De coronarichtlijnen voor kerken worden aangescherpt. Minister Ferd Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) heeft met de kerkelijke koepelorganisaties afgesproken dat diensten zoveel mogelijk online plaatsvinden, er maximaal dertig bezoekers per dienst aanwezig mogen zijn en er niet meer wordt gezongen.
Grapperhaus benadrukt wel dat het hier om een afspraak in goed vertrouwen gaat en niet om een afdwingbare regel. ‘We kunnen als overheid geen kerkgebouwen binnentreden, dat is een heel oud grondrecht. Maar ik vertrouw erop dat iedereen meedoet.’
ChristenUnie-fractievoorzitter Gert-Jan Segers vindt de afspraak ‘teleurstellend’, zo meldt de NOS. ‘Maar ik vind het vooral van belang dat we het virus terugdringen.’ SGP-leider Kees van der Staaij is minder mild: ‘Dit gaat wel heel erg ver en biedt geen enkele ruimte voor maatwerk. Heb het gevoel dat de koers hier meer wordt bepaald door commotie dan door rijp beraad.’
Aanleiding van de aanscherping is de ophef gisteren rond de Hersteld Hervormde Kerk in Staphorst. Terwijl Nederland kampt met een tweede coronagolf, hield de kerk drie kerkdiensten voor in totaal zeshonderd bezoekers.
De bezoekers droegen geen mondkapjes, omdat er psalmen moesten worden gezongen. Volgens het RIVM leidt zingen tot meer besmettingen.
De Kamer viel massaal over de Staphorster kerk heen. De kerkdienst werd niet alleen door de fractieleiders van VVD, D66 en PvdA bekritiseerd, maar ook door CDA-Kamerlid Chris van Dam en ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers.
Kerken hebben in ons land een vrijheid waar ze in deze crisis heel verantwoordelijk mee om gaan. Ze zijn ook geen haarden van besmetting, gelukkig. Maar als je een kerkdienst met 600 mensen houdt, geef je wat mij betreft niet het goede voorbeeld, zoals andere kerken dat wel doen.
Dit weekend werd bekend dat veel moskeeën in Amsterdam en Rotterdam de deuren voor enkele weken zullen sluiten. Volgens migratieprofessor Leo Lucassen is dat een mooi teken van integratie.
Moskeeën die hun deuren sluiten wegens Covid-19 lijken beter geïntegreerd dan sommige protestants-christelijke evenknieën
Onder reactionaire christenen zijn de anticoronamaatregelen omstreden. Terwijl de meeste kerken in Nederland de adviezen van de overheid ter harte nemen, riep evangelist Jaap Dieleman in een open brief Nederlandse kerkleiders ertoe op zonder restricties samen te komen met hun gemeente. ‘Ik waarschuw onze regeringsleiders: kom niet aan het gezag van de Allerhoogste. Je speelt met vuur en met je eigen leven.’
De Turkse president Erdogan wil een internationale oproep tot een staakt-tot-vuren in Nagorno-Karabach niet steunen. Eerst moet Armenië zich helemaal terugtrekken uit de regio, die officieel Azerbeidzjaans grondgebied is.
Rusland en Frankrijk doen eerder deze week een beroep op Turkije om de gevechten tussen Armenië en Azerbeidzjan te stoppen, maar daar heeft Erdogan weinig zin in.
‘De weg naar duurzame vrede in deze regio is de terugtrekking van Armeniërs uit elke centimeter van Azerbeidzjaans grondgebied dat ze hebben bezet’, zei Erdogan gisteren in het Turkse parlement. Hij noemt de Armeense republiek ‘Artsach’ in Nagorno-Karabach, die behalve Armenië door geen land wordt erkend, een ‘schurkenstaat’ en de daar woonachtige Armenen ‘indringers’.
Turkije steunt Azerbeidzjan politiek in de oorlog tegen Armenië en, volgens veel waarnemers en experts, ook militair. Pro-Turkse Syrische jihadisten werden een week voordat de vijandelijkheden begonnen gesignaleerd in Baku, de hoofdstad van Azerbeidzjan.
Volgens Armeense media zouden ook Pakistaanse troepen Azerbeidzjan ondersteunen, maar dit nieuws is door buitenlandse media niet bevestigd. Pakistan ontkent dat het zich met de oorlog bemoeit, aldus het Turkse staatspersbureau Anadolu.
