17.4 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 93

Woede na rellen in Amsterdam, politici negeren rol van Israëlische supporters

0

Na de overwinning van Ajax op de Israëlische club Maccabi Tel Aviv gisteravond ontstonden er ongeregeldheden in Amsterdam. Op sociale media circuleren onder meer beelden van Israëlische supporters die een Palestijnse vlag verwijderden op het Rokin. Daarna gingen groepjes jonge Amsterdammers de straat op met antisemitische beledigingen en gebruikmaking van geweld.

Aan rechtse zijde van het politieke spectrum wordt de rol van het Amsterdamse stadsbestuur kritisch bekeken. Sommige politici, waaronder Geert Wilders, roepen de burgemeester ter verantwoording en vragen om een debat in de Tweede Kamer.

Ook VVD’er Dilan Yesilgöz reageerde fel in een bericht op X (voorheen Twitter). ‘Ongelooflijk zieke beelden van aanvallen op Joodse Nederlanders en Israëliërs in Amsterdam. Puur tuig. Pure Jodenhaat. Mijn maag draait ervan om’, schreef ze.

Politici en de Amsterdamse driehoek benoemen niet wat er voorafging aan de rellen. De journalist Rena Netjes brengt dat in herinnering op sociale media. ‘Als je Hebreeuws verstaat en hoort wat de Maccabi-fans scanderen over Palestijnen en Arabieren, en hoe ze een gebouw beklimmen om een Palestijnse vlag weg te halen, dan is dat ook pure provocatie’, meldt zij.

De Arabische nieuwssite Middle East Eye laat beelden van scheldende Israëlische supporters zien. NRC-journalist Toon Beemsterboer deelde daarnaast beelden van een gewonde Arabische man die was neergeslagen door Maccabi-hooligans in Athene bij een andere Europese wedstrijd.

De Kanttekening vroeg de antizionist Yuval Gal om een analyse van afgelopen nacht. Hij vindt het vreemd dat Israëlische teams mogen deelnemen aan Europese wedstrijden. ‘Dat zou verboden moeten worden, net zoals eerder gebeurde met Zuid-Afrika. Genocide is de ergste misdaad die bestaat, en Israël zou geen podium moeten krijgen op internationaal niveau’, aldus Gal.

Over de rellen van afgelopen nacht is hij niet verbaasd. ‘Iedereen met een beetje kennis over de fans van Maccabi Tel Aviv kon voorspellen wat er zou gebeuren. Veel mensen en instellingen hebben dat ook gecommuniceerd aan de gemeente en de politie. Maar goed, we weten ook dat Halsema vaker een pro-Israëlisch standpunt inneemt.’

De Kanttekening berichtte eerder deze week ook over de risico’s van deze wedstrijd. Gal wijst op video’s waarin volgens hem ‘de provocerende intenties’ van Maccabi-fans duidelijk naar voren komen. ‘Ze zingen genocidale liedjes in het hart van Amsterdam. De politie staat erbij en kijkt toe. Met zulke provocaties kan je niet verwachten dat het vreedzaam blijft in de binnenstad. Dat is volgens mij de oorzaak van het geweld gisteren. Als het Israëlische geweld niet wordt aangepakt, dan krijg je dit soort incidenten.’

De meest politieke döner kebab koop je in Duitsland

0

Dun gesneden plakjes gekruid vlees, gegrild aan een verticaal spit en geserveerd in een pitabroodje, met vooral heel veel knoflooksaus. Zo zien de Duitsers hun döner kebab graag. Voor een makkelijke avondmaaltijd, even tussendoor of als middernachtsnack. Wat het patatje oorlog is voor de Nederlanders, is de döner kebab voor de Duitser.

Maar de Duits-Turkse creatie houdt de gemoederen flink bezig en is zelfs op politiek niveau een onderwerp van discussie. Waar de Duitse nationale politiek zich eerder boog over de zogenaamde dönerflatie, ligt het nu in de clinch met Turkije, over de vraag waar het gerecht nu eigenlijk vandaan komt.

Het oorspronkelijke vleesgerecht komt uit de Turkse keuken. Daar wordt het geserveerd in restaurants of gewoon thuis, op een bord met wat rijst, groenten en yoghurt. In de jaren zeventig introduceerden Turkse migranten deze specialiteit in Berlijn, maar niet zoals het thuis gegeten werd. Om de altijd gehaaste Duitser tegemoet te komen, werden de stukken vlees in een pitabroodje gestopt, voor consumptie on the go. Zie hier de ontstaansgeschiedenis van de döner kebab als streetfood.

Het sloeg aan. De Duitsers vielen massaal voor het broodje vlees. Jong of oud, migrant of niet, iedereen komt op zijn tijd weleens een broodje döner halen. Inmiddels is het verheven tot meer dan streetfood en wordt het gezien als culinaire specialiteit van Duitsland. Volgens de Vereniging van Turkse Dönerproducenten wordt er op jaarbasis zo’n 2,3 miljard euro aan döner kebab verkocht in het land. Dit is ruim 65 procent van de opbrengst in heel Europa.

Döner bij Baris Grillhouse. Beeld: Majorie van Leijen

Berlijn mag dan de geboortestad van het broodje döner heten, ook in Hamburg is het overal te krijgen. Met foodie Bonita Carr doen we een rondgang. In de foodcourt van winkelcentrum Europa Passage in het centrum zit het bomvol rond het middaguur bij Saray. We krijgen het gerecht inderdaad in een broodje, of op aanvraag in een papieren bakje: de kebab box. Er is weinig sprake van on the go, de gehaaste Duitser doet het hier rustig aan op een doordeweekse dag.

