24.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 69

President Biden waarschuwt voor oligarchie die democratie bedreigt

0

Afzwaaiend president Joe Biden waarschuwde tijdens zijn afscheidstoespraak voor de opkomst van een gevaarlijke oligarchie in de Verenigde Staten. Hiermee doelt hij op de groeiende invloed van techgiganten. Dit meldt NOS.

Hij noemde geen namen, maar sprak over een ’tech-industrieel complex’. Er ontstaat een oligarchie van extreme rijkdom, macht en invloed die de democratie, de basisrechten en de vrijheid van de Verenigde Staten bedreigt, waarschuwde hij.

Hij maakte het concreter toen hij sprak over desinformatie op sociale media. ‘Amerikanen worden bedolven onder een lawine van misinformatie en desinformatie, waardoor machtsmisbruik mogelijk wordt’, aldus de president.

Ook uitte hij zijn bezorgdheid over het feit dat bedrijven zoals Meta afstand doen van onafhankelijke factcheckers. Volgens hem wordt de waarheid op deze manier ingeruild voor leugens, ten gunste van macht en winst.

Biden draagt aanstaande maandag het stokje over aan Donald Trump, die het Witte Huis zal betrekken als 47e president. Hoewel zijn verkiezing mogelijk invloed heeft (of heeft gehad) op vredesbesprekingen in Gaza en Oekraïne, zijn er ook veel zorgen over zijn ambtstermijn. Een van die zorgen is de groeiende invloed van rijke techondernemers in de politiek, zoals die van Elon Musk, eigenaar van X.

Het feit dat een platform als X in handen is van Musk, wordt gezien als een mogelijkheid informatieverspreiding naar zijn hand te zetten. Inmiddels kijkt ook de Chinese overheid naar de mogelijkheid om de Amerikaanse tak van Tik Tok aan Musk te verkopen, omdat dit sociale medium misschien verboden wordt in de VS. Of Musk in dit voorstel geïnteresseerd is, is nog niet bekend.

Amerikaanse ambassadeur weggepest uit Hongarije omdat hij homo is

0

De Amerikaanse ambassadeur David Pressman, die in Hongarije tot staatsvijand nummer één werd verklaard vanwege zijn geaardheid, vertrekt na tweeënhalf jaar uit het land. Dat meldt de Franse krant Le Monde.

Pressman had het niet makkelijk in Hongarije. Hij werd het doelwit van persoonlijke aanvallen en haat, ook vanuit de Hongaarse president Viktor Orbán.

Via mediakanalen die aan Orbán zijn gelieerd, werd zelfs een achtervolging opgevoerd naar de luchthaven van Boedapest op de dag van zijn vertrek. ‘De diplomaat die ons land regelmatig lafhartig aanviel, vluchtte in het geniep’, werd als laatste sneer gedeeld op Hongaarse staatsmedia.

Ambassadeur Pressman heeft een reputatie opgebouwd als mensenrechtenverdediger, maar vanwege zijn geaardheid (hij is homoseksueel) werd hij in Hongarije weggezet als ‘ondermijnend voor traditionele Hongaarse waarden’. Bij zijn aantreden werd zelfs een spandoek met dreigende homofobe taal opgehangen in Boedapest: ‘Mr. Pressman, koloniseer Hongarije niet met uw cultuur van dood.’

Pressman hing een foto van dat spandoek als een geuzenteken op in zijn kantoor. ‘Zo ben ik verwelkomd in Hongarije’, vertelde hij aan The New York Times.

De ambassadeur maakte zich ook niet populair door zich regelmatig uit te spreken over de interne aangelegenheden van het land. Hij bekritiseerde de conservatieve koers van Hongarije en de aanvallen op de vrije media. Dit leidde tot nog meer vijandigheid. Een presentator die aan Orbán gelieerd is, noemde hem zelfs spottend ‘mevrouw de ambassadeur.’

Tussen feministische bijlagen en rechtse koppen: wat maakt De Telegraaf uniek?

0

De Telegraaf heeft een uitgesproken rechtse reputatie, met spraakmakende campagnes en koppen die tegenstanders vaak als populistisch en polariserend bestempelen. Maar waar komt deze toon vandaan?

De Telegraaf heeft een berucht imago onder zijn tegenstanders. De krant zou populistisch zijn, seksistisch, racistisch en islamofoob. De kritiek richt zich vooral op spraakmakende journalisten en columnisten met uitgesproken rechtse opinies, zoals Wierd Duk, Nausicaa Marbe, Roderick Veelo en Leon de Winter. Zij zetten zich af tegen links en de multiculturele samenleving. Waarom doet De Telegraaf dat? Critici stellen dat deze krant nog steeds even fout is als in de Tweede Wereldoorlog, toen ze Duitsgezind was. Klopt dat, of speelt er nog iets anders?

In het proefschrift Het geheim van De Telegraaf stelt Mariëtte Wolf dat de krant sterk hecht aan haar onafhankelijkheid, maar dat dit niet kleurloosheid of objectiviteit betekent. ‘Anders dan de meeste concurrenten is de krant er nooit voor teruggedeinsd een van de belangrijkste journalistieke principes – het scheiden van nieuwsfeiten en meningen – te overtreden. Zij lapt dit credo zelfs welbewust aan haar laars en kiest per definitie voor de emotie. Onder het motto ‘journalistieke objectiviteit is een illusie, dus je kunt maar beter voor je mening uitkomen’ houdt de krant ook buiten de commentaren, columns en kritieken de bordjes dagelijks op de knieën, of het nu gaat om een ‘beeldschone’ vrouw of een ‘incapabele’ bewindspersoon.’

‘De keuzes van De Telegraaf zijn totaal geheimzinnig’, vult mediahistoricus Huub Wijfjes aan. ‘De krant laat zich nauwelijks voorspellen. Ze lijken soms een PVV-krant, maar dat zijn ze niet. Grote delen van De Telegraaf passen niet in dat stramien. De bijlage Vrouw is zelfs licht feministisch.’

‘Gewoon zeggen wat je vandaag meent’, was het adagium van De Telegraaf

Maar waarom dan dat rechtse imago? De Telegraaf begon in 1893 als een progressieve liberale krant, zo kunnen we lezen in Wolfs proefschrift, die tijdens de Eerste Wereldoorlog sterk anti-Duits was. Maar daarna schoof de krant meer naar rechts op. De Telegraaf wilde een massakrant worden voor de ‘hardwerkende middengroepen’, de ‘ruggengraat van onze samenleving’. Daarbij pasten geen ‘hervormingsgezinde en vooruitstrevende beginselen’, aldus Wolf.

