De gevangengenomen burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu, zou Erdogan bij presidentsverkiezingen met gemak kunnen verslaan. Dat blijkt uit een peiling van het bureau Ank-Ar, zo meldt de nieuwssite Turkish Minute.
Als de presidentsverkiezing in Turkije vandaag zou worden gehouden, zou 46,8 procent op Imamoglu stemmen en 34,6 procent op Erdogan. Daarmee zou Imamoglu alsnog een tweede ronde nodig hebben om president te kunnen worden.
Volgens de peiling van Ank-Ar is er nog een groep van 9,7 procent kiezers die twijfelt, en zegt 8,9 procent van de Turken niet te zullen stemmen.
Bij een proportionele verdeling van de twijfelaars over Imamoglu en Erdogan, zou Imamoglu in een tweede ronde (met 57,4 procent tegen 42,6 procent voor Erdogan) de huidige president ruimschoots kunnen verslaan.
Deze rekensommen zijn uiteraard gebaseerd op eerlijke verkiezingen, waarbij de grootste rivaal van Erdogan niet achter de tralies zit. Imamoglu zit al bijna een maand gevangen op verdenking van ‘corruptie’, ‘fraude’ en ‘het leiden van een criminele organisatie’.
Hij werd aanvankelijk ook vervolgd voor ‘banden met terroristische organisaties’, zoals zoveel tegenstanders van Erdogan, maar van die tenlastelegging heeft het Openbaar Ministerie afgezien.
Mocht hij schuldig worden bevonden door de rechter, die in Turkije vrijwel allemaal aan de kant van Erdogan staan, dan is de kans dat Imamoglu in 2028 mee kan doen aan de verkiezingen verkeken. Andere rivalen van Erdogan, zoals de Koerdische politicus Selahattin Demirtas, zitten al bijna tien jaar in de gevangenis.
We wachten allemaal op de Messias. Joden, christenen en moslims. Joden wachten op een nakomeling van David. Christenen en moslims wachten op Jezus, die als Messias op de aarde zal terugkeren om hier weer recht en orde te realiseren. Hij zal de mensheid laten verbroederen.
In deze dagen wordt de behoefte steeds duidelijker. Met de dag drijft de globe richting chaos.
Tirannen of wannabe-tirannen schieten als paddenstoelen uit de grond. Alsof ze allemaal dezelfde instructies volgen, draaien ze de pluriformiteit en rechtsorde van hun land de nek om. Ze steunen elkaar in het tiranniseren van hun landen. Als een kaartenhuis vallen landen voor tirannen.
Het volk voor de gek houden blijkt voor tirannen een koud kunstje te zijn
Dictators hebben ook een messiaans gevoel. Vaak geloven ze echt dat ze de redding voor hun land zijn. Zonder hun persoon zal er al snel een zondvloed zijn. Daarom moet hun hoge hachje heel goed beschermd worden. Dat gaat boven alles. Het leven van kinderen, soldaten of de bevolking is niets waard wanneer het persoonlijke hachje in het geding komt
Napoleon is hier een goed voorbeeld van. Hij tuigde grote legers op en voerde er veldslagen mee. Maar zodra hij een risico voor zichzelf zag, koos hij het hazenpad. Als commandant deserteerde hij. Dat deed hij in Egypte. Dat deed hij in Rusland. Het leger liet hij gehavend achter.
Toch lukte het hem om daarna weer nieuwe legers te vormen. Het volk voor de gek houden blijkt voor tirannen een koud kunstje te zijn. Met grote inspanningen lukte het de verenigde Europese legers, onder leiding van Pruisen en Engeland, Napoleon bij Waterloo definitief een halt toe te roepen.
Vandaag zijn tirannen ook bezig met mobilisatie. Messiaans houden zij het volk voor dat zij de enige redding voor de natie zijn. Het volk gelooft erin. Zelf geloven ze er ook in. De chaos wordt met de dag groter. Ellende zal blijven groeien. Soldaten en kinderen zullen met geweld om het leven komen.
O Messias, strijk neer op aarde en red ons van de ellende die ons te wachten staat.
Bij mij in de buurt zijn op een basisschool 29 gevallen van mazelen ontdekt. Sommige van die kinderen zijn op de IC beland. De ouders gaan door een hel.
De GGD trekt de wijken in om ouders ervan te overtuigen hun kinderen in te enten. Een jeugdverpleegkundige met een Marokkaanse achtergrond gaat met ouders in gesprek om ze bewust te maken van de risico’s die kinderen lopen als ze niet gevaccineerd worden. Met ziektes is het vaak zo dat het pas binnenkomt als het je persoonlijk raakt, helaas. Door de enorme verbeteringen in de gezondheidszorg zijn we gaan denken alle kinderziektes overwonnen te hebben. Maar vaccinatie helpt alleen als iedereen gevaccineerd wordt. En daar begint het te wringen. Want wat als de overheid, die soms meer bezig lijkt met mensen uit elkaar drijven dan bij elkaar brengen, oproept tot collectiviteit? Het antwoord is weerspannigheid.
