11.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 52

Musk pleit voor vrijlating van extremist Tommy Robinson

0

Net als PVV-leider Geert Wilders, pleit ook multimiljardair Elon Musk voor de vrijlating van de extreemrechtse Tommy Robinson. Zo meldt de Arabische nieuwssite Middle East Eye.

Robinson zit een gevangenisstraf van achttien maanden uit vanwege het uitzenden van een documentaire waarin haat wordt gezaaid tegen een Syrische scholier, die werd aangevallen en gepest op school. De documentaire bevat fakenieuws en mocht niet worden vertoond, zo oordeelde de Britse rechter.

Dit is tegen het zere been van extreemrechtse politici, die vinden dat de documentaire onder de vrijheid van meningsuiting valt. Zij krijgen steun van techmiljardair Elon Musk. Hij noemt de documentaire ‘het kijken waard’.

Advocaten van de Syrische jongen hebben Robinson met succes aangeklaagd voor smaad. De rechter acht bewezen dat de valse claims een ‘vernietigende impact’ hadden op de jongen en zijn familie, waardoor ze moesten verhuizen.

Musk heeft daar geen boodschap aan. ‘Waarom moet Tommy Robinson in solitaire opsluiting voor het vertellen van de waarheid?’, vraagt hij zich af op zijn eigen medium X. Volgens hem moet Robinson bevrijd worden en degenen die verantwoordelijk zijn voor zijn veroordeling juist de bak in.

Robinson is een prominente extreemrechtse Brit. Vroeger zat hij bij de beruchte British National Party, later richtte hij de islamofobe English Defence League (EDL) op, de organisatie die de documentaire over de Syrische jongen produceerde. De laatste jaren neemt hij steeds meer pro-Israëlische standpunten in en steunt hij de bezetting van Palestijns grondgebied.

Historische ontmoeting tussen extreemrechtse Turkse leider en pro-Koerdische politici

0

De extreemrechtse Devlet Bahçeli (MHP), coalitiegenoot van president Erdogan, heeft in een historische ontmoeting drie pro-Koerdische politici ontvangen. Ze hebben elkaar veertig minuten gesproken in wat lijkt op een nieuwe opening van de Turks-Koerdische dialoog die in 2015 werd afgebroken.

Zo meldt de Turkse nieuwssite Duvar. De Koerdische politici Pervin Buldan en Sirri Süreyya Önder brachten de boodschap van de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan over aan Bahçeli, die bijna twintig jaar geleden nog om zijn ophanging vroeg.

Buldan en Önder hadden Öcalan eind december in de gevangenis bezocht,
nadat de Turkse autoriteiten daar groen licht voor gaven. Öcalan herhaalde zijn
vredesboodschap en pleidooi voor de ontwapening van de PKK (op de terreurlijst van Turkije, de VS en de EU). Het is de vraag hoe de actieve leiding van de PKK daarover denkt, vorig jaar waren ze nog zeer kritisch over met name de ontwapening van de PKK.

Turkije beleeft bijzondere tijden. Na bijna tien jaar lijkt het vredesproces met de Koerden weer mogelijk. Bahçeli, die eerst onverzoenlijk was, riep twee maanden geleden op dat de gevangen PKK-leider een toespraak moest houden in het Turkse parlement om de PKK te ontmantelen.

Vrede tussen Turkije en de Koerden zou voor stabiliteit in de regio kunnen zorgen. Ook in Syrië speelt de eeuwenoude strijd momenteel een rol, nu Turkije er een groeiende invloed heeft.

Lees ook:

Gevangen PKK-leider Öcalan wil bijdragen aan vredesproces

Turkije valt PKK-doelwitten in Syrië en Irak aan na de aanslag in Ankara

Wat zou ik graag zien dat dit jaar het woord wat minder agressief beladen is

0

Wat ik van Marokko leer is dat er meer dan een manier is om je ongenoegen kenbaar te maken. En niets zeggen is vaak een geweldige manier om te de-escaleren. Je hoeft niet altijd het hoogste woord te hebben.

In Nederland ligt er een sterke nadruk op verbale en talige competenties. Hoe sterker iemands taalvermogen, hoe groter het ontzag. Dat verklaart ook waarom sociale media, althans de sferen waarin ik verkeer, bij uitstek geschikt zijn voor mensen die snel kunnen associëren, hun hand niet omdraaien voor een paar felle argumenten en hoogdravende standpunten durven in te nemen. Ik hoor de vingers tikken op het scherm – het vlamt! Het nadeel van zoveel zelfbewustheid is dat het steeds verleidelijker wordt om de morele grenzen op te zoeken. De ingebeelde macht die woordkunst geeft is verslavend. Je maakt een reactie los, krijgt aandacht, pookt de emoties op!

Zo is het schelden tot kunstvorm verheven. Onder mijn volgers zitten de zogenaamde anti-volgers, die mij enkel volgen om me de huid vol te schelden, sommigen doen dat zo welbespraakt dat ik er om kan glimlachen. Het is uiteindelijk vooral zielig, dat vertoon van onmacht.

