13.5 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 54

Politietrainer John wil Palestijnen opleiden

0

Libanon, Cyprus, Azerbeidzjan, Ghana en Irak: de 62-jarige John van der Linde heeft er gewerkt. Als sergeant, beveiliger, chauffeur, wapeninstructeur en politietrainer. Voor zeer uiteenlopende opdrachtgevers. Een avontuurlijk leven, zonder meer. Stap voor stap kreeg een ander doel grip op John: de wereld een beetje beter maken. Veiliger, menswaardiger, democratischer! Nog één politiemissie wil John doen, de Westbank. ‘Ik begon met Palestijnse terroristen oppakken in Libanon, nu wil ik de Palestijnen opleiden. Dan is de cirkel rond.’

In zijn tot woning verbouwde boerderij gelegen in een kleipolder van het Zeeuwse
Tholen trekt John graag een volle middag uit voor zijn levensverhaal. Het gaat
gepaard met spannende en amusante anekdotes. Hij werd geboren in het Thoolse
dorp Oud-Vossemeer. De problematiek van het Midden-Oosten was in Johns jonge
jaren ver weg. Geopolitiek, dat was meer iets dat zijn opa volgde. ‘Dan ging zo’n
grote bakelieten radio aan’, zegt John, die vervolgens de radiopresentator imiteert:
‘Hier is mr. G.B.J Hiltermann, toestand in de wereld!’ Dan moest hij van zijn opa
‘zwiegen, zwiegen, mond houden!’ De beroemde radio- en televisie analyses van de
rechts-liberale politiek commentator bereikten in Johns jonge jaren een
massapubliek. Voor John waren ze destijds een ver-van-mijn-bed-show.

Johns loopbaan begon niet met internationale ambities, maar met werk in de polders rondom Oud-Vossemeer. Zijn vader was boer en na de middelbare landbouwschool wilde John ook boer worden. Zijn vader had niet veel grond en door schaalvergroting lag een leven als zelfstandig boer voor John niet voor de hand. Hij werkte eind jaren zeventig bij een agrarisch loonbedrijf en werd door lokale boeren onder meer ingehuurd voor de aardappeloogst. ‘Mooi leven,’ vond hij. Een boer wees met een brief aan Defensie nog op Johns onmisbaarheid voor het boerenbedrijf met als doel hem uit de toen nog verplichte militaire dienst te houden. Zonder succes.

John kwam in de onderofficiersopleiding terecht. Met tegenzin ging hij naar de
kazerne in Amersfoort. ‘Opdrukken, hardlopen. Waar ben ik terechtgekomen? Doe
eens normaal!’ Na de eerste schrik pakte John het praktisch aan. ‘Ik ben er nu toch,
laat ik er maar iets van maken.’ Hij koos voor een sergeantsopleiding. ‘Ik zat bij een
verkenningseenheid, moest alle Russische tanks uit mijn hoofd weten. Begon het op
den duur nog leuk te vinden ook.’

John zag een voorlichtingsfilmpje over Unifil (United Nations Interim Force in
Libanon). Het filmpje om Nederlandse soldaten voor deze VN-vredesoperatie te
werven, toonde vooral zon, zee en strand. Het avontuur lonkte en na toestemming
van zijn ouders – hij was nog geen 21- hield niks hem in 1983 tegen. ‘Ik was de best
geslaagde leerling van de verkenningseenheid. Dan sturen ze je graag naar
Libanon.’ Dat er een hoop gedoe was, meer wist hij niet van dat land. ‘Ik was bij wijze van spreken nooit verder geweest dan Tholen. Nooit gevlogen ook.’

Naar Zuid-Libanon

Libanon (John Tweede van Links). Beeld: John van der Linde

Het Israëlische leger (IDF) bezette zomer 1982 Zuid-Libanon. Een blamage voor
Unifil, dat sinds 1979 juist de terugtrekking van het Israëlische leger uit het door
burgeroorlog geteisterde Libanon moest handhaven. ‘Israël reed even naar binnen
om orde op zaken te stellen. Met tanks,’ legt John uit. Palestijnen, die sinds de
oprichting van de staat Israël in 1948 massaal naar Libanon waren gevlucht,
pleegden al jarenlang aanslagen op Israëlische doelen. ‘Je had ook nog majoor
Haddad, die leidde een christelijke militie, die werd waarschijnlijk gefinancierd door Israël.’

John verwijst naar de bloedbaden van september 1982 in de Palestijnse
vluchtelingenkampen Shabra en Shatila. ‘Samen met Haddat pleegde IDF daar
gewoon genocide.’ En dan was er nog de sjiitische organisatie Amal, de voorloper
van Hezbollah. Kortom, aan Unifil de taak de partijen uit elkaar te houden. Een haast onmogelijke opgave. ‘Die Israëlische tanks reden gewoon door ons gebied.’ John stelt dat het mandaat voor Unifil ‘slecht’ was. ‘Als er op ons werd geschoten, mochten we alleen terugschieten met een lichter wapen.’

Er vielen Nederlandse slachtoffers. Toen John er zat sneuvelden er ‘drie jongens’ .
‘De laatste uit ons peloton. Friendly Fire! Een foutje gemaakt met een vuurwapen.’
De herinneringen komen gelijk naar boven. ‘Die jongen lag daar op het vliegveld in
een kist met de VN-vlag erover heen. Wij stonden met rouwbanden opgesteld. Een
generaal prikte nog twee medailles op de kist en dan hoor je de Last Post (een
militair signaal gebruikt bij overlijden, red.). Als ik die op 4 mei hoor, dan geeft dat
een déja vu.’

Bij Defensie was in deze jaren geen aandacht voor trauma-opvang. ‘Er was helemaal geen tijd voor. Niemand zei: ik snap dat jullie het moeilijk hebben. Vanavond even de koppen bij elkaar steken. Nee. Hup, verder met de orde van de dag.’ John klapt bij ‘hup’ stevig met zijn handen. Hij zag hoe andere jongens toen begonnen met veel drinken. ‘Waaronder een van mijn beste maten, dat is nu nog bij tijd en wijle een probleem.’

‘Mustafi en Arafat! Die spraken gewoon Nederlands. Van ‘ons’ geleerd’

Hij heeft ook mooie en voor een buitenstaander fascinerende herinneringen aan zijn tijd in Libanon. Tegenover Johns wachtpost, een zogeheten roadblock, woonde een boerenfamilie met twee kinderen. ‘Mustafi en Arafat! Die spraken gewoon Nederlands. Van ‘ons’ geleerd.’ Nederlandse soldaten bemanden al sinds 1979 deze roadblock. Ze hadden altijd een voedselkist met onder meer brood, eieren, pannenkoekenbeslag voor de soldaten. Door de avondklok viel er in de nacht niet veel te controleren. ‘Dan ging je daar maar een beetje kokerellen. De moeder van Mustafi bakte friet voor ons en met onze pindakaas maakten we daar satésaus bij.’