Onder migranten is het wantrouwen jegens vaccinatie tijdens de corona-periode explosief gestegen. Men wantrouwt die overheid. Wat heeft die voor ons betekend, hoor ik de ouders mompelen. Vooral ouders die net boven het bestaansminimum leven, mijden zorg. Het kost niet alleen maar geld, je bent er veel tijd aan kwijt. Voeg daarbij de enorme invloed van desinformatie die is losgebarsten over zowat alles wat met gezondheid, voeding en medicijnen te maken heeft. De voorlichting van de gezondheidszorg moet echt op de schop als ze deze groepen willen bereiken. Het gaat allang niet meer om die prik, het gaat om het herstellen van vertrouwen in een wereld vol wantrouwen en paranoia.
Ik snap wel dat je na de toeslagaffaire de overheid ziet als een schurk met een hoge hoed op
Wat ook niet meehelpt is dat deze vaccinatiemijders onverwachte bondgenoten hebben in de streng-christelijke hoek en het cluster van hoogopgeleide, antroposofische bellenblazers. Wat deze drie groepen gemeen hebben, is dat ze menen toegang te hebben tot een alternatieve, superieure bron van kennis die de kennis van de wetenschap, zoals gebracht door de overheid, overstijgt. TikTok en Insta zijn tjokvol welbespraakte, prachtig uitziende mannen en vrouwen die op charmante wijze slangenolie verkopen. Mensen, toch al onzeker over wat de waarheid is, ontlenen aan hen de geruststellende gedachte dat ze niet alleen staan.
Aan de andere kant begrijp ik dat ouders huiverig zijn voor nog meer vaccinaties. Tijdens de coronaperiode werd een welhaast militair regime opgebouwd om mensen verplicht te laten vaccineren. Voor het eerst in mijn leven zag ik mensen in een democratie het hardgrondig oneens zijn met de besluitvorming van de democratie. Als het op crises aankomt, is de democratie kwetsbaar. Vrijheid van meningsuiting laat ook veel ruimte aan groepen in de samenleving om een alternatieve waarheid uit te spreken, ook wanneer die schadelijk is voor de volksgezondheid. Het leidt tot twijfel, en soms is twijfel gevaarlijke besluiteloosheid. Maar ik snap wel dat je na de toeslagaffaire de overheid ziet als een schurk met een hoge hoed op. Deze overheid hekelt keer op keer mensen met een migratieachtergrond. Je kind niet laten vaccineren is ook een vorm van wraak nemen.
Er is kortom veel schade aangericht. En dus gaan hulpverleners van de GGD naar feestjes en partijen om ouders op informele wijze voorlichting te geven over vaccinatie. Deze hulpverleners hebben in mijn buurt een migratieachtergrond, ze spreken de talen van de gemeenschappen. Ze doen hun best, ze eten wat weg aan baklava en baghrir om de ouders te leren kennen. Ze zijn enorm gedreven. Maar ik vind het wrang dat juist deze helden de brokken moet opruimen. De brokken van een overheid die het niet kan laten om groepen in de samenleving tegen elkaar uit te spelen. De vaccinatiemalaise is een politieke malaise.
De Turkse historicus Taner Akçam stelt dat de stilte over Israëlische misdaden in Gaza, of de rechtvaardiging daarvan, bij Holocaust- en Genocidestudies heeft geleid tot een ‘morele ineenstorting’ van het vak. Dit schrijft hij in een artikel voor The Armenian Mirror-Spectator.
Akçam spreekt over Holocaust- en Genocidestudies in het algemeen en noemt geen specifieke universiteiten. ‘Het academische veld, dat ooit de belofte van Nooit Meer uitdroeg, is nu medeplichtig aan het geweld dat het wilde voorkomen’, zegt de Turkse historicus, die belangrijk werk heeft verricht in de erkenning van de Armeense Genocide.
Het wegkijken van de vakgroepen zou voortkomen ‘uit het onvermogen, of de onwil, van een aanzienlijk deel van de Holocaustgeleerden en -instellingen om een standpunt in te nemen’, stelt hij.
Akçam betoogt verder dat Israëlische en Amerikaanse politici dezelfde woorden gebruiken als de daders van de Armeense Genocide, zoals de Ottomaanse politicus Talat Pasha. ‘De parallellen zijn schokkend. Dezelfde strategieën om de Armeense Genocide goed te praten worden nu herhaald’, zegt hij.
Volgens Akçam heeft het neerleggen van de schuld bij de slachtoffers een lange geschiedenis. Dit gebeurde ook tijdens de Armeense Genocide, toen Talat Pasha zei dat de Armeniërs zelf verantwoordelijk waren voor wat er gebeurde.
Tijdens de vredesconferentie van Lausanne in 1923 deed Ismet Inönü, de tweede man van de republiek na Atatürk, dit ook: ‘Wat er met de Armeniërs gebeurde, was hun eigen schuld.’ Akçam ziet bij de oorlog in Gaza een vrijwel identieke herhaling van de Turkse ontkenningsreflex, nu door Amerika en Israël.
Prominente Joodse en Israëlische Nederlanders zijn een petitie gestart tegen de ‘rechts-radicale regering’ van Israël. Ze steunen de meerderheid van de Israëliërs die pleiten voor een staakt-het-vuren, gijzelaarsruil, terugtrekking uit Gaza en een einde aan het geweld.