‘Taal is hier gek genoeg minder belangrijk dan het non-verbale’

Feit is dat het grootste deel van de wereldbevolking met een wat kleiner hamertje slaat om haar punt duidelijk te maken. De geletterdheid in Marokko stijgt elk jaar, maar dat betekent niet dat iedereen dan maar aan het communiceren slaat. Taal is hier gek genoeg minder belangrijk dan het non-verbale. Het kan makkelijk gebeuren dat ik na een kort gesprek met onbekenden toch het gevoel heb echt een ontmoeting te hebben gehad. In een eettentje spreekt een man ons aan, complimenteert onze dochters en laat foto’s van zijn eigen dochter zien. Een kort, spontaan moment. Hoeveel zinnen zijn er uitgewisseld? Tien? Nog geen twintig? Maar de gelaatsuitdrukking zei alles, de blik in de ogen, de glans op de pupil, de brede glimlach. Dan is taal totaal volstrekt overbodig.

Het is niet zo dat ik taal overboord wil gooien. In ons hoogopgeleide Westen hebben we hoogopgeleid en vooral sociale intelligentie in zo’n grote mate aan taalkennis- en taalvaardigheid gekoppeld dat we vergeten zijn dat er nog heel veel andere manieren zijn om de boodschap over te brengen. Het andere nadeel van die fixatie op verbale assertiviteit is dat het door jongeren als een giftig machtsmiddel wordt gezien, een manier waarop een groep hoogopgeleiden hun wereld afbakenen- een soort van paspoort eigenlijk.

Ja, er wordt wat afgekletst in Marokko. Maar stilte is er ook. En ook vooral het vertrouwen dat er niet veel gezegd hoeft te worden om elkaar te leren kennen. Te vaak wordt taal ingezet als een wapen om elkaar te bestrijden. Dat is het natuurlijk ook, maar het is vooral een middel om vrede te maken. Taal was uiteindelijk de afsluitende procedure waarmee langlopende conflicten in een juridisch kader werden gevat. Dat kon schriftelijk, maar ook zeker mondeling. Bij geschillen rond land of eigendom kunnen twaalf getuigen opgeroepen worden om hun woord van vertrouwen te spreken. En dat is dat.

Wat zou ik graag zien dat dit jaar het woord wat minder agressief beladen is; we moeten een inspanning plegen om de taal te demilitariseren en dat begint ermee dat we ons bewust worden van de keuze die we hebben: spreken om te splijten of spreken om bij elkaar te houden.

En serveer vooral dat kopje thee erbij.

Zorgen over ‘militarisering van de universiteit’: weinig ruimte voor kritiek

We moeten ons voorbereiden op oorlog, vindt de kersverse NAVO-chef Mark Rutte. En met wij bedoelt hij iedereen, ook universiteiten. Maar de universiteit moet een onafhankelijk instituut blijven, vindt een aantal wetenschappers. Ze maken zich zorgen over de toenemende invloed van het ‘militair-industriële complex’ op hun academisch wezen. 

Er is sprake van een ‘geleidelijke militarisering van de Universiteit Tilburg’, schrijft een groep wetenschappers begin december in hun universiteitsblad. Ze vinden dat te weinig collega’s en studenten zich hiervan bewust zijn en trekken daarom aan de bel. Want de samenwerking van universiteiten met defensie en bedrijven uit de militaire industrie is ethisch discutabel, zo stellen ze. ‘Eufemistische termen zoals ‘veiligheid’, ‘defensie’, ‘innovatie’, ’technologie’ en zelfs ‘vrede’ worden gebruikt om samenwerking met het leger te legitimeren, maar wat academici daadwerkelijk bijdragen via deze samenwerkingen is een oorlogsmachine die wapens produceert.’

De laatste jaren is de samenwerking tussen defensie en universiteiten flink uitgebreid. Waar het vroeger vooral ging om het ontwikkelen van nieuwe technologie, wordt nu ook samengewerkt in vakgebieden als rechten, filosofie en theologie. Zaken als moraliteit, transparantie en burgerleed worden aan de kaak gesteld. Op zich prima, maar niet wanneer defensie zelf betrokken is bij dit soort vraagstukken, zo luidt de kritiek. 

Michiel Bot is een van de academici die heeft besloten zijn stem te laten horen. Hij is docent Recht en Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg en uitgesproken in zijn mening. Maar ook voorzichtig, want hij weet dat niet iedereen op de universiteit vrijuit durft te spreken over het onderwerp. Binnen de faculteiten waar hij werkzaam is, neemt hij een groeiende invloed van het ministerie van Defensie waar. ‘Er staat nu weer een vacature online waarin gevraagd wordt om een universitair docent die banden onderhoudt met Defensie.’

‘Er is sprake van steeds meer verwevenheid. Een hoogleraar Cognitive Science en AI is in dienst bij Defensie, een bijzonder hoogleraar Theologie bij het leger. Door dit soort invloed van buitenaf wordt de ruimte om kritisch te zijn over deze ontwikkeling steeds kleiner.’   

Samenwerking met ‘spanningen’

Niet alleen op de Universiteit Tilburg maken ze zich zorgen over deze ontwikkeling. Ook Lauren Gould, universitair docent aan de Universiteit Utrecht, ziet het gebeuren. Ze doet al jaren onderzoek naar het veranderende karakter van oorlogsvoering en welke vormen van legitimering en samenwerking daarbij komen kijken. Onlangs kreeg ze onderzoeksgeld om te kijken naar de rol van AI in oorlogsvoering in zowel Oekraïne als in Gaza, en de impact die dit heeft op burgerleed. 