Arafat en vooral Mustafi kwamen dagelijks langs bij de Nederlandse VN-soldaten. ‘Maakte hij het kotje schoon en dan haalde hij onze mitrailleur uit elkaar. Mustafi had er meer verstand van dan wij. Hij deed het dan ook al vier jaar.’ Tijdens Johns verblijf in Libanon moet Mustafi een jaar of dertien geweest zijn. Als dank voor het vegen en poetsen kreeg Mustafi wat mee uit de voedselkist. ‘Meel en blikken tonijn.’ Een andere Libanese jongen die hele dagen rond de Unifil soldaten te vinden was, noemden ze Speedy. ‘Die kende meer scheldwoorden in het Nederlands dan jij en ik samen.’ Leergierige binken, noemt John ze. Het contact tussen deze Libanese jongens en de Nederlandse Unifillers moest geheim blijven, want ‘er zwaaide wat als officieren wisten dat zo’n jongen de wapens schoonmaakt.’

Jonge jaren (voorbereiding) libanon. Links: John. Beeld: John van der Linde

Aangesloten bij Hezbollah

Twee jaar geleden kreeg John via een oud-collega, die op veteranenreis was naar
Libanon, een levensteken van Mustafi. Een van de veteranen maakte foto’s en werd
aangehouden door Hezbollah. De camera werd inbeslaggenomen. Een van de
officieren van Hezbollah bleek Mustafi te zijn. Hij herkende de Nederlandse veteraan. ‘Camera weer terug. Toen was het gelijk geregeld.’ Of Mustafi nu nog leeft, weet John niet. ‘Zijn pieper kan laatst ook ontploft zijn, wie zal het zeggen!’

Mustafi op bezoek bij de Unifillers. Beeld: John van der Linde

Dat Mustafi zich bij Hezbollah aansloot, begrijpt John wel. ‘Mensen hebben daar geen keus. Israël is al jarenlang de vijand. In een paar zinnen probeert hij het samen te vatten. ‘Libanon is een arm en verscheurd land. Komen de problemen niet vanuit Palestijnse kant, dan vanuit Syrië. Kijk hoeveel vluchtelingen uit Syrië daar zitten.’ De uitzichtloosheid dwingt de bevolking zich aan te sluiten bij Hezbollah.’

Als Unifiller sprak hij ook Nederlands met een Israëlische soldaat. John staat nog maar net na aankomst bij de roadblock op wacht. De zon heeft zijn blauwe baret nog niet verkleurd. ‘He verse!’, klinkt het plots vanuit een groep surveillerende IDF soldaten. ‘Een Joodse jongen uit Apeldoorn die het zijn plicht vond het Israëlische leger te dienen. We deden altijd ruilen: hagelslag uit mijn kist voor zijn chocopasta.’

John zag hoe de Israëliërs voortdurend onder vuur lagen. ‘Vanuit de roadblock keken we uit op Kirjat Sjemona, een plekje in het noorden van Israël bij die uitstulping van de Golanhoogte. Die Israëliërs werden constant bestookt met Russische katjoesja’s en andere raketten.’ John herinnert zich een aanslag op een langs zijn roadblock rijdende Israëlische militaire vrachtauto. ‘Ik schrok me helemaal lam, die Israëliërs gelijk terugschieten.’

Libanon. Beeld: John van der Linde

Terug in Nederland

Veel Unifillers vielen na thuiskomst in een zwart gat. Onuitgesproken trauma’s eisten hun tol. John vertelt over een dorpsgenoot die eveneens in Libanon zat. ‘Hele vrolijke jongen maar enkele jaren geleden maakte hij een einde aan zijn leven.’ Het lange tijd moeten opereren in een omgeving van oorlog en geweld veroorzaakt depressies bij veteranen. John noemt ook andere oorzaken, zoals een gebrek aan spanning en erkenning na terugkomst. ‘Als jonge jongen sta je in Libanon ineens midden in de geopolitieke brandhaard. Je bent in het nieuws.’ Hij roemt de kameraadschap, het stillen van adrenaline. ‘Als je na zo’n tijd terug moet naar je magazijn om orders te pikken, dan val je in een gat.’

Terugkijkend op de missie In Libanon, die tot oktober 1983 duurde en aan negen Nederlandse soldaten het leven kostte, vindt hij het moeilijk om de impact van de missie te duiden. ‘Op het gebied van medische hulp zijn daar door Unifil goede dingen gedaan.’ Over zijn eigen rol in de VN-vredesmacht is hij bescheiden. ‘Ik droeg mijn steentje bij op internationaal niveau. Je weet natuurlijk nooit wat het rendement daarvan is.’ De missie in Libanon leverde John een levenslange fascinatie voor het Midden-Oosten op. ‘Als je eenmaal daar gezeten hebt, volg je alles, heb je er een zwak voor.’ Het leerde hem ook hoe belangrijk het is om de lokale cultuur te begrijpen, wat hij kon gebruiken voor zijn latere missiewerk.

‘Ik dacht: ik ben de politie, ik ben de baas’

Terug in Nederland ging hij eerst aan de slag als loonwerker in de regio Tholen. Al gauw viel zijn oog op een advertentie van de politie in de Mikro Gids. ‘Bonnetje ingevuld en voordat ik het wist zat ik op de politieschool.’ Hij kwam, 24 jaar oud inmiddels, vervolgens te werken als agent in Rotterdam-Zuid. ‘Zijn redding’, noemt hij het voortzetten van zijn loopbaan daar. Hoewel de dynamiek van zo’n grote stad hem beviel, ging hij nooit in Rotterdam wonen. ‘Als ik ‘s avonds over de Thoolse brug reed, voelde ik me zen, dat gaf me een veilig gevoel.’

Bij de politie zat hij in, zoals het in jargon heet, het ‘openbare ordesegment’: handhaven, bewaken en ook de mobiele eenheid. ‘Ik was old school: ik dacht ik ben de politie, ik ben de baas.’ Maar de samenleving veranderde rap, burgers werden mondiger. ‘Ik groeide niet zo mee, dus ik kreeg nogal eens een klacht.’ Keerpunt was dat hij een van huiselijk geweld verdachte man een ‘ongelofelijke flapdrol’ noemde. John -nu 38 jaar oud- moest naar zijn chef komen. ‘Is het weer zo ver!’, herinnert hij zijn chefs woorden. ‘Sjonnie, moet je niet wat anders gaan doen? Je loopt nu al zo lang mee. Je bent een dinosauriër. Je hebt zoveel ervaring, waarom word je geen sport- en vuurwapendocent?’

John volgde het advies gelijk op. ‘Praktijkervaring delen met jonge dienders, dat was fijn.’ Nu hij zelf examens afneemt voor aanhoudingsprocedures begrijpt hij hoe de huidige tijd om een andere politie vraagt. ‘Vroeger werd je als verdachte gelijk dubbelgevouwen, nu vraag je: wat kan ik er aan doen dat u met me meegaat? Ik kreeg het vroeger niet over mijn lippen.’

Politie Rotterdam. Beeld: John van der Linde

Opnieuw VN
In 2004 viel zijn oog op een vacature voor een VN-missie. ‘Ik dacht’, hij slaat op tafel,
‘die is voor mij!’ Na zijn ervaring in Libanon hoopte John op een Arabisch land, het
werd Cyprus. ‘Een vakantiemissie’ noemt hij het, om daar een half jaar trainingen
aan VN-medewerkers te verzorgen. Van zijn missies vond hij deze op werkgebied
minder interessant. Het was misschien niet spannend genoeg. John herinnert zich
hoe ze in contant geld pensioen brachten bij Grieken op het door Turkije bezette
Noord-Cyprus. Cyprus wilde voorkomen om met bankcontact ook Turkije als staat te
erkennen in dat gebied.