De ondertekenaars roepen de regering-Netanyahu op om:
te onderhandelen met Hamas over de vrijlating van gijzelaars;
te stoppen met het doden van Palestijnse burgers en de verwoesting van Gaza;
de annexatiepolitiek en mensenrechtenschendingen op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza te beëindigen;
de principes van de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring en het VN-Handvest te respecteren.
Ze doen een beroep op alle partijen om terug te keren naar de onderhandelingstafel voor een vreedzaam samenleven van Israëli’s, Israëlische Arabieren en Palestijnen en een toekomstplan voor de regio te maken. Ze vragen Europese en Nederlandse politici om alles wat in hun macht ligt te doen om dit te bevorderen.
De oproep is in drie dagen tijd ondertekend door 570 mensen, onder wie journalist Margalith Kleijwegt, schrijver Chaja Polak, socioloog Bram de Swaan en oud-politici zoals Itay Garmy, Rosanne Hertzberger, Lodewijk Asscher en Job Cohen.
Arbeidsmigranten hebben ten onrechte het imago slechts tijdelijk in Nederland te zijn. Vaak zijn ze hier voor de lange termijn en daarom moet de overheid meer investeren in samenleven met deze groep, stelt de Adviesraad Migratie in een nieuw rapport.
Afgelopen dinsdag werd het ruim honderd pagina’s dikke rapport overhandigd aan minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het Laaktheater in Den Haag. ‘We leven in Nederland eigenlijk in een parallelle samenleving met arbeidsmigranten. We komen ze nauwelijks tegen, er zijn weinig momenten van contact’, concludeerde hij.
De arbeidsmigrant heeft al snel een negatieve connotatie in Nederland. We zien de hoogopgeleide IT’er uit India als een expat die een waardevolle rol komt vervullen, terwijl we de seizoensarbeider of magazijnwerker uit Polen arbeidsmigrant noemen. De expat krijgt taalonderwijs, een mooie woning voor het hele gezin en aanzien; de arbeidsmigrant wordt met andere arbeidsmigranten in kleine huisjes gestopt, waarna niemand naar ze omkijkt.
‘We stoppen ze weg, we behandelen ze slecht. Het is tijd voor een gelijkwaardige benadering, we moeten ze laten weten dat ze welkom zijn in Nederland’, zei de minister. Rake woorden waaruit blijkt dat het rapport in de juiste handen lag, want ‘meer samenleven’ is precies wat de adviesraad bepleit. Hiervoor moet de overheid onder andere investeren in taalonderwijs voor arbeidsmigranten, aldus het rapport.
In Nederland voor de lange termijn
Het aantal arbeidsmigranten dat jaarlijks naar Nederland komt, is sterk toegenomen, van rond de 20.000 in 2006 tot bijna 70.000 in 2022. Een derde tot de helft van hen verblijft na vijf jaar nog in Nederland. Iets minder dan een kwart van hen had in die periode een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Van de arbeidsmigranten die na tien jaar nog in Nederland verblijven, verdient ongeveer de helft nog steeds minder dan 130 procent van het wettelijk minimumloon, zo blijkt uit het rapport.
Arbeidsmigranten klimmen nauwelijks op naar hogere posities. Ze hebben weinig tijd om naast hun werk taal- of andere lessen te volgen of kunnen deze niet betalen. Hun sociale omgeving blijft daardoor beperkt. Ze hebben vooral vrienden die dezelfde taal spreken en hetzelfde werk doen. Sommigen van hen vinden dat prima, want dat is waarvoor ze naar Nederland zijn gekomen. Maar niet zelden is hun verblijf langer dan ze zelf hadden verwacht.
‘Als arbeidsmigranten chronisch in een kwetsbare positie zitten, is dat niet alleen voor die mensen een probleem, maar ook voor de hele samenleving’, zegt Monique Kremer, voorzitter van de Adviesraad Migratie. Als voorbeeld noemt ze de gemeente, waar veel arbeidsmigranten gehuisvest zijn en de acceptatiegraad van deze migranten laag is. Uit een onderzoek blijkt dat inwoners van deze gemeente zich vooral storen aan de taalbarrière, waardoor contact onmogelijk is. En contact is nu juist zo belangrijk, legt Kremer uit. ‘Vaak is het de sleutel, waardoor mensen elkaar beter leren begrijpen en accepteren. Contact helpt echt.’
Wie Nederlands spreekt, kan beter deelnemen aan de samenleving. Dit is geen nieuw inzicht, niet voor niets zijn er taaleisen voor nieuwkomers. Maar van arbeidsmigranten wordt maar weinig verwacht of voor gefaciliteerd. Hierdoor komen ze in een eigen wereldje terecht, aldus de adviesraad.
Werkgevers profiteren van arbeidsmigranten maar dragen geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen voor de maatschappij
Niet alleen de overheid en gemeenten, maar ook werkgevers zouden taallessen moeten aanbieden aan deze groep migranten, vindt de instantie dan ook. Deze lessen moeten bovendien in de tijd van de baas kunnen plaatsvinden. Werkgevers profiteren immers van arbeidsmigranten in de vorm van goedkope arbeid, maar dragen nu geen verantwoordelijkheid voor de gevolgen voor de maatschappij als geheel.