Dit is anders in de wijk St. Georg, de multiculturele wijk van Hamburg. Hier zijn de meeste dönerzaken van de stad en kunnen liefhebbers hun hart ophalen. Rond het middaguur is er een korting voor studenten. Tegen die tijd loopt de wijk vol met jongeren die tussen het studeren door dankbaar gebruik maken van de streetfood creatie, vertelt een winkelier in de straat. Zonder korting betaal je al snel 10 euro per persoon.

Goedkoop is het niet, erkent Yusuf Elaldi, eigenaar van Baris Grillhouse, maar hij kan er weinig aan doen. ‘Het vlees komt uit Polen, de groenten koop ik weer ergens anders. De marktprijzen voor de ingrediënten zijn enorm gestegen. De hoge huurprijs van de winkel komt daar nog eens bovenop’, vertelt hij. ‘Ik zou deze döner niet voor minder kunnen verkopen.’

Dönerflatie

De stijgende lonen, hoge energiekosten en geopolitieke spanningen hebben in Duitsland gezorgd voor wat bondskanselier Olaf Scholz ‘dönerflatie’ noemde. Nadat een liefhebber van het gerecht hem op een evenement had aangesproken met de vraag of hij iets kon doen aan de hoge prijzen, besloot in mei dit jaar de linkse partij Die Linke het probleem aan te kaarten bij de Bondsdag. Mensen met een lager inkomen en jongeren zouden zich het gerecht niet langer kunnen permitteren. De partij stelde een prijsplafond voor van 4,90 euro voor een döner kebab. Een andere suggestie was een subsidie, of vouchers voor mensen met een lager inkomen.

De Duitsers vielen massaal voor het broodje vlees

Het voorstel haalde het niet, en was misschien ook wel niet nodig. Ondanks het feit dat de prijzen alleen nog maar meer zijn gestegen heeft het de verkoop niet belemmerd, zeggen de verkopers in Saray en Baris Grillhouse. ‘Het is inderdaad steeds duurder geworden’, zegt een klant in het restaurant van Yusuf. ‘Vroeger betaalde ik misschien 5 euro, nu het dubbele. Maar het weerhoudt me niet om het te blijven eten. Ik kom hier nog steeds regelmatig een broodje halen.’

Het is inmiddels gaan schemeren en het is al na achten, maar de klanten blijven binnenlopen. ‘Ik heb vanavond geen zin om te koken, mijn ouders komen straks terug van vakantie dus ik wilde het huis nog even schoonmaken’, vertelt een jonge vrouw die een döner kebab bestelt. Inmiddels hebben we een tafeltje genomen, wat ons in staat stelt voor de traditionele variant te gaan: döner geserveerd op een bord met groenten. ‘Ja, dit kan natuurlijk ook gewoon, we hebben heel veel verschillende varianten’, zegt Yusuf.

Turks of Duits?

Het toont de flexibiliteit van de Duitse döner, maar diezelfde flexibiliteit was de aanleiding voor een tweede politieke kwestie dit jaar. In april vroeg Turkije bij de Europese Commissie een beschermde status van het product aan. Dit zou betekenen dat de döner kebab alleen volgens de traditionele, Turkse wijze bereid zou mogen worden.

Het vlees moet rund, schaap of kip zijn. De afgesneden reepjes vlees moeten tussen de 2 en 5 millimeter breed zijn, afgesneden met een 55 centimeter lang stalen mes. Bovendien moeten er specifieke hoeveelheden ui, zout, peper en tijm worden gebruikt. Alleen dan is er sprake van de oorspronkelijke döner, en alleen op die manier zou het in Duitsland of welk ander EU-land dan ook verkocht mogen worden.

Er zijn meerdere beschermde producten in de Europese Unie, zoals de Spaanse serranoham, gorgonzola uit Noord-Italië en de Napolitaanse pizza. Maar gezien de aangepaste versie van de Duitse döner kebab, die inmiddels ook op die manier in andere EU-landen wordt verkocht, zou de status een einde betekenen van een culinaire traditie.

De kebab box bij Saray in het winkelcentrum in Hamburg. Beeld: Bonita Carr

De Duitse regering heeft dan ook laten weten dat ze weinig heil ziet in de status. ‘De kebab is onderdeel van Duitsland en de diversiteit van de bereidingswijzen weerspiegelt de diversiteit van ons land, dit moet behouden blijven’, liet het Duitse ministerie van Voedsel en Landbouw weten. Het tekende samen met tien organisaties protest aan tegen de aanvraag. De Europese Commissie heeft de kwestie voorlopig voor zich uitgeschoven door Turkije en Duitsland zes maanden te geven om er samen uit te komen.

Het protest zal ongetwijfeld veel steun krijgen. De Duitse aanpassing wordt al jarenlang bejubeld door sociologen als zijnde een toonbeeld van de Turkse integratie en het grote culturele erfgoed van de Duitse maatschappij. Er zijn boeken geschreven over de Duits-Turkse döner kebab, zoals Beyond Currywurst and Döner door Heike Henderson, Kebab, A Turkish-German Cultural History door Eberhard Seidel of Once with Everything. The kebab and its relativesdoor Cihan Anadologlu. Allemaal betogen ze het transnationale karakter van de döner kebab.

Volgens masterstudent Transculturele studies Julia Edelmann worden culturele culinaire tradities gevormd door interacties, verstrengeling en actieve onderhandeling. Ze zijn dynamisch van aard en in staat samenlevingen te verenigen, schrijft ze in een artikel in Interval Magazine, refererend aan het döner kebabvraagstuk. ‘Turkse zakenlieden speelden een actieve rol bij de vormgeving van hun product, net zoals de dominante Duitse samenleving een actieve rol speelde bij de acceptatie van het nieuwe gerecht.’

