18 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 87

Mijn watermeloen-broche maakt nogal wat los

0

‘Moedig van je hoor, die watermeloen’, zei iemand onlangs. Heel even dacht ik dat ze een grapje maakte. Maar nee, ze bleek bloedserieus. Mijn broche, met de hand gehaakt door vrouwen in Hebron, die ik draag uit solidariteit met de inmiddels ruim 40.000 onschuldige slachtoffers in Gaza, was voor haar een moedige daad van verzet. Ik zelf zie het dragen van die watermeloen eerder als daad van ultieme machteloosheid.

Hij maakt nogal wat los, die broche. Soms werpen mensen mij in het voorbijgaan boze blikken toe, met een schuin oog op mijn revers. Maar veel vaker nog is die broche een begin van een bijzonder gesprek. Met een conducteur in de trein, een dame bij de garderobe in een museum, of zomaar een onbekende op straat.

Die gesprekken hebben één ding gemeen: ze gaan over hoe belangrijk het is om te blijven spreken over het onrecht dat zich schijnbaar straffeloos voltrekt in Gaza, de bezette gebieden en inmiddels ook in Libanon. En over hoe pijnlijk stil het blijft in Den Haag, zelfs nadat beide in die Stad van Vrede en Recht gevestigde internationale hoven zich luid en duidelijk hebben uitgesproken.

Dus dat ik werd aangesproken door een wildvreemde over het dragen van een broche, kwam niet meer als een verrassing. Wel dat ze het moedig vond. Dat had ik nog niet eerder gehoord. Ik voelde me er zelfs wat opgelaten over. Teveel eer, voor zo iets kleins. Want bij moed denk ik toch echt aan heel andere dingen.

Al in 1967 deed de Israëlische regering de Palestijnse vlag in de ban

Ik denk dan aan staatssecretaris Achahbar die deze maand het voltallige kabinet-Schoof, inclusief haar eigen partijgenoten, een lesje integriteit gaf. Aan de gastlessen van collega-columnist Lody en zijn bondgenoot Said, die zich niet uit elkaar laten spelen en zich onvermoeibaar blijven inzetten voor verbinding. Aan de kleine Renad, die met haar geïmproviseerde kookvideo’s uit Gaza (‘deze week geen eieren te krijgen, dus we doen het zonder’) mensen wereldwijd weet te raken. Of aan de Oekraïense museumdirecteur die mij vertelde over hoe hij met gevaar voor eigen leven tussen de bombardementen door zijn collectie in veiligheid bracht, zodat het kostbare erfgoed dat hem was toevertrouwd, bewaard zou blijven voor toekomstige generaties.

Moed, dat is tegen de stroom in zwemmen voor het Grotere Goed. Zonder zwemvest, met windkracht elf. Moed, dat is je nek uitsteken, zelfs als je veel te verliezen hebt. Zoals de jonge ambtenaar die ik sprak bij de wekelijkse sit-in voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ze werkte er pas een paar weken. Een mondkapje en een capuchon droeg ze, want ze vond het toch wel spannend. Wat zou haar leidinggevende ervan vinden dat ze daar zat? Maar ze zat er wel, tussen vele andere moedige collega’s, die al een jaar lang elke donderdag hun lunchpauze opofferen om vreedzaam te demonstreren voor een staakt-het-vuren. ‘Ik ben trots op jullie!’ riep een voorbijgangster aan het eind van het half uur stilte. Ik zag dat het de demonstranten goed deed.

Dat soort uitingen van openlijke solidariteit is niet alleen hartverwarmend, maar ook broodnodig in deze tijden waarin zelfs een watermeloen voor sommigen al gevaarlijk is. Dat laatste is overigens niets nieuws.

Al in 1967 deed de Israëlische regering de Palestijnse vlag in de ban. Tot begin jaren negentig, toen de Oslo-akkoorden werden gesloten, bleef het tonen van de Palestijnse vlag verboden. De Palestijnse kunstenaar Sliman Mansour vertelde dat een Israëlische militair hem in de jaren tachtig zelfs verbood de kleuren van de vlag te gebruiken – rood, groen en zwart waren uit den boze. ‘Zelfs als je een watermeloen schildert, zullen we hem in beslag nemen.’

Hij deed het toch. Kijk, dát noem ik pas moedig.

Tientallen zwarte pieten liepen door Den Haag, elders waren alleen nog roetveegpieten te zien

0
Afgelopen zondag marcheerden tientallen zwarte pieten door Den Haag. Ze begonnen in Duindorp en trokken daarna in optocht door de rest van de stad, meldt het AD. In de regio Den Haag waren verder alleen nog roetveegpieten te zien.