Het feit dat dit soort vragen worden gesteld is goed en kan veel nuttige informatie opleveren voor Defensie, zegt ze. ‘Het is wel zaak dat het onderzoek onafhankelijk wordt uitgevoerd. Het ministerie van Defensie heeft een bepaalde doelstelling, het wil zichzelf beter maken in het voeren van oorlog. Als wetenschapper wil je juist kritisch kunnen onderzoeken of oorlog en de manier waarop we dat voeren de juiste manier is om complexe politieke problemen op te lossen.’

‘Deze onderzoeksopdracht brengt bepaalde spanningen met zich mee’

Hoewel haar nieuwe project los staat van de overheid, doet ze ook onderzoek naar 20 jaar Nederlandse interventie in Afghanistan. ‘Dit is een onderzoek van het NIOD, maar wordt mede-gefinancierd door de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie. ‘Het is heel goed dat de overheid dit onderzoek uitbesteed aan een onafhankelijk onderzoeksinstituut, maar ik snap heel goed wat Bot wil zeggen. Deze onderzoeksopdracht brengt, laat ik het zo maar zeggen, bepaalde spanningen met zich mee met betrekking tot open en breed toegankelijke wetenschap. Er zijn uiteenlopende belangen over wie de onderzoeksvragen mogen bepalen, wie wel en niet mogen werken aan het onderzoek, en wanneer en welke onderzoeksresultaten openbaar worden gemaakt. Hier moet je hele duidelijke afspraken over maken.’ 

Het zijn precies dit soort spanningen waar Bot en zijn collega’s zich zorgen over maken in Tilburg; nuances die op het eerste gezicht niet opvallen, maar duiden op een afbreuk aan de onafhankelijkheid van de universiteit. ‘Neem die vacaturetekst. Door te vragen om een kandidaat die banden kan onderhouden met defensie, zal er niet snel een kritische kandidaat worden geworven, zegt de docent. ‘De positie van een bijzonder hoogleraar wordt niet direct beslist door een externe partij. Er is altijd een benoemings- en adviescommissie bij betrokken. Maar ik denk wel dat hier vaak sprake is van zelfcensuur. De universiteit wil de pot geld natuurlijk ook niet mislopen, vooral gezien de bezuinigingen.’

Meer voor defensie, minder voor onderwijs

Hoewel de oorspronkelijke bezuinigingen op het onderwijs inmiddels iets zijn bijgesteld, is er nog steeds fors minder geld voor onderwijs en onderzoek in de komende jaren. Daarentegen is er wel meer geld voor defensie. Volgens de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie moeten partnerschappen met de defensiesector gezien worden als een kans om nieuwe financieringsbronnen aan te boren binnen de context van bezuinigingen. ‘In feite wordt er gezegd: defensie krijgt een hoop geld, doe dus maar onderzoek voor defensie’, merkt Gould op.

De toenemende investeringen in defensie moeten vervolgens gelegitimeerd worden, gaat ze verder. ‘Hiervoor moet je een groot dreigingsbeeld neerzetten. Het is heel interessant om te zien welke terminologie hiervoor wordt gebruikt. Op het moment gaat het weer veel over het hybride gevaar, een breed, vrij vaag begrip, waardoor er eigenlijk niet zo heel veel concrete voorbeelden worden gegeven, maar waarbij wel de noodklok wordt geluid. De universiteiten, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, allemaal moeten ze investeren in die oorlogsmachine.’

‘De toenemende investeringen in defensie moeten gelegitimeerd worden’

NRC wijdde onlangs een artikel aan de oorlogsretoriek van Rutte. ‘Dit soort mobiliserende toespraken gaan altijd over iets heel ernstigs dat kán gebeuren, maar misschien wel helemaal níét gebeurt’, zegt communicatiewetenschapper Etienne Augé in het artikel. ‘Als er dan vervolgens niets gebeurt, zegt de propagandist: maar goed dat ik heb gewaarschuwd. We waren voorbereid met – inmiddels – een veel groter leger en militair budget.’

‘Als wetenschapper vind ik het heel zorgwekkend dat universiteiten klakkeloos en kritiekloos meegaan in dit narratief’, zegt Bot. ‘Dat narratief komt van de regering en van de wapenlobby en wordt gebruikt om mensen angst aan te jagen en achter die extra defensie-uitgaven te scharen. Begrijp me niet verkeerd, ik zou niet willen beweren dat Rusland geen bedreiging vormt voor Europa. Dat Europa zich weert tegen dreiging lijkt me verstandig, maar ik weet niet of daarvoor meer geld naar Defensie moet. Deze dreiging rechtvaardigt bovendien niet dat de universiteiten tot dependances van het ministerie van Defensie worden gemaakt. Een kritisch debat hierover wordt op deze manier binnen de universiteiten onmogelijk gemaakt.’