Het is nu aan de Duitse en Turkse regering om de vete te beslechten. Daarvoor hebben ze tot maart. Ondertussen blijven de broodjes over de toonbank vliegen – ook zonder dönerplafond – en gaan de fabrikanten door met bruggen slaan. Zo bedacht fastfoodketen Kebap with Attitude in Berlijn onlangs de aspergekebab: een broodje regionaal rundvlees van een kebabspies met Beelitz-asperges, veldsla, hollandaisesaus, aardbeien-gemberjam en daslookmayonaise. Voor deze samensmelting betaalt de consument dan wel 14,90 euro.

Iraanse studente die in ondergoed demonstreerde overgebracht naar ‘zorgcentrum’

0

Ahoo Daryaei, de Iraanse vrouw die vorige week in haar ondergoed voor de universiteit van Teheran protesteerde tegen de strenge kledingvoorschriften in het land, is overgeplaatst naar een centrum voor ‘gespecialiseerde zorg’, waar haar psychische toestand zal worden ‘behandeld’.

Dit meldde de Iraanse ambassade in Parijs woensdag, volgens het Franse persbureau AFP. ‘De betrokken student lijdt aan psychische kwetsbaarheid en werd door een ambulance van de sociale noodhulpdienst overgebracht naar een gespecialiseerd zorgcentrum’, zou de ambassade hebben verklaard.

Volgens activisten zijn deze centra locaties waar eerder ook demonstranten naartoe zijn gebracht. Hun roep om meer vrijheden voor vrouwen in Iran wordt door het regime gezien als een psychische aandoening.

In de inrichting zou bovendien worden gemarteld. Amnesty International beschreef in een eerder rapport dat het bewijs had gevonden van elektrische schokken, martelingen, mishandelingen en het gebruik van chemische stoffen bij demonstranten en politieke gevangenen die naar psychiatrische instellingen werden gebracht, aldus the Guardian. De mensenrechtenorganisatie vindt het nieuws over de ‘strippende vrouw’ dan ook alarmerend.

De betreffende vrouw werd vorige week door personeel van de universiteit fysiek belaagd omdat haar hoofddoek niet goed zou zitten. Als reactie besloot ze zich tot op haar ondergoed uit te kleden. Strijdlustig liep ze een tijd rond op de campus, waarvan filmpjes de hele wereld overgingen. Uiteindelijk werd ze door de politie meegenomen.

Bezuinigingen geesteswetenschappen ‘aanslag op onze culturele en politieke banden’

Wetenschappers en studenten van de universiteiten van Leiden en Utrecht zijn verbijsterd over de bezuinigingsplannen van deze instellingen. Onder andere de opleidingen Arabisch & Islam, Afrika Studies en sommige talenstudies worden afgeschaft. ‘We hebben expertise en diepgaande kennis over het Midden-Oosten in huis, maar die wordt nu aan de kant geschoven.

Al maanden zitten bestuursleden van universiteiten en hogescholen met de handen in het haar omdat ze pijnlijke beslissingen moeten maken. In het hoofdlijnenakkoord dat het kabinet eerder dit jaar presenteerde, staan namelijk de grootste bezuinigingen op hoger onderwijs sinds de jaren tachtig. Bijna een miljard wil het kabinet-Schoof gaan bezuinigen.

Door heel het land zijn protestcampagnes georganiseerd om te voorkomen dat de toekomst van studenten en het werk van personeel in gevaar komt. Maar dat in de geesteswetenschappen van de universiteiten Leiden en Utrecht de gevolgen zo rigoureus zouden zijn, had niemand zien aankomen. ‘Ik was echt van streek toen ik werd geïnformeerd dat onze bacheloropleiding zal worden gesloten’, zegt hoogleraar Religiewetenschappen Birgit Meyer van de Universiteit Utrecht. ‘Het verbijstert mij dat de universiteit zo snel de bezuinigingen van de huidige rechtse regering omzet in een fundamentele verbouwing van de geesteswetenschappen.’

‘Deze beslissing werd genomen zonder met mij, als leidinggevende van de discipline religiewetenschappen, te hebben gesproken’

Het faculteitsbestuur in Utrecht wil de teugels hard aantrekken door de opleidingen Frans, Italiaans, Arabisch & Islam, Keltisch, Religiewetenschappen en Duits met ingang van studiejaar 2026-2027 te sluiten. De studenten die al zijn aangemeld voor deze studies hebben nog tot 2030 de kans om af te studeren. ‘Mijn collega’s en ik werden voor een voldongen feit geplaatst’, zegt Meyer. ‘Deze beslissing werd genomen zonder met mij, als leidinggevende van de discipline religiewetenschappen, te hebben gesproken.’

Kaalslag onderwijs

Ook studenten zijn verbitterd over de plannen en maken zich vooral zorgen om hun medestudenten: ‘Dit is een supergoed voorbeeld van hoe het kabinet de verkeerde prioriteiten stelt’, vindt Jorn Duindam, student Japanstudies aan de Universiteit Leiden.

Duindam verhuisde naar Leiden omdat dit de enige stad is waar je Japanstudies kunt studeren. Naast deze studie zullen ook Koreastudies, Chinastudies en South and Southeast Asian Studies in Leiden fuseren tot één opleiding: Aziëstudies. Duits, Frans en Italiaans worden met elkaar gefuseerd tot de studie Europese talen en culturen. Daarnaast is het plan om de zes specialisaties van de opleiding Midden-Oostenstudies te schrappen en zullen de gehele opleidingen Latin American Studies en Afrika Studies stoppen. ‘Als je al die specialisaties over Azië fuseert tot één studie, dan krijg je als student een heel algemeen plaatje zonder enige verdieping. En deze specialisatie is nu juist belangrijk om als expert op te treden of zelfs een baan te krijgen in bijvoorbeeld Japan of China’, zegt Duindam.