De stoet heeft niet tot boze reacties geleid. Onder begeleiding van muziek gingen de pieten zingend door de wijk, tot ze het Tesselseplein bereikten.

De verschijning van een volledig zwart geschminkte piet is inmiddels een uitzondering geworden in de stad. Tijdens de intocht waren alleen roetveegpieten aanwezig. Ook in de Westlandse dorpen ten zuiden van Den Haag waren dit jaar alle pieten ‘roetveeg’, een unicum voor deze regio, waar vorig jaar nog veel protest klonk tegen de verandering. Kick Out Zwarte Piet heeft dan ook alle demonstraties in de Westlandse dorpen geannuleerd, meldt Trouw

Over het algemeen is Kick Out Zwarte Piet dit jaar tevreden, schrijft NOS. De actiegroep heeft dit jaar op geen enkele intocht gedemonstreerd. Wel heeft het een aantal brieven gestuurd aan gemeenten waar zwarte piet nog voorkomt.

In de noordelijke gemeenten Muntendam en Hoogezand-Sappemeer zouden dit jaar ook zwarte pieten mee gelopen hebben, maar de intocht werd voortijdig afgelast, omdat vrijwilligers die meehielpen aan de intocht werden bedreigd.

Moskeekoepel K7 breidt uit met Milli Görüs

0

Het samenwerkingsverband van regionale moskeekoepels, de K7, heet voortaan K9. Afgelopen weekend is het uitgebreid met de noordelijke en zuidelijke tak van de Turkse moskeevereniging Milli Görüs (IGMG). 

De grote uitdagingen waar de islamitische gemeenschap voor staat, de enorme druk vanuit de politiek en de voortdurende verdachtmakingen in de media, nopen tot meer betrokkenheid op elkaar, schrijft de K9 in een persbericht. De koepelorganisatie heeft een tienpuntenplan, waar ook discriminatiebestrijding en een vrij Palestina onder vallen. Deze punten, die het opstelde na de verkiezingen van november 2023, moeten zorgen voor herstel van het beschadigde vertrouwen tussen moslims en de overheid, aldus de organisatie.

Politicoloog en islamonderzoeker Roemer van Oordt merkte onlangs al op dat de koepelorganisatie zich steeds meer politiek en maatschappelijk gaat profileren. ‘De koepel is vooral de stem van een nieuwe generatie, die hier is geboren en getogen en zijn plek opeist in de Nederlandse maatschappij’, zei hij in een interview met de Kanttekening. 

Istanbul verbiedt demonstraties voor vrouwenrechten

0

De autoriteiten in Istanbul hebben vandaag alle demonstraties voor vrouwenrechten verboden en beperkingen opgelegd voor het openbaar vervoer rondom het Taksim-plein, meldt de Turkse nieuwssite Bianet.

De Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen wordt jaarlijks gehouden op 25 november. Turkse vrouwengroepen laten op deze dag traditioneel van zich horen in de straten van Istanbul en andere grote steden. Maar onder het Erdogan-regime, met name sinds 2015 (het mislukken van het vredesproces met de Koerdische PKK) en 2016 (de mislukte couppoging), worden demonstraties in Istanbul verboden.

De districts-gouverneur, benoemd door de president, stelt dat ‘terroristische organisaties’ de demonstraties kunnen kapen en incidenten kunnen veroorzaken met ‘provocaties’. Daarom zijn er nu in het toeristische hart van Istanbul overal politiebarrières opgeworpen. Mensen worden actief uit het centrum geweerd, onder meer door het openbaar vervoer stil te leggen.

Vanaf drie uur in de middag rijden er geen metro’s en trams meer in het district Beyoğlu. Wanneer het openbaar vervoer weer hervat wordt, is onbekend.

Femicide is een groot probleem in Turkije. Eerder dit jaar werden acht Turkse vrouwen op één dag vermoord door hun partner. Onlangs liet de Turks-Nederlandse burgemeester Huri Sahin in ons land weten dat ze zich actief inzet tegen vrouwenmoord. ‘Het kan overal gebeuren, in zowel goede als kwetsbare wijken’, zei ze.

Ehsan vluchtte voor de Taliban en heeft nu een kickboksschool in Friesland

0

In de serie Nieuwe Pioniers interviewt de Kanttekening migranten met een eigen onderneming. In deze nieuwe aflevering komt Ehsan Momenzadah (38) aan het woord. Hij is geboren in Afghanistan en heeft een kickboksschool. ‘Ik begon met een omzet van 150 euro per maand.’