Turkije en Armenië zijn elkaar al jarenlang zeer vijandig gezind. Turkije is boos op Armenië, omdat de Armeniërs tijden de eerste oorlog om Nagorno-Karabach (1988-1994) het grootste deel van de regio veroverden en etnisch zuiverden van Azerbeidzjanen. En Armenië hekelt Turkije, omdat Turkije de Armeense Genocide (1915), waarbij zo’n 1,5 miljoen Armeniërs werden vermoord, nog altijd ontkent.
Zowel Armenië als Azerbeidzjan weigeren tot nu toe een wapenstilstand en gesprekken om het conflict over Nagorno-Karabach te beslechten.
Stichting Meld Islamofobie roept de Tweede Kamer op om de geplande evaluatie van het boerka- en niqaabverbod nu meteen al uit te voeren. Doel is om het verbod terug te draaien.
Volgens het meldpunt heeft de invoering van het boerkaverbod op 1 augustus 2019 geleid tot meer incidenten van moslimhaat, waarbij moslima’s met een hijab of met een niqaab werden geïntimideerd.
Ook vindt Stichting Meld Islamofobie dat door de mondkapjes die nu massaal worden gedragen het boerkaverbod achterhaald is. De overheid deed toen wel moeilijk over gezichtsbedekkende kleding maar nu niet, aldus de stichting.
‘Blijkbaar staat gezichtsbedekking de communicatie niet in de weg, want tot nu toe zijn daar geen klachten of maatschappelijke discussies over ontstaan.’
Het meldpunt zal samen met actiegroep De Goede Zaak een petitie aanbieden aan de leden van de Tweede Kamer. Inmiddels hebben meer dan 3.000 mensen de petitie ondertekend. De ondertekenaars kunnen ook een reactie schrijven, waarin ze hun steun aan de petitie motiveren.
Zo schrijft ene Justina: ‘Ik schaam me voor mijn mede Nederlanders. Ik ben moslima van NL afkomst en sinds mondkapjes doodnormaal zijn geworden blijf je geterroriseerd worden door haters. En dat gaat verder dan schelden. Ook ik heb fysiek geweld meegemaakt, terwijl ik altijd keurig en beleefd blijf. Deze wet voedt xenofobie. Afschaffen.’
Journalist en auteur Tasnim Nazeer (34) verscheen onlangs als eerste verslaggeefster met hoofddoek op de Schotse tv. Dat ze ruim tien jaar werkervaring heeft en publicaties bij onder andere CNN, BBC en al Jazeera op haar naam heeft staan, dat maakte werkgevers niets uit. Volgens hen zou ze door haar hoofddoek niet de juiste ‘look’ hebben om voor de camera te staan. Toch wist ze het tegendeel te bewijzen. De Kanttekening sprak met Nazeer over haar werk, de uitdagingen van het zichtbaar moslim-zijn en het doorbreken van het glazen plafond.
Jij verscheen op tv als eerste nieuwsverslaggeefster met hijab in Schotland. Hoe heb je dit waargemaakt?
‘Het was een lange reis vol met uitdagingen. Ik ben ruim tien jaar werkzaam als freelance journalist voor onder andere online en print media, maar nooit eerder kreeg ik de kans om aan de slag te gaan als tv-verslaggeefster. Wel werd ik gevraagd om bij tv-programma’s aan te schuiven als gast of als commentator, maar wilde ik het nieuws presenteren, dan moest ik eerst mijn hijab af doen. Dat werd mij verteld door een van de zenders waarvoor ik werkte. Ze zeiden: ‘Als je nu je hoofddoek af doet, dan kunnen we je meer klussen geven en kun je meer bereiken.’ Daardoor kreeg ik het gevoel alsof er geen ruimte was voor hijabi’s in de media.
Beeld: Tasnim Nazeer
‘Als mensen je vragen om iets aan jezelf te veranderen dat voor jou belangrijk is, zodat je meer kunt bereiken, dan weet je dat zij hun normen en waarden niet op de juiste plek hebben. Zo verbrak ik het contact met deze zender, en ging ik verder bij andere opdrachtgevers. Het was niet gemakkelijk. Ik voelde me erg tekort gedaan, en stond op het punt mijn ambitie om te werken als tv-verslaggeefster op te geven. Gelukkig werd ik door mijn familie gesteund en aangespoord om door te blijven gaan.