Naast financiële problemen zijn de redenen achter de bezuinigingen volgens faculteitsbesturen dat de opleidingen te weinig studenten aantrekken en daardoor minder rendabel zijn. Dit is een te beperkte kijk, vindt docent-onderzoeker Gandolfo Cascio, verbonden aan de opleiding Italië Studies van de Universiteit Utrecht: ‘De opleiding Italiaanse taal en cultuur is misschien kleiner vanwege het aantal studenten, maar dit aantal is juist voldoende om de vacatures bij ambassades, ministeries en bedrijven te vervullen met de juiste mensen. Andere opleidingen die misschien een groter aantal studenten hebben, ogen op het eerste gezicht rendabel, maar krijgen al deze afgestudeerden ook een passende baan?’

‘Deze opleidingen beschermen ons tegen polarisatie en populisme’

Volgens Cascio houdt het kabinet ook geen rekening met de kennis die de samenleving nodig heeft en is men alleen maar gericht op de geldpot. ‘De afwezigheid van Italië-experts zal grote schade toebrengen aan het Nederlandse economische weefsel, en de politieke en sociale banden met Italië. Ik maak mij vooral zorgen dat het verdwijnen van de talenstudies een verarming zal betekenen van de culturele dialoog tussen Nederland en andere landen in Europa die al eeuwenlang een sterke band hebben.’

Ook heeft het bestuur geen oog voor de prestaties op het gebied van onderzoek, stelt hoogleraar Meyer: ‘De studies Religiewetenschappen en Islam & Arabisch hebben sinds 2011 meer dan zestien miljoen aan fondsen voor onderzoek ingewonnen. Dat is buitengewoon fors! Bovendien leert ons onderwijs boven simplistische ideeën over religie uit te stijgen, wat de horizon van studenten verbreedt, en vormt tevens de basis voor gefundeerde religiekritiek in onze huidige seculiere samenleving. Dit beschermt ons tegen polarisatie en populisme.’

Toegangspoorten rijke culturen

Bij de Leidse opleidingen Midden-Oostenstudies en Afrika Studies hakt het nieuws over de geplande bezuinigingen er diep in. Nog anderhalve maand geleden opende de universiteit met tromgeroffel en muziek twee splinternieuwe bibliotheken: de Middle Eastern Library en de African Library. Twee trekpleisters voor nieuwsgierige studenten, omdat hier unieke stukken uit het Midden-Oosten en Afrika te zien zijn.

‘We hebben in Leiden de expertise en diepgaande kennis over het Midden-Oosten in huis, maar die wordt door deze plannen aan de kant geschoven’, vertelt universitair docent en voorzitter van de Midden-Oostenstudies Jelle Bruning. Het plan is om de zes specialisaties van zijn opleiding – Perzisch, Arabisch, Hebreeuws, Turks, Islamstudies en Moderne Midden-Oostenstudies – te schrappen. ‘Talen zijn bij ons toegangspoorten tot de rijke geschiedenis van Midden-Oosten’, zegt Bruning. ‘Een taal zit vol met allerlei impliciete culturele aspecten en stelt je in staat een regio, cultuur of religie van binnenuit te leren kennen, in al hun complexiteit. Bovendien kun je voor de talen Perzisch en Turks nergens anders in Nederland of Vlaanderen terecht om deze op universitair niveau te leren. Dit is onder andere heel jammer omdat we in Nederland een grote gemeenschap hebben met Turkse achtergrond.’

Nu ook in Utrecht de opleiding Arabisch & Islam zal worden afgeschaft ontstaat de angst dat toekomstige studenten nergens in Nederland meer Arabist kunnen worden. ‘Ook heerst er in Nederland op dit moment op rechts een politiek klimaat dat zich vijandig opstelt richting de academie’, vervolgt Bruning. ‘Hierdoor bestaat nog meer de noodzaak om het onderwijslandschap te bewaken. Maar als de wereld in brand staat, zoals nu in het Midden-Oosten, is de noodzaak juist groter om de standpunten en denkwijzen van mensen uit deze regio te begrijpen.’

Globaliserende wereld

Leiden staat vanouds al bekend als een talenstad, waar studenten de wereld leren kennen. Maar met de huidige plannen wordt dit imago aangetast, zegt de Leidse wetenschapper Mayke Kaag, hoogleraar Antropologie van Politiek en Bestuur in Afrika. ‘De wereld is niet alleen Europa; Afrika beslaat een heel groot deel van de wereld en als we niet de kennis hebben over dit continent dan zullen we de wereld niet meer kunnen begrijpen.’

‘Als de wereld in brand staat, zoals nu in het Midden-Oosten, is de noodzaak juist groter om de standpunten en denkwijzen van mensen uit deze regio te begrijpen’

Kaag: ‘Je ziet dat alleen al als je kijkt naar de recente geopolitieke ontwikkelingen. Afrikaanse zijn landen steeds meer onafhankelijk van Europa gaan opereren, door zelf te beslissen wat ze stemmen in de Verenigde Naties. Neem bijvoorbeeld Zuid-Afrika dat Israël aanklaagt voor genocide: dan zien we dat Afrika een steeds belangrijkere plek krijgt in de wereldpolitiek. Het is zeer relevant wat Afrika bijdraagt aan de wereldpolitiek. Ook in het bedrijfsleven ontwikkelen we steeds meer, en meer diverse banden met Afrika. Je kunt als universiteit niet meer zeggen: we hebben geldtekort, dus Afrika doet er niet meer toe. De focus ligt alleen op geld besparen en er ontbreekt een visie op hoe we kunnen kijken op wat voor manier we onderwijs over Afrika kunnen behouden. Er is op de universiteit bijvoorbeeld heel veel tijd en moeite ingestoken om de bachelor Afrika Studies anders in te richten, zodat studenten bredere kennis en skills opdoen.’