Universiteiten in Israël

De kritiek op de apathische houding van universiteiten gaat niet alleen over de dreiging van Rusland. Ook wat betreft de oorlog in Gaza zijn studenten en docenten kritisch over het gebrek aan reflectie op de samenwerking met Israelische universiteiten, waar de verwevenheid met de militaire industrie nog veel groter blijkt. Sommige universiteiten in het buitenland beperkten deze samenwerking al eerder. Een adviescommissie van de Universiteit Tilburg adviseerde vorige maand om de samenwerking op te schorten. De commissie van vier hoogleraren concludeerde dat er een ‘onlosmakelijke band’ bestaat tussen de partneruniversiteiten in Israël, de Israëlische krijgsmacht en de Israëlische wapenindustrie. Het College van Bestuur, dat de commissie in juni zelf had aangesteld nadat studenten een kampement waren begonnen op de campus, blijft een beslissing hierover echter op de lange baan schuiven, tot grote frustratie van veel docenten en studenten.

‘uitgerekend dit bedrijf is betrokken bij een van de onderzoeksprojecten aan de universiteit

Een andere doorn in het oog van kritische academici aan de universiteit is de samenwerking met wapenfabrikant Thales. ‘Thales werkt samen met Israël en is een belangrijke leverancier van surveillance-infrastructuur voor de uiterst dodelijke buitengrenzen van Europa’, schrijven ze in het universiteitsblad. En uitgerekend dit bedrijf is betrokken bij een van de onderzoeksprojecten aan de universiteit. ‘Samenwerkingen zoals deze staan haaks op de door de universiteit gekoesterde waarden van duurzaamheid, diversiteit en inclusie van de universiteit’, aldus de Tilburgse academici. 

‘Veel collega’s en studenten zijn diep toegewijd aan het niet bijdragen aan de ontwikkeling van kennis of technologieën die, direct of indirect, worden gebruikt om mensen te doden. De universiteit is haar medewerkers en studenten volledige transparantie verschuldigd bij het aangaan van samenwerkingen met het militair-industriële complex’, aldus de oproep aan de universiteit.  

Meewerken aan de oorlog

Het gebruik van kennis of technologie in oorlogsgebied is een ingewikkelde discussie, weet Gould. ‘Veel studenten willen niet meewerken aan het ontwikkelen van technologieën die gebruikt kunnen worden om te doden. Dit geldt ook voor veel startups. Tot nu toe was een patroon zichtbaar in deze discussie. Er werd dan gezegd dat de technologie nooit autonoom zou worden ingezet; wel ter surveillance maar niet om te doden. Hiermee wordt de discussie in de kiem gesmoord. Maar dan zie je bijvoorbeeld in Oekraïne dat die drones, eenmaal ontwikkeld, toch worden ingezet in de oorlog, want er is nu een dreigingsbeeld. Als die wapens er eenmaal zijn, dan is het heel moeilijk om dat terug te draaien.’ 

Volgens haar is de oplossing er juist onderzoek naar te blijven doen en de discussie wel te blijven voeren. ‘Naar de manier waarop we oorlog voeren, de manier waarop we samenwerken en welke gevolgen dit heeft. Het onderzoek moet onafhankelijk worden gedaan, terwijl de discussie samen moet worden gevoerd.’

Volgens Bot is er binnen zijn universiteit weinig ruimte voor dit gesprek. Hij denkt dat dit komt door de samenwerking met defensie. ‘Er zijn bij ons collega’s die het gevoel hebben zich niet in het openbaar te kunnen uitspreken tegen deze samenwerking’, vertelt hij. ‘Er zijn natuurlijk ook mensen die daar helemaal geen probleem in zien. Het leger staat toch aan onze kant en beschermt ons toch? Maar dat vind ik ook wel zorgwekkend, want de universiteit is juist de plek van het kritische denken.’

Deze zorgverzekeraars financieren indirect illegale nederzettingen Israël

0

De website Stopfundinggenocide.nl is een actie begonnen tegen Nederlandse financiële instellingen en zorgverzekeraars die zouden bijdragen aan de genocide in Palestijnse gebieden. 

Stop Funding Genocide baseert zich op het rapport van Don’t Buy into Occupation, een gezamenlijk project van Palestijnse en Europese organisaties gevestigd in België, Frankrijk, Ierland, Nederland, Noorwegen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.

Don’t Buy into Occupation heeft een onderzoek gedaan naar Europese bedrijven die financiële relaties hebben met Israëlische bedrijven, die op hun beurt betrokken zijn bij illegale nederzettingen op de Westbank.

De conclusie? Zorgverzekeraars ASN en Aegon hebben meer dan een miljard Amerikaanse dollars geïnvesteerd in Israëlische bedrijven die de bezetting van de Westbank ondersteunen, zorgverzekeraar Achmea 178 dollar.

Stop Funding Genocide maakt geen deel uit van Don’t Buy into Occupation, maar is een losstaand initiatief dat de conclusies van het DBIO-rapport als uitgangspunt neemt voor een eigen actie: overstappen van zorgverzekeraar of bank.

Het is onbekend wie er achter het initiatief zitten. Op vragen van De Kanttekening is vooralsnog niet gereageerd.

Palestijnse Autoriteit verbiedt Al Jazeera in bezette gebieden

0

De Palestijnse Autoriteit (PA) verbiedt voorlopig alle activiteiten en uitzendingen van nieuwszender Al Jazeera in de bezette Palestijnse gebieden. Zo meldt Trouw.