‘In veel landen is het vaak maximaal geweld toepassen’

Het hoofd van de missie op Cyprus had een kennis die voor de commerciële
‘mensenrechtenorganisatie’ Equity International in Bakoe werkte. Er was vraag naar
mensen die oliepijpleidingen in Azerbeidzjan konden beveiligen. Beveiligers moesten door internationale experts zoals John worden opgeleid. Schiettraining geven namens een ‘mensenrechtenorganisatie’, het doet de wenkbrauwen fronsen. John legt uit: ‘Ook zelfverdediging krijgt te maken met mensenrechten. Dat je niet iemand doodschiet maar in zijn benen raakt. Je leert de schutter over de rechten van verdachten.’

Oliebedrijven die actief zijn in landen als Azerbeidzjan zetten in op ‘human rights
voluntary principles,’ legt John verder uit. ‘Alles moet voldoen aan proportionaliteit,
legaliteit, verantwoordelijkheid en noodzakelijkheid. Wat voor ons de normaalste
zaak van de wereld is. Dat als je geweld toepast, je de minste vorm kiest. In veel
landen is het vaak maximaal geweld toepassen.’

Schietles in Azerbeidzjaan
Maximaal geweld hoort niet bij een democratische rechtsstaat, John is daarvan
doordrongen. ‘Dat je als politieagent bij zelfverdediging goed nadenkt en niet
onbezonnen iemand uitschakelt.’ Met die opdracht moest John en zijn Zweedse
collega zestien Azeri’s als vuurwapendocent opleiden. Hij deed dat namens Equity,
voor oliebedrijf BP. BP had weer een deal met de Azerbeidjaanse overheid. Het was
achteraf bekeken meer een opdracht voor de bühne. ‘BP wil geen gedonder met
Amnesty International en Greenpeace. Ze willen laten zien dat ze een x-bedrag
uitgeven aan het versterken van internationaal geldende mensenrechten.’ Waar John
en zijn collega docent tegenaan liepen, is dat hun cursisten ‘niet erg gemotiveerd
waren het anders te doen.’

John vertelt over een schiettraining bij de Kaspische zee. Hij ziet een vissersboot en
sommeert de cursisten niet te schieten. ‘No problem sir, zegt er één en hij pakt zijn
mitrailleur, piuh, piuh, en hij schiet op die boot.’ Er vielen geen slachtoffers. ‘Ik dacht wel: wat zijn dit voor boys!’ Bij de lunch gooiden ze vervolgens alle plastic verpakkingen in de natuur. John dwong ze het plastic afval op te ruimen. ‘Daar snapten ze helemaal niks van.’

‘Gewoon een heel corrupt land, waar vooral veel rijkdom bij de familie Aliyev
terechtkomt en de oppositie continue de kop wordt ingedrukt’, zo vat hij Azerbeidzjan samen. Twee maal vier maanden zat hij er . ‘De tweede keer om te kijken of de vuurwapentrainers de lessen goed hadden opgepakt. ‘Dan hoor je, wat jullie ons leerden moeten we maar snel vergeten. ‘Ach ja, ’zucht hij: ‘gedane zaken nemen geen keer.’

Expats vervoeren in Irak
Via een Zweedse collega volgde een tweede commerciële klus, nu voor een Engels
beveiligingsbedrijf in Irak, in 2007. De enige geldende levensverzekering in Irak is
Lloyds. Iedereen die voor bedrijven als Siemens, Bam, Ballast Nedam, etc. werkt
moet bewaakt worden door expat beveiligers. Een harde eis van Lloyds. John werd
verantwoordelijk voor het vervoer van expats. ‘Wacht je op het vliegveld met een bord ‘meneer Johnson van Siemens’. Taxiwerk onder bizarre omstandigheden, dat om veel beveiliging vraagt. ‘Zat ik met 20 kalasjnikovs op mijn 5-sterren hotelkamer.’

‘Een paar seconden eerder dan had ik nu minimaal in een rolstoel gezeten’

John werkte als teamleider beveiliging voornamelijk in Iraaks Koerdistan. ‘Geen
Bagdad’, hadden ze vooraf nog tegen hem gezegd. Niettemin had hij wel ‘engeltjes’
nodig in Irak. Dat bleek al snel na aankomst. Moe van de reis kroop John in zijn
hotelbed. Even later alle ramen van het hotel eruit geschoten. ‘Al Qaeda. Als je voor
een open raam ligt, is het afgelopen.’ Tijdens een drie uur durende rit ‘door prachtig
berggebied’ van Erbil naar Suleimaniya liet een van zijn Koerdische beveiligers per
ongeluk op de achterbank zijn wapen afgaan. ‘Ik droeg een zwaar kogelwerend vest
en twee seconden nadat ik even was uitgestapt om mijn rug te stretchen, schoot die kerel zo dwars door mijn stoel heen. Een paar seconden eerder dan had ik nu minimaal in een rolstoel gezeten.’

De gepantserde witte auto’s waarmee de beveiligers expats door Irak rijden vallen
op. John ontsnapte bij Chamchamal aan een door Al Qaeda geplaatste bermbom.
‘Nadat ze onze Toyota met zes antennes op het dak langs zagen komen, lieten ze de
bom via hun telefoon afgaan. Gered door het slechte telefoonnetwerk: de bom ging
net te laat af, het scheelde een meter of 50.’ John keerde later terug en zag dat de
krater enorm was.

John in Irak, 2007. Beeld: John van der Linde

In Johns team zaten vooral peshmerga’s, Iraaks Koerdische strijdkrachten. ‘Veel mee
geoefend.’ Hij had ze als teamleider nodig voor de extra beveiliging tijdens het
chauffeuren. ‘Zij mij om meer technisch en tactisch gebruik van wapens te leren.
Terugkijkend vond hij het een mooie tijd waar hij door dit soort contacten met de
lokale bevolking veel leerde van de cultuur.

Trainingsklus in Ghana
Nadat hij als zzp’er veel trainingen in Nederland had gegeven, volgde in 2010 voor
zeven maanden een commerciële trainingsklus in Ghana. Marine- en politiemensen
meer vaardigheden op het gebied van mensenrechten bijbrengen. Het kleine Noord-
Ierse oliebedrijf Tullow heeft voor de Ghanese kust een olieplatform dat met vier
propellers op zijn plek wordt gehouden. Hier bestaat het risico op een milieuramp, te meer omdat er rond het platform volop wordt gevist. ‘Dus wat deed de marine? Die schoot zonder waarschuwing op die vissers. Er waren al een paar slachtoffers gevallen. Namens Tullow moest ik de marine leren, die vissers zijn je brothers.’ Uit Johns verhaal blijkt dat de training hier meer resultaat had dan in Azerbeidzjan. De marine ging zelfs zwemles geven aan vissers.

Ghana. Beeld: John van der Linde

Voor een geboren en getogen Zeeuw ging in Ghana een wereld voor John open. Een
confrontatie met het slavernijverleden. Onder zijn cursisten zaten Ghanezen met
Zeeuwse/Nederlandse namen als Quist en Van Dijke. John besloot naar Elmina te
gaan, het fort dat door met name Zeeuwse kooplieden in de 17 de eeuw werd ingezet
bij de slavenhandel. ‘Die kooplieden waren protestantse Zeeuwse mannen. Die
hadden concubines; een bijvrouw, een zwarte vrouw.’ Wat hij ‘smerig’ vindt is dat de Zeeuwen hun Ghanese kinderen Nederlands leerden en ze opdrachten gaven om
voor de slavenhandel stammen tegen elkaar op te zetten. ‘Wat zijn we toch een
hypocriet volkje. Ik heb dit nooit geleerd op de lagere school in Oud-Vossemeer.’