Ehsan Momenzadah is eigenaar van de bedrijven KickSports, een kickboksschool, en Kick2Move, dat zich inzet om kwetsbare jongeren weer op de rails te zetten. Daarnaast is hij docent bij de opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding (ALO) aan de Hanzehogeschool in Groningen.

Ehsan heeft letterlijk en figuurlijk een lange weg afgelegd om te komen waar hij nu is. Zijn verhaal leest als een road movie. Maar het is meer dan dat: het is een reis vol beproevingen en onzekerheden, maar met durf, doorzettingsvermogen en kracht.

Om de drive van Ehsan te snappen is het goed om zijn verhaal te kennen. Veel tijd voor zelfreflectie had hij vroeger niet. Tegenwoordig wel, vertelt hij: ‘Het leven wordt voorwaarts geleefd om achterwaarts te snappen.’

Vliegeraar

De kleine Ehsan Momenzadah heeft een fijne jeugd in Afghanistan. ‘Het land is machtig mooi en de luchten zijn blauwer dan blauw’, vertelt hij. Net als de hoofdpersoon in de roman De vliegeraar van Khaled Hosseini was Ehsan als kind veelvuldig op daken te vinden om te vliegeren. Zijn beide ouders werkten voor de overheid. ‘Afghanistan is altijd onrustig geweest, maar we hadden het oké.’

Dit alles veranderde toen de Taliban het land in 1996 binnenviel. De dag waarop de militanten in hun Range Rovers Kabul binnenrijden, kan Ehsan zich nog goed voor de geest halen. ‘De ramen geblindeerd, de gezichten bedekt en hun wapens vol in het zicht.’

Traditionele Afghaanse kleding droeg de familie Momenzadah over het algemeen niet. Ehsan ging gekleed in een T-shirt en een spijkerbroek. Uit angst voor de Taliban besluit hij op die bewuste dag naar huis te vluchten. ‘Een irrationele gedachte natuurlijk, waarom zouden zij een kind aanhouden? Ik voelde sterk de drang om mijzelf in veiligheid te brengen.’

Gezin in gevaar

Doordat de ouders van Ehsan als overheidsfunctionarissen werkten, is het gezin in gevaar. ‘Symbolisch hing de Taliban ambtenaren op, midden op rotondes. Daar gaven ze een boodschap mee af.’

De ouders van Ehsan besluiten met hun drie kinderen het land te verlaten. ‘Midden in de nacht zijn we vertrokken richting de grens met Pakistan.’ Het is het begin van wat uiteindelijk een jarenlange vlucht naar verschillende landen zal blijken met als eindstation Nederland.

Ehsan vertelt zijn verhaal in het Friese Oudehaske, een dorpje in de buurt van Heerenveen. Daar runt hij zijn kickboksschool en welzijnsorganisatie. Data en feiten van belangrijke gebeurtenissen staan in zijn geheugen gegrift. Namen van personen die hem in zijn leven geholpen hebben, heeft hij helder voor de geest en spreekt hij liefdevol en met ontzag uit.

‘We vertrokken in een busje, bestemming onbekend’

De vlucht van Ehsan en zijn familie gaat via smokkelaars en smokkelroutes, een wereld waar geld bepalend is. ‘We pakten niet ons paspoort en boekten geen ticket’, verklaart Ehsan. ‘Mijn ouders hadden een busje geregeld en we vertrokken gewoon. Bestemming onbekend.’

Uiteindelijk verblijft het gezin ruim twee jaar in Pakistan. ‘Ik dacht dat het iets tijdelijks was, als kind hoop je weer terug te kunnen.’ De situatie in Pakistan werd extremer en het werd steeds ingewikkelder om daar als vluchteling te leven.

Respect

‘Voor de duidelijkheid’, benadruk Ehsan, ‘ik heb begrip en respect voor alle landen waar ik gewoond heb. Ik ben alle volkeren dankbaar. We waren daar te gast en we hebben er kunnen leven, mensen wilden ons helpen. Wat gewoon niet meer ging, was de onzekerheid en onbetrouwbaarheid. Pakistani zijn lief, maar de politie is vrij corrupt.’

Het gezin vlucht naar Moskou. Wederom komen zij in het smokkelcircuit terecht. ‘We zaten in kleine bootjes, vrachtwagens en hadden soms busreizen van vijf dagen en nachten achter elkaar. Als we dan op een nieuwe locatie kwamen, gingen de lichten aan en bleken er nog twintig mensen in die ruimte te zitten, allemaal in dezelfde situatie.’