De overheid zou hier echter een leidende rol in moeten spelen om ervoor te zorgen dat instanties niet langs elkaar heen werken, stelt de adviesraad voor. Taallessen zijn wel beschikbaar in gemeenten als Rotterdam en Den Haag, maar daar zijn de wachtlijsten enorm. Bovendien bieden sommige werkgevers taalles aan, anderen weer niet. De adviesraad stelt voor dat de overheid een Nationaal Programma Samenleven opzet om dit beter te faciliteren. Hierbij komt niet alleen taal ter sprake, maar ook het kennen en kunnen uitoefenen van rechten en plichten, ontwikkeling op het werkgebied en ontmoetingen met anderen.
Kwetsbare positie
Op deze manier moeten arbeidsmigranten kunnen ontsnappen uit hun kwetsbare positie. Want er zijn misschien veel uitzendbureaus met goede bedoelingen, maar er zijn ook nog steeds uitzendbureaus die arbeidsmigranten opzettelijk uitbuiten, zo blijkt uit de dialoog die na afloop van de overhandiging wordt gevoerd met experts. ‘Deze bureaus hebben accountants die de nieuwkomer precies vertellen wat ze moeten doen of zeggen. Soms is dat niet in het belang van de migrant, vertelt Ania Paszak van WIJKZ EU Migranten.
Panelgesprek met experts en ervaringsdeskundigen. Beeld: Majorie van Leijen
‘Niemand komt naar Nederland met het idee hier uitgebuit te worden. Mensen weten misschien van tevoren wel dat het gebeurt, maar denken dat het hen niet zal overkomen’, zegt Monique van den Berg, programmadirecteur arbeidsmigranten Gemeente Den Haag. Als ze van de ene op de andere dag hun baan kwijt raken, raken ze soms ook hun huisvesting kwijt en belanden ze op straat. Als ze dan ook nog eens niet staan ingeschreven bij een gemeente en geen BSN hebben, dan verdwijnen ze van de radar, met alle gevolgen van dien.
Juist daarom moeten ze vanaf de eerste dag, vanaf het eerste contactmoment worden geïnformeerd over hun rechten en plichten, stelt de adviesraad. Vaak weten migranten niet dat ze worden uitgebuit of welke mogelijkheden ze hebben als ze worden ontslagen. ‘Als arbeidsmigranten niet weten wat hun rechten en plichten zijn, raken ze verdwaald in onze complexe administratieve verzorgingsstaat en zijn ze voor het verkrijgen van rechten en het nemen van hun verantwoordelijkheden als nieuwe burgers afhankelijk van anderen. Ze lopen dan een verhoogd risico in kwetsbare situaties terecht te komen en te worden blootgesteld aan misleiding en uitbuiting.’
Meer politieke aandacht voor arbeidsmigratie
Met het aantreden van het nieuwe kabinet is er gelukkig meer aandacht gekomen voor arbeidsmigratie, zegt Kremer. Het rapport is ook niet het eerste dat de adviesraad aan de minister overhandigt. ‘Soms zegt het kabinet: dat gaan we niet doen, maar er worden ook regelmatig adviezen overgenomen’, aldus de voorzitter.
‘Misschien moeten we ze geen arbeidsmigranten, maar internationale medewerkers noemen’
Van Hijum heeft zich vanaf zijn aantreden ingespannen om een einde te maken aan de malafide praktijken van uitzendbureaus. Daarbij krijgt hij brede steun van de Tweede Kamer, die de urgentie van het probleem erkent. Zo komt er een instantie binnen het ministerie van Sociale Zaken die gaat beslissen over de vergunningen voor de uitleenbedrijven. Deze instantie kan uitzenders ook schorsen in geval van ernstige misstanden. Er moeten bovendien meer inspecties gaan plaatsvinden. Hoewel er steun is voor deze maatregelen, moet nog worden bezien in hoeverre de handhaving daadwerkelijk plaatsvindt. Het zal niet de eerste keer zijn dat er met strengere handhaving wordt geschermd, maar de uitvoering beperkt blijft.
Bovendien, zegt Van Hijum, moeten we selectiever worden in wie we toelaten en wie niet. ‘Wat voor economie willen we in Nederland zijn? In welke sectoren hebben we mensen van buitenaf nodig? Dat zijn niet alleen de expats die in Eindhoven komen werken, we zullen ook arbeidsmigranten nodig blijven hebben. Misschien moeten we ze geen arbeidsmigranten, maar internationale medewerkers noemen. Deze mensen dragen bij aan de economie en zijn ook deel van de samenleving’, aldus de minister.
De twaalfjarige Nederlands-Armeense Mikael uit Amsterdam mag toch niet in Nederland blijven wonen. De burgemeester van de hoofdstad Femke Halsema noemt het besluit hardvochtig en treurig.
‘De minister kan altijd uitzonderingen maken voor schrijnende gevallen, maar het is duidelijk dat er geen enkele wil is om dat te doen. Het is ongelooflijk hardvochtig en treurig dat een 12-jarig jongetje, geboren en getogen in Nederland, daarvan de dupe wordt’, schrijft Femke Halsema donderdagavond op LinkedIn, als duidelijk wordt dat de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) opnieuw heeft besloten de aanvraag af te wijzen.