Het ontbreken van de opleiding ontneemt toekomstige studenten ook unieke kansen op de arbeidsmarkt, waarschuwt derdejaars student Annelies van Heemst. Studenten krijgen volgens haar die kansen vooral dankzij de uitgebreide samenwerkingsverbanden van Leiden met universiteiten in Afrika. Bovendien is Leiden de enige stad in Europa die een Engelstalige bachelor over Afrikaanse talen en culturen aanbiedt: ‘Ik begrijp niet waarom de universiteit zulke keuzes maakt zonder overleg. Met Afrika Studies leer ik breder naar de wereld kijken, vooral doordat ik een half jaar in Kenia aan een universiteit heb mogen studeren. De ‘Nederland eerst’-mentaliteit van het kabinet is helemaal niet wenselijk. In een globaliserende wereld wil je juist kennis hebben over andere delen in de wereld.’

‘Dus je lijkt slim omdat je nu even wat centjes bespaart, maar op een bepaald moment heb je die mensen wel nodig’

Wantrouwen regering

Ondanks de teleurstelling leggen personeelsleden uit Leiden en Utrecht zich niet neer bij de plannen van het kabinet. Op 14 november is een landelijke demonstratie georganiseerd waarbij onderwijsvakbonden, personeel en studenten willen protesteren tegen de gevolgen van de draconische kabinetsplannen. Docent-onderzoeker Cascio: ‘In het Engels heb je een mooie uitdrukking: Penny wise, pound foolish. Dus je lijkt slim omdat je nu even wat centjes bespaart, maar op een bepaald moment heb je die mensen wel nodig. Nederland heeft nauwe contacten met andere landen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. En daarmee is het van belang om elkaars culturen goed te leren kennen en elkaar te begrijpen.’

Of de politiek uiteindelijk gehoor zal geven aan de zorgen van het onderwijspersoneel is nog niet zeker. Maar voor veel studenten zorgen de bezuinigingen in het hoger onderwijs al voor wantrouwen richting de regering: ‘Ik denk dat de allerbelangrijkste les is dat het rechtse kabinet niet haar belofte nakomt om er voor het volk te zijn, maar dat uiteindelijk iedereen wordt geraakt’, vindt student Japanstudies Duindam. ‘Dit treft ook mensen die uit een economisch betere thuissituatie komen. Jongeren die gewend zijn om onder het ‘normale’ rechtse beleid niet in de problemen te komen. Met het kabinet-Schoof raken zij hun comfortabele positie kwijt.’

Onderzoek: lhbtiq+-mensen van kleur hebben het extra zwaar

0

Online haat, geweldsdelicten, ongewenst seksueel gedrag en discriminatie zijn nog steeds zaken waar mensen uit de regenbooggemeenschap veelvuldig mee te maken krijgen. Lhbtiq+-mensen van kleur hebben het extra zwaar. Dit blijkt uit een tweejaarlijks onderzoek in opdracht van de regering.

Gisteren presenteerde staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Mariëlle Paul de resultaten aan de Tweede Kamer. Het onderzoek bevatte voor de eerste keer ook de ervaringen van intersekse, non-binaire en aseksuele personen, en lhbtiq+ personen van kleur, en lhbtiq+ personen met een beperking.

Lhbtiq+ personen geven vaker aan discriminatie te ervaren dan cis-hetero personen (hetero personen die geen twijfels hebben over hun geslacht). Hetzelfde geldt voor online haat en ongewenst seksueel gedrag. Het gaat slechter met hun mentale gezondheid en ze hebben vaker suïcidale gedachten.

Wel zijn er verschillen per groep binnen de regenbooggemeente. Zo ervaren bijvoorbeeld meer zelfwaardering, veerkracht en regie dan andere lhbtiq+ personen. Lhbtiq+ mensen van kleur of met een beperking, evenals bi+, transgender en non-binaire mensen, hebben het op veel gebieden juist extra zwaar.

Wat opvalt in het onderzoek is dat lhbtiq+ personen bovengemiddeld vaak nadenken over wat zij doen in de openbare ruimte, omdat ze bang zijn dat mensen hier iets van vinden. Affectie tonen met een partner is bijvoorbeeld iets dat ze niet altijd durven doen. Het onderzoek keek ook naar de acceptatie van de gemeenschap onder Nederlanders. De groep die zegt positief te staan tegenover de regenbooggemeente werd iets groter.

De staatssecretaris geeft aan dat de resultaten worden meegenomen bij het opstellen van de Emancipatienota voor het zomerreces van 2025.

Veertig doden na Israëlische bombardementen op Beiroet

0

De uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft voorlopig nog geen impact op de oorlog in het Midden-Oosten. Na Israëlische bombardementen in de Libanese hoofdstad Beiroet zijn ten minste 40 doden gevallen, meldt de Arabische nieuwssite Al Jazeera.

Ook in Noord-Gaza gaat de verwoesting door, waar de hongerlijdende bevolking wordt afgesneden van de rest van de wereld. De VN-chef voor humanitaire hulp, Joyce Msuya, klaagt dat Palestijnen massaal sterven van de honger, ’terwijl de hele wereld toekijkt’, aldus Msuya.