Ook na de Tweede Wereldoorlog was De Telegraaf knetterrechts. Hoofdredacteur Jaap Goedemans verzamelde enkele ijzervreters om zich heen – waaronder Henk Lunshof, F.C. Gerretson en Albert van der Poel – die gerant stonden voor een compromisloze, reactionaire koers. Ze hadden een diepe afkeer van de sociaaldemocratie, die volgens hen verantwoordelijk was voor het verlies van de kolonie Nederlands-Indië in 1949. Tegelijkertijd bleef de krant politieke partijen met wie zij zich verwant voelde – in de jaren vijftig waren dat de VVD en de conservatieve, protestants-christelijke Christelijk-Historische Unie – de oren wassen wanneer zij dit nodig achtte. ‘Gewoon zeggen wat je vandaag meent’, was het adagium van De Telegraaf.

Het rechtse imago dat de krant nu heeft komt vooral dankzij de voorpagina en het commentaar, zegt Wijfjes. ‘Een paar mensen beslissen dit. Zij zetten de toon, mogen de toon zetten. Tegenwoordig is het vooral Wierd Duk die dat doet. Vroeger waren dit andere mensen.’

Op dit moment vaart De Telegraaf een koers die vooral uitpakt in het voordeel van partijen als de PVV. Maar een tijdlang heeft De Telegraaf een centrumrechtse koers gevaren, die erg pro-VVD was. ‘Zo was de krant in de jaren 2001-2002 heel kritisch op Pim Fortuyn’, vertelt Wijfjes. ‘Dat kwam omdat Kees Lunshof, de toenmalige adjunct-hoofdredacteur van De Telegraaf, Fortuyn niet mocht. Hij zette toen de toon. Sjuul Paradijs, die van 2009 tot 2015 hoofdredacteur van De Telegraaf was, voelde goed de onderbuik aan. Tegelijkertijd was en is hij heel kritisch over de PVV. Maar Paradijs is eruit gezet. De toon van De Telegraaf wordt nu gezet door rechtse houwdegens die een rabiate toon aanslaan.’

De Telegraaf collaboreerde tijdens de bezettingsjaren met de Duitsers – reden waarom de krant tot september 1949 niet mocht verschijnen. Hoe zit het met de kritiek dat De Telegraaf vanwege het oorlogsverleden ook nu niet deugen kan? Wijfjes vindt dit een onterecht verwijt. ‘De Telegraaf was heel fout in de oorlog, maar dat heeft weinig met de koers van nu te maken. Ze is altijd een krant geweest van de campagnes. Tegen de kilometerheffing. Tegen het ‘Marokkanentuig’. Tegen burgemeester Femke Halsema.’

Volgens Wijfjes is dit een lange traditie. ‘Het begon al tijdens de Eerste Wereldoorlog. Nederland was als land neutraal, maar De Telegraaf was sterk anti-Duits. Dit ging zelfs zo ver, dat hoofdredacteur Kick Schröder in december 1915 een tijdje werd vastgehouden vanwege ‘breuk van neutraliteit’. De ironie is natuurlijk dat De Telegraaf tijdens de Tweede Wereldoorlog juist pro-Duits, pro-nazi was. In de jaren dertig voerde de krant een felle campagne tegen communisten en socialisten. Ook was de krant negatief over werklozen, die te lui zouden zijn om te werken. Een campagne tegen de Joodse sociaaldemocratische wethouder Monne de Miranda uit Amsterdam was zelfs zo hard, dat critici de krant van antisemitisme beschuldigden.’

De Telegraaf wil de stem zijn van het ‘kleinburgerlijk ongerief’

Het plegen van karaktermoord hoort bij de tactieken van De Telegraaf, aldus Wijfjes. ‘Ze zoeken een thema uit, ze zoeken een slachtoffer en gaan vervolgens campagne voeren. Na De Miranda waren onder andere PvdA-premier Joop den Uyl, GroenLinks-burgemeester Femke Halsema en D66-minister Sigrid Kaag de kop van jut. Zo’n persoon belichaamt als het ware alles waar De Telegraaf tegen is. Nu zijn dat linkse vrouwen met macht.’

De Telegraaf wil de stem zijn van het ‘kleinburgerlijk ongerief’, vervolgt Wijfjes. ‘De kleinburger is boos op alles. De belastingen stijgen. De politiek heeft maling aan ons. Alles is fout. De krant speelt handig in op de ontevredenheid van veel mensen, hun gevoel dat hen groot onrecht is aangedaan.’ Tegelijkertijd, zo benadrukt Wijfjes, is De Telegraaf meer dan de campagnes alleen. ‘Veel mensen lezen deze krant vanwege de leuke katernen over auto’s of vakantie. En dat maakt de krant nog geheimzinniger, want tussen deze katernen en de voorpagina bestaat weinig samenhang.’

Hoe weet De Telegraaf zo veel lezers aan zich te binden? Volgens Wolf heeft dit te maken met de ‘esprit de corps’ van de hoofdredactie, zo schrijft ze in haar proefschrift:

In elk tijdvak zijn er verbindende figuren te vinden die het specifieke karakter van de krant overeindhouden, ondanks het grote verloop op de redactie in de eerste veertig jaar van haar bestaan of veel ingrijpender ordeverstoringen als een oorlog of een verschijningsverbod. (…) Hoe verschillend ook, de opeenvolgende hoofdredacteuren beschikken mede door hun lange staat van dienst over het juiste type Telegraaf-DNA.

Voor de rest van de redactie geldt dat ze trots zijn om voor De Telegraaf te werken. Ze hebben sterk het gevoel van ‘Wij tegen de rest van de wereld’, aldus Wolf. Het verschijningsverbod in 1945-1949 en de bestorming van het Telegraafgebouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam in juni 1966 hebben aan deze belegeringsmentaliteit bijgedragen. Onder de leuzen ‘moordenaars’, ‘fascisten’ en ‘weg met De Telegraaf’ probeerden linkse activisten en boze bouwvakkers het gebouw in te nemen.

Telegraaf-lezers maken zich zorgen over ‘buitenlanders’, waarvan ze denken dat die de Nederlandse cultuur over gaan nemen’

De Telegraaf is als krant uniek, vindt Wijfjes. ‘Aan de progressieve kant had en heb je kwaliteitskranten, maar die zijn qua toon natuurlijk veel genuanceerder. De PvdA-krant Het Vrije Volk heeft in de jaren zestig en zeventig geprobeerd om een linkse Telegraaf te worden en in te spelen op de linkse onderbuik, maar dat is faliekant mislukt. Het Vrije Volk bestaat mede daarom nu niet meer. De communistische krant De Waarheid voerde net als De Telegraaf ook campagnes en was erg strijdbaar, maar dit dagblad is nooit een massakrant geweest, behalve een korte periode vlak na de oorlog. Maar daarna werd het een krant die alleen maar preekte voor eigen parochie. Sowieso is de stijl van De Telegraaf – sensationele koppen, tegenstellingen uitvergroten, niet aan wederhoor doen – iets waar rechts gewoon beter in is dan links.’

In hoeverre is er nog toekomst voor De Telegraaf? Het aantal abonnees is dramatisch gedaald, van 800.000 in de hoogtijdagen van de krant naar zo’n 200.000 nu. Wijfjes: ‘Het abonnementsverlies is vergelijkbaar met dat van andere kranten, die ook veel aanhang zijn kwijtgeraakt. De Telegraaf heeft dit gecompenseerd door een slimme reorganisatie en door het aanboren van andere inkomstenbronnen, onder andere online. Ook heeft de krant aan bereik niets ingeboet en is het dagblad nog steeds winstgevend. Belangrijk is dat De Telegraaf de eigen achterban blijft bedienen. De lezers van NRC, de Volkskrant, Trouw en Het Parool zijn hoogopgeleide, progressieve mensen. De Telegraaf richt zich op laagopgeleide mensen en de middengroepen. Deze lezers hebben nauwelijks interesse in ontwikkelingen in de rest van de wereld, Europa en het klimaat. Zij maken zich zorgen over ‘buitenlanders’, waarvan ze denken dat die de Nederlandse cultuur over gaan nemen, en ze ergeren zich aan ‘klimaatdrammers’.’

‘Als geen ander dagblad beschikt De Telegraaf over het vermogen zich te vereenzelvigen met haar lezers’, zo besluit Mariëtte Wolf haar dissertatie:

Zij juicht volop mee met de kampioenen, huilt mee met de slachtoffers, fuift mee met de feestvierders, rouwt mee met de slachtoffers, moppert mee met de ontevredenen en strijdt mee met de gedupeerden. Haar sterke radar voor de sentimenten die onder brede lagen van de bevolking leven, vormt misschien wel het belangrijkste ‘geheim’ van De Telegraaf, al heeft de krant zelf hier nooit geheimzinnig over gedaan.

De historica citeert met instemming Volkskrant-columnist Jan Blokker, die bij het honderdjarig jubileum van De Telegraaf in 1993 met zijn bekende scherpzinnigheid constateerde: ‘Geen enkele krant heeft de thermometer zo diep in de billen van de samenleving als De Telegraaf.’

Turkse ambities in Syrië kunnen gevaarlijk zijn

0

‘Erdogan van Turkije heeft aanvallen van de zogenaamde SNA tegen onze partners, de Koerden, gesteund… Bent u het ermee eens dat we onze partner, de SDF, moeten steunen in de strijd tegen IS?’

De vraag kwam van Chris Van Hollen, een Democraat, tijdens de bevestigingshoorzitting van de Amerikaanse Senaat voor Marco Rubio’s benoeming als minister van Buitenlandse Zaken op 15 januari 2025.

‘Ja, absoluut’, antwoordde Rubio. ‘We moeten erkennen dat het in de steek laten van onze partners gevolgen heeft. Het is in het nationale belang van de Verenigde Staten om een Syrië te hebben dat de Koerden beschermt. Het is belangrijk om Erdogan duidelijk te maken dat [Turkije] de machtswisseling in de VS niet moet zien als een kans om bestaande afspraken te schenden.’

Enkele dagen voor de cruciale inauguratie van Trump in Washington D.C., blijft Syrië immense onzekerheid veroorzaken. De economie is ernstig verwoest door 14 jaar burgeroorlog, delen van het grondgebied zijn verwoest, minderheden blijven onrustig, en de vooruitzichten blijven somber.

Het Turkije van president Erdogan heeft de ambitie om de toekomst van Syrië naar zijn hand te zetten en is op al deze fronten zichtbaar actief. Het was Ankara dat de reeks gebeurtenissen in gang zette die leidden tot de val van Assad. Het wilde alleen een HTS-actie in Aleppo, maar dit zorgde onverwacht voor de val van het regime.

Erdogan paste zich snel aan de nieuwe situatie aan, klonk zegevierend en stelde vast dat er voor Turkije een brede horizon openging, mogelijk met een ‘achterland’ in gedachten. Sommige analisten die Turkije als ‘winnaar’ uitriepen, waren te voorbarig. Turkije kon tot nu toe alleen aanspraak maken op ‘eigendom’ en tastbare voordelen. ‘Winnen’ hangt echter af van hoe je deze voordelen gebruikt in dit uiterst delicate geopolitieke spel. Tot nu toe lijkt er geen enkele winst in zicht. De zaken lijken langzaam uit de hand te lopen, zoals blijkt uit de opmerkingen van de aanstaande Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken.

Vanaf het begin hield Ankara rekening met de ‘Trump-factor’ en Israël. In oktober gebeurden er in Turkije twee opvallende zaken. Ten eerste werd Israël hoger geplaatst als dreiging. Op 8 oktober vond er een parlementszitting achter gesloten deuren plaats over dit onderwerp, waarbij de oppositie werd opgeroepen zich te scharen achter wat Erdogan het ‘binnenlandse front’ noemt. Ten tweede lanceerde Devlet Bahceli, bondgenoot van Erdogan en leider van de MHP, een ‘initiatief’ waarbij de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan werd uitgenodigd om aan te kondigen dat de PKK en de Koerdische militie YPG de wapens zouden neerleggen, in ruil voor verbeterde detentievoorwaarden. De boodschap was eenvoudig: ontwapen jezelf of word ‘uitgeroeid’.

Een grondwetswijziging die Erdogan een derde termijn zou geven, met steun van de Koerden

De illusie onder Koerden in Turkije was dat het om een nieuw vredesproces ging. Maar al snel werd duidelijk dat Ankara uit was op een zero-sum game: zoveel mogelijk nemen zonder enige concessies. Öcalan verplaatste het ‘initiatief’ daarom naar het parlement.

De bedoelingen van Erdogan en Bahceli zijn duidelijk: de weg effenen voor een grondwetswijziging die Erdoğan een derde termijn zou geven, met steun van de Koerden.

Maar een ander deel van de strategie gaat over Syrië. De Turkse minister van Buitenlandse Zaken Hakan Fidan eist dat niet-Syrische commandanten van de YPG Syrië verlaten en dat de rest, ontwapend, zich aansluit bij het nieuwe Syrische leger (dat, paradoxaal genoeg, onlangs een aantal jihadistische topcommandanten van ‘buitenlandse nationaliteit’ heeft benoemd). Turkije wil ook de bewaking overnemen van de kampen met duizenden IS-leden.

Op dat vlak is er echter niets veranderd. Vanuit de NAVO- en EU-sferen is steun uitgesproken voor het seculiere Syrische front SDF (waarvan de militaire vleugel de YPG is), terwijl de Amerikanen Turkse voorstellen hebben afgewezen. In plaats daarvan is de westerse bescherming van door de YPG-militie gecontroleerde gebieden versterkt. Rubio’s uitspraken weerleggen duidelijk de Turkse oproepen om de YPG te ontbinden.

Een ander obstakel was de uitsluiting van de Turkse regering bij de recente bijeenkomst van de westerse bondgenoten de VS, Frankrijk, Italië, het VK en Duitsland in Rome.

Israël, dat argwanend is over de ware aard van de nieuwe Syrische machthebbers, verhoogt eveneens zijn steun aan de SDF en positioneert zich als een geduchte rivaal van Ankara in de strijd om invloed in Syrië.

De kloof tussen HTS-leider Abu Mohammed al-Jolani en Ankara wordt ook groter. Amerikaanse bronnen die Jolani onlangs in Damascus ontmoetten, zeggen dat hij zijn legitimiteit wil bewijzen zonder afhankelijk te zijn van Ankara. Jolani weet waar het geld te halen is, wat zijn recente bezoeken aan Saoedi-Arabië, de VAE, Qatar en Jordanië verklaart, terwijl hij Ankara nog niet officieel heeft bezocht.

Toch blijft Erdogan een machtige speler om rekening mee te houden. Hij zal zijn voordelen maximaal benutten en waarschijnlijk persoonlijk inzetten op zijn ‘Amerikaanse vriend’ Trump.

Alle ogen zijn gericht op de regering-Trump: zal deze luisteren naar Netanyahu of Erdogan? Deze keuzes zullen de toekomst van Syrië bepalen.

Turkse club lanceert ‘Ik spreek thuis Turks’-campagne

0

‘De taal die we spreken, ons mooie Turks, is ons nationale erfgoed’, zegt Fehmi Uzun in een column op Nhaber, een nieuwssite die zich richt op de Turkse gemeenschap in Nederland. Hij pleit, samen met andere sympathisanten van de Turkse cultuur, voor het doorgeven van de Turkse taal ‘van generatie op generatie’.

Daar is zelfs een geheel nieuwe stichting ‘Van generatie op generatie’ (Kusaktan Kusaga, in het Turks) voor opgericht.

Uzun, in het dagelijks leven ‘multiculturele’ schuldhulpverlener, verwijst in zijn stuk ook naar de eerste Turkse gastarbeiders die zestig jaar geleden naar Nederland kwamen. Hij vraagt zich af in welke situatie de toekomstige generaties zich over zeventig of tachtig jaar zullen bevinden.

Volgens hem maken veel Turkse ouderen zich zorgen over het slechte niveau van het Turks bij de nieuwe generaties. Het gebruik van het Turks zou bovendien, door de opkomst van smartphones, tot een minimum zijn gedaald.

Op de flyer van de ‘Ik spreek thuis Turks’-campagne staat: ‘Als we vandaag onze kinderen niet Turks leren, kunnen we morgen niet Turks met onze kleinkinderen spreken.’

Een andere betrokken persoon bij het project, Sedat Tapan, ziet de Turkse moedertaal van kinderen als essentieel voor de ontwikkeling en het behoud van de Turkse culturele identiteit. Hij noemt verschillende voordelen van tweetalig opvoeden.

Tapan zegt dat tweetaligheid cognitieve voordelen heeft, omdat het denkvermogen versterkt en helpt bij het leggen van verbindingen tussen verschillende talen.

Gast verlaat Bar Laat om te weinig spreektijd: ‘Ik zou vertellen over mijn familie in Gaza’

0

Esther van der Most van de actiegroep Plant een Olijfboom is gisteravond weggelopen bij het praatprogramma Bar Laat tijdens een item over de situatie in Gaza. Ze zou vertellen over haar familie, maar tegenover NOS-verslaggever Sander van Hoorn kwam daar weinig tot niets van terecht.

In het item over Gaza krijgt eerst Sander van Hoorn het woord. Hij geeft een analyse van de laatste ontwikkelingen, in het bijzonder de deal tussen Hamas en Israël die ieder moment wordt verwacht. Hiervoor krijgt hij ongeveer tweeënhalve minuut de tijd.

Daarna komt Van der Most aan de beurt. Ze benadrukt dat Palestijnen mensen zijn die als mensen gezien moeten worden, met rechten. Ook wordt haar gevraagd naar de deal, waarop ze vertelt dat ze van nature ‘pessimistisch’ is, maar dat het nu anders voelt.

Van der Most is ongeveer 3,5 minuut aan het woord voordat presentator Sophie Hilbrand weer overschakelt naar de NOS-verslaggever, die vervolgens nog vier minuten extra krijgt om over de deal te vertellen. Opvallend is dat Van der Most tevergeefs twee keer probeert tussenbeide te komen, maar dat lukt haar niet tegenover Van Hoorn.

Wanneer Hilbrand het item wil afsluiten, onderbreekt Van der Most haar. ‘Palestijnen zijn gewoon mensen die vrijheid willen, die mensenrechten nodig hebben en die niet krijgen’, zegt ze enigszins geïrriteerd. Die irritatie komt ook voort uit het feit dat een groot deel van het gesprek niet ging over haar vermoorde familie, terwijl dat haar wel was beloofd. ‘Het lot van veel Palestijnen tijdens talkshows’, zegt ze.

Hilbrand reageert dat de presentator het recht behoudt om tijdens het gesprek andere keuzes te maken, maar nodigt haar uit om nogmaals langs te komen. Tijdens de overgang naar het volgende item over het kabinet, vertrekt Van der Most. Hilbrand meldt nog dat Van Hoorn haar achterna is gelopen om even met haar te praten.

Het is niet duidelijk wanneer Esther van der Most opnieuw mag terugkomen. Van der Most is de organisator van de herdenkingen met schoentjes, die symbool staan voor de duizenden Palestijnse kinderen die zijn omgekomen (waaronder haar nichtje Leen van vijf) in wat door velen als een ‘genocide’ wordt beschouwd.

‘Dochters van Lucy’: vrouwenonderdrukking en een autoritaire staat gaan vaak hand in hand

Jan Luiten van Zanden onderzoekt in Dochters van Lucy de verhouding tussen mannen en vrouwen vanaf het ontstaan van de eerste mens, ongeveer 3,2 miljoen jaar geleden. De gebieden waar vrouwen meer zeggenschap hebben, maakten pas laat de overgang van agrarisch naar stedelijk, merkt Thomas von der Dunk op in zijn recensie.

Het is dankzij de vondst van haar vrijwel complete skelet in 1974 de oudste vrouwelijke mensachtige van wier bestaan wij weten, ze leefde meer dan een half miljoen jaar geleden in het huidige Ethiopië, en ze noemden haar Lucy.

Nee: dat was niet de naam die haar ouders haar ooit gaven. Die zij gaven weten we niet, if any. Bij dit soort namen moet ik daarom altijd denken aan dat aardige Ikje in de NRC van jaren terug, naar aanleiding van het aanspoelen van een dode bultrugwalvis op Texel in 2012. Een moeder vertelt erover aan haar zesjarige zoontje, en sluit af met de woorden: ‘en zij heet Johanna.’ Daarop zet jongetje grote ogen op: ‘Hoe weten ze dat?’

Over de even fictieve dochters van Lucy heeft Jan Luiten van Zanden, emeritus hoogleraar sociaaleconomische geschiedenis in Utrecht, nu een aardig en zeer leesbaar boekje geschreven: over de maatschappelijke positie van vrouwen (in relatie tot die van mannen) wereldwijd sindsdien. Nu, niet helemaal wereldwijd, de auteur beperkt zich nadrukkelijk tot Eurazië. De andere continenten, Afrika, Amerika en Australië laat hij er zeer bewust buiten.

En de eerste half miljoen jaar na de dood van ‘Lucy’ laat hij gemakshalve ook maar buiten beschouwing, want daar weten we niet zo bijster veel van. In dat opzicht moet de ondertitel De geschiedenis van de vrouw-man-verhouding vanaf de eerste vrouw met een korreltje zout genomen worden, Het gaat om, pakweg, de laatste tienduizend jaar of iets meer (we kijken niet op een eeuwtje minder): vanaf de overgang van een (sterk nomadische) samenleving van jagers en verzamelaars naar een sedentaire van landbouwers, en vervolgens de opkomst van de stad. Een ontwikkeling die in de diverse delen van dat immense Euraziatische continent op een heel verschillend moment plaatsvond, met vele eeuwen ertussen, en in sommige uithoeken zelfs tot het binnendringen van buitenstaanders feitelijk nooit.

De positie van de vrouw: Luiten van Zanden opent met de beschrijving van een situatie van extreme ongelijkheid die in Nederland ondenkbaar zou zijn. Een situatie, die het absolute tegendeel van emancipatie belichaamt: een gearrangeerd kindhuwelijk op het platteland in Afghanistan, van een jong meisje met een veel oudere man, vaak met een leeftijdsverschil van een generatie.

Uitgangspunt vormt een foto die in 2006 in The New York Times verscheen, en zo’n paar toont, op hun trouwdag, als beiden elkaar voor het eerst ontmoeten: een man van veertig en een meisje van elf, die nu zijn tweede vrouw werd (náást zijn eerste, dus niet in successie). Het omgekeerde, een volwassen vrouw van veertig die een jongetje van tien trouwt, zien we nooit. En zijn kernvraag is, waar dat verschil vandaan komt, want dat contrast – zo zijn stelling – is al eeuwenoud.

Zeven factoren

De aspecten die, zeker in optelsom, in een samenleving bijna ‘garant’ staan voor extreem ongelijke machtsverhoudingen, voor een situatie waarin vrouwen weinig over hun leven te zeggen hebben, zijn volgens Luiten van Zanden eigenlijk steeds dezelfde. Het heeft alles te maken met de culturele normen rondom huwelijk en voortplanting.

Ten eerste kindhuwelijken, met een groot leeftijdsverschil tussen man en vrouw. Die meisjes hebben daardoor geen of amper scholing genoten en verdwijnen voor de rest van hun leven binnenshuis; zie de huidige praktijk van de Taliban. Hoe geringer daarentegen binnen een samenleving gemiddeld dit leeftijdsverschil, hoe geëmancipeerder meestal de vrouw.

Elk voor zich afzonderlijk is het effect van deze zeven factoren niet zo groot

Ten tweede een hoog kindertal daarna, die ook het ontplooien van andere activiteiten of zelfontwikkeling in de weg staat: de vrouw als broedmachine, die daarbuiten geen enkel beroep kan uitoefenen en daarmee voor haar levensonderhoud volledig van haar man afhankelijk is.

Ten derde het arrangeren van het huwelijk, waarbij de partners niet op basis van liefde trouwen, maar hun ouders daarover beslissen en zo in feite families met elkaar trouwen, op basis van materiële belangen, met bijbehorende regelingen inzake een bruidsschat.

Ten vierde, in samenhang daarmee, de voorkeur voor neef-nicht-verbintenissen, zodat het kapitaal binnen de familie blijft, wat de keuzevrijheid vanzelfsprekend zeer sterk beperkt.

Ten vijfde polygamie, waarbij meerdere vrouwen om de gunst van hun gemeenschappelijke echtgenoot moeten concurreren. Ook daarvoor geldt: het omgekeerde, een vrouw met meerdere mannen, komt maar zeer zelden voor.

Ten zesde driegeneratiehuishoudens, de tegenpool van het fameuze Nederlandse kerngezin: een nieuw getrouwd stel begint niet een nieuw eigen huishouden, maar trekt in bij de ouders van de man, met als gevolg dat diens vrouw al snel ook nog eens in een ondergeschikte positie ten opzichte van haar schoonvader belandt.

En ten zevende het feit dat inderdaad elke vrouw trouwt en veel kinderen krijgt. Met een ongetrouwde vrouw is daar ‘dus’ iets mis. In West-Europa is het daarentegen heel gebruikelijk dat vrouwen ook boven de dertig nog ongetrouwd (en kinderloos) zijn: iedereen heeft ze in de familie, daar is dus niets mee mis.

Elk voor zich afzonderlijk is het effect van deze zeven factoren niet zo groot, maar tezamen genomen – en meestal treedt een aantal ervan tegelijk op – hebben ze een duidelijk negatief effect op de positie van de vrouw.

Autoritaire staat

Deze patriarchale verhoudingen – waarbij dus ook het hoofd van de hele familie over alle leden, ook de jongere mannelijke beschikt – resulteren zo in autoritaire verhoudingen op microniveau. Dat gaat vaak samen met autoritaire verhoudingen op macroniveau: van de samenleving als geheel. Het gaat niet alleen daarmee samen, het bevordert elkaar wederzijds, niet alleen omdat het één de acceptatie van het ander makkelijker maakt.

Een autoritaire staat, zo Luiten van Zanden, is al snel een staat met een agressief karakter, zowel naar binnen als naar buiten toe. De staatsmacht is daarmee sterk gebaseerd op (fysiek) geweld. En zoiets is meestal weinig bevorderlijk voor gelijke genderverhoudingen, integendeel. Leger en politie zijn, omdat politieke macht vanouds op lichamelijke kracht was gebaseerd, traditioneel mannenbolwerken, en dat werkt nog steeds door, ook al wordt in een tijdperk van drones en computerhacks zelden nog een militair conflict door fysieke krachtpatserij gewonnen, en is dus de ‘logica’ van die ongelijkheid feitelijk achterhaald. Maar maatschappelijke patronen, met de onderliggende waarde-oordelen en opvattingen over wat ‘normaal’ (en dus vanzelfsprekend) is, zijn taai.