‘Je legt het lot van je kinderen in handen van onbetrouwbare smokkelaars’

Ehsan kan zich niet voorstellen hoe dit voor zijn ouders gevoeld moet hebben. ‘Je legt het lot van je kinderen in de handen van smokkelaars die je niet vertrouwt. Die angst en pijn, dat moet afschuwelijk voor ze geweest zijn.’

In totaal duurt de reis naar Moskou twee maanden. Daar komt het gezin met zijn vijven in een klein eenkamerappartement te wonen. ‘Overdag klapten we de slaapbank dicht en ’s nachts trokken we er een paar matrassen bij. Dat was ons leven.’

In Moskou merkt Ehsan voor het eerst in zijn leven dat mensen anders naar hem kijken. Hij voldoet niet aan de Russische norm van ‘blond haar, blauwe ogen’. Het leidt ertoe dat de familie Momenzadah op straat wordt lastiggevallen. Daarnaast moeten ze overal waar ze komen smeergeld betalen om vooruit te komen. Het gezin mag niet aan het werk, kan geen aanspraak maken op een uitkering en er zijn geen organisaties om hen te ondersteunen.

Bolani

Daarom moeten ze wederom verder reizen. ‘Weer hetzelfde liedje met smokkelaars’, verzucht Ehsan. Met de trein komen ze aan in Charkiv in Oekraïne. Om geld te verdienen besluit Ehsan eten te verkopen aan de Afghaanse handelaren op de markt in de stad. Samen met zijn moeder maakt hij traditionele Bolani, die Ehsan vervolgens aan de man brengt.

Het zijn de eerste stappen die Ehsan als ondernemer zet. Niet veel later staat hij voor de keuze om een eigen stand op de markt te hebben of bij een handelaar in dienst te komen. Hij kiest voor het eerste. Hij huurt een meter en verkoopt geleende spullen, de winst is voor hem.

‘Het voelde of moest ik rennen voor mijn leven’

De zaken gaan goed en Ehsan krijgt een eigen klantenbestand. Tot op een dag in Charkiv een ander type agenten patrouilleert. Ze zijn gecamoufleerd en dragen rode baretten. In een loods zetten ze Ehsan klem en bevelen hem om hun zijn geld te geven. ‘Ik was zó bang, dat ik besloot te rennen. Het voelde of rende ik voor mijn leven. Ik schoot een taxi in en zo ben ik naar huis gegaan.’

Als niet veel later zijn vader in Kiev wordt mishandeld besluit het gezin om ook Oekraïne te verlaten. ‘Van alle ellende die we kenden, was de mishandeling doorslaggevend. Wij moesten verder.’

Voor de laatste maal legt de familie contact met smokkelaars. ‘Smokkelaars zijn rotzakken die je kaal proberen te plukken. Op een gegeven moment moesten we in een bootje stappen en al onze spullen achterlaten. Het was midden in de nacht, we wisten niet hoever het bootje moest varen dus overhandigden wij hen alles.’ In dit bootje steken ze een rivier over die uiteindelijk vijftig meter breed blijkt te zijn.

Zevenaar

Ehsan komt uiteindelijk in 2002 met zijn ouders, broertje en zusje aan in Zevenaar. Het gezin is veilig, maar een periode van onzekerheid breekt aan. Zijn ouders krijgen een ’terugkeertraining’ aangeboden. Vijf jaar zit het gezin in verschillende azc’s.

Ehsan gaat op school naar de Internationale Schakelklas en daarna vanaf 2004 naar het Centraal Instituut Opleiding Sportleiders (CIOS). ‘In oktober van dat jaar zou ik achttien worden en dan zou mijn opleiding niet meer bekostigd worden. Dit voelde als mijn enige kans.’

Een kans die Ehsan met beide handen aangrijpt. Hij leert dat kleine gebaren van anderen een wereld van verschil kunnen maken. Of het nu gaat om docenten die verslagen beoordelen op inzet en niet op theoretische kwaliteit, of azc-bewoners die Ehsan voor zijn opleiding aan het CIOS hun computer en printer laten gebruiken.

Kickboksen

Op het CIOS komt Ehsan voor het eerst in aanraking met kickboksen. De vader van een van zijn vrienden had een sportschool en nodigde Ehsan uit om langs te komen. ‘Ik had blijkbaar zoveel woede en boosheid in mij, dat ik goed bleek te kunnen kickboksen.’

Binnen drie maanden heeft Ehsan zijn eerste wedstrijd, die hij wint. De acht wedstrijden daarna wint hij ook. ‘Daarmee kreeg ik een nieuwe identiteit’, vertelt Ehsan trots. ‘Ik was niet meer de buitenlander die de taal niet machtig was. Ik was nu de atleet. De sport gaf mij status. Van niemand werd ik iemand.’

‘De sport gaf mij een identiteit’

Vijf jaar lang kickbokst Momenzadah op het hoogste niveau in Nederland. Hij speelt nationale en internationale wedstrijden en verdient er geld mee. In 2012 studeert hij af aan de ALO. De Hanzehogeschool in Groningen biedt hem een baan aan voor tweeënhalve dag per week. ‘Ik ben nog altijd trots als ik mijn auto bij de school parkeer.’

Krantenwijk

Omdat de sport hem zo geholpen heeft, wil Ehsan daar iets mee. In 2016 start hij met KickSports. Voor tien euro per uur huurt hij een zaaltje. Hij heeft tien leden die allemaal 15 euro per maand betalen. Mensen in zijn omgeving vragen hem of hij dit er wel naast wil doen, hij is toch immers een goed betaalde docent?

‘Dan denk ik altijd terug aan mijn vader. In Arnhem had hij een krantenwijk, huis-aan-huis, en hij verdiende 150 tot 200 euro per maand. Waarom zou ik dit dan niet kunnen doen voor 150 euro? Ik heb doorgezet.’ Ehsan spreidt zijn armen in zijn met ramen omgeven kantoor. ‘Moet je kijken wat ik nu heb.’

Bij Kick2Move hoopt Ehsan jongeren met zijn verhaal te kunnen inspireren. Lang vond hij dat maar ingewikkeld, omdat hij graag beoordeeld wil worden op wie hij is en niet op zijn verleden. Het was een collega die Ehsan vertelde dat zijn verhaal ’te mooi’ was om verborgen te houden en hem overhaalde het wereldkundig te maken. Volgens Ehsan helpt dit soort verhalen om elkaar beter te leren begrijpen, zeker in een gepolariseerde wereld.

‘Ik ben gemaakt van pijn, verdriet en tegenslag’, besluit Ehsan. ‘Nu sta ik hier. Het verleden heeft mij gretig gemaakt. Het leven geeft mij een kans.’

Tachtig organisaties protesteren zaterdag in Amsterdam: ‘Wij zijn allemaal Palestijnen’

0

‘Wij zijn allemaal Palestijnen’ is de naam van de solidariteitsactie die is opgezet tegen de zogenoemde ‘criminalisering van de Palestijnse beweging’ door politiek Den Haag. Meer dan tachtig organisaties hebben de verklaring ondertekend, waaronder vredesbeweging Pax en hulporganisatie Artsen voor Gaza.

De actie blijft niet beperkt tot een solidariteitsverklaring; er is ook een oproep om op zaterdag 30 november massaal de straat op te gaan om de ‘genocide in Gaza’ te stoppen.

‘Een gebied ter grootte van Rotterdam is in puin gelegd. Minstens 43.000 mensen zijn direct omgekomen door toedoen van het Israëlische leger. Het werkelijke dodental ligt vermoedelijk veel hoger. Wetenschappers schreven in juli in het gerenommeerde tijdschrift The Lancet al dat naar schatting minstens 186.000 mensen waarschijnlijk gedood zullen worden,’ stellen de actiegroepen.

De Nederlandse staat wordt door hen als ‘medeplichtig’ gezien, onder verwijzing naar oordelen van het Internationaal Gerechtshof (ICJ). Daarnaast heeft het Internationaal Strafhof (ICC) een arrestatiebevel uitgevaardigd tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en oud-defensieminister Yoav Gallant, die worden beschuldigd van oorlogsmisdaden.

De actiegroepen richten zich ook tegen politici die volgens hen haat zouden aanwakkeren tegen moslims. ‘Door minderheden tegen elkaar op te zetten, creëren zij een voedingsbodem voor racisme en antisemitisme’, aldus de actiegroepen.

Na Tanger wilde ik vaker naar Marokko

0

In Tanger zette ik voor het eerst voet aan Marokkaanse wal. De veerboot had ons van Tarifa naar Tanger gebracht. In de Koran staan verzen over zeeën die van elkaar gescheiden zijn. Vanaf het dek van de boot zagen we dat er in de Straat van Gibraltar een grenslijn was tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Aan de ene kant was het water donkergrijs en aan de andere kant meer blauw.

In het oude centrum van Tanger zat ons groepje nog in een winkel waar ze van alles verkochten dat met arganolie te maken had. Mijn vrouw en ik gingen op een terrasje in het smalle straatje zitten. Alle stoelen waren naar de straat gericht. We kregen Marokkaanse thee geserveerd. Uit de verte hoorden we stemmen die we niet konden plaatsen. De Marokkaanse mensen die ook op het terras zaten, stonden allemaal op. Ik dacht dat er een hoogwaardigheidsbekleder langskwam. Het was hier ook een soort autoritair regime. Misschien voelden mensen zich daarom verplicht om te gaan staan. Wij gingen ook staan.

De Marokkaanse mensen die ook op het terras zaten, stonden allemaal op

De stemmen kwamen dichterbij. Het klonk als zang of gebed. Het werd steeds drukker. We bleven staan. We zagen een menigte naderen. Boven hun hoofden droegen ze een overledene in een kist. Onze terrasgenoten waren dus uit respect voor de begrafenisstoet opgestaan.

De dagtrip naar Tanger smaakte naar meer. Daarna ben ik meerdere keren in Marokko geweest. In Marrakesh wilden we de Ben Joesoef Madrassa bezoeken. Vanwege renovatie was deze gesloten. Een paar jaar later was het weer open. Nu kon ik wel naar binnen. Je vergaapt je aan de fijne kunstzinnigheid van de Marokkaanse architectuur. Hier zijn gedurende eeuwen moslimgeleerden opgeleid. Het effect ervan zie je nog steeds terug in de huidige Marokkaanse samenleving. Deze is doordrenkt met een zachte soefi-cultuur.

Vanuit de huisartsenpost gingen we naar een oudere Hollandse vrouw in een portiekflat in Rotterdam-Zuid. Ze was niet zo ziek dat ze naar het ziekenhuis moest, maar ze had daar ook helemaal geen zin in. Ze was wel te oud om goed voor zichzelf te zorgen. Ik vroeg hoe ze het met het eten deed. Ze antwoordde: ‘Ik krijg elke dag warm eten van mijn Marokkaanse buurvrouw.’

Politie stuurt antisemitisme vaker door naar OM

0

De politie besteedt veel meer aandacht aan antisemitisme dan aan andere vormen van discriminatie, zoals die op basis van ras, religie of herkomst. Dit concludeerde Mounir Samuel na onderzoek voor zijn boek Nederland voor de Nederlanders.

Hoewel het aantal aangiftes en meldingen op basis van herkomst veel groter is dan dat op basis van antisemitisme, worden veel vaker zaken van antisemitisme doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie (OM). Het OM vervolgt bovendien slechts een klein aantal van deze zaken, waardoor discriminatie op andere gronden dan antisemitisme relatief vaak onbestraft blijft.

De conclusies worden uitgebreid besproken in Samuels boek, dat op 10 december verschijnt. Samuel besloot de cijfers alvast te delen nadat Jair Schalkwijk van Controle Alt Delete zijn berekeningen had bevestigd. Vandaag verscheen hierover een uitgebreid artikel in Vrij Nederland. De Kanttekening sprak met beide onderzoekers over de opmerkelijke resultaten.

‘Het begon eigenlijk met een onderzoek naar de toename van discriminatie sinds 7 oktober vorig jaar’, zegt Samuel. ‘Ik verzamelde cijfers over aangiftes en meldingen en legde deze naast die van het OM. Toen viel me op hoe sterk deze verschillen. Ik was geschokt en vroeg Controle Alt Delete om de cijfers te controleren.’

De cijfers

In 2023 steeg het aantal meldingen en aangiftes van discriminatie met 33 procent, tot een totaal van 8.990. Bijna de helft daarvan betrof discriminatie op basis van herkomst. Hieronder vallen onder meer migratie-, vlucht- of adoptieverleden, etniciteit en huidskleur. Daarna volgden seksuele gerichtheid en antisemitisme als discriminatiegronden.

‘De politie vindt antisemitisme blijkbaar ernstiger dan andere vormen van discriminatie’

Toch was antisemitisme de voornaamste discriminatiegrond in zaken die door de politie aan het OM werden doorgestuurd. Van de 535 zaken die het OM bereikten, ging 33 procent (181 zaken) over antisemitisme, terwijl antisemitische incidenten minder dan tien procent van alle meldingen en aangiftes uitmaken.

Eenzelfde aantal zaken (181) behandelde discriminatie op basis van seksuele gerichtheid. Zaken over discriminatie vanwege herkomst, religie, handicap/chronische ziekte, leeftijd en geslacht/gender samen bedroegen 173 zaken, terwijl deze groepen samen goed waren voor 5.593 meldingen en aangiftes.