Toch hebben sommige Amerikaanse moslims hoop dat Trump verandering kan brengen. Uit woede over de onvoorwaardelijke steun van de Democraten aan Israël hebben zij op hem gestemd, in de verwachting dat Trumps ‘no-nonsense’ aanpak misschien het geweld kan stoppen.

Vakbondsvoorzitter Ebrar Kaya, die eerder deze week sprak met de Kanttekening, gelooft echter niet dat Trump een ‘beter alternatief’ is, zoals sommige moslimleiders in Michigan denken. ‘Dat is absoluut niet het geval’, zegt hij, wijzend op de steun van 66 procent van de Israëliërs voor Trump.

Het oorlogskabinet van Netanyahu is in ieder geval tevreden met Trumps zege en feliciteerde hem als een van de eersten. ‘Gefeliciteerd Trump. Maak Israël groot’ staat op grote banners in Israël, aldus de Volkskrant.

Regering wil banden met Assad aanhalen om Syriërs terug te sturen

0

Om Syriërs te kunnen terugsturen naar hun land, moet de Nederlandse regering de banden aanhalen met president Bashar al-Assad. Sommige coalitiepartijen staan hier welwillend tegenover.

Momenteel is er geen diplomatiek contact met de regering in Damascus; dat is sinds 2012 het geval. In dat jaar trok de Nederlandse regering haar ambassadeur terug uit Damascus en verklaarde de Syrische ambassadeur in Nederland tot ongewenst persoon. Bovendien erkende Nederland Bashar al-Assad niet langer als de vertegenwoordiger van het Syrische volk.

Nederland stond hierin niet alleen; de meeste westerse regeringen namen soortgelijke beslissingen, omdat de Syrische president verantwoordelijk wordt gehouden voor miljoenen moorden, martelingen en verdwijningen. Volgens voormalig Syrië-gezant Marcel Kurpershoek zat het regime achter 90 procent van de circa half miljoen doden in de burgeroorlog, vertelt hij aan NRC.

Maar Syriërs kunnen niet worden teruggestuurd zonder dat de diplomatieke banden worden hersteld, legt migratie-expert Huub Verbaten van Instituut Clingendael uit aan dezelfde krant. Hiervoor zijn documenten nodig, en mensen die terugkeren, moeten het land ook daadwerkelijk in kunnen.

Volgens NRC staan de coalitiepartijen NSC en BBB positief tegenover diplomatieke toenadering. NOS meldt echter dat Geert Wilders pleit voor het aanhalen van de banden, zoals hij tegen Nieuwsuur zou hebben gezegd, terwijl NSC en BBB hierover nog geen duidelijkheid hebben gegeven. De VVD is terughoudend over diplomatie met de Syrische president.

Amsterdamse raadsleden Veldhuyzen en Ahmadi beginnen nieuwe partij: De Vonk

0

De voormalige Bij1-raadsleden Jazie Veldhuyzen en Nilab Ahmadi uit Amsterdam hebben een nieuwe partij opgericht: De Vonk, een zelfbenoemde ‘anti-koloniale’ partij. Dat kondigen ze aan in een persverklaring.

Veldhuyzen en Ahmadi vinden het tijd voor ‘een nieuw geluid’ in de politiek, wat voor hen neerkomt op een ‘uitgesproken revolutionaire politiek’.

Sinds twee jaar opereren de twee raadsleden niet meer onder de naam Bij1, de partij die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen haar zetel verloor. De Amsterdamse fractie viel al snel na installatie uiteen: eerst ging Carla Kabamba als zelfstandig raadslid verder, waarna ook Veldhuyzen en Ahmadi afscheid namen van Amsterdam Bij1, die nu alleen nog actief is in de deelraden.

De Vonk positioneert zich naar eigen zeggen ‘nog linkser dan links’, aldus het Parool. ‘Uit de vonk zal de vlam oplaaien’, schrijven de raadsleden in hun persbericht.

De raadsleden lijken hiermee alsnog hun wens voor een radicalere politiek na te jagen. Binnen Bij1 konden ze die koers niet doorzetten, maar nu zetten ze zich onafhankelijk in voor ‘de strijd tegen kolonialisme en fascisme’. Het motto van De Vonk: ‘Voor solidariteit, een vrij Palestina en de strijd tegen kapitalisme’. Het blijft afwachten of deze boodschap aanslaat bij een breder publiek.

Elke week op het viaduct voor Gaza

0

Elke woensdagmiddag staat José van Grinsven met een Palestijnse vlag op een viaduct in Amsterdam-Noord. ‘Ik wil mensen bewust maken van wat er in Palestina gebeurt en steun betuigen aan iedereen die verdriet heeft om de Palestijnse slachtoffers’, zegt hij.

Van Grinsven beschouwt zijn wekelijkse actie als een positieve manier om zich voor Palestina in te zetten. ‘Je ziet aan het toeteren en de opgestoken duimen dat mensen hetzelfde voelen.’ De andere Palestina-activisten met wie hij optrekt, kunnen ieder moment komen. ‘Ik meld de demonstraties altijd aan bij de gemeente. We beginnen nu iets eerder omdat het sneller donker wordt.’

‘Ik ben sowieso tegen alle oorlogen’, zegt Van Grinsven. Hij zwaait met zijn vlag, terwijl de auto’s onder het viaduct en op de weg boven luid claxonneren. ‘De strijd in Gaza is ongelijk. Israël doodt een hele bevolking met militaire voertuigen en bommen. Dit is genocide, en daarom sta ik hier.’

‘Mensen met migratieachtergrond hebben minder kans om als arts carrière te maken’

0

Wie zich wil verdiepen in kansenongelijkheid in onderwijs en zorg, kan bijna niet om de onderzoeken van de socioloog Lianne Mulder heen. Zo toonde ze aan dat kandidaten met een niet-Europese achtergrond veel minder kans hebben om toegelaten te worden tot geneeskunde.

Terwijl Mulder in haar prachtige tropische volkstuin verse groenten en kruiden voor me plukt, vertelt ze haar verhaal. ‘Zoals je ziet, ben ik allereerst een tuinder, en een trotse boerendochter. Verder ben ik socioloog en onderzoeker bij het UMC Utrecht. Maar als er geen ongelijke kansen waren geweest die ik wilde bestrijden, dan was ik het liefst hovenier geworden.’

Waarom ben je je gaan focussen op kansenongelijkheid?

‘Omdat ik niet tegen onrechtvaardigheid kan. Ongelijke kansen in het onderwijs bepalen voor een groot deel de mogelijkheden die mensen later in hun leven hebben. Dat heeft invloed op hun plek op de arbeidsmarkt, hun inkomen en hun gezondheid. Bovendien zorgt ongelijkheid in het onderwijs er mede voor dat veel topposities in ons land worden ingenomen door mensen die weinig tot nooit met structurele tegenwerking te maken hebben gehad. Dat zijn de zogenaamde ‘zeven vinkjes’ – dit verwijst naar zeven belangrijke eigenschappen die mensen met veel privileges volgens journalist Joris Luyendijk hebben.  Ik wil graag iets doen aan een van de bronnen van die gebrekkige diversiteit, namelijk kansenongelijkheid, zodat we over twintig jaar in die topposities een goede afspiegeling van de maatschappij zien.’

Je hebt voor je onderzoek naar een enorme hoeveelheid gegevens gekeken. Wat waren je conclusies?

‘In een van de onderzoeken die ik uitvoerde bij het Amsterdam UMC, hebben mijn co-auteurs en ik aangetoond dat migratieachtergrond de belangrijkste invloed heeft op kansenongelijkheid, zelfs wanneer je er rekening mee houdt dat ook andere factoren een rol spelen, zoals geslacht, inkomen en opleiding, en of je ouders wel of niet in het onderwijs werken. In de meeste gevallen hebben mensen zonder migratieachtergrond of met een Europese achtergrond een hogere kans op toelating tot een opleiding dan mensen met bijvoorbeeld een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Omdat dit bewijs is gebaseerd op harde data, is het moeilijk om de kansenongelijkheid nog te ontkennen.

Daarnaast hoorde ik van artsen dat kansenongelijkheid ook speelt als mensen solliciteren voor een opleidingsplek voor arts in opleiding tot specialist – AIOS. Hier was nog geen grootschalig statistisch onderzoek naar gedaan, maar ik kwam op het idee om dit te gaan onderzoeken met gegevens van het Centraal Bureau voor Statistiek. Helaas is er in Nederland geen centraal aanmeldsysteem voor AIOS-plekken, dus we weten niet wie er heeft gesolliciteerd voor een opleidingsplek, maar we weten wel welke artsen formeel geregistreerd zijn als specialist. Wij hebben in dit onderzoek onder andere aangetoond dat vrouwelijke artsen met een Marokkaanse achtergrond de allerlaagste kans hebben om momenteel medisch specialist te zijn. Uit onderzoek door een kinderarts in opleiding blijkt dat er allerlei zaken een rol spelen in selectieprocedures, die de diversiteit onder specialisten kunnen belemmeren. Mensen kijken te weinig naar objectieve functie-eisen om te bepalen wie de juiste kandidaat is en hebben een onbewuste voorkeur om mensen aan te nemen die op henzelf lijken. Bovendien is door weer een andere onderzoeker aangetoond dat sollicitanten met een niet-westerse migratieachtergrond en een academische doctorstitel een lagere kans hebben op een AIOS-plek dan sollicitanten met een westerse achtergrond die geen doctorstitel hebben.

Wat ik daarnaast regelmatig van artsen hoor, is dat als je een AIOS-plek wilt krijgen, het handig is een netwerk te hebben in de medische wereld. Kinderen van bijvoorbeeld artsen hebben grote voordelen. Zij weten bijvoorbeeld vaker wat de ‘juiste’ dingen zijn die je op je CV moet hebben om een grotere kans te maken in een specifiek vakgebied.’

‘Als we echt willen dat iedereen toegang heeft tot goede zorg, moeten we nu actie ondernemen en leren van wat elders wél werkt’

Jij hebt duidelijke ideeën over hoe die selectie eerlijker zou kunnen. Kun je dat uitleggen?

‘Ik denk dat we daarvoor moeten kijken naar wat in het buitenland al goed werkt. In Schotland zijn universiteiten bijvoorbeeld al meer dan twintig jaar heel actief bezig om de toegang tot hoger onderwijs eerlijker te maken voor groepen voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Ze kijken naar studenten met een specifieke sociaaleconomische achtergrond, naar studenten die wees geworden zijn, of die kind zijn van vluchtelingen. Ze erkennen dat de weg naar de universiteit voor iedereen anders is en proberen die toegankelijker te maken. Het gaat erom dat degenen die geneeskunde willen studeren, geen belemmering ondervinden door hun achtergrond of omstandigheden.