Geografische verschillen

Dat verklaart ook de hardnekkige duurzaamheid van de verschillen in de genderverhoudingen in geografisch opzicht. Luiten van Zanden doet de interessante constatering dat niet alleen aan het Europese westelijk uiteinde van het Euraziatische continent, maar ook aan het oostelijk uiteinde ervan vrouwen vanouds een veel zelfstandiger positie innemen dan in het uitgestrekte gebied ertussenin: in Japan, Indochina, Indonesië. Daar, in de geografische periferie van Eurazië, in West en in Oost, hebben vrouwen meer agency, zoals dat met een dure Engelse term heet: veel meer zeggenschap over hun eigen (familie)leven dan in de landen ertussenin. In dat verschil is er volgens hem niet alleen een groot verschil tussen India en Indonesië, maar ook tussen China en Japan – twee landen die we in het Westen nogal geneigd zijn als een paar te zien, als een megaversie van het koppel Zwitserland en Oostenrijk (die in feite overigens ook in veel opzichten juist elkaars tegendeel vormen).

Juist in het oude kerngebied, het gebied van de fameuze Zijderoute, is de genderkloof nog steeds het sterkst

Die constatering inzake de geografische genderverhoudingen koppelt Luiten van Zanden aan de historische ontwikkeling. Het is opvallend dat de gebieden waar de vrouw meer agency heeft, pas relatief laat tot ontwikkeling zijn gekomen en pas veel later de omslag van een agrarische naar een stedelijke samenleving hebben gemaakt: West-Europa veel later dan het Middellandse Zeegebied, en zeker dan het Midden-Oosten, Indonesië veel later dan India, Japan veel later dan China. Juist in het oude kerngebied, het gebied van de fameuze Zijderoute, is de genderkloof nog steeds het sterkst: in het gebied waar in de Oudheid de eerste ‘hogere’ beschavingen ontstonden: Egypte, Mesopotamië, Perzië, Noord-India en China. Hier kwamen de eerste krachtige, autoritaire staten tot bloei, en dat maakte aan de relatieve gelijkheid van man en vrouw tijdens de prehistorie een einde.

Antieke Rome

En anders dan velen bij ons misschien denken, die de Grieken en Romeinen als de grondslag van ‘onze’ hedendaagse Europese beschaving beschouwen, zette die negatieve ontwikkeling zich vervolgens ook in die richting voort, zodra ook de Grieken (met Alexander de Grote) en de Romeinen (met keizer Augustus) autoritaire staten gingen bouwen. In het antieke Rome was de vrouw nagenoeg rechteloos. In dat opzicht is het veelzeggend wat er vanaf de vijfde eeuw gebeurde: in het Oosten, met de Byzantijnen, hield het keizerrijk stand, in het Westen volgde met de Grote Volksverhuizing een implosie. In het Oosten hield zo de sterke staat stand, met bijbehorende ongelijke genderverhoudingen. In het Westen had men eeuwenlang zwakke staten, waarbinnen – conform de veel oudere Keltische en Germaanse zeden – vrouwen een veel zelfstandiger positie innamen. In de vijftiende en zestiende eeuw nemen zij zelfs een heel belangrijke rol in het economische leven in; in de zeventiende ook in de Nederlandse Republiek. Het is niet toevallig dat de opkomst van het autoritaire koninklijke absolutisme – Lodewijk XIV in Frankrijk – een tijdelijke terugslag betekent.

Tot slot iets over het heel gevoelige thema van religie. De patronen die de auteur constateert zijn op zich veel ouder dan de opkomst van christendom, islam, hindoeïsme of boeddhisme. Die patronen zijn dus zeer hardnekkig. Religieuze oer-opvattingen van deze wereldgodsdiensten spelen zeker een rol, maar ze evolueren ook mee met het gebied waar de godsdienst aanhangt vindt. Het christendom ziet er daardoor rond de Noordzee tot op de dag van vandaag veel minder autoritair uit dan in het gebied waar het is ontstaan, en dat bepaalt nu mondiaal het imago. Ook de islam ziet er in Indonesië of Marokko anders uit dan in Afghanistan of op het Arabisch schiereiland. Gezien de beperkte (maar daarmee leesbaar gehouden) lengte van het boekje – vijftienduizend jaar mensheid in honderdvijftig pagina’s – is de auteur soms te summier in zijn uitleg. Ook vallen er op tal van punten best tegenvoorbeelden te noemen. Maar zijn boekje geeft vele aanzetten tot verdere overdenking.

Jan Luiten van Zanden, Dochters van Lucy, Uitgeverij Prometheus, 192 blz., €20,99

Islamofobie: opgelaaid debat over ‘grooming gangs’ in VK maakt moslims ongerust

0

Miljardair en Trump-supporter Elon Musk heeft het debat in het Verenigd Koninkrijk over de zogenoemde ‘grooming gangs’ weer doen laten oplaaien. Britse moslims maken zich zorgen over toenemende islamofobie. 

Musk beweerde op X (voorheen Twitter), waar hij sinds 2022 eigenaar van is, dat een ‘kwart miljoen kleine meisjes systematisch werden – en nog steeds worden – verkracht door migrantenbendes´. Volgens Musk zouden de ‘jammerende lafaards die de massaverkrachting van kleine meisjes toelieten nog steeds aan de macht zijn’, waarbij hij doelt op de linkse Labourpartij en de linkse media in het land. Ook zou de Labourpartij volgens Musk tegen een groot nationaal onderzoek naar de ‘grooming gangs’ zijn, omdat dan zou blijken dat de partij medeplichtig is aan het schandaal.

Musk heeft enkele Labourpolitici persoonlijk aangevallen. Hij noemde minister van Veiligheid Jess Phillips een ‘verdediger van verkrachtingsgenocide’ en beweerde dat premier Keir Starmer verantwoordelijk is voor de ‘verkrachting van Groot-Brittannië’.

Waar gaat het precies over? Musk wijst op een zaak van jaren geleden in het Verenigd Koninkrijk, waarbij verschillende mannen werden veroordeeld voor het seksueel misbruiken en verkrachten van jonge meisjes. Volgens racisten hielden politie en politiek de zaak doelbewust in de doofpot, omdat de daders voornamelijk van Pakistaanse afkomst waren. De jonge slachtoffers waren bovendien voornamelijk witte meisjes.

In 2012 bracht de rechtse krant The Times misstanden rond grooming gangs in Rotherham aan het licht, wat resulteerde in een grootschalig onderzoek. Een rapport uit 2014 van professor Alexis Jay onthulde vervolgens dat tussen 1997 en 2013 minstens 1.400 kinderen in Rotherham slachtoffer werden van ernstige seksuele uitbuiting. Deze bevindingen haalden daarna de voorpagina’s in zowel het Verenigd Koninkrijk als internationaal en veroorzaakten uitgebreide debatten in het Britse Lagerhuis. Vergelijkbare misstanden kwamen ook aan het licht in andere steden zoals Oldham, Oxford, Rochdale en Telford. Dit leidde tot een landelijk onderzoek naar kindermisbruik, wederom onder leiding van professor Jay.

