt heel veel strafbare uitingen op en ze modereren niet.

‘In sommige landen is de politie de vijand’

‘Het zou winst zijn als mensen sowieso meer nadenken voordat ze van alles op het internet pleuren. De massaliteit daarvan is zorgelijk. Of het nu online is of in de fysieke wereld: wij als OM willen voorkomen dat discriminatie genormaliseerd wordt. Het is de normalisatie van antisemitisme, van moslimhaat, van anti-zwartracisme die we willen voorkomen.’

Is er vanuit het OM een roep om andere wetgeving tegen discriminatie?

‘Hier past een genuanceerd antwoord. Ik ben uiteindelijk een wetsdienaar, en als de politiek beslist om iets wel of niet strafbaar te stellen, dan moet ik me daaraan houden. Daar zit voor mij wel een grens bij de doodstraf. Als die zou worden heringevoerd, wat helemaal niet kan, dan hang ik mijn toga aan de wilgen. Ik heb veel vertrouwen in onze wetgeving en nog meer in onze rechtsstaat. Ik heb niet meegemaakt dat rechters of officieren zich laten beïnvloeden door welke wind er waait in Den Haag. Ik heb nog nooit een telefoontje van de minister of staatssecretaris gehad die zegt: ‘Officier, jij moet die zaak wel of niet vervolgen!’ Ik heb nooit politieke inmenging meegemaakt. En ik werk al lang bij het OM en was bij veel gevoelige zaken betrokken. Tegelijkertijd is zo’n rechtsstaat geen rustig bezit. We moeten ervoor waken dat het zo blijft.’

Tot slot: heeft u zelf weleens met discriminatie te maken gehad?

‘Nee, ik ben in de luxe positie dat ik nooit gediscrimineerd ben. Een privilege, om het zo maar te zeggen.’

Marokkaans-Spaanse voetbalheld Yamal tot 2031 bij Barcelona

0

De 17-jarige topspeler Lamine Yamal heeft een megacontract getekend bij FC Barcelona, waar hij nu al speelt. Tot 2031 kunnen fans van zijn spel genieten bij de club.

Zo meldt NOS. Een prijzig detail: andere clubs moeten een afkoopsom van maar liefst één miljard euro betalen als ze hem voor 2031 willen contracteren.

De Marokkaans-Spaanse voetballer heeft al meer dan 100 wedstrijden gespeeld voor FC Barcelona, waar hij op 15-jarige leeftijd debuteerde. Dit jaar werd de club kampioen van Spanje. In de afgelopen twee jaar maakte Yamal 25 goals en 34 assists voor Barcelona.

Yamal beleeft een stormachtige carrière. Vorige zomer speelde hij voor Spanje, toen het land Europees kampioen werd. Hij brak daarbij een record als jongste doelpuntenmaker op een EK. Velen vergelijken zijn opkomst met die van supersterren zoals Messi en Ronaldo.