In 2012 werd John benaderd door de politieacademie waar hij 2007 was weggegaan.
Vanuit basisplaats Ossendrecht verzorgt hij sindsdien trainingen voor speciale
aanhoudings-, verkennings- en bewakingseenheden. Drie specialismen waarmee hij
in conflictgebieden ervaring opdeed. Als politietrainer kwam hij in 2020 opnieuw in
Irak terecht. Voor een missie van de Europese Unie werd hij vanuit Buitenlandse
Zaken ‘uitgeleend.’

Nog een keer Irak
Nu was zijn standplaats wel Bagdad. ‘Mission Security Officer’ stond er op zijn
visitekaartje. Als de ‘Head of Mission’ of andere missieleden naar een bijeenkomst in
Irak moeten, brengen mensen als John vooraf alle veiligheidsrisico’s in kaart. John
en zijn collega’s zaten in de zwaar beveiligde Groene Zone. In deze zone was het
hotel gepantserd en overal rondom het hotel stonden schutters.

‘De Koerden zijn scherp, alert’

Deze EU-missie bracht hem na twaalf jaar ook terug naar Erbil. ‘Daar was me een partij bijgebouwd. Flats, wegen, de hele mikmak, bizar.’ Koerdistan heeft, concludeert John, in vergelijking met steden als Bagdad en Tikrit veel minder te lijden gehad van aanslagen van terreurorganisatie ISIS. Het komt volgens hem doordat de autonome Koerden in hebben gezet op moderne opsporingsmethodes zoals ‘search, detect and react’ en daardoor eerder afwijkend gedrag herkennen. ‘De Koerden zijn scherp, alert.’ Hun leger heeft samen met de geallieerde troepen hard tegen ISIS gevochten.

In de Groene Zone zat de Amerikaanse ambassade vlakbij Johns hotel, net als de NAVO-basis. ‘Best beveiligde objecten ter wereld.’ Toch zag John vanuit zijn hotelkamer hoe katjoesja raketten richting de Amerikaanse ambassade werden geschoten. Jonge terreurgroepen met banden met Iran zaten daar achter. ‘Die raketten zijn oud, verdwalen en vielen soms vlak bij ons hotel. Dat was wel een ding.’

Een mooie en leerzame tijd vindt hij deze anderhalf jaar durende EU-missie in Irak. ‘Je werkt met gelijkgestemden en in de avond kijk je samen een filmpje met kaas, chips en een flesje bier erbij.’ De diversiteit van Irak is hem na zijn tweede verblijf in het land veel duidelijker geworden. Hij vertelt over de instructies op een sjiitische feestdag, toen hij in Erbil was. De vrees was dat de gemoederen op zouden lopen, een volkswoede zich op expats zou richten. ‘Blijf op je kamer, ga niet naar het zwembad. Kom ik daar, zie ik laserstralen. Blijkt er een dj met een lichtshow bij het zwembad op te treden. Een wereld van verschil met het leven en de bevolking van Bagdad.’ John leerde ook dat je Europese waarden niet aan de Irakezen op moet dringen. Door familiebanden zit iets als corruptie in hun systeem. Daar gaan generaties overheen, wil je dat veranderen.’

John in Irak, 2021. Beeld: John van der Linde

Een laatste missie voor pensioen

Hij is nu 62. Nog een missie wil hij doen. Hij heeft een sterke voorkeur om namens de EU naar de Westbank te gaan om daar de Palestijnse politie trainen. Het is de plek en de mensen daar die hem inspireren voor zijn laatste missie. ‘Ik heb Palestijnen in Libanon aangehouden omdat ze aanslagen wilden plegen en nu zou ik ze training geven zodat ze als samenleving beter worden. Dan is het rond en kan ik met een gerust hart met pensioen.’

‘We zijn hier bij de politie echt humaner geworden’

John legt uit dat de Palestijnse politie nog niet zo lang bestaat. Trainingen vanuit de EU maken volgens hem echt het verschil. ‘We zijn hier bij de politie echt humaner geworden, we gebruiken minder geweld, je leert om eerder waarschuwingen te geven.’ Er moet volgens John bij een politieapparaat in opbouw veel aandacht zijn voor de taken die in Nederland de wijkagent doet. ‘Dat is de spin in het web. Daarom hebben wij weinig terreuraanslagen. De agent heeft contact met winkeliers, jongerenwerkers, noem maar op. Die luistert overal, zit in de haarvaten van een wijk.’

Basisplaats voor een politietrainer op de Westbank is Jeruzalem. ‘Ga je in de ochtend met een busje vanuit Jeruzalem naar Ramallah. Kom je ‘s avonds weer terug. Hij verwacht niet dat Israëliërs moeite hebben met de EU-politietraining van Palestijnen. ‘Ik denk dat liberale Joden en gematigde Palestijnen prima samen door een deur kunnen.’ John moet straks voor zo’n training ook samenwerken met Israëliërs. Zo liggen nu eenmaal de verhoudingen. ‘Israël heeft voor 80 procent de Westbank in handen. Het zijn maar een paar hele kleine stipjes waar de Palestijnen autonoom zijn.’

Hij is begaan met de Palestijnen. ‘Ze zitten overal, in Jordanië, in Libanon, ze hebben geen thuisland. Egypte houdt de grens hermetisch dicht. Ze hebben het allemaal over Arabische broeders, maar ik heb weinig landen gezien die hun broederliefde daadwerkelijk aan de Palestijnen tonen.’ Politietrainingen geven in Gaza? John zucht diep. ‘Dan zal eerst Hamas niet meer aan de macht moeten zijn. Dat is gewoon een dictatuur. De spiraal van geweld stemt hem somber. ‘Je kan niet verwachten dat mensen die nu in Gaza wonen een positief verhaal over Israël vormen.’ Israël creëert daar nu volgens hem nieuwe Hamas-strijders. ‘Hamas voelde dat op zijn klompen aan. Ze wisten dat Israël oog-om-oog, tand-om tand zou reageren op 7 oktober, op de verkrachtingen, het vermoorden van kinderen en het in brand steken van huizen.’

Israël creëert daar nu nieuwe Hamas-strijders

Sinds kort zit John voor een lokale partij in de Thoolse gemeentepolitiek. Zijn zetel geeft hij bij een nieuwe missie gelijk op. ‘Ik heb mijn afscheidsspeech al in gedachten.’ Niettemin hoopt hij eenmaal terug in Tholen zijn bijdrage aan de lokale democratie weer te mogen leveren. Door zijn werk is hij zich meer gaan realiseren hoe in veel landen dit democratische proces niet is ontwikkeld. En dat een betrouwbare politie een essentieel onderdeel daarvan is. ‘Nederland heeft zich ten dienste gesteld een bijdrage te leveren aan democratisering van politie elders in de wereld. Die missies van de EU zijn er nog maar sinds 2008. Vanuit Europa moeten we een bijdrage leveren aan democratisering van de politie, of dat nu in Moldavië, Armenië, Irak of op de Westbank is.’