Mogelijk heeft het verbod te maken met berichtgeving over de dood van de 21-jarige Palestijnse journalist Shatha al-Sabbagh. Zij kwam om toen de PA een inval deed in Jenin, een vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever.

Al Jazeera zou volgens de PA ‘opruiende’ en ‘misleidende’ berichten verspreiden en zich mengen in ‘interne aangelegenheden’.

Drie dagen geleden publiceerde Al Jazeera een bericht over de inval van de PA in Jenin, waar de autoriteit weinig invloed heeft. Daarbij werd de 21-jarige journalist Shattha Sabbagh gedood. Haar familie zegt dat ze door een kogel van de PA is gedood.

De PA wordt al langer bekritiseerd door de Palestijnen. De organisatie zou de belangen van Israël dienen, in ruil voor steun uit het Westen.

Sinds woensdag zijn alle uitzendingen van Al Jazeera, dat opereert vanuit Qatar, stopgezet. Het zou om een ‘tijdelijke opschorting’ gaan.

Sinds mei 2024 is Al Jazeera al ongewenst verklaard in Israël. Het kantoor van de nieuwszender in Oost-Jeruzalem werd toen binnengevallen door Israëlische politie-eenheden en al het materiaal geconfisqueerd.

Mogelijke vergiftiging van Assad in Moskou

0

De gevluchte Syrische dictator Bashar al-Assad is mogelijk vergiftigd in Moskou. Hij zou extreme hoestbuien hebben en moeite met ademhalen. Zo meldt de Amerikaanse nieuwssite Express US.

Er is tot nu toe weinig bekend over het voorval. De geruchten komen van ongeverifieerde Russische bronnen, meldt Express US. Het is voor zover bekend niet overgenomen door andere media.

De Syrische dictator woont sinds de machtsovername door HTS begin december als banneling in Moskou. Afgelopen zondag zou Assad zich niet goed hebben gevoeld. Hij had problemen met ademhalen en extreme hoestbuien en vroeg om medische hulp. 

Op maandag leek zijn situatie gestabiliseerd, maar hij ademt nog steeds niet normaal, meldt Express US. Hij wordt niet in een ziekenhuis, maar in het appartement waar hij verblijft behandeld. Bronnen vermoeden een moordpoging.

Sinds de machtsovername is het onrustig in Syrië. De nieuwe leiders proberen met grote moeite hun macht te consolideren. De relatie met minderheden, zoals Koerden, christenen, alawieten en Druzen verloopt stroef.

De relatie van de nieuwe machthebbers met Rusland lijkt nog steeds goed te zijn. Tijdens de machtsovername werden Russische troepen niet aangevallen. De nieuwe leiders zoeken nu toenadering tot Rusland. 

Maakt het eigenlijk wat uit of het kabinet valt?

0

De wens is de vader van de gedachte: dat is een mooie samenvatting van het gevoel van velen. Het nieuwe kabinet heeft uiterst rechts aan de macht gebracht, zorgt voor polarisatie, maakt al sinds de start ruzie, is het over ontzettend veel dingen oneens, de persoonlijke verhoudingen zijn slecht en de premier zwak. Misschien valt Schoof-1 wel heel snel? We horen deze wens al een tijdje en als je daar nu maar erg in gelooft lijkt de kans dat het gebeurt elke dag groter.

Een betere vraag is of het eigenlijk wel wat uitmaakt. U raadt het antwoord al. Drie redenen waarom we met de val van dit kabinet weinig opschieten.

Asielgekte

Laten we beginnen bij hoe dit kabinet is ontstaan: de gekte dat Nederland onder de voet zou worden gelopen door asielzoekers, die niet alleen vreemde culturen, maar ook criminaliteit, woningtekorten en andere problemen in de publieke sector zouden veroorzaken. Dit beeld is veel Nederlandse kiezers aangepraat en hoewel het niet klopt – komen er eigenlijk meer arbeidsmigranten of vluchtelingen naar Nederland? – is deze boodschap zo vaak herhaald dat het voor velen een onbetwiste waarheid is geworden. We komen voorlopig niet meer van asielzoekers af: als dominant politiek thema vooral.

Integratie

Er is nog zo’n onderwerp: integratie. Dit thema is eigenlijk nog erger dan de asielgekte die sinds een tijdje door Nederland raast. Het idee is dat Nederland eigenlijk een wit land is, dat als je gekleurd bent je vast ‘van elders komt’ en dus geen echte Nederlander bent. Dit kan elk moment leiden tot de oproep beter te integreren. Alsof voor verschillende Nederlanders verschillende eisen zouden gelden. Wie denkt dat dit beeld langzaam verdwijnt, hoef je slechts te wijzen op de motie-Becker, waarbij een meerderheid van de Tweede Kamer feitelijk dit beeld nog eens reproduceerde. Je hebt er geen kabinet-Schoof voor nodig.