‘Zelf heb ik veel smeekbedes gedaan, en Allah gevraagd mij te helpen. Zo werden mijn gebeden verhoord. Binnen een week nadat mij werd verteld dat ik met mijn hoofddoek nooit op tv zou verschijnen als verslaggeefster, kwam ik in contact met STV News. Bij deze zender heb ik voor het eerst op tv een nieuwsitem gepresenteerd. Dat ging over het gebrek aan overheidssteun voor Schotse gezinnen die rouwen om het verlies van een dierbare.’
Wat heeft deze ervaring jou geleerd?
‘Deze ervaring deed me beseffen over het glazen plafond waar veel vrouwen – niet alleen moslimvrouwen – tegenaan lopen. Voor moslimvrouwen die met een hoofddoek zichtbaar moslim willen zijn in de media, ligt het toch een stuk lastiger. Dit komt natuurlijk onder andere door negatieve berichtgeving over moslims, en de stereotypering naar aanleiding van aanslagen door terroristische organisaties. Daardoor had ik al een vermoeden dat mijn hoofddoek een probleem zou zijn voor sommige mediabedrijven. Daarom besloot ik om naast mijn freelance werk een masterstudie te doen in internationale journalistiek, zodat ik in elk geval voldoende kennis en vaardigheden in huis heb. Hiermee hoopte ik mijzelf te kunnen onderscheiden als journalist, en dat opdrachtgevers dan in elk geval zien wat ik kan in plaats van wat ik op mijn hoofd draag. Maar wanneer het erop aankomt, blijft de hoofddoek – een zichtbaar teken van mijn identiteit als moslima – toch de grootste reden waarom opdrachtgevers mij niet als tv-verslaggeefster lieten werken.
‘Mensen vertelden me dat het nooit zou gebeuren: een hijabi-verslaggeefster op tv. Maar God weet beter’
‘Mijn hoofddoek werd uiteindelijk dat glazen plafond. Ik zou dat nooit kunnen doorbreken, omdat ik niet bereid ben mijn geloofsovertuiging opzij te zetten om meer in het leven te bereiken. Uiteindelijk werd mijn volharding beloond met mensen die mijn capaciteiten als journalist wél erkennen en waarderen. Zij zagen niet in waarom ik het nieuws niet kon presenteren met een hijab. Wat ik hiervan heb geleerd is dat volharding loont. Het is niet de meest gemakkelijke weg, maar uiteindelijk kom je er wel.’
Hoe draag jij met jouw journalistieke werk bij aan het tegengaan van negatieve stereotypering van moslims?
‘Ik schrijf graag over moslims die goede zaken verrichten, zoals bijvoorbeeld wanneer ze zich actief inzetten voor sociale rechtvaardigheid. De media werken wel zodanig dat conflicten binnen de moslimgemeenschap nieuwswaardiger zijn dan wanneer moslims het goed doen. Daar wil ik met mijn werk dan ook verandering in brengen.
‘Maar ik schrijf niet per se alleen over moslims, en ook niet alleen wanneer het goed gaat. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid als moslim om op te staan tegen onrechtvaardigheid, en zeker als het gebeurt binnen islamitische gemeenschappen. Zo schreef ik in 2018 een opiniestuk over de marteling van Oeigoerse moslims door de Chinese overheid, en waarom moslimlanden waaronder Saoedi-Arabië daar stil over zijn en er zelfs achter staan. Wat is er nodig voor een staatshoofd in de moslimwereld om de Chinese president Xi Jinping uit te dagen omwille van de Oeigoerse moslims? Weegt een investering van China op tegen miljoenen onschuldige Oeigoerse moslims die voor hun leven vrezen? Dat zelfs landen als Egypte en Saoedi-Arabië gevluchte Oeigoeren terug naar China deporteren, terwijl ze weten wat hen daar te wachten staat.’
Kreeg je bijval in jouw kritiek op het beleid van moslimlanden over de Oeigoeren?
‘Nee, dat werd me niet in dank afgenomen. Ik ontving zelfs meerdere – anonieme – doodsbedreigingen van mensen die het beleid van deze moslimlanden steunen, en waarschijnlijk voor deze overheden werken. Dit heeft mij echter niet weerhouden van het verder uiten van mijn kritiek en het verspreiden van informatie over de uitroeiing van Oeigoeren, die nog steeds plaatsvindt.