Hij heeft vanwege zijn leeftijd niet veel tijd meer voor dit politiemissiewerk. Na je 63ste lukt het eigenlijk niet meer om het predicaat ‘geschikt’ voor uitzending te krijgen. Wordt het de komende maanden geen missie op de Westbank? ‘Libië is ook EU- missiegebied en dat spreekt me ook wel aan.’

‘Verhaal kindermoord Bethlehem helaas nog zeer actueel’

0

Afgelopen zaterdag 28 december, tegelijk met de kerkelijke herdenking van de kindermoord in Bethlehem, werd de moord op 17.000 kinderen in Gaza herdacht in Amsterdam. De herdenking werd georganiseerd door Christelijk Collectief en het Jeannette Noëlhuis.

Ongeveer honderd mensen liepen zaterdagmiddag een stille tocht van de Krijtberg naar de Dam, waar vervolgens een wake werd gehouden. Ze droegen 35 symbolische kinderlijkjes met zich mee, gewikkeld in witte lakens en met een label waarop een verhaal van een omgekomen kind stond. Op de Dam werden deze ‘lichamen’ bij de kerstboom gelegd.

De datum van 28 december is niet toevallig gekozen. Op die dag herdenkt de kerk de kindermoord in Bethlehem – de zogeheten ‘onnozele kinderen’. Volgens de bijbel liet koning Herodes tweeduizend jaar geleden alle baby’s in Bethlehem vermoorden, omdat hij vreesde dat met de geboorte van Jezus als ‘beloofde koning’ een concurrent voor zijn machtspositie was gekomen.

Met de herdenking laten het Jeannette Noëlhuis en Christelijk Collectief zien dat dit twee millennia oude verhaal helaas nog zeer actueel is, aldus de organisaties. ‘Het was ook een oproep aan de samenleving en de politiek. Wij willen rouwen om de gedode en verminkte kinderen vandaag de dag en belijden dat we medeverantwoordelijk zijn voor apartheid, moord en genocide in het Heilige Land – Gaza, de Westbank, Israël, Libanon en daarbuiten’, aldus een woordvoerder van het Christelijk Collectief.

Extreemrechts in Europa krijgt steun van Elon Musk

0

De politieke invloed van tech-ondernemer Elon Musk is nu ook voelbaar in Europa. Hij mengt zich openlijk in de Duitse verkiezingen door de extreemrechtse Alternative für Deutschland (AfD) aan te wijzen als ‘enige redding’ voor het land.

Zo meldt de Volkskrant. In Engeland heeft Musk de radicaal-rechtse Reform UK omarmd. Hij zou deze partijen aan de ultrarechtse flank ook financieel steunen, maar dat is niet bevestigd. Dat hij de de verkiezingscampagne van Donald Trump financieel ondersteunde, met 250 miljoen dollar, is wel bekend.

In Europa is het financieel steunen van partijen lastiger, omdat hier de regels strenger zijn. Maar afgezien van financiële invloed, beschikt Musk al over belangrijke kanalen om massale steun voor Europese partijen te genereren, zoals het sociale mediaplatform X (voorheen Twitter), dat hij enkele jaren geleden kocht.

‘Onder zijn leiding is X meer dan ooit een platform voor desinformatie geworden’, schrijft de Volkskrant. Musk zou onder andere racistische berichten de wereld insturen, die vervolgens door duizenden mensen worden gedeeld. Deze berichten hebben door de grote reikwijdte invloed op het stemgedrag van mensen.

Of het Musk lukt in Duitsland zijn voorkeurspartij (AfD) te laten winnen is nog maar de vraag. Ophef heeft hij al veroorzaakt. De Duitse krant Welt am Sonntag publiceerde onlangs een opiniestuk van zijn hand, waarin hij uitleg geeft over zijn steun voor AfD. In reactie stapte redacteur Eva Marie Kogel op.

Volgens Musk is AfD een partij die problemen aanpakt zonder ‘politieke correctheid’.

Gevangen PKK-leider Öcalan wil bijdragen aan vredesproces

0

Er lijkt weer schot in de zaak voor de Koerdische kwestie in Turkije. Twee pro-Koerdische parlementariërs bezochten dit weekend de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan. Hij roept impliciet op tot een beëindiging van het gewapend conflict. Zo meldt BBC News Turkije.

Terwijl in Syrië de Turks-Koerdische spanningen oplopen, lijken politieke leiders aan beide kanten in te zien dat deze ontwikkelingen kansen bieden voor nieuwe vredesonderhandelingen.

Pervin Buldan en Sirri Süreyya Önder van de pro-Koerdische Turkse Dem-partij bezochten afgelopen zaterdag na lange tijd de gevangen leider van de PKK (op de terreurlijst van Turkije, de VS en de EU). Ze bezochten hem al eens tijdens het mislukte vredesproces, dat van 2013 tot 2015 duurde. Toen las Buldan een historische vredesbrief voor, geschreven door Öcalan, waarin hij beloofde de PKK te ontwapenen.

Ook nu komt er een vredesbelofte van de gevangen leider, waarin hij impliciet oproept tot ontwapening van de PKK. Zo komt hij tegemoet aan de eis van de ultranationalistische politicus Devlet Bahçeli (coalitiegenoot van Erdogan), die in oktober voorstelde Öcalan te laten spreken in  het Turkse parlement, in de hoop tot een doorbraak te komen. Dit ging toen niet door. In dezelfde week vond een aanslag plaats op een wapenfabrikant in Ankara, waarvan de Turkse regering de PKK verdacht. Hierna laaide het geweld tussen Turkije en de PKK weer op.

Bovendien was de actieve leiding van de PKK, die zich ophoudt in de bergen van Iraaks-Koerdistan, het niet eens met de vredesboodschap van Öcalan. De huidige leider Cemil Bayik reageerde op het voorstel dat Öcalan noch HDP (de voorloper van DEM) kan beslissen over de ontwapening van de PKK.

Nieuwe vredesboodschap

In de nieuwe vredesboodschap van Öcalan staat als volgt:

  • ‘Het opnieuw versterken van de Turks-Koerdische broederschap is niet alleen een historische verantwoordelijkheid, maar ook een zaak van doorslaggevend belang en urgent voor alle volkeren.’
  • ‘Voor het slagen van dit proces is het essentieel dat alle politieke kringen in Turkije boven het bekrompen kortetermijndenken uitstijgen, initiatief nemen, constructief handelen en een positieve bijdrage leveren. Een van de belangrijkste platforms hiervoor is ongetwijfeld de Grote Nationale Vergadering van Turkije (TBMM).’
  • ‘De recente ontwikkelingen in Gaza en Syrië tonen aan dat een oplossing van deze kwestie, die door externe interventies is verergerd, niet langer kan worden uitgesteld. De bijdragen en voorstellen van de oppositie zijn waardevol.’
  • ‘Ik beschik over de nodige competentie en vastberadenheid om een positieve bijdrage te leveren aan het nieuwe paradigma, dat door de heer Bahçeli en de heer Erdoğan wordt gesteund.
  • ‘De delegatie zal mijn aanpak overbrengen aan zowel de staat als de politiek. In het licht hiervan ben ik bereid om de nodige positieve stappen te zetten en de vereiste oproep (voor ontmanteling van de PKK, red) te doen.’
  • ‘Al deze inspanningen zullen het land naar het niveau tillen dat het verdient en dienen als een onschatbare gids voor democratische transformatie. Dit is een tijdperk van vrede, democratie en broederschap voor Turkije en de regio.’