Rechtsstaat

En de klap op de vuurpijl is natuurlijk de rechtsstaat. Weten Nederlanders wat de rechtsstaat is, waarom die belangrijk is, waarom ze er zelf belang bij hebben en waarom ze beter niet op partijen kunnen stemmen die de rechtsstaat niet respecteren of zelfs ronduit ondermijnen? Het antwoord kunnen we wel raden: bij het woord rechtsstaat zie je onwetende blikken, of krijg je de opmerking dat andere, concretere thema’s nu voorrang hebben.

Een antwoord?

Dit zijn allemaal langlopende trends die we niet zomaar gaan oplossen. Morgen een kabinetsval? Dan komt er een verkiezingscampagne waarin we weer zullen horen welke problemen asielzoekers veroorzaken (en niet dat de meeste migranten hier komen voor werk) en dat je die stroom zult moeten reguleren. Het zal elk rationeel debat over migratie alleen maar verder bemoeilijken. We gaan het dan ook weer over integratie hebben alsof er twee soorten Nederlandse burgers zijn en iedereen die zegt dat de rechtsstaat leidend moet zijn of dat de Nederlandse wet maar een type burgers kent, krijgt er nauwelijks applaus mee.

Of is dit een te cynisch beeld? Op langere termijn wel: we kunnen Nederlanders allemaal leren wat de rechtsstaat is, dat Nederlandse staatsburgers niet hoeven te integreren en dat – ik noem maar een dwarsstraat – de meeste asielzoekers helemaal geen problemen geven en gewoon legitieme redenen hebben om hier te zijn. Er zijn ook mensen die protesteren als het asielzoekerscentrum naast hun woonwijk vertrekt. Het gaat hier wel om langetermijnprocessen: elke marketeer kan je vertellen dat meningen veranderen moeilijk is, maar dat het wel kan. Je hebt er alleen de tijd voor nodig. En een strategie.

De vraag is: als het kabinet deze week valt, zou Nederland dan wijzer zijn dan ruim een jaar geleden? Natuurlijk niet. Heeft iemand inmiddels nagedacht hoe je rechtse stemmers overtuigt van een andere keuze? Nee, en dus schiet Nederland niets met zo’n kabinetsval op, want binnen de kortste keren is het tijd voor Schoof-II.

Defensie opent meldpunt voor burgerslachtoffers Nederlands leger

0

Het ministerie van Defensie heeft op 31 december een meldpunt geopend waar burgers en ngo’s terecht kunnen als ze vermoeden dat er burgers zijn overleden of gewond geraakt als gevolg van Nederlands militair optreden.

Het loket ondersteunt bij het volgen en vastleggen van de gevolgen van militair optreden. Incidenten uit het verleden kunnen met terugwerkende kracht worden gemeld en geregistreerd. Tevens kunnen melders ernstige schade aan privé-eigendommen melden, bijvoorbeeld aan woningen. Hierdoor kan Defensie, indien nodig, verantwoording afleggen en leren om het risico op burgerslachtoffers bij toekomstige operaties te verminderen.

Het gaat trouwens alleen om Artikel 100-operaties van de Nederlandse krijgsmacht. Artikel 100 van de Grondwet gaat over het internationaal bevorderen van vrede en veiligheid in de wereld. Verder mogen er alleen meldingen worden gedaan over missies na het jaar 2000: dus wel de missies in Afghanistan en Irak, maar niet de koloniale oorlog in Indonesië of de Korea-oorlog.

Burgers en ngo’s kunnen alleen een melding maken als de Nederlandse krijgsmacht mogelijk betrokken is bij een incident, dus niet andere landen. Ook is het meldpunt niet bedoeld voor het indienen van schadeclaims.

‘Het systeem is wit’: over racisme, ongelijkheid en inclusie in Nederland

0

Waarom is racisme zo diep geworteld in Nederland en hoe doorbreken we dit? Antropoloog en socioloog Siela Ardjosemito-Jethoe bespreekt de systemen achter ongelijkheid, legt pijnpunten bloot en deelt haar visie op een inclusieve toekomst voor iedereen.

Siela Ardjosemito-Jethoe is een expert op het gebied diversiteit, inclusie en gelijkwaardigheid. Tot 2021 was ze bestuurlijk adviseur diversiteit en inclusie aan Universiteit Leiden, op dit moment is ze lid van het directieteam van Avans Creative Innovation met onder andere de portefeuille diversiteit. Vanaf 1 februari 2025 gaat ze de functie van bureauhoofd Inclusie en Diversiteit van de gemeente Amsterdam vervullen. De Kanttekening sprak met haar over racisme in Nederland. 

Hoe werken racisme en discriminatie door in de hedendaagse samenleving?

‘Er is sprake van een scheefgroei in systemen die er zijn opgebouwd. Die systemen werken voor mensen die deze systemen hebben gemaakt en voor mensen die op hen lijken. De ongelijkheid is verweven in deze systemen. Het is dus lastig om te herkennen dat de scheefgroei er is, sterker nog, we zien als samenleving de scheefgroei als normaal. 