Mikael is inmiddels twaalf jaar en woont al heel zijn leven in Nederland. Hij heeft echter geen verblijfsvergunning. Toen zijn moeder in 2010 naar Nederland kwam, werd haar aanvraag voor een verblijfsvergunning afgewezen. Daarna bleven zij en haar zoon bijna een jaar buiten beeld van de instanties. Dit was reden genoeg voor de IND om vorig jaar wederom de aanvraag voor een verblijfsvergunning af te wijzen en de tiener te uit te zetten naar Armenië.
Dit leverde veel commotie op. Mikael is nog nooit in Armenië geweest, zijn leven is in Amsterdam. Dave Ensberg, voorzitter van de Maatschappelijke Alliantie, noemde hem een rasechte Amsterdammer in een video waarin hij aandacht vraagt voor de zaak. Hij zit hier op school, heeft vriendjes en hobby’s en geen idee wat hem te wachten staat in het land dat hij niet kent.
De advocaten van Mikael gingen in hoger beroep. De vader van Mikael, met wie hij een zorgrelatie heeft, heeft namelijk wel een Nederlandse verblijfsvergunning. Deze argumentatie ging volgens de IND niet op: de zorg ligt voornamelijk bij de moeder. Mikael en zijn moeder moeten het land alsnog verlaten, schrijft Het Parool.
Halsema is niet de enige die reageert op de uitspraak. ‘Mikael is een geboren en getogen Amsterdammer en heeft vanaf z’n vierde op onze Zonovaschool Achtsprong in Amsterdam Zuidoost gezeten. Een geweldig lieve en sociale jongen. Dol op voetbal, gitaar en leergierig. Hij droomt ervan chirurg te worden. En vooral om ons land te blijven en gelukkig oud te worden’, schrijft Ensberg, die zegt zich opnieuw hard te zullen maken voor de zaak.
‘De brief leest als een onmenselijke brief. Kil. Hard. Gevoelloos. Liefdeloos. Nul empathie voor een jochie van amper 12 jaar. Geen enkel respect voor kinderrechten. Ben er stil én kapot van. We gaan graag met de Tweede Kamer der Staten-Generaal in gesprek hierover, want we leggen ons hier niet bij neer’, schrijft hij op LinkedIn.
Het is nog niet duidelijk of de advocaten van Mikael en zijn moeder in hoger beroep gaan, meldt de Volkskrant.
De seculiere oppositie in Turkije boycot bedrijven die gelieerd zijn aan Erdogan. Het regime reageert hard en arresteert mensen die meedoen of hierover berichten. Is Erdogan te ver gegaan met de arrestatie van de burgemeester van Istanbul? De Kanttekening vroeg het aan Turkse Nederlanders: willen zij de boycot steunen?
Twee weken na de arrestatie van de seculiere burgemeester Ekrem Imamoglu blijft het onrustig in Turkije. Bijna elke dag worden er journalisten en burgers opgepakt die zich verzetten tegen de arrestatie van Imamoglu, die door de Turkse autoriteiten wordt verdacht van corruptie, fraude en het leiden van een criminele organisatie.
Bij Turkse protesten in Nederland valt op dat vooral expats en vluchtelingen aanwezig zijn. Veel conservatievere Turkse Nederlanders durven zich niet uit te spreken over de Turkse politiek. Reageren vanuit deze groep is vaak: ‘Ik sla dit even over’ of ‘Ik houd me niet bezig met Turkse politiek’. Wie wel wil praten, doet dit anoniem vanwege veiligheidsredenen.
De Kanttekening sprak met socioloog Erkan Yigit, radiopresentatrice Yesim Candan en Koerdisch journalist Baki Karadeniz over de situatie in Turkije. Uit gematigd-conservatieve hoek wilde alleen Ferdi Bulut (echte naam bij de redactie bekend) praten op anonieme basis. De naam van de linkse Metin Tokat is ook gefingeerd.
‘Een boycot vind ik een domme aanpak’, zegt Ferdi Bulut uit Amsterdam. ‘Het zal nadelig zijn voor de Turkse economie en alleen maar maar de lokale bevolking treffen, die al lijdt onder politieke of economische omstandigheden. Het kan de werkgelegenheid en het inkomen van gewone mensen, zoals hotelmedewerkers of winkelhouders, negatief beïnvloeden, zonder dat het veel invloed heeft op de politieke machthebbers’, zegt hij.
´Nederlandse Turken zouden er niet aan moeten meedoen´
Yesim Candan is ook geen voorstander van een boycot. ‘Ik heb er wat langer over nagedacht. Je ziet het steeds vaker. Maar het lijkt meer op een kortetermijnstandpunt van wij staan niet achter jullie. En dan ebt het weer weg’, zegt ze.
Candan gelooft ook niet echt dat het effect heeft. ‘Nederlandse Turken zouden er niet aan moeten meedoen. Je kunt bedrijven en holdings wel even laten schrikken. Maar uiteindelijk ligt het probleem natuurlijk veel dieper. En dat kun je niet met een boycot oplossen.’
Turkse badplaatsen
Voor de alevitische socioloog Erkan Yïgit, die oorspronkelijk uit de Koerdische stad Dersim komt, zijn de verhoudingen met de soennitische Turkse staat altijd gespannen geweest. Hij mijdt sowieso al zoveel mogelijk producten van pro-Erdogan bedrijven. Volgens hem gaat een boycot aan ‘een overgrote meerderheid van de Turken’ voorbij.