Het is de vraag hoe de huidige PKK-leiders hierop zullen reageren. Salih Muslim van de Syrisch-Koerdische partij, die de Kanttekening eerder deze maand sprak, was in ieder geval positief. ‘Voor ons is een democratisch proces essentieel’, zei hij toen, maar hij uitte zich ook wantrouwend over de Turkse motieven. Hij beschuldigt Turkije van het steunen van jihadistische groeperingen in Syrië.

Lees ook:

Salih Muslim (PYD): ‘Turkije wil Syrië verder verdelen en gebieden bezetten’

Turkije valt PKK-doelwitten in Syrië en Irak aan na de aanslag in Ankara

Ik ben altijd ergens anders dan waar ik zou moeten zijn

0

Ik kies voor mijn laatste column van dit jaar bewust niet voor een analyse van de politieke of de wereldse gebeurtenissen die ons dagelijks overspoelen. In plaats daarvan deel ik wat 2024 mij heeft geleerd over de rauwheid van verlies. Het heeft me geleerd dat ondanks alle connecties die ik heb, het verlies van een dierbare een diep eenzame ervaring is. Een ervaring die nog intenser wordt wanneer mijn leven zich afspeelt tussen twee werelden die beide om mijn aandacht en aanwezigheid vragen.

Het was het jaar waarin ik mijn dierbare tante in Marokko verloor aan leverkanker. Een ziekte die als een donkere wolk boven mijn gezin en ouders hing en die ik vanuit de verte heb moeten aanschouwen. De machteloosheid die ik voelde, was overweldigend. Terwijl ik op Schiphol stond, met een ticket in mijn hand en de hoop in mijn hart, realiseerde ik me dat ik te laat zou zijn. Te laat om haar nog één keer te zien, te laat om haar in de ogen te kijken en te zeggen hoeveel ze voor mij betekende.

Toen ik eindelijk in Marokko aankwam, was ze al begraven. De aarde had zich al gesloten boven haar en het voelde alsof ik een deel van mezelf had verloren. Het afscheid dat ik zo graag had willen nemen, was er niet. De woorden die ik wilde uitspreken, bleven ongehoord in mijn keel steken. Het gemis was als een zware steen in mijn maag en de herinneringen aan haar lach en haar verhalen verzamelden zich als een storm in mijn hoofd. Hoe kon het dat ik zo ver weg was, zo ver van haar, terwijl ze zo dichtbij had kunnen zijn?

Als kind van de diaspora voel ik hoe de pijn van verlies wordt versterkt door de afstand die mij scheidt van mijn wortels. Mensen hier in Nederland kunnen vaak niet begrijpen wat wij doormaken en voelen. Ze weten niet hoe het is om te leven in twee verschillende werelden. De verscheurdheid tussen Nederland en Marokko is een constante bron van spanning; de liefde voor mijn thuisland en de noodzaak om hier te zijn, voelen vaak als een onoverkomelijke kloof.

Dit verlies droeg niet alleen de pijn van het afscheid, maar ook de angst voor wat komen zou. De vrouw van mijn dierbare oom kreeg te horen dat ze ook tegen borstkanker moest vechten. De schok was als een donderslag bij heldere hemel. De angst om opnieuw te verliezen, om opnieuw machteloos te zijn, ging als een schaduw met me mee. Kanker is niet alleen een strijd voor de patiënten; het is een onzichtbare last voor de naasten, die wanhopig toekijken terwijl hun geliefden lijden. Het maakt ons kwetsbaar, en het herinnert ons aan de kwetsbaarheid van het leven.

‘Het constante pendelen tussen Nederland en Marokko is niet alleen een fysieke reis, maar ook een emotionele’

En zo vechten de mensen in de Rif, vaak zonder een goed zorgsysteem, afhankelijk van ons in Europa voor steun en hulp. Het jaar 2024 eindigt met een mengeling van verdriet en hoop. Het constante pendelen tussen Nederland en Marokko is niet alleen een fysieke reis, maar ook een emotionele. Elke vlucht draagt het gewicht van gemiste momenten en de angst voor wat ik mogelijk mis terwijl ik weg ben. Deze realiteit van het leven in Nederland wordt nog schrijnender in tijden van verlies en ziekte. Ik ben altijd ergens anders dan waar ik ook zou moeten zijn, en die verscheurdheid vreet aan mijn ziel.

Toch heeft dit jaar me ook geleerd dat liefde geen grenzen kent, dat familie meer is dan fysieke nabijheid, en dat herinneringen kostbare schatten zijn die niemand mij kan afnemen. In die les vind ik de kracht om door te gaan en om de verhalen van mijn dierbaren levend te houden. Waar ik ook ben.

Het is mijn hoop dat deze woorden een ode zijn aan mijn overleden tante en aan alle mensen die strijden tegen deze verschrikkelijke ziekte. Voor het nieuwe jaar wens ik niet alleen gezondheid en geluk voor mezelf, maar ook voor iedereen die met ziekte en verlies te maken heeft. Moge 2025 ons meer samenbrengen, ons herinneren aan de kracht van onze verbindingen, en ons in staat stellen om de nalatenschap van onze geliefden te eren.

Waarom groen in Iran zo’n belangrijke kleur is voor veel moslims

0

Voor mensen die Iran en de sjiitische islam niet of niet goed kennen, is het moeilijk aan te voelen hoeveel emoties en religieuze devotie de kleur groen oproept. De Iraans-Nederlandse fotojournalist Sina Motamed Rad legt vanuit zijn eigen ervaring en kennis uit wat voor Iraniërs de betekenis is van deze kleur.

Zesduizend kilometer verwijderd van Nederland, in het Midden-Oosten, ligt een land met 90 miljoen inwoners: Iran. Door de strategische ligging heeft deze regio vaak te kampen met politieke en geopolitieke spanningen. De buurlanden van Iran, van Afghanistan tot Pakistan en Irak, zijn verwikkeld in van buitenaf opgelegde oorlogen.

Ongetwijfeld is Iran een van de veiligste landen in het Midden-Oosten voor toeristen en eigen burgers. De belangrijkste religie in het land is de sjiitische islam. De meeste mensen geloven in God en in een hiernamaals na de dood.

De ceremoniële kleding op deze foto hoort bij Ashuradag. De vrouwen dragen een jurk met groene niqabs en een hoofddoek met de naam van de heilige imam Hoessein, een kleinzoon van de profeet Mohammed. De vrouwen hebben kleine witte kaarsen in hun handen, die ze op bepaalde plekken onderweg aansteken om daar vervolgens een paar minuten mee te bidden. Een moeder, links, heeft een kind in de armen met een groene jurk. Dit hangt samen met het geloof dat een kind een gezond en gezegend leven zal hebben in de naam van imam Hoessein. Een meisje aan de linkerkant houdt een fotolijst vast met daarin een symbolisch en denkbeeldig portret. Het is een afbeelding die is gemaakt met hulp van kunstmatige intelligentie, van Hoessein en zijn moeder. Beeld: Sina Motamed Rad

Stel je voor dat je in Iran geboren bent. Dan is groen een kleur die veel betekent. In Iran is groen ook een kleur die is vermengd met de politiek en de religie van de sjiitische moslimgemeenschap. In de Koran, het heilige boek van moslims, geldt het als een hemelse kleur. De kleur groen heeft een speciale plaats in het leven van gelovigen en staat symbool voor leven en eeuwigheid. In de Koran wordt groen ook beschouwd als de symbolische personificatie van gelovigen.

