15 C
Amsterdam

Expositie: al sinds de koloniale tijd is de islam in Nederland

Ewout Klei
Ewout Klei
Journalist gespecialiseerd in politiek en geschiedenis.

Lees meer

De eerste moslimmigranten in Nederland waren geen Turkse en Marokkaanse gastarbeiders, maar Indonesiërs en Surinamers uit de koloniën, toont de eerste tentoonstelling van het Moslimarchief. De islam is dus al veel langer verweven met de geschiedenis van ons land.

Nederland ooit het grootste moslimrijk ter wereld? Deze opmerking wordt vaak gemaakt. Mogelijk telde het Britse Rijk – dat ook het tegenwoordige India, Pakistan, Bangladesh, Maleisië en Nigeria omvatte – meer moslimonderdanen. Maar feit is wel dat honderd jaar geleden Nederland over meer dan vijftig miljoen moslims heerste in Nederlands-Indië en Suriname.

De geschiedenis van de islam in Nederland is dus veel breder dan de geschiedenis van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders. Dat is ook de boodschap van de tentoonstelling ‘Wij zijn hier’, die is gemaakt door twee gastconservatoren van het Moslimarchief.

De expositie is tot 8 december te zien in het Nationaal Archief in Den Haag, op een steenworp afstand van het gebouw waar nu tijdelijk de Tweede Kamer huist. Bijzonder, want de Nederlandse politiek, in het bijzonder het nieuwe kabinet, lijkt moslims niet bepaald gunstig gezind. De islamofobe PVV van Geert Wilders is een van de coalitiepartners en wil een vluchtelingencrisis uitroepen, om op die manier nieuwe moslimmigranten te weren. Daarnaast staat het kabinet nog steeds vierkant achter Israël, dat een bloedige oorlog voert op de Gazastrook, met tienduizenden dodelijke slachtoffers als gevolg. Moslims worden niet als mens gezien, zegt Kamel Essabane, voorzitter van het Moslimarchief. Maar, en dat is tevens de boodschap van de tentoonstelling, moslims zijn er ook: ‘Wij zijn hier.’

Hindostaanse moskee in Suriname. Beeld: Nationaal Archief

Op de introductiewand van de tentoonstelling staan vijf teksten:

Wij zijn hier, want wij horen hier te zijn. (Emillio Kertokarijo)
Wij zijn hier, omdat Nederland ons heeft gekoloniseerd. (Gracia Rahman Khan)
Wij zijn hier, door onze gedeelde geschiedenis. (Fâris van de Lisdonk)

‘Een nationaal islammuseum is  zelfs voor het progressieve Amsterdam een brug te ver’

Wij zijn hier, omdat Nederland beloftes niet is nagekomen. (Fâris van de Lisdonk)
Wij zijn het vergeten kindje van het grootste moslimland ter wereld: Indonesië (Emillio Kertokarijo)

Deze teksten geven ook meteen de richting van de tentoonstelling aan. Die gaat niet over het – bekende – verhaal van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders die vanaf de jaren zestig naar Nederland emigreerden voor werk en daarna hun gezinnen lieten overkomen. Dat verhaal is vele malen verteld. Evenmin gaat het over de diplomatieke banden tussen de Nederlandse Republiek en het Ottomaanse Rijk, of piratenadmiraal Jan Janszoon die in dienst van de Marokkaanse sultan Europese schepen kaapte. De tentoonstelling gaat over de echt onbekende verhalen, die van de Indonesische, Molukse, Hindoestaans-Surinaamse en Javaans-Surinaamse moslims in Nederland. En hun geschiedenissen zijn al veel langer met die van Nederland verbonden.

Koloniale houding

De samenstellers van de tentoonstelling, Mirjam Shatanawi en Kashif Amin, hebben allebei een achtergrond in de museumwereld. Shatanawi is gespecialiseerd in het koloniaal erfgoed van Indonesië. ‘Indonesië is nu het grootste moslimland ter wereld, maar was eeuwenlang een Nederlandse kolonie. Maar over hoe moslims in Indonesië de islam beleefden, daar hadden de koloniale autoriteiten nauwelijks aandacht voor. Waar ze wel meer over wilden weten was het jihadisme, omdat dat een gevaar was voor het Nederlandse gezag. Die koloniale houding heeft Nederland eigenlijk nog steeds.’

Amin beaamt dit: ‘Ik gaf zo’n twintig jaar geleden rondleidingen in het Tropenmuseum in Amsterdam. Er was op dat moment een tentoonstelling over ‘Nederlands-Indië’, maar aan de islam werd helemaal geen aandacht besteed. Terwijl de meeste mensen in Indonesië moslim zijn. Dat werd genegeerd. Ik dacht toen: er moet een Nederlands islammuseum komen. Daarom heb ik nu deze tentoonstelling mede samengesteld. En dat museum, dat is nog steeds mijn doel.’ Amin geeft wel toe dat het politieke tij hem en Shatanawi nu niet bepaald positief gezind is. ‘Er komt een nationaal slavernijmuseum in Amsterdam, maar een nationaal islammuseum is zelfs voor het progressieve Amsterdam een brug te ver. Helaas. Maar juist daarom organiseren we deze tentoonstelling, voor moslims én niet-moslims. Om een ander narratief te vertellen. Een verhaal dat ook gehoord moet worden.’

Een bijzondere groep die aandacht krijgt in de tentoonstelling zijn de islamitische Molukkers. De meeste Molukkers in Nederland zijn christelijk, maar er is ook een kleine islamitische gemeenschap. Net als de christelijke Molukkers stammen zij af van voormalige KNIL-militairen, die na de Indonesische onafhankelijkheid naar Nederland moesten vluchten. De eerste Nederlandse moskee was van de Ahmadiyya (een groepering die door mainstream-moslims niet als islamitisch wordt beschouwd, red.), maar de eerste moskee met een minaret was Moluks en stond in Friesland. Shatanawi: ‘Die moskee werd mede gefinancierd door de overheid. Zoiets zou nu ondenkbaar zijn.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -