De persvrijheid staat wereldwijd steeds verder onder druk. Daarvoor hoef je, hoe paradoxaal dat ook klinkt, alleen maar een serieuze krant open te slaan – althans in het gestaag krimpende deel van de wereld waar dat nog kan.
Ja, er is altijd een groot deel van de wereld geweest waar van persvrijheid geen enkele sprake is. In het totalitaire China bijvoorbeeld, dat met zijn 1,4 miljard inwoners een zesde van de hele mensheid nooit met journalistieke vrijheid heeft bediend. De tien maal zo kleine bevolking van Rusland heeft er alleen heel kortstondig enigszins aan kunnen ruiken, in de Jeltsinjaren, drie decennia terug. Onder Poetin is de speelruimte inmiddels gereduceerd tot nagenoeg nul, met de ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne als argument om elk kritisch, en dus het Kremlin onwelgevallig geluid via de rechtbank de mond te snoeren.
In dat opzicht weinig opmerkelijks. Maar ook in ‘het Westen’, dat zich als democratisch deel van de wereld altijd zo nadrukkelijk als voorstander van de persvrijheid heeft opgeworpen, gaat het evident bergafwaarts. In EU-lidstaat Hongarije heeft Orbán vrijwel alle media in handen en elk tegengeluid bijna monddood gemaakt; EU-lidstaat Polen was onder de vorige ultrarechtse regering hard op weg in zijn voetspoor te treden, en het kost nu de grootste moeite om dit proces te keren. In NAVO-lidstaat Turkije ziet het er met Erdogan niet veel beter uit.
In de westerse voorpost Israël – volgens sommige verblinde adepten nog steeds een democratische modelstaat – poogt Netanyahu de eigen vernietigingsoorlog tegen de Palestijnen zoveel mogelijk aan het zicht te onttrekken door de Gazastrook voor iedereen af te sluiten, journalisten inclusief. De laatsten worden als ongewenste pottenkijkers zelfs regelmatig doelbewust door het leger vermoord.
Naast juridische of fysieke maatregelen om de vrije pers dwars te zitten hanteren autocraten als Orbán, Erdogan en Netanyahu ook economische methoden, Oppositionele, of zelfs niet bij voorbaat slaafs volgzame media worden stelselmatig uitgesloten van advertenties van overheidszijde – voor de pers een belangrijke inkomstenbron. Een van de weinige nog resterende serieuze Israëlische kranten, Haaretz, is zo door Netanyahu doelbewust in de marge gedrongen.
Onze eigen Kleine Geblondeerde Leider zou het hem graag nadoen
Het snelst bergafwaarts gaat het, sinds 20 januari, evident in de Verenigde Staten. In honderd dagen Trump voltrekt zich hier in turbotempo dat wat daarbij vergeleken elders nog in slow-motion gaat. Persconferenties stellen niets meer voor, propaganda-kanalen krijgen alle ruimte om Trumps zelfingenomen gebral te verspreiden, grote neutrale persorganisaties worden door het Witte Huis geboycot sinds ze weigeren de Golf van Mexico voortaan Golf van Amerika te noemen, alleen omdat de Grote Geblondeerde Leider zulks heeft verordonneerd – op zulk infantiel niveau speelt zich dat bij Opgeblazen Ego’s af.
Onze eigen Kleine Geblondeerde Leider zou het hem graag nadoen, want ook voor Wilders zijn onafhankelijke journalisten – bijvoorbeeld degenen die Fabers fabeltjesfabriek ontmantelen – ’tuig van de richel’.
Bij Trump zien we versneld in het groot wat elders op kleinere schaal langzaam gebeurt. De verdachtmaking van onafhankelijke journalisten, in combinatie met wat Steve Bannon, een van de grootste ploerten uit zijn entourage, omschreef als ‘flooding the zone with bullshit‘: zoveel onzin verspreiden dat de doorsnee-kiezer geen onderscheid meer tussen waarheid en leugen, tussen feit en fictie meer kan maken, en zich apathisch neerlegt bij alles wat er over hem wordt uitgestort.
Die aanval op de vrije pers gaat zowel bij Trump als bij zijn Nederlandse vazal samen met een even systematische aanval op, en verdachtmaking van, die andere cruciale onafhankelijke krachten in de samenleving: wetenschap en rechtspraak. Krachten, die elk op hun manier tegenwicht moeten bieden tegen de absolute waarheidsclaim en juridische willekeur van een oppermachtige regering, die met een pseudodemocratisch beroep op de verabsoluteerde volkswil – het volk ‘wil’ minder asielzoekers, het volk ‘wil’ trots zijn op zijn Golf van Amerika – ieder tegengeluid de mond poogt te snoeren.
Poging tot herschrijving van de geschiedenis vormt daarvan een belangrijk aspect – zowel in de VS, waar Trump met zijn racistische glorieverhaal van witte suprematie in musea en onderwijs elke rol van de Afro-Amerikanen poogt uit te wissen, als bij ons waar zijn mederacist Martin Bosma in feite hetzelfde wil. Het zou van grote naïviteit getuigen zowel hun kwaadaardigheid als hun effectiviteit te onderschatten.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!