‘In verschillende moslimlanden zie je dat er gebrek is aan persvrijheid. Denk maar eens aan wat de Arabische journalist Jamal Khashoggi is overkomen, die zijn kritiek op de Arabische regering niet onder stoelen of banken stak. Door dergelijke praktijken kunnen journalisten terughoudend zijn in hun berichtgeving. Maar dan is het juist zaak om je aan de waarheid te houden, en sterk in je schoenen te blijven staan.
‘De doodsbedreigingen zijn erg shockerend, maar dat houdt mij niet lang bezig. Ik vrees Allah meer dan wie dan ook. Dat houd ik altijd maar in gedachten. Dit godsbewustzijn zet ik dan in om anderen te helpen met wat ik kan. Dat mensen verontwaardigd zijn en zelfs boos worden over wat ik schrijf, laat wel zien dat er een kracht schuilt achter de pen. Ik denk daarom dat journalisten met hun werk een zekere invloed kunnen uitoefenen om maatschappelijke veranderingen in gang te zetten, door zaken aan het licht te brengen die mensen op nieuwe inzichten brengt. Des te groter is dan het belang en verantwoordelijkheid om als journalist trouw te blijven aan de waarheid.’
Wat zou je zeggen tegen andere moslims die net als jij maatschappelijke verandering teweeg willen brengen met hun werk?
‘Met de opkomst van de Black Lives Matter-beweging zien we dat mensen van kleur steeds meer ruimte proberen in te nemen om voor hun belangen op te komen. Er is ook meer aandacht voor representatie van mensen met verschillende etnische achtergronden in de media. Dit is een goede ontwikkeling. Daartegenover staan diversiteit en inclusie hoog op de agenda van verschillende organisaties. Hierdoor worden er juist meer kansen gecreëerd voor moslims om van zich te laten horen, en van zich te laten zien. Dóe dat dan ook.
‘Blijf sterk in jouw geloof. Als je echt iets wilt bereiken in het leven, dan zal dat veel moeite kosten’
‘Voor moslims die te maken krijgen met discriminatie omdat ze ervoor kiezen hun moslimidentiteit zichtbaar te uiten, kunnen organisaties interne klachtenorganen oprichten. Hierdoor weten moslims tot wie ze zich binnen de organisatie kunnen wenden wanneer ze worden gediscrimineerd op basis van hun afkomst of religie. Dergelijke klachtenorganen zouden ook landelijk kunnen werken. Doel moet zijn om te voorkomen dat moslims worden gehinderd om hogerop te komen in hun carrière.
‘Verder wil ik nog zeggen: blijf sterk in jouw geloof. Als je echt iets wilt bereiken in het leven, dan zal dat veel moeite kosten. Ik deed er alles aan om het glazen plafond te breken, en het gebeurde niet. Ik werd gediscrimineerd. Mensen vertelden me dat het nooit zou gebeuren: een hijabi-verslaggeefster op tv. Maar God weet beter. En als mensen je vragen om iets aan jezelf te veranderen: doe dat niet als je je daardoor niet op je gemak voelt.’
Amnesty International India moet noodgedwongen stoppen met het opkomen voor de mensenrechten in het land. De regering-Modi heeft de bankrekeningen van de NGO bevroren.
Vijftien andere mensenrechtenorganisaties, waaronder Human Rights Watch, hebben het Indiase optreden scherp veroordeeld. Zij gaan wel door met hun werk.
De acties van de Indiase regering tegen Amnesty India maken deel uit van een steeds repressiever beleid om kritische geluiden te smoren, zeggen de vijftien andere mensenrechtenorganisaties.
De door de nationalistische Bharatiya Janata-partij (BJP) geleide Indiase regering heeft Amnesty India beschuldigd van het overtreden van wetten op buitenlandse financiering. Volgens de vijftien NGO’s is deze aanklacht politiek gemotiveerd.
De Indiase regering treedt steeds harder op tegen mensenrechtenactivisten, academici, studentenactivisten, journalisten en anderen die kritiek hebben op de regering. Zij worden van opruiing en terrorisme beschuldigd en belanden soms ook in de cel.