Volgens Metin Tokat uit Amsterdam, die communistische ideeën heeft, werkt een boycot wel, maar is het niet genoeg. ‘Je moet ook de productie raken, bijvoorbeeld met stakingen’, zegt hij.
Hij wijst op de paniekreactie van de Turkse autoriteiten die de boycot-oproepen zien als ‘haatzaaien’. ‘Ze sturen zelfs ministers naar Erdogan-gelieerde espressobars. Dat komt omdat de AKP een extreem kapitalistische partij is. Daarom worden ze zenuwachtig van boycots en stakingen’, legt hij uit.
Volgens Tokat zouden Turken in Europa de boycot moeten steunen, maar niet de Europese overheden of bedrijven. Dat zou de bevolking in Turkije niet helpen en is volgens hem geen echte solidariteit.
‘Turkije onderhoudt nauwe betrekkingen met Europa. Economisch, politiek en militair. Vanuit het volk is er nu een boycot begonnen. Turkse Nederlanders kunnen daaraan bijdragen door niet op zomervakantie te gaan naar Turkse badplaatsen. Wie denk je dat de eigenaren van al die hotels daar zijn? Denk bijvoorbeeld aan Cengiz Holding, die onlangs met het diamantbedrijf Bulgari een overeenkomst heeft gesloten voor het bouwen van hotels. Belangrijk om je hiervan bewust te zijn’, zegt Tokat.
‘Ik zeg niet dat mensen hun familie in dorpen en steden niet moeten bezoeken. Juist het contact met hen is belangrijk om te praten over wat er in Turkije gebeurt.’
Bevoorrechte bedrijven
De gevluchte Koerdische journalist Baki Karadeniz is ook voorstander van de boycot. ‘Het is een legitieme en effectieve vorm van verzet tegen de totalitaire AKP-regering. Het geeft ons in ballingschap ook hoop, want economische belangennetwerken spelen een grote rol in het in stand houden van die macht’, zegt hij.
Baki Karadeniz
Volgens Karadeniz wordt het regime van Erdogan gestut door bevoorrechte bedrijven. ‘Daarom is een boycot van deze bedrijven door de maatschappij niet alleen een economische, maar ook een symbolische en politieke daad. Het schaadt het imago van Erdogans ‘stabiele regering’ in de nationale en internationale publieke opinie enorm.’
Volgens Karadeniz moet de onderdrukking van de oppositie de ogen van de EU openen zodat de toenaderingspolitiek met Turkije wordt ‘heroverwogen’.
Karadeniz vindt dat de Turkse bevolking in Europa dit jaar buiten Turkije op vakantie moet gaan. ‘De deviezenstroom die het Erdogan-regime ontvangt uit toerisme kan zo verminderen. Ze kunnen niet onverschillig blijven voor het leed, zwijgen betekent een indirecte goedkeuring van het autoritarisme van de regering.’
‘Erdogan begint de oppositie steeds meer als gevaar te zien’
Bulut die geen voorstander is van een boycot ziet wel dat de populariteit van Erdogan begint af te nemen. ‘Hij begint de oppositie steeds meer als een gevaar te zien. Ze hebben de lokale verkiezingen vorig jaar gewonnen. Dat wijst op groeiende onvrede binnen de Turkse samenleving.’
Hij houdt nog wel een slag om de arm wat betreft een finaal oordeel over Erdogan. ‘Want als de beschuldigingen tegen de oppositieleiders terecht zijn, kun je niet spreken van ’te ver gaan’ door Erdogan. Wel denk ik dat de timing van de arrestatie een strategische keuze van hem is geweest .’ In 2028 zijn er presidentsverkiezingen in Turkije en Imamoglu, die al drie keer de AKP van Erdogan heeft verslagen in Istanbul, wordt gezien als de grootste rivaal van Erdogan.
Bulut vindt wel dat, als Erdogan corruptie ‘echt’ wil aanpakken, hij niet alleen naar de oppositie moet kijken, maar ook anderen moet straffen.
Stukjes Syrië
Volgens Yigit gaat het Erdogan-regime al minimaal vijftien jaar te ver. ‘Om aan de macht te blijven heeft hij nu weer een oorlog nodig. Denk aan de kolonisering van stukjes van Syrië of meer geweld tegen pro-Koerdische organisaties. Het zou me allemaal niks verbazen.’
Dit gezegd hebbende vertrouwt Yigit ‘deep down’ Imamoglu ook niet. ‘Hij is religieus conservatief en kan net als Erdogan een ‘agent’ van Amerika zijn. Ik heb er geen moeite mee om te geloven dat sommige beschuldigingen tegen hem gegrond zullen zijn. Ze zijn ook niet echt een alternatief voor verandering in Turkije’, aldus Yigit.