Als we het onderwijssysteem als voorbeeld nemen, dan zien we dat 100-120 jaar geleden dit systeem gericht was op witte mannen, uit welgestelde gezinnen. Voor deze specifieke groep werkt het onderwijssysteem nog steeds het beste. Witte vrouwen, mensen van kleur, personen die lhbtq+ zijn of pan (mensen die aantrekking voelen naar personen, ongeacht of dit nou een vrouw, een man of non-binair iemand is, red.), mensen met een fysieke uitdaging, neurodiverse mensen et cetera en elke intersectie die je op deze marges maar kan bedenken, die vallen snel buiten de boot. Kansenongelijkheid in het onderwijs is al jaren een probleem. Het is belangrijk om de systemen ter discussie te stellen. Waar zit die ongelijkheid in de systemen? Hoe gaan we dit tegen? Wat is daarvoor nodig?

Dit klinkt nogal abstract. 

‘Voorbeelden zijn hierin genoeg. Het toeslagenschandaal is een belangrijk voorbeeld. Dat raakte mensen met een migratieachtergrond extra hard. Verder heb je het etnisch profileren bij de politie, het WhatsApp-schandaal bij de politie in Rotterdam-Centrum, en heel recentelijk de aangenomen motie van VVD-Kamerlid Bente Becker om gegevens bij te houden over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond.’

Hoe verklaart u deze racistische schandalen? 

‘Om racisme als systeem beter te begrijpen is het goed om de geschiedenis in te duiken. West-Europese samenlevingen maken al eeuwenlang onderscheid tussen mensen op basis van etniciteit; witheid werd verheerlijkt. In Europa was de rassenleer lange tijd een wetenschap. Johann Friedrich Blumenbach heeft reeds in de achttiende eeuw zijn ‘theorie’ hierop losgelaten. Later nam Arthur de Gobineau het stokje over en werd onder andere het antisemitisme hiermee vergoelijkt.’

Maar deze theorieën worden toch allang gezien als fout en pseudowetenschappelijk?

‘Forum voor Democratie promoot deze ideeën. De PVV niet expliciet, toch laat deze partij zich leiden door superioriteitsdenken. En deze partij zit samen met VVD en BBB in het kabinet. Denk aan die motie van Bente Becker. Of aan de opmerking van minister Mona Keijzer dat antisemitisme onderdeel is van de islamitische cultuur. Dit is schadelijk en doet geen recht aan Artikel 1 van de Grondwet.’  

Ik zie dat witte mannen zich nu meer ruimte toe-eigenen dan al het geval was

Zijn mensen meer openlijk racistisch geworden door de huidige regering?

‘Hier heb ik geen onderzoek naar gedaan. Uit mijn persoonlijke leven heb ik wel negatieve ervaringen. Ik zie dat witte mannen zich nu meer ruimte toe-eigenen dan al het geval was en zich daarin ook gesteund voelen. Een deel van deze witte mannen is zich bewuster geworden van hun eigen ‘superioriteit’. Nee, niet alle witte mannen zijn horken. Het gaat hierbij om witte mannen die misbruik maken van hun positie en mensen van kleur op ‘hun’ plek willen zetten. Dat is bijvoorbeeld terug te zien in de manier waarop er over mensen van kleur wordt gesproken in witte ruimtes, zoals een museum of het concertgebouw. Een opmerking als: ‘Er zijn vandaag wel heel veel andersoortige mensen’, is een zo’n veelgehoorde uitspraak. Dat kan zomaar in Nederland.’

Wat is die superioriteit? Witheid? Christelijke superioriteit? Of de superioriteit van de westerse beschaving? 

‘Er zijn wel mensen die zeggen dat ze beter zijn dan anderen vanwege hun witte huidskleur, maar zo openlijk hoor je dat maar zelden. Veel vaker is het zo dat het superioriteitsdenken in het onderbewuste een rol speelt. Het besluit van een werkgever om mensen met een Arabisch of Turks klinkende achternaam niet aan te nemen bijvoorbeeld. Of om studenten met een migratieachtergrond te discrimineren bij het vinden van een stageplek. Of denk aan een kunstdocent die GroenLinks stemt, maar van leerlingen van kleur verwacht dat ze minder goed presteren.’

Het racisme van de lage verwachtingen…  

‘Inderdaad. Racisme is niet per se rechts of conservatief. Linkse en progressieve mensen kunnen ook racistisch zijn.’

Zijn alleen witte mensen racistisch? 

‘Als antropoloog/socioloog kijk ik alleen naar de Nederlandse context. Hier is racisme een wit systeem. Als mensen lelijke dingen tegen elkaar zeggen, dan is dat interpersoonlijk problematisch. Wanneer dit binnen een systeem de norm is en het op ‘witte’ macht aankomt, dan is er al heel snel sprake van racisme. Denk bijvoorbeeld aan een werkgever die een werknemer discrimineert, mensen van kleur die zich extra moeten bewijzen om een passend salaris te krijgen terwijl ze al jaren dat werk doen. De bovenkant van onze samenleving is voornamelijk wit. Van mensen van kleur wordt geacht hierin te passen of zich aan te passen, van iets toevoegen is vaak geen sprake.’ 

Behalve racisme zijn er ook andere vormen van discriminatie. Denk aan seksisme, homofobie, islamofobie, maar ook discriminatie op basis van regio, enzovoort. 

‘Uitsluitingsmechanismen heb je over meerdere lijnen. Het gaat ook over iemands financiële status of iemands culturele achtergrond. Het is dan bijvoorbeeld ook relevant waar je wieg heeft gestaan en hoe je sociaal kapitaal eruit ziet. 