India begint steeds meer te lijken op een dictatuur, mensen de vijftien NGO’s. Extra kwetsbaar zijn volgens de vijftien op dit moment de verdedigers van vrouwenrechten in India en degenen die opkomen voor de rechten van inheemse groepen en minderheden. Amnesty kan deze lokale mensenrechtenverdedigers nu niet meer bijstaan.
De Indiase overheid heeft – ondanks kritiek van deskundigen van de Verenigde Naties – de wetten over buitenlandse financiering van NGO’s aangescherpt, met als doel de invloed van deze organisaties terug te dringen.
Een Koerdische man die naar verluidt uit een Turkse legerhelikopter is gegooid, is gisteren aan zijn verwondingen overleden. Dit meldt het Duitse internetmedium Deutsche Welle.
Het gaat om de 55-jarige Servet Turgut (foto). Hij werd drie weken geleden samen met een ander man in Oost-Turkije gearresteerd. Dit gebeurde tijdens een zogenoemde ‘contraterreuroperatie’ van het Turkse leger.
De twee werden verdacht van banden met de Koerdische onafhankelijkheidsstrijders van de PKK, een organisatie die ook in Europa en Amerika op de terreurlijst staat.
Ze zijn daarna allebei uit een helikopter gevallen, bevestigde een medisch rapport aan de hand van hun verwondingen.
Amnesty International en de pro-Koerdische HDP-partij willen een onafhankelijk onderzoek naar het incident.
Osman Siban (50), de andere man die uit het vliegtuig werd gegooid, is weer ontslagen uit het ziekenhuis. Wel lijdt hij aan geheugenverlies, aldus zijn advocaten.
Afro-activist Mwazulu Diyabanza Siwa Lemba liep 10 september het Afrika Museum in Berg en Dal binnen, om daar ‘gestolen’ Afrikaanse kunst terug te stelen. Hij streamde de actie live op Facebook.
Mwazulu is gekleed in een militair uniform waarop de letters UDC staan. Dit staat voor Unité Dignité Courage (Eenheid, Waarheid, Moed), de naam van de actiegroep van Mwazulu. Ook heeft hij een ivoren ketting om en draagt hij een fez, met daarop een button met de landkaart van Afrika. De Afro-activist vindt dat Afrikaanse kunst niet in Europese musea thuishoort, zo vertelt hij nu aan Afro Magazine:
‘Overal in het Westen prijken er in musea voorwerpen die een diepe significantie hebben voor Afrikaanse volkeren. Dit zijn geen gewone kunstvoorwerpen, maar culturele uitingen van onze voorvaderen die een rol spelen in wie wij zijn. Ze horen niet in musea tentoongesteld te zijn, want bij ons hebben ze spirituele en sociaal antropologische waarde; en zeker ook economische waarde. Denk maar aan de landbouw en veeteelt; iets met spirituele waarde genereert een heleboel; het beïnvloedt de visvangst, bevrucht de grond. Dat is alleen maar goed voor de mensheid. Daarom moet het terug.’
De diefstal uit het Afrika Museum in Berg en Dal was niet de eerste actie van Mwazulu. In juni dit jaar pakte hij ook een beeld uit het Quai Branly Museum in Parijs. Dit leverde hem twee dagen celstraf op.
In oktober moet hij in Parijs voor de rechter verschijnen voor diefstal. in januari 2021 staat hij in Nijmegen ook voor de rechter voor zijn actie bij het Afrika Museum.
Mwazulu beschouwt zichzelf niet als een dief: ‘Het is geen diefstal wanneer je terugpakt wat van je afgepakt is.’
Mwazulu vertelt Afro Magazine dat hij de beweging om Europese musea te ‘dekoloniseren’ steunt. ‘Maar het is voor ons van nog groter belang dat zij – de Europeanen, het Westen – accepteren dat ze in de fout zaten en gewoon alles teruggeven dat ze gestolen hebben’, zegt hij. ‘Ondertussen gaan wij gewoon door met het terugpakken van onze spullen. Ze zijn nog lang niet van ons af.’
De volkeren van hun voorouders strijden tegen elkaar, maar zelf hopen Tato Martirossian en Fatma Bulaz dat Armenië en Azerbeidzjan de strijd om Nagorno-Karabach zo snel mogelijk beëindigen. ‘Ik zal pas juichen als we vreedzaam met elkaar kunnen samenleven.’