Candan maakt zich grote zorgen. ‘Erdogan heeft zijn grootste rivaal politiek geëlimineerd op het moment dat Turkije geopolitiek steeds belangrijker wordt. Veel landen, waaronder de EU, hebben Turkije nodig, dus kunnen ze weinig beginnen tegen hem. Ik ben bang dat Imamoglu voor altijd in de gevangenis blijft, terwijl hij eigenlijk gewoon de nieuwe leider van Turkije is. De jongeren van Turkije hebben hem nodig, niet Erdogan.’ Ze denkt dat vervroegde verkiezingen de enige hoop zijn. ‘Maar dat gaan de machthebbers nooit toestaan’, zegt ze.
Yesim Candan
Tokat vindt dat nog geen uitgemaakte zaak. ‘Het ligt aan het volk of Erdogan hiermee wegkomt. We horen nu al stemmen dat Imamoglu een dief was. Maar de vraag op dit moment is niet wat Imamoglu heeft gedaan, dat kan je later met bewijzen bespreken. Waar het nu om gaat, is dat een democratisch gekozen bestuurder is vastgezet. Dat is diefstal van de Turkse democratie, en het bewijs daarvoor zit in de gevangenis. Het volk moet dit zien en zijn stem laten horen
Karadeniz doet daar nog een schepje bovenop en beweert dat de ‘totalitaire’ Erdogan de wetteloosheid en propaganda-tactieken van het naziregime evenaart.
‘De arrestatie van Ekrem Imamoglu, een burgemeester die door het volk is gekozen, is een directe aanval op de wil van het volk’, zegt hij en herinnert eraan dat dit niet de eerste keer is. ‘Eerder werden HDP-burgemeesters en parlementsleden op soortgelijke wijze ontslagen, gearresteerd of gedwongen verbannen. Het recht van het volk op informatie werd verhinderd. In 2024 verloren 4 journalisten het leven als gevolg van de aanvallen van Turkije. 112 journalisten werden vastgehouden en 26 journalisten werden gearresteerd. De gebeurtenissen van vandaag tonen aan dat de onderdrukking zich nu heeft uitgebreid tot de gehele oppositie.’
In Nederland lijken de ontwikkelingen in Turkije alleen Turkse expats en vluchtelingen echt te raken. Het zijn vooral seculiere Turken die demonstreren, en van solidariteit vanuit andere groepen Turkse Nederlanders is bijna geen sprake, schreefTrouweerder. Waar ligt dat aan?
‘Turken die al langer in Europa wonen, hebben ook de nare kanten van Europa gezien en weinig van de toestanden in Turkije’
Volgens Bulut ligt het aan het feit dat Turkse expats met onmin uit Turkije zijn vertrokken. ‘Ze zijn vaak hoogopgeleid en geneigd om hun ontevredenheid te uiten. Aan de andere kant is er ook een groep die tevreden is, maar deze tevredenheid niet openbaar maakt, wat wellicht te maken heeft met opleidingsniveau en culturele achtergrond.’
Geromantiseerd ideaal
Tokat wijst ook op het verschil in beleving van Europa en Turkije door Turkse expats en vluchtelingen en Turken die hier al lange tijd wonen of hier zijn geboren. ‘De Turken die al langer in Europa wonen, hebben ook de nare kanten van Europa gezien en weinig van de toestanden in Turkije. Bij Turkse expats en vluchtelingen is het precies andersom. Zij kennen de nare kanten van Europa nog niet zo goed en des te meer die van Turkije. Zo hebben ze armoede, inkomensongelijkheid en antidemocratische praktijken aan den lijve ondervonden in Turkije. Maar omdat ze hiertegen geen georganiseerde strijd konden voeren, gingen ze op zoek naar een individuele oplossing en kwamen ze in Europa terecht. Daarom is hun eerste reactie richting Turkije vaak kritisch, maar dat betekent niet dat hun kritiek onterecht is.’
Volgens Tokat wordt Turkije nog steeds geromantiseerd als ‘ideaal’ voor veel Nederlandse Turken, die in Europa ook slachtoffer zijn van discriminatie.
Karadeniz vindt het logisch dat meer expats betrokken zijn. ‘Want deze mensen hebben een prijs betaald en hun vrijheid verloren in Turkije. Dit verleden maakt hen gevoeliger en politiek actiever. Hier kunnen ze ook op vrije wijze hun gedachten uiten, wat in een omgeving van onderdrukking, censuur en zelfcensuur in Turkije niet mogelijk is,’ aldus Karadeniz. ‘Toch blijven er mensen met economische of familiebanden zwijgen uit angst. Zelfs op sociale media moeten ze hun woorden afwegen,’ voegt hij daaraan toe.
Candan moet denken aan de Netflix-serie Bir Baskadir over de verdeeldheid in Turkije. ‘Op de Dam in Amsterdam zagen we vooral de kunstenaars, de schrijvers, de oude elite van Turkije. Er zijn simpel gezegd twee groepen in Turkije. Het seculiere deel en het religieuze deel. En die ontmoeten elkaar veel te weinig.’
Hoe zit het met het doorbreken van de angstcultuur onder Turken? Bulut zegt dat hij zich al jaren niet echt meer bezighoudt met de Turkse politiek. ‘Ik heb er geen invloed op en het beïnvloedt mij ook niet. We hebben overigens genoeg uitdagingen in Nederland en er zijn belangrijkere dingen op de wereld waar ik mij druk om kan maken, zoals de genocide in Palestina’, concludeert hij.