Criticasters zeiden dat de autoriteiten bewust de andere kant hadden opgekeken, omdat ze bang waren voor racist en islamofoob uitgemaakt te worden. Vervolgens bemoeiden racisten en islamofoben zich met de zaak, waaronder de beruchte extreemrechtse activist Tommy Robinson (Stephen Christopher Yaxley-Lennon). Robinson, volgens zijn fans een ‘held van de arbeidersklasse’, zit nu in de gevangenis vanwege opruiing tegen een Syrische asielzoeker. Musk vindt dat hij vrijgelaten moet worden.

Moslims in het Verenigd Koninkrijk maken zich grote zorgen over de uitlatingen van Musk, die op bijval kunnen rekenen onder conservatieve Britten. Ook de Pakistaanse regering heeft het VK gewaarschuwd voor het islamofobe klimaat en voor racisme tegen mensen van Pakistaanse afkomst.

De vergeten volkerenmoord op de Oeigoeren. ‘We blijven onszelf op de kaart zetten’

0

De onderdrukking van de Oeigoeren door China duurt al 75 jaar. Een deel van deze gemeenschap vluchtte naar Nederland. Hoe zetten zij hun leven hier voort?

Een lichtblauwe vlag met witte ster en maan siert de voordeur van de Oeigoerse Erhan (31). Achttien jaar geleden vluchtte hij met zijn zus uit Ürümqi, de hoofdstad van Oost-Turkestan, naar Nederland. Erhan is ondernemer en werkt voor de verschillende centra voor mensen van Oeigoerse afkomst die Nederland kent. Het is een regenachtige, gure decemberdag. ‘We gaan en staan waar we willen, maar de geschiedenis is aan ieders gezicht af te lezen’, vertelt de jonge dertiger en opent de deur van zijn woning. We lopen langs het Haagse stadhuis. ‘Het Oeigoerse volk heeft in de afgelopen decennia zo veel meegemaakt. Dat beheerst de stemming binnen de gemeenschap. Ook nu wij hier in Nederland zijn.’

Eind 2024 was het 75 jaar geleden dat de Tweede Oost-Turkestaanse Republiek viel. Deze autonome regio in het noordwesten van China, het bergachtige thuisland van de Oeigoeren, kwam onder Chinese controle. China hanteert een eigen narratief en stelt dat de Oeigoerse bevolking in vrijheid en harmonie leeft in de regio Oost-Turkestan (in China bekend als de provincie Xinjiang). Diverse landen, waaronder Nederland, en wereldwijde organisaties wijzen op overtuigend bewijs dat een heel ander beeld schetst. In de loop der jaren werden er door de internationale gemeenschap ernstige mensenrechtenschendingen, begaan door de Chinese staat, aangekaart. Door een immer strenger wordend Chinees beleid dat de Oeigoerse cultuur wil laten verdwijnen vluchtten velen vanaf de jaren negentig. Zij kwamen onder andere naar Europa, waaronder Nederland. Hoe is het gegaan met de Oeigoeren die zich de afgelopen jaren in Nederland hebben gevestigd?

‘Nederland was in mijn gedachten deel van het ‘mooie Europa’’, vertelt Erhan. ‘Verder kende ik alleen Noorwegen. Ik had een romantisch beeld van Europese natuur, mensen en steden.’

‘Ik heb moeten accepteren dat contact met onze ouders te riskant zou zijn. Zowel voor ons als voor hen’

Na een korte wandeling door Den Haag, waar hij woont en werkt, vertelt Erhan in zijn appartement over zijn eerste tijd in Nederland. ‘Altijd ben ik trots geweest op mijn geboortestad Ürümqi, maar ik dacht dat het ergens anders vast nog beter zou zijn. Toen mijn zus en ik vluchtten, moesten we onze ouders en vriendjes achterlaten. Bij onze aankomst in Nederland was het romantische beeld van Europa direct verdwenen. Ik was alleen maar omringd door onbekenden en het was koud. De eerste maanden waren bitter en eenzaam, maar gelukkig regelde mijn zus dat ik relatief gauw naar school kon. Toen de eerste stappen van onze procedure in het aanmeldcentrum in Ter Apel volbracht waren, verhuisden we naar Maastricht en woonden we in een dorp dichtbij de Duitse grens.’ Sinds zijn vlucht heeft Erhan geen contact meer met zijn ouders gekregen. ‘Pijnlijk en verdrietig blijft het, maar ik heb moeten accepteren dat contact te riskant zou zijn. Zowel voor ons hier als voor mijn ouders.’

In 2023 woonden er volgens het Uyghur Human Rights Project 3.500 Oeigoeren in Nederland. Er zijn voor deze mensen, die vanwege hun afkomst of geloof moesten vluchten, geen speciale asielprocedures. Nederland telt, naast Noorwegen en Zweden, een van de meest omvangrijke Oeigoerse gemeenschappen in Europa. De grootste gemeenschappen bevinden zich in Kazachstan en Kirgizië.

‘Het exacte aantal in Nederland is lastig vast te stellen, omdat iemand van Oeigoerse afkomst die een asielaanvraag doet, wordt geïdentificeerd als Chinees’, legt Vluchtelingenwerk uit.

Immigratiedienst IND vult aan: ‘Voor Oeigoeren die uit China gevlucht zijn, geldt niet automatisch een afzonderlijke asielprocedure. Er wordt natuurlijk wel altijd gekeken naar de individuele situatie. In een paar jaar tijd is het beleid van de Chinese regering tegenover deze bevolkingsgroep sterk verslechterd, de kans is klein dat de asielaanvraag van iemand van Oeigoerse afkomst afgewezen wordt.’

Het Chinese beleid tegenover de Oeigoeren en de geleidelijke verscherping hiervan bleven niet onopgemerkt door de internationale gemeenschap. In 2018 verschijnt er een rapport van de Verenigde Naties met bewijsmateriaal dat er Chinese kampen zijn waar hardhandige culturele assimilatie van Oeigoeren plaatsvindt. ‘China heeft opdringerig toezicht, politieke indoctrinatie en gedwongen culturele assimilatie tegen de Oeigoeren, Kazakken en andere overwegend islamitische etnische groepen in de regio geïntensiveerd’, schrijft Amnesty International kort daarna. Aanzienlijke media-aandacht volgde, ook in Nederland.