Voetbalstadions

Uit een presentatie van de politie blijkt dat antisemitisme vaak wordt geuit door hooligans, vertelt Schalkwijk, die de presentatie bijwoonde. In voetbalstadions wordt het woord ‘jood’ regelmatig gebruikt als scheldwoord. Dit gebeurde zelfs vaker dan antisemitisme door moslims, blijkt uit de cijfers.

‘Dat klopt’, zegt Samuel. ‘Het OM stelt dat deze gevallen makkelijker op te volgen zijn. Maar dat verandert niets aan het feit dat er onderscheid wordt gemaakt in de aanpak van discriminatie. In stadions worden ook vaak het n-woord en apengeluiden gebruikt, en er wordt gescheld met ‘homo’. De politie vindt antisemitisme blijkbaar ernstiger dan andere vormen van discriminatie.’

Schalkwijk voegt daaraan toe: ‘Het klopt dat het vaak hooligans betreft. Maar de vraag blijft waarom de politie zoveel alerter is op aangiftes van antisemitisme dan op andere gronden.’

Corresponderen met de politie

Beide onderzoekers hebben geprobeerd deze vraag te beantwoorden. Schalkwijk sprak uitgebreid met de politie, terwijl Samuel contact had met het OM. Opvallend genoeg ontkende niemand de conclusies.

‘Ik heb anderhalve maand met de politie gecorrespondeerd om te achterhalen wat hiervan de oorzaak kan zijn’, zegt Samuel. ‘Ik vroeg bijvoorbeeld of het komt doordat minder aangiftes worden gedaan door mensen die gediscrimineerd worden op basis van herkomst of ras, terwijl die groepen juist veel meldingen doen. De politie kon geen duidelijkheid geven over het aantal aangiftes en of dat een verklaring is.’

Samuel beschrijft zijn ervaring met het OM als dubbelzinnig. ‘Sommigen waren geschokt, terwijl anderen vooral defensief reageerden. Ze wezen naar de politie of de samenleving als schuldige. Sommige medewerkers leken meer verontwaardigd over mijn onderzoek dan over de inhoud van de cijfers.’

Moslimdiscriminatie wordt niet apart geregistreerd

Volgens Schalkwijk is er sprake van institutionele discriminatie. ‘Alleen al het feit dat antisemitisme een aparte categorie is, terwijl anti-moslimdiscriminatie wordt samengevoegd met religieuze discriminatie, is opvallend’, zegt hij. ‘Hier vragen we al jaren aandacht voor. Er zijn veel aanbevelingen geweest om moslimdiscriminatie apart te registreren, maar dat gebeurt nog steeds niet.’

Samuel vreest dat dit onder het huidige kabinet alleen maar erger wordt. ‘Antisemitisme is nu al veel makkelijker te vervolgen dan andere vormen van discriminatie. Afgelopen week nam de Tweede Kamer een lange lijst moties aan om de strafbaarstelling en strafmaat voor antisemitisme te vergroten. Het kabinet-Schoof moet nog een reeks maatregelen presenteren, maar de ongelijkheid in de aanpak van discriminatiezaken zal hierdoor waarschijnlijk toenemen.’

Hij voegt toe: ‘Voor mij is dit een duidelijke boodschap dat ik niet kan rekenen op bescherming. Als Egyptisch-Nederlandse trans-man van kleur met een visuele beperking voel ik me vogelvrij, omdat mijn identiteiten onvoldoende worden beschermd door de politie en het OM.’

Nederland voor de Nederlanders geschreven door Mounir Samuel verschijnt op 19 december bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.

Dochter mag toch in huurwoning van overleden vader blijven wonen

0

Denise steekt nog elke dag een kaarsje aan voor haar vorig jaar overleden vader. Het huis in Amsterdam-Noord was officieel van haar vader, maar zij woonde er zelf al meer dan tien jaar. Strikt genomen had ze na zijn overlijden de woning moeten verlaten. Ze spande een rechtszaak aan, maar de woningcorporatie bleek coulant en liet haar in de woning blijven, zo meldt AT5.

‘Te snel. Je bent zo snel gegaan. Er was nog geen tijd om te praten’, luidt het begin van een gedicht dat aan de muur hangt in het huis van haar overleden vader. Denise kampt met psychische problemen en agorafobie, een angststoornis voor onbekende plekken.

Uit huis gezet worden zou haar medische toestand alleen maar verergeren, vertelde ze aan AT5 in een interview eerder deze week. Kort daarna besloot woningcorporatie De Alliantie alsnog flexibel te zijn. Ze gaven Denise de woning.