‘Ik heb niet de luxe om een vijand van Turkije te worden’
Yigit denkt dat Turkije, ‘al wordt het gerund door gekken’, nog steeds het land is waar hij op kan terugvallen op de dag dat ‘het fascisme weer aan de macht komt’ in Europa. ‘De Nederlandse politieke autoriteiten bewijzen telkens dat ze niet te vertrouwen zijn,’ zegt hij en geeft als voorbeeld de brandstichting in Sivas in 1993. ‘Hier is een Nederlandse burger ook bij omgekomen door radicalen vergelijkbaar met ISIS. De Nederlandse autoriteiten hebben toen niks gedaan tegen Turkije,’ zegt hij. ‘Tel daarbij hun pro-Israëlisme, dat geeft objectief gezien weinig vertrouwen in dit land. Daarom heb ik niet de luxe om een vijand van Turkije te worden. Ik wil aan de ene kant geen vijanden maken, maar ik heb ook steeds gevoelens voor dit land en ik heb er vertrouwen in dat het op een dag beter zal gaan. Misschien voor toekomstige generaties.’
Gemarteld in de gevangenis
Ook Tokat voelt de angstcultuur tot in zijn vezels. ‘Bij protesten schreeuwden ze bijvoorbeeld ‘Wees niet stil. Zolang je stil blijft, ben jij de volgende aan de beurt’. Daar ben ik het hartgrondig mee eens, en toch kan ik niet vrijuit spreken uit veiligheidsoverwegingen voor mijn familie. Dat werkt zeer verlammend helaas, want de ruimte om je uit te spreken wordt met de dag kleiner. Steeds meer mensen voelen zich monddood gemaakt en durven bijna niets meer te zeggen. Dit is bewuste onderdrukking. Juist daarom ligt de enige uitweg in gezamenlijke, georganiseerde actie: mensen moeten elkaar opzoeken, duidelijke doelen stellen en samen de strijd aangaan.’
‘Deze repressie wordt al tientallen jaren systematisch toegepast in de Koerdische gebieden’
Karadeniz spreekt zich wel openlijk uit tegen de Turkse onderdrukking. ‘Ja, ik ben niet bang om mezelf te uiten, maar deze vrijheid is me niet komen aanwaaien’, vertelt hij. ‘Ik zat jarenlang in de gevangenis omdat ik een Koerdische activist was en me verzette tegen het beleid van de regering. Ik werd gemarteld in de gevangenis. Ik werd onderworpen aan onderdrukking toen ik werd vrijgelaten.’
Zwijgen is voor Karadeniz geen optie. ‘De arrestatie van Ekrem Imamoglu is misschien schokkend voor de westerse metropolen van Turkije, maar deze repressie wordt al tientallen jaren systematisch toegepast in de Koerdische gebieden. Gekozen burgemeesters, raadsleden, parlementsleden zijn voortdurend ontslagen, gearresteerd en vervangen door curatoren.’
Dat biedt volgens hem ook kansen voor de oppositie. ‘We moeten solidair zijn en onze stem verheffen. De enige manier om angst te overwinnen is om samen en op rationele wijze druk van onderaf te organiseren’.
Candan kan zich daar helemaal in vinden. ‘Er verandert helemaal niks als we ons niet laten horen. Turkije heeft iets nieuws nodig. En Imamoglu was er voor vrouwen, jongeren en studenten. Als er geen hoop is voor deze jongeren in Turkije, dan zullen ze uiteindelijk uit Turkije moeten vertrekken. Maar dat willen ze niet.’
In het online artikel gepubliceerd op 5 april 2025 met de titel ‘Oprichter bijlesschool beschuldigd van miljoenenfraude’ wordt beweerd dat Oguz Dulkadir geld van de stichting Weekend Academie wegsluisde naar zijn commerciële bv’s en zo miljoenen verdiende. Deze berichtgeving is onjuist en is onrechtmatig jegens Oguz Dulkadir. Om dit recht te zetten is deze rectificatie geplaatst.
Frankrijk is van plan om binnen enkele maanden een Palestijnse staat te erkennen en zou de stap kunnen zetten op een VN-conferentie in New York in juni over het regelen van het Israëlisch-Palestijnse conflict, zei president Emmanuel Macron, aldus nieuwsdienst AFP.
De uitspraken volgen op een tweedaags bezoek aan Egypte van de Franse president. Daar voerde Macron topbesprekingen met president Abdel Fattah al-Sisi en de Jordaanse koning Abdullah II en maakte hij duidelijk dat sterk gekant is tegen elke verplaatsing of annexatie in Gaza en de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever.
Ondertussen zijn sinds het eenzijdig opblazen van de wapenstilstand meer dan 1400 Palestijnen gedood door Israël. In totaal is het aantal dodelijke slachtoffers sinds 7 oktober de 50.000 gepasseerd. Veel experts spreken van een ‘genocidale oorlog’ met als doel de vernietiging van Palestijnen in Gaza. De Franse gang naar erkenning van Palestina lijkt dan ook vooral ‘een symbolisch gebaar’, meldt Le Monde.
Bijna 150 landen erkennen een Palestijnse staat. In mei 2024 kondigden Ierland, Noorwegen en Spanje erkenning aan, gevolgd door Slovenië in juni
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.