Opnieuw is er oorlog in Nagorno-Karabach, een regio in de Zuidelijke Kaukasus die officieel bij Azerbeidzjan hoort, maar sinds de jaren negentig de facto in handen is van de internationaal niet-erkende Armeense Republiek Artsach. Azerbeidzjan wil de regio heroveren en wordt in dit streven gesteund door de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, die honderden pro-Turkse Syrische jihadisten naar het strijdtoneel heeft gestuurd.
Hoe ervaren Nederlanders met een Armeense en een Azeri-achtergrond dit conflict? En hoe kan er misschien een duurzame vrede komen? De Kanttekening sprak hierover met de Armeens-Nederlandse Tato Martirossian en de Turks-Koerdische Nederlander Fatma Bulaz, die via moederskant ook een Azeri-achtergrond heeft. Zij moeten niets van de oorlog hebben en willen juist verzoening tussen beide volkeren. Enkele jaren geleden bezochten ze samen het Armeense Genocidemonument in Yerevan.
‘Mijn hart scheurt in duizend stukken’
‘Op dit moment heerst er onder Armeniërs, in Armenië maar ook in de diaspora, een bepaalde sfeer’, vertelt Tato. ‘Wat ik merk is dat jongeren zich zeer betrokken voelen bij de strijd en zich geroepen voelen om deze strijd te steunen. Het toejuichen van het leger wordt gezien als goed, dapper en rechtvaardig en de oorlog wordt gezien als een noodzakelijke strijd voor vrede. Er is geen ruimte voor een pacifistische boodschap. Tegelijkertijd heb ik op social media oproepen voorbij zien komen om mensen die tegen de oorlog zijn niet als landverrader of lafaard weg te zetten.’
Volgens Tato lijken Armeniërs en Azerbeidzjanen meer op elkaar dan ze wellicht willen toegeven. ‘De Armeniërs zeggen te vechten om zichzelf te verdedigen en de kwetsbaren te beschermen, hun vrouwen en kinderen. Maar in Azerbeidzjan zeggen ze precies hetzelfde. De Azerbeidzjanen zeggen echt niet dat ze naar Nagorno-Karabach gaan om te moorden en te verkrachten. Dus, even los van de waarheid en de schuldvraag, de Armeniërs en de Azerbeidzjanen trekken met precies dezelfde overtuigingen en emoties ten strijde.’
Zelfs de Armeense en Azerbeidzjaanse kranten zijn, in hun berichtgeving, een spiegel van elkaar, vertelt Tato. ‘In de Armeense kranten staat dat er een jong meisje gedood is als gevolg van het oplaaiende geweld. De Armeniërs strijden voor kinderen zoals haar. Maar op een Azerbeidzjaanse nieuwssite lees ik ook dat er een Azerbeidzjaans kind is omgekomen.’
Tato kan niet juichen als ze leest over doden aan de andere kant. ‘Op dit moment zijn er alleen maar verliezers. Ik zal pas juichen als we vreedzaam met elkaar kunnen samenleven.’ Ook bekenden van Tato lopen kans om te sneuvelen, vertelt ze. ‘Iemand die ik goed ken in Armenië, een vader van twee kleintjes, is opgeroepen om naar het front te gaan. Een andere goede bekende van mij heeft zich als vrijwilliger aangemeld om te vechten. Ze willen met opgeheven hoofd gaan en dat vind ik moedig van ze, hoewel het mij verdriet doet dat ze geen andere keuze hebben, of lijken te hebben.’
Ze vindt het echt verschrikkelijk wat er nu allemaal gebeurt. ‘Op social media wordt massaal een foto gedeeld van een achttienjarige jongen, die zijn moeder vaarwel kust voordat hij naar het front vertrekt. Hij kan de strijd niet overleven. Deze moeder kan haar zoon kwijtraken. Ik ben zelf moeder. Mijn hart scheurt in duizend stukken als ik deze foto zie. Ik voel eerder verdriet dan trots. Ik houd mijn hart vast, want hoeveel meer bloed moet er nog vloeien voordat dit eindelijk voorbij is?’
Een van Tato’s beste vriendinnen is een nationalistische Armeense, die dinsdag 29 september is gaan protesteren tegen Azerbeidzjan en Turkije. Tato heeft ook vriendinnen die Azeri zijn. De oorlog heeft echter ‘nul gevolgen’ voor haar vriendschappen, benadrukt ze. ‘Ik hoop natuurlijk ook dat er een oplossing voor dit vreselijke conflict komt, maar ik heb geen flauw idee hoe dat zou moeten. In ieder geval moeten we het menselijke in de ander weer gaan zien. De emoties van de oorlog beletten het zicht daarop.’