We zouden in Nederland ook kunnen kijken naar kandidaten uit regio’s waar nu grote tekorten zijn aan werknemers in de zorg, zoals delen van Friesland, Groningen of Zeeland. In Australië hebben ze een programma waarbij mensen die uit afgelegen gebieden komen, gegarandeerd een plek op de geneeskundeopleiding kunnen krijgen als ze beloven dat ze na hun studie in die gebieden gaan werken. Dit programma is succesvol omdat het niet alleen de kansenongelijkheid in de toegang tot de universiteit aanpakt, maar ook de zorgtekorten op het platteland. Als we echt willen dat iedereen toegang heeft tot goede zorg, moeten we nu actie ondernemen en leren van wat elders wél werkt.’

Hoe reageren mensen op je bewijzen dat er sprake is van kansenongelijkheid?

‘Voor artsen van kleur is het uiteraard helemaal geen verrassing. Daarnaast zijn ook andere mensen blij dat het probleem eindelijk is aangetoond met harde data. Dan is er ook nog een groep mensen die geschrokken is van hoe groot de ongelijkheid daadwerkelijk is. Dit zijn allemaal mensen die verandering willen.

Daarnaast zijn er ook mensen, vaak ‘zevenvinkers’, die uitspreken dat het voor hun kind moeilijker zal worden om binnen te komen als er daadwerkelijk eerlijke kansen komen voor groepen die nu ondervertegenwoordigd zijn. Deze mensen pleiten er soms voor om de selectie te laten zoals die nu is, of ze pleiten voor een loting zonder enige vorm van weging. Maar ze vergeten dat een loting niet echt gelijk is als het startpunt van kinderen ongelijk is. Deze groep praat over gelijkheid, maar houdt, wellicht onbewust, juist de bestaande ongelijkheid in stand door er niet voor te willen compenseren. Niet altijd met kwade bedoelingen hoor. Ik merk in gesprekken dat sommige van deze mensen weinig ervaring hebben met geïnstitutionaliseerde sociale ongelijkheid. Uiteindelijk is kansenongelijkheid een systemisch probleem. Het zit verweven in alle sectoren van onze samenleving.

Daarom is het zo belangrijk om bij een selectieprocedure niet slechts te kijken naar het eindresultaat, maar ook rekening te houden met de ongelijke omstandigheden waarin dat resultaat tot stand is gekomen. En daar is ook brede steun voor, laat ons onlangs gepubliceerde draagvlakonderzoek zien.’

‘Je kan niet blijven klagen over personeelstekorten als je niets doet tegen de discriminatie die goede zorgverleners de sector uit jaagt’

Is er politieke steun voor een andere manier van werving en selectie?

‘Er is steun als het gaat om kandidaten uit Caribisch Nederland, waar de omstandigheden duidelijk anders zijn dan hier. Maar er is een wetswijziging nodig om echt iets te kunnen veranderen in de selectieprocedures om rekening te houden met bijvoorbeeld sociaaleconomische ongelijkheid. Ik weet niet of daarvoor een meerderheid is in de Tweede Kamer. De Algemene Wet Gelijke Behandeling moet bijvoorbeeld aangepast worden, zodat het mogelijk wordt om mensen met een bepaalde sociaaleconomische status een voorkeursbehandeling te geven.

Ik hoop dat mensen uiteindelijk inzien dat dit niet gaat om diversiteit omdat het ‘leuk’ staat. Deze diversiteit is essentieel voor betere toegang tot zorg voor ons allemaal, overal in Nederland.’

Stel dat dit kabinet valt en jij wordt gevraagd als nieuwe minister van Volksgezondheid. Wat zou je als eerste doen?

‘Ik zou de samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap intensiveren. Zorgprofessionals gaan eerst door het onderwijssysteem voordat ze in de zorg terechtkomen. Dus je moet het probleem van de gebrekkige diversiteit bij de bron aanpakken. Bovendien zou ik meer samenwerken met alle ministeries die zich bezighouden met armoedebeleid en sociale ongelijkheid. Veel problemen waarmee zorgprofessionals worden geconfronteerd, zijn mede het gevolg van bijvoorbeeld armoede, bestaansonzekerheid, discriminatie, racisme en andere vormen van onrechtvaardigheid. Als we deze problemen niet structureler aanpakken, blijven we in de zorg pleisters plakken zonder de onderliggende problemen op te lossen. En natuurlijk zou ik mij volop inzetten om discriminatie van zorgprofessionals en studenten aan te pakken. Je kan niet blijven klagen over personeelstekorten als je niets doet tegen de discriminatie die goede zorgverleners de sector uit jaagt.’

Met wat voor onderzoek ben je nu bezig?

‘Ik onderzoek nu de diversiteit onder zorgverleners die bevoegd zijn om een beroep in de zorg uit te oefenen. Ik kijk of er sprake is van kansenongelijkheid onder bijvoorbeeld verpleegkundigen, apothekers of artsen om zich te kunnen specialiseren. Samen met studenten en zorgverleners werken we aan onderzoeken per specialisme. Door middel van interviews willen we ook inzicht krijgen in persoonlijke ervaringen met afwijzingen en onbewuste vooroordelen tijdens selectieprocessen. Het ministerie van Volksgezondheid financiert dit deels, maar dat is nog niet genoeg. Ik werk daarom deels onbetaald en gebruik daarnaast crowdfundplatform GoFundMe om een deel van de kosten te dekken.’

En als je klaar bent? Ga je dan hovenier worden?

‘Haha, wie weet. Ik vrees alleen dat het nog wel even duurt.’

Dit artikel is het derde in een reeks over discriminatie in de gezondheidszorg. Eerder verschenen al: Baren buiten de box: discriminatie in de geboortezorg en Charifa Zemouri: ‘Wetenschap is extreem eurocentrisch’.