‘Het is interessant dat je de regio als factor noemt. In de provincie is witheid dominanter dan in de Randstad. Daar is het lastiger voor mensen van kleur. Je moet daar andere strategieën inzetten. In Den Haag heb je bijvoorbeeld veel Hindostanen. Als groep kan je soms meer invloed uitoefenen, ruimte creëren voor uitingen en is er meer herkenning, in de publieke ruimte en in werksituaties. In Friesland is dat minder.’  

De Amerikaanse wetenschapper Kimberlé Crenshaw ontwikkelde het concept intersectionaliteit. Volgens haar worden zwarte vrouwen dubbel gediscrimineerd, als zwart persoon en als vrouw. Hoe helpt dit om systematische ongelijkheid beter te begrijpen en te bestrijden?

‘Eigenlijk zou je willen dat je vanuit context benaderd wordt, dus als wetenschapper, sollicitant met bepaalde kwaliteiten, leerling, leraar, enzovoort. Maar dingen die er niet toe zouden moeten doen worden opeens zwaarwegend. Je hebt een achterstand als je vrouw bent, of een persoon van kleur. En een dubbele achterstand als je het allebei bent. Het systeem benadeelt je als je werk, een woning, een stage of iets anders zoekt. Je kunt er bijna geen grip op krijgen. 

Mensen vinden dat ze goede mensen zijn en daarom kunnen ze niet racistisch zijn

‘Veel mensen willen er niet aan. Mensen vinden dat ze goede mensen zijn en daarom kunnen ze niet racistisch zijn. Maar als je ze vraagt wat ze hebben gedaan om antiracistisch te zijn, dan blijft het stil. Ze doen allerlei dingen die racistisch zijn, maar zeggen dan: ‘Ja, maar ik heb ook zwarte vrienden, mijn zwager is …’, enzovoort. Als je hen op racisme wijst worden ze boos en schieten ze meteen in de verdediging: ‘Ik ben geen racist.’ 

‘De verrechtsing in Nederland neemt toe, er verschijnt rapport na rapport over racisme op de werkvloer, maar er is niemand die dit doet. Dat is op z’n zachts gezegd bijzonder te noemen. Racisme is overduidelijk aanwezig in ons land. In plaats van het heel hard te ontkennen zou het verstandiger zijn goed in de spiegel te kijken. En te luisteren naar wat er wordt gezegd.’ 

Maar de kritiek van Crenshaw en anderen is toch dat het systeem racistisch is, niet dat mensen als individu racistisch zijn? 

‘Ja, maar veel witte mensen trekken zich dit toch persoonlijk aan. Ze voelen zich aangevallen. En dan heb je geen gesprek. Het gaat echter niet om aanvallen, maar om aanvullen. Het gaat niet zozeer om iemands intenties, maar om de consequenties. Het is goed om dat gesprek met elkaar te voeren.’ 

Met PVV-aanhangers is het trouwens lastig om een fatsoenlijk gesprek te voeren, vind ik. Over vakantie of over voetbal? Prima. Maar ik praat liever niet met hen over maatschappelijke onderwerpen.

‘Het is inderdaad lastig. Je wilt met veel mensen in gesprek blijven, niemand uitsluiten. Maar je vriendelijkheid en tolerantie hebben een grens.’ 

Hoe vergroot je het gevoel er echt bij te horen voor mensen van kleur?

‘In mijn werk heb ik het vaak over gecontroleerde ruimtes, ruimtes waar je met elkaar afspraken kan maken, waarin men bekend is met elkaar. Denk aan de werkvloer, de school en de sportvereniging. Daar kan je alles zo organiseren met elkaar, dat alle mensen het gevoel krijgen er bij te horen. Wat is hiervoor nodig? Hoe word je een inclusieve school of een inclusieve werkplek? Hoe ontvang je feedback, hoe spreek je de ander aan op zijn gedrag? Hoe doen we dit samen?’ 

Moeten alleen witte mensen hun gedrag veranderen en integreren? 

‘Het is belangrijk dat we met elkaar kijken hoe we een gelijkwaardige ruimte maken voor iedereen. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens zijn, als je Artikel 1 en goed fatsoen betracht. Het gaat niet om eenheidsworst, maar om ruimte voor een ieder om er te zijn als individu.’ 

Ten slotte, ben je niet bang dat je theoretische benadering veel te abstract is voor mensen – wit en zwart – die niet in de sociale wetenschappen zijn afgestudeerd? Moet je niet alles vertalen in jip-en-janneketaal? 

‘Voor mij is het belangrijk dat deze grote theoretische concepten niet theorie blijven. Het is belangrijk om kennis in te zetten bij ‘normale’ gesprekken. Word je als persoon van kleur in je eentje bevraagd op je etnische of religieuze achtergrond, of bespreken we samen het onderwerp etnische of religieuze achtergrond? Word je in de context van onderwijs als docente benaderd, of als die zwarte vrouw met dat afro haar of die moslima met haar hoofddoek? Mensen van kleur worden te vaak apart gezet. Dat mag niet gebeuren. En als het gebeurt moet je hier lering uit trekken, zodat het niet nog een keer gebeurt. Daar hoef je geen discussie over te voeren.’