Beeld: Tato Martirossian (links) en Fatma Bulaz (rechts) bij het genocidemonument in Yerevan, Armenië, 2018
‘We moeten meer oog hebben voor wat ons bindt’
Fatma is Turks-Koerdisch, maar van haar moederskant is ze een Turkse Azeri, vertelt ze. ’In Iran wonen de meeste Azeri, die ‘Tork’ – Turk – worden genoemd. De Azerbeidzjanen zijn over verschillende landen verspreid. Een kleine groep woont in Turkije, de meeste Azeri wonen in Iran en daarna in Azerbeidzjan zelf.’
De Azeri voelen zich etnisch en linguïstisch verbonden met de Turken. Ook delen ze met de Turken de islam, hoewel veel Azeri de sjiitische islam aanhangen, terwijl de meeste Turken soennitische moslims zijn. Tegen de Armeniërs voelen de Azeri een sterke antipathie. ‘Omdat ik ook in Armenië ben geweest en daar samen met Tato het Armeense Genocidemonument in Jerevan heb bezocht, ben ik een beetje de rebel in de familie.’
‘Nationalisme is een heel groot probleem, niet alleen voor de Azerbeidzjanen die Turkije achter zich hebben, maar ook voor de Armeniërs’, zegt Fatma. Toen ze twee jaar geleden in Armenië was kwam de kwestie Nagorno-Karabach ter sprake. ‘Ik werd meteen verbeterd door een oudere Armeense vrouw, die zei dat ik ‘Artsach’ moest zeggen. ‘Nagorno’ is een Russisch woord en betekent ‘gebergte’. ‘Karabakh’ is een Azeri-woord dat betekent ‘zwarte tuin’. Zelfs de namen worden gepolitiseerd.’
Dat beide landen nu weer in oorlog zijn om Nagorno-Karabach doet Fatma veel pijn. ‘Armeniërs en Azerbeidzjanen sturen jonge mensen naar het front, om te vechten, om te sterven. Kinderen overlijden als gevolg van een politiek spel.’ Haar familie is niet blij met de oorlog, vertelt ze. ‘Mijn vader zei tegen mij dat hij het echt verschrikkelijk vond dat er jonge mensen doodgaan. Andere familieleden heb ik evenmin op oorlogsenthousiasme kunnen betrappen. Maar misschien is mijn familie minder fel omdat we uit Turkije komen. We hebben geen familie in Azerbeidzjan zelf.’
Fatma weet net als Tato niet precies wat er moet gebeuren om de vrede tussen beide landen te herstellen. Hoewel Nagorno-Karabach officieel bij Azerbeidzjan hoort, vindt Fatma niet dat het gebied aan de Azerbeidzjanen toebehoort. Maar de Armeniërs hebben ook geen exclusief recht op deze regio, zegt ze. ‘Nationalistische Armeniërs beweren dat de regio historisch Armeens was, en dat er later Turken en Azerbeidzjanen zijn gaan wonen. Met deze redenering ben ik het niet eens, want mensen migreren nu eenmaal. Je kunt niet een land exclusief voor jezelf claimen. Er moet een vreedzame co-existentie zijn.’
Sowieso lijken Armeniërs en Azerbeidzjanen in heel veel opzichten op elkaar, legt Fatma uit. ‘We hebben honderden jaren samen met elkaar geleefd. We hebben dezelfde geschiedenis. We moeten meer oog hebben voor wat ons bindt, dan voor wat ons onderscheidt.’
Rusland en Frankrijk doen een beroep op Turkije om de gevechten tussen Armenië en Azerbeidzjan te stoppen. Rusland is een bondgenoot van Armenië, terwijl Azerbeidzjan binnen de invloedssfeer van Turkije valt. Frankrijk is een NAVO-partner van Turkije, maar die twee landen staan al langer op gespannen voet met elkaar.
Dit weekend laaiden de vijandelijkheden tussen Armenië en Azerbeidzjan weer op. Mogelijk zijn Syrische jihadisten betrokken, die vanuit de Turkse hoofdstad Ankara naar de Azerbeidjaanse hoofdstad Baku zouden zijn ingevlogen.