‘Voor de Oeigoeren in Ürümqi ben ik verwesterd, maar hier voel ik me soms dan weer te ‘buitenlands’’

‘Aan de plotselinge, hevige aandacht voor de Oeigoerse kwestie moesten we wennen’, vertelt de Oeigoerse Ahmedjan Kasim (28). ‘We hoefden ineens onze situatie niet meer uit te leggen. Elke dag was er wel een televisieprogramma waarin onze situatie onder de aandacht kwam.’ In 2011 kwam de toen vijftienjarige Ahmedjan naar Nederland, zijn moeder achterna. Hij is schrijver van het boek De Oeigoerse droom, dat in 2022 gepubliceerd is. Het vertelt over wat Oeigoeren doormaken, waar dan ook ter wereld. Ahmedjan is naar eigen zeggen een ‘bruggenbouwer’ en een van de meeste uitgesproken personen in Nederland wat betreft de Oeigoerse kwestie. ‘Sinds ik hier ben, heb ik delen van de Nederlandse cultuur ingelijfd, maar altijd hink ik tussen de cultuur van hier en mijn thuisland. Voor de Oeigoeren in mijn thuisstad Ürümqi ben ik verwesterd, maar hier voel ik me soms dan weer te ‘buitenlands’. De Oeigoerse gemeenschap is collectivistisch ingesteld. In Nederland is men veel individualistischer en afstandelijker. Hier is sociaal contact in mijn ervaring niet zo onvoorwaardelijk.’

Ahmedjan vervolgt: ‘De Oeigoeren in Nederland zijn eerste generatie migranten. De integratie verloopt daarom min of meer zonder problemen, denk ik. Hoewel: veel Oeigoeren hebben nooit kennisgemaakt met een democratie. Voor hen is het confronterend en lastig, zeker als ze de taal nog niet spreken, om het systeem hier te begrijpen. Wat mij betreft is het regel nummer één om de democratische rechtsstaat te omarmen en erover te leren.’

Ahmedjan organiseert met regelmaat bijeenkomsten om nieuwe Oeigoeren in Nederland op weg te helpen met praktische zaken. ‘Ik vind dat wij Oeigoeren voor dit systeem zijn gemaakt, want in de kern zijn wij democratisch ingesteld. Ook zijn we goed in het behouden van onze identiteit. Na alle jaren van onderdrukking zijn we zeer weinig tot niet geassimileerd met Han-Chinezen. Maar ondanks die kracht zijn we een kwetsbaar en getraumatiseerd volk, er is zoveel leed geweest. Mede door dit leed is het voor veel Oeigoeren nog lastig om samen te werken met de Han-Chinezen en naar een toekomstige oplossing te kijken. Er zal tijd moeten verstrijken, voor we over een schaduw heen kunnen stappen.’

In Nederland heerst geen noemenswaardige wrok tussen Oeigoeren en Han-Chinezen. Ahmedjan: ‘Ik zoek zelf graag contact met Tibetanen of Hongkongers in Nederland omdat we vaak kunnen samenwerken op het gebied van mensenrechten.’ Met Han-Chinezen is dat volgens Ahmedjan soms lastiger: ‘We trekken zeker niet naar elkaar toe, maar laten het gewoon. Daarnaast voelen de Oeigoeren verwantschap met andere Turkse volkeren, zoals in eerste instantie de grote groep Turken uit Turkije en daarnaast het kleine aantal Kirgiezen en Kazakken in Nederland.’

De dreiging van China reikt tot alle uithoeken ter wereld. De Chinese staat waakt erover dat haar nationale verhaallijn niet wordt tegengesproken. Oeigoeren zouden dus veilig moeten zijn, zolang ze geen kritiek op China uiten. Maar dat is tot op de dag van vandaag allerminst zeker.

‘Ik voel me verantwoordelijk voor Oeigoeren in Nederland’

Een deel van de diaspora, ook vanuit Nederland, gaat ondanks de mogelijke directe gevaren terug naar China. ‘De staat beweert dat het veilig is voor Oeigoeren om terug te keren’, vertelt Erhan. ‘Wanneer iemand dat doet, is het onduidelijk wat de Chinese staat met diegene doet. China zei in het begin van 2024 dat Oeigoeren welkom zijn en zij een visum krijgen, maar wij geloven dat dit propaganda is om het een positief imago hoog te houden. Bij terugkeer lopen mensen een groot risico om ondervraagd en opgesloten te worden. Dit creëert conflicten binnen de Oeigoerse gemeenschap in het buitenland. Sommigen zien terugkeer als verraad. China gebruikt de terugkeerders om toegang krijgen tot Oeigoeren in het buitenland, om bedreigingen te kunnen uiten.’

In 2021 erkende de Nederlandse overheid dat China ‘volkerenmoord’ pleegt op Oeigoeren. De Verenigde Staten en Canada deden dat al eerder. Deze erkenning stemt Oeigoeren wereldwijd hoopvol. Echter sinds datzelfde jaar is de mediaberichtgeving over de Oeigoerse kwestie afgenomen. Door de focus op andere mondiale problemen, zoals de Russische invasie in Oekraïne in 2022 en de start van het Israëlische geweld in Gaza een jaar later, is de aandacht verslapt. ‘Men is na zoveel berichtgevingen over onderdrukking en concentratiekampen wellicht Oeigoermoe’, grapt Ahmedjan. De blauwe vlag van Oost-Turkestan hangt vlak achter hem. Hij benadrukt dat de problemen van de Oeigoeren niet afgenomen zijn. ‘We kunnen momenteel weinig zeggen over de politieke tendensen in China en de toekomstige gevolgen voor de Oeigoerse gemeenschap in binnen- en buitenland’, vervolgt Ahmedjan. ‘In de komende jaren zal blijken hoe de situatie van Oeigoeren zich ontwikkelt. Ik voel me dusdanig verantwoordelijk voor Oeigoeren in Nederland, dat ik altijd bereid ben mijn eigen principes opzij te zetten voor de gemeenschap. We zullen onszelf op de kaart blijven zetten en gaan voor vrijheid, hoe de Oeigoerse toekomst er ook uitziet.’

Striptekenaar Marjane Satrapi weigert hoogste Franse onderscheiding

0

De  Iraans-Franse cartoonist Marjane Satrapi, die wereldwijd bekend werd met de stripreeks Persepolis, heeft een onderscheiding voor haar werk afgewezen. Ze is het niet eens met het strenge Franse toelatingsbeleid ten opzichte van Iraanse ‘vrijheidsstrijders’.

In juli vorig jaar werd bekendgemaakt dat Satrapi onderscheiden zou worden met de Nationale orde van het Legioen van Eer, het hoogste Franse nationale ereteken. Maar ze besloot deze onderscheiding niet te accepteren, schreef ze gisteren in een brief aan de minister van Cultuur, Rachida Datien, gepubliceerd op Instagram. Dit vanwege haar ‘principes en haar gehechtheid aan haar geboorteland’.

De cartoonist heeft kritiek op het Franse visabeleid voor Iraniërs. Jonge vrijheidslievende Iraniërs, dissidenten en kunstenaars worden visa geweigerd,  terwijl de kinderen van Iraanse oligarchen zonder enig probleem zowel in Parijs als in Saint-Tropez rondlopen, zegt ze in een video op sociale media, volgens de Franse krant Le Monde.

Ze vindt dat mensen die vechten voor democratie in Iran juist gesteund moeten worden door Frankrijk en dat deze steun zich moet vertalen naar acties, niet alleen mooie woorden.