‘Toen mijn advocaat me het vertelde, barstte ik meteen in tranen uit’, reageert ze tegenover AT5. ‘Ik kan het nog steeds niet helemaal geloven. Ik vroeg me direct af of ik de woning niet alsnog kwijt zou kunnen raken, maar het staat zwart-op-wit.’

In Amsterdam blijven veel jongvolwassenen noodgedwongen bij hun ouders wonen. Door de woningnood en hoge huren is het voor hen vaak onmogelijk om een eigen plek te vinden. Wanneer hun ouders overlijden, raken zij soms dakloos of belanden ze tijdelijk op de bank bij vrienden of familie.

Volgens officiële cijfers van de gemeente Amsterdam zijn er in de hoofdstad naar schatting ruim 15.000 personen dakloos of dreigen dakloos te raken.

CBS: biculturele leerlingen gaan vaker naar havo of vwo

0

Uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat leerlingen met een migratieachtergrond – het steeds beter doen. Ze gaan steeds vaker naar de havo en het vwo, zo meldt het CBS in het rapport Integratie en Samenleven 2024.

Vorig jaar kreeg 49 procent van de zogenoemde ’tweede generatie’ leerlingen met een migratieachtergrond (waarbij beide ouders in het buitenland zijn geboren) een havo- of vwo-advies. Dat is ruim tien procent meer dan tien jaar geleden, aldus het CBS.

Maar niet alleen de in Nederland geboren kinderen van migranten doen het beter; ook leerlingen die zelf in het buitenland zijn geboren (migranten) krijgen steeds vaker een havo- of vwo-advies.

Nog steeds onder het gemiddelde

De percentages voor tweede generatie leerlingen met een migratieachtergrond blijven wel lager dan de gemiddelde cijfers voor alle leerlingen. In totaal krijgt 54 procent van de leerlingen een havo- of vwo-advies.

Sterkste stijging onder Marokkaanse Nederlanders; Caribische en Turkse Nederlanders scoren het laagst

Volgens het CBS is de sterkste stijging te zien bij de tweede generatie Marokkaanse Nederlanders. Zij hebben in tien jaar tijd hun collectieve cijfers weten op te krikken van 34 procent naar 50 procent havo/vwo. Tweede generatie Turkse en Caribische Nederlanders hebben ook een stijging gerealiseerd, respectievelijk van 36 procent en 43 procent. Deze groepen blijven echter achter met de laagste cijfers voor havo en vwo.

Beste scores voor Indonesiërs en migranten met een Europese herkomst

Tweede generatie Indonesische Nederlanders en migranten met een Europese herkomst scoren het hoogst. Respectievelijk 63 procent en 62 procent krijgt een havo/vwo-advies.

In het rapport Integratie en Samenleven 2024 wordt overigens niet alleen naar het opleidingsniveau gekeken, maar naar een breed scala van terreinen met betrekking tot de positie van Nederlanders met een buitenlandse herkomst. In algemene termen signaleert het CBS verschillen op diverse domeinen.

‘Zo wonen Nederlanders met een migratieachtergrond gemiddeld in kleinere woningen, verlaten ze vaker het onderwijs zonder startkwalificatie, hebben ze minder vaak werk, een lager inkomen en zijn ze vaker afhankelijk van een uitkering. Ook worden hun loopbanen op de arbeidsmarkt zwaarder getroffen door laagconjunctuur’, aldus het rapport. Toch vindt er een ‘inhaalslag’ plaats. ‘Binnen de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Nederlands-Caribische herkomstgroepen verschilt de tweede generatie op het gebied van wonen, sociaaleconomische positie en onderwijs minder van het bevolkingsgemiddelde dan de eerste generatie migranten.’

Met andere woorden: de tweede generatie woont in grotere huizen, heeft vaker een koophuis, een hogere arbeidsparticipatie, een hoger inkomen en behaalt vaker een hbo- of wo-diploma. Dit niveau ligt echter nog niet op het landelijk gemiddelde.

Nederland telde op 1 januari 2024 17,9 miljoen inwoners, waarvan 2,9 miljoen in het buitenland zijn geboren, meldt het CBS. Van de in Nederland geboren inwoners hebben 2,1 miljoen ten minste één ouder die buiten Nederland is geboren (de tweede generatie). Gezamenlijk vormen deze groepen meer dan een kwart van de bevolking, waarvan twee derde een zogenoemde ‘buiten-Europese herkomst’ heeft. Nederlanders met Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Indonesische of Nederlands-Caribische herkomst vormen de grootste buiten-Europese herkomstgroepen.