Ook zegt Armenië dat een Turkse F-16 een Armeens oorlogsvliegtuig heeft neergehaald, waarbij de piloot zou zijn overleden. Turkije ontkent alle aantijgingen.
De Turkse president Erdogan verklaarde maandag ‘met alle middelen en heel mijn hart’ aan Azerbeidzjans kant te staan. Ook zei hij dat het einde van de Armeense ‘bezetting’ van Nagorno-Karabach de enige uitweg uit het conflict is.
Dit gebied hoort officieel bij Azerbeidzjan, maar is na de val van de Sovjet-Unie in 1991 door de Armeniërs bezet tijdens een bloedige oorlog. Azerbeidzjan wil het gebied terug. Volgens Armenië is het gebied historisch gezien Armeens.
Rusland vindt dat Turkije door deze steunbetuiging aan Azerbeidzjan en de mogelijke inzet van legereenheden alleen maar olie op het vuur gooit. ‘We zijn hier categorisch op tegen’, aldus een woordvoerder van het Kremlin gisteren. Vandaag laat Rusland weten dat zijn militaire apparaat de ontwikkelingen in Nagorno-Karabach nauwgezet volgt.
Ook de Democratische presidentskandidaat Joe Biden roept Erdogan op ‘weg te blijven’ van inmenging in het conflict. Biden wil dat zijn tegenstrever Donald Trump zijn macht als Amerikaanse president gebruikt om de leiders van Armenie en Azerbeidzjan aan te sporen tot de-escalatie, tweette hij gisteren.
Biden is bepaald geen fan van Erdogan: eerder noemde hij hem een autocraat, bekritiseerde hij diens anti-Koerdische politiek en zei hij de Turkse oppositie te willen steunen.
Zowel Armenië als Azerbeidzjan weigeren tot nu toe een wapenstilstand en gesprekken om het conflict over Nagorno-Karabach te beslechten.
De Franse president Emmanuel Macron sluit zich vandaag bij Biden aan en noemt de steun van Turkije aan Azerbeidzjan ‘gevaarlijk en onbezonnen’. Hij vindt dat Erdogans ‘oorlogsachtige’ retoriek heeft bijgedragen aan de inspanningen van Azerbeidzjan opnieuw in handen te krijgen.
Macron had al een paar appeltjes te schillen met Erdogan. Hij komt op voor de Griekse en Cypriotische belangen in de Middellandse Zee. Turkije zou daar wateren claimen waar recentelijk aardgas is ontdekt maar die officieel bij Griekenland en Cyprus horen. Frankrijk en Turkije zijn ook tegenpolen wat betreft de burgeroorlog in Libië: Frankrijk steunt daar de Arabische krijgsheer maarschalk Haftar, Turkije steunt de voorlopige regering van Libië.
Onze site gebruikt cookies en vergelijkbare technologieën onder andere om u een optimale gebruikerservaring te bieden. Ook kunnen we hierdoor het gedrag van bezoekers vastleggen en analyseren en daardoor onze website verbeteren.
Deze website gebruikt cookies om uw gebruikservaring op deze website te verbeteren. Van deze cookies worden cookies aangemerkt als "Noodzakelijk" in uw browser bewaard, deze cookies zijn essentieel voor het functioneren van de website. Bijvoorbeeld het opslaan van uw keuze of u wel of geen cookies wilt hebben. Wij maken ook gebruik van cookies van derde partijen die ons helpen met het analyseren en begrijpen van de gebruik van deze website door u. Deze cookies worden alleen gebruikt als u daar toestemming toe geeft. U heeft ook de mogelijkheid om uzelf uit te sluiten voor deze cookies. Dit zal echter effect hebben op uw gebruikerservaring.
Noodzakelijke cookies zijn absoluut nodig voor het functioneren van de website. De cookies in deze categorie zorgen alleen voor de veiligheid en het functioneren van deze website . Deze cookies bewaren geen persoonlijke gegevens
Deze cookies zijn niet strict noodzakelijk, maar ze helpen de Kanttekening een beter beeld te krijgen van de gebruikers die langskomen en ons aan te passen aan de behoeftes van onze lezers. Hiervoor gebruiken wij tracking cookies. Bij het embedden van elementen vanuit andere websites zullen er door deze sites ook cookies worden gebruikt.