Mijn persoonlijke ervaringen zijn tevens geïnspireerd door de kleur groen. Overal waar ik die kleur zag, voelde ik me veilig en vredig. Dit hing samen met religieuze en spirituele neigingen die al op jonge leeftijd bij mij opkwamen. Terugkijkend ligt het voor de hand dat dit gevoel bij mij ontstond – als volwassene weet ik natuurlijk dat je onbewust dit alles meekrijgt, als je opgroeit in een grote Iraanse moslimgemeenschap en in een religieuze familie. Dit gevoel van veiligheid en vrede bij het zien van de kleur groen kreeg ik vooral als ik met mijn familie naar moskeeën of heiligdommen ging.

In islamitische samenlevingen heeft naast groen ook zwart een speciale betekenis. In Iran is zwart de kleur van rouw en respect voor de overledene. De kleur is een uitdrukking van verdriet en medeleven. Normaal gesproken dragen familieleden, vrienden en kennissen na het overlijden van een persoon veertig dagen lang zwarte kleding, om de overledene te eren. Op het bovenstaande portret draagt deze rouwende man, die deelneemt aan de Ashura-rouwceremonie, een zwarte blouse. In zijn hand heeft hij een ketting in hand met een houten handvat, vastgebonden met een groene riem van stof. Beeld: Sina Motamed Rad

Iraanse moslims met een sterke religieuze overtuiging, geloven dat groen zowel een teken van kracht als een zegen is. De kleur neemt een speciale plaats in hun leven in, en dwingt respect af. Sommige Iraanse atleten binden bijvoorbeeld tijdens Olympische sportwedstrijden een groene lap op hun kleding of om hun polsen. En als je een taxi neemt, heeft de chauffeur soms een groene lap aan het stuur van zijn auto gebonden. Deze mensen geloven dat de groene kleur een symbool is van macht en veiligheid.

Religieuze oorsprong

In de twaalfde eeuw van de islamitische kalender werd groen gekozen als rijkskleur door de Fatimiden, een sjiitische dynastie van heersers in Noord-Afrika. Dit vormde een contrast met het zwart dat de soennitische Abbasiden gebruikten. Groen is vooral populair in de sjiitische iconografie, maar wordt ook veel gebruikt in soennitische landen – bijvoorbeeld in de vlaggen van Saoedi-Arabië en Pakistan.

Iran heeft de grootste sjiitische moslimgemeenschap ter wereld. In de geschiedenis van Iran spelen de Twaalf Imams, verwant aan de profeet Mohammed, een belangrijke rol. De derde van deze imams heette Hoessein ibn Ali. Hij was de kleinzoon van de profeet en wordt gezien als een boodschapper van God. Hij is zeer belangrijk voor de Iraniërs. Jaarlijks rouwen de Iraniërs in het hele land om de dood van Hoessein ibn Ali – de verjaardag van zijn martelaarschap. Deze dag wordt Ashura genoemd. Hoessein ibn Ali kwam als martelaar om het leven op 10 oktober 680, in een ongelijke strijd in de stad Karbala in Irak. Historici bevestigen dat hij tijdens deze Slag bij Karbala een groene outfit droeg.

De groene kleur heeft ook een speciale plaats bij de Zoroastriërs – aanhangers van een van de oudste religieuze tradities ter wereld. In alle religieuze ceremonies toont deze kleur zich op verschillende manieren.

Ashura-rituelen

Een Iraanse vrouw met een zwarte sluier voor haar gezicht en een groene abaya. Vrouwen met zo’n mate van bedekking hebben een zeer sterke religieuze overtuiging – of hebben ze misschien geen keus, zou ik zeggen? Ze hebben vaak een eenvoudig leven met een laag opleidingsniveau en de status van hun familie is belangrijk voor hen. In de huidige Iraanse samenleving leven er in de steden geen vrouwen meer met zo’n hijab. Maar in sommige afgelegen dorpen, waar religieuze overtuigingen nog steeds een belangrijke rol hebben in het gezin, kleden vrouwen zich soms nog steeds zo. De sluier van deze vrouw is dan ook symbolisch. Naast haar hangt een portret van Hoessein ibn Ali. Beeld: Sina Motamed Rad

In sjiitische gemeenschappen vinden Ashura-plechtigheden meestal plaats in groepen. Deze plechtigheden gaan  gepaard met allerlei rituelen. Zeven jaar geleden besloot ik als fotojournalist een Ashura-plechtigheid in Iran te fotograferen. Het thema dat ik koos was de interactie tussen in groen geklede mensen. Ik was getuige van mensen die deze kleur als geloofssymbool gebruikten. Het resultaat van dit twee jaar durende project kunt u zien in de zes foto’s die bij dit artikel geplaatst zijn.

Groene Beweging

Toen ik ouder werd en meer begreep van politiek en religie, realiseerde ik me dat groen ook invloed heeft op de Iraanse politiek. Soms wordt de heiligheid van deze kleur misbruikt door overheidspartijen. Bij de presidentsverkiezingen van 2008 gebruikte een van de kandidaten, Mir-Hossein Mousavi, vertrouwend op de religieuze overtuigingen van de mensen, groen als dominante kleur in zijn campagne in de media. Dit ging vervolgens viraal in zijn vele advertenties op televisie en billboards. Toen niet Mousavi maar Mahmoud Ahmadinejad woon, vulden de straten zich met grootschalige protesten. Deze demonstraties werden bekend als de Groene Beweging. Vrouwen speelden een belangrijke rol in de beweging en bij het opstellen van de eisen die deze stelde.

Sina Motamed Rad (1990) is een Iraans-Nederlandse fotojournalist. Zijn foto’s vertellen de verhalen van mensen en hun interacties. Hij weet emoties zoals lijden, woede en haat vast te leggen. Volgens hem vertellen gezichten vele verhalen. Sina Motamed Rad is ook columnist voor een hervormingsgezinde krant in Iran.

Dit portret van een Iraanse man met een groene sjaal, een zwarte blouse en een zwarte tulband op zijn hoofd beschrijft zijn religieuze overtuigingen. De ring die hij draagt, bevat een agaatsteen, die in moslimgemeenschappen als heilig wordt beschouwd. Deze steen staat voor zegening, het afwenden van onheil en het vermijden van het ‘boze oog’. Agaat is een soort edelsteen die bestaat uit kwarts en Jemenitische steen en bestaat in verschillende soorten en kleuren. De beste soorten agaat zijn te vinden in Iran, Jemen en India. Beeld: Sina Motamed Rad
Toen de imam van de sjiieten, Hoessein ibn Ali, werd gedood met een zwaard, is zijn hoofd afgesneden van zijn lichaam. Op deze foto zijn Iraniërs te zien, die rouwen om deze historische gebeurtenis. In de middag, van 12:00 tot 13:00 uur, verzamelen zij zich. Ze zwaaien met een grote groene vaandel. De menigte heft de handen omhoog en slaat op het hoofd en op de borst. Dit moment laat het hoogtepunt van dit ritueel van verdriet zien. De menigte heeft de kleding ingesmeerd met klei zodat de zwevende deeltjes in de ruimte de scène realistischer maken en dichter bij wat er 1344 jaar geleden in Karbala (Irak) gebeurde. Een spannend straattheater met een grote aanwezigheid van Iraanse en buitenlandse fotografen. Beeld: Sina Motamed Rad

Afkoopsom dienstplicht diaspora-Turken volgend jaar fors omhoog

0

De afkoopsom voor de dienstplicht in Turkije, die Turken in het buitenland moeten betalen, zal waarschijnlijk fors toenemen volgend jaar. 

Het Turkse ministerie voor Defensie heeft de afkoopsommen voor de dienstplicht nog niet bekend gemaakt, maar volgens de Turkse nieuwssite Ensonhaber zal op basis van de inflatiecijfers het nieuwe bedrag voor diaspora-Turken (met Turkse nationaliteit) verhoogd worden tot maar liefst 6615 euro.

Dat zou een verhoging van ruim 400 euro betekenen, vergeleken met de huidige prijs. Vanaf de laatste verhoging, op 1 juli 2024, moesten dienstplichtige Turken ‘in den vreemde’ 6204 euro betalen aan het Turkse leger om hun dienstplicht af te kopen.

Het Turkse ministerie van Defensie maakt om de half jaar de verhogingen bekend op basis van de inflatieratio, die de laatste jaren torenhoog is in Turkije.

In 2017 bedroeg de afkoopregeling voor Turken in het buitenland nog 1000 euro. Sindsdien is het snel bergafwaarts gegaan met de Turkse economie. De Turkse lira werd steeds minder waard ten opzichte van de euro en dollar (op dit moment is een euro rond de 36 Turkse lira waard).

Het resultaat hiervan is dat Turken steeds dieper in de buidel moeten tasten voor allerlei uitgaven zoals huur en boodschappen. Aangezien het Turkse ministerie van Defensie de afkoopsom voor de dienstplicht aanpast op basis van deze inflatie, krijgen ook diaspora-Turken hiermee te maken.

Wilders: wokevirus de grootste bedreiging van onze beschaving

0

Geert Wilders heeft de aanval geopend op woke. Volgens de PVV-leider is het ‘wokevirus’ de ‘grootste bedreiging voor het voortbestaan van onze beschaving’, zo schreef hij op de opiniewebsite Breitbart.

Wilders blikt in een opiniestuk terug op het jaar 2024. Hij is blij met de overwinning van Donald Trump, de kabinetsdeelname van de PVV en het electorale succes van de populistische partijen in Europa. Tegelijkertijd is de strijd nog niet voorbij. Wilders maakt zich zorgen over de islam en antisemitisme, maar richt zijn pijlen vooral op woke. ‘Hoogopgeleide progressievelingen’ zouden neerkijken op de werkende klasse en hun zorgen over migratie en islam niet serieus nemen.

De PVV-leider stelt kritiek op Israël gelijk aan Jodenhaat. Antisemitisme komt volgens hem niet alleen van de kant van moslims, maar ook van de linkse elite: ‘agressieve studenten, aangespoord door linkse professoren, intellectuelen, journalisten en politici’. Hij gelooft dat de universiteiten, de media en de culturele sector worden beheerst door woke, door radicaal links. Daarom wil Wilders deze instituties afbreken om ze vervolgens weer op te bouwen.

Socioloog Merijn Oudenampsen (Universiteit van Amsterdam) vindt dit pleidooi veelzeggend, zo schrijft hij op Bluesky. Want hiermee geeft de PVV-leider context aan de harde onderwijsbezuinigingen van het kabinet.

Daarnaast beschouwt Wilders woke een vijfde colonne die lijdt aan het Stockholm-syndroom, de psychologische reactie van sympathie voor degenen die men vreest in de hoop door hen gespaard te worden. Hij verwijst in dit verband naar de dissidente Russische schrijver Alexander Solzjenitsyn, die in 1978 het Westen waarschuwde voor linkse intellectuelen die met het communisme sympathiseerden. Solzjenitsyn meende dat het Westen zijn mannelijkheid had verloren, wat het begin van het einde zou inluiden.

‘We hebben een cultuur van heldendom nodig, van helden die ergens voor staan. Maar we kunnen geen helden meer zijn, omdat de huidige cultuur van wokeness het bestaan van objectieve waarheden en transcendentale waarden ontkent die het waard zijn om te verdedigen en voor te sterven.’

Wilders zegt voor een weerbaar Westen te zijn. Het is daarom ironisch dat hij in hetzelfde stuk aandringt op vredesonderhandelingen tussen Oekraïne en Rusland.

Clashes tussen alawieten en nieuwe machthebbers Syrië

0

Voor het eerst sinds de val van het regime hebben groepen alawietische Syriërs (de religieuze minderheid waartoe ook de Assad-familie behoort) gedemonstreerd tegen de nieuwe machthebbers in het land. Zo meldt de Turks-Armeense krant Agos.

De protesten zijn een reactie op heftige arrestaties en clashes tussen de nieuwe machthebbers en vertrouwelingen van het Assad-regime in Tartus. Middle East Eye meldt dat er veel desinformatie de ronde doet, waarbij alawieten zouden worden ‘opgehitst’.

Volgens de Syrische autoriteiten (de nieuwe machthebbers) zouden er in de gevechten tussen de ‘restanten van het Assad-regime’ en de Hayat Tahrir al Sham (HTS) veertien doden zijn gevallen.

De Turkse krant Yeni Safak wijst intussen met de vinger naar Iran, de protesten zouden ‘provocaties’ zijn geïnstigeerd door het regime in Iran.

Eerder deze maand maakten jihadistische rebellen van de HTS na een bliksemoffensief vanuit Idlib in Noordwest-Syrië een einde aan het Assad-regime, dat 61 jaar het domineerde. Sindsdien vieren vele Syriërs de bevrijding, maar maken minderheden zoals christenen, alawieten en Koerden zich zorgen over de nieuwe machthebbers.

Ook hebben Turkije en Israël, die delen in Noord en Zuid-Syrië bezetten, steeds meer invloed over het land. Turkije wil vooral de Koerden dwarsbomen, die onder Amerikaanse vleugels een autonoom gebied hebben bemachtigd in Noord-Oost-Syrië. Israël wil de militaire infrastructuur van het land vernietigen om naar eigen zeggen een veiligheidsgarantie te creëren.

In Leiden klinkt volgend jaar elke vrijdag de gebedsoproep

0

De Leidse Al-Hijramoskee zal vanaf 3 januari 2025 elke vrijdagmiddag via luidsprekers de gebedsoproep laten horen. 

De oproep zal via de luidsprekers van de moskee in de directe omgeving te horen zijn. In een informatiebrief heeft het bestuur van Stichting Moslimgroep Leiden de omwonenden hierover geïnformeerd. De eerste gebedsoproep staat gepland voor volgende week vrijdag.

Het vrijdagmiddaggebed is een wekelijks terugkerend moment in de moskee, bedoeld om moslims samen te brengen. Tijdens deze bijeenkomst wordt er ook een preek gehouden.

In Nederland is het toegestaan om als moskee op te roepen tot gebed, volgens Artikel 10 van de Wet Openbare Manifestaties. Uit onderzoek van politicoloog Roemer van Oordt uit 2016 bleek dat 7 tot 8 procent van de toen 475 moskeeën in Nederland de oproep liet horen via de luidsprekers. In de meeste gevallen ging het alleen om het vrijdagmiddaggebed.

In Nederland ligt de oproep tot gebed gevoelig. Soms klagen buurtbewoners over geluidsoverlast. Ook hebben de PVV en sommige christenen moeite met de oproep.