13.5 C
Amsterdam

Staakt-het-vuren mag geen smoes zijn om bezetting te laten duren

Tineke Bennema
Tineke Bennema
Journalist en historicus.

Lees meer

Met het verschrikkelijke bloedbad op 7 oktober, twee jaar geleden, opende Hamas oude wonden in Israël. Tegelijkertijd toonde de beweging dat de wereld nog een probleem had om op te lossen: de bezetting van Palestina. Terwijl we het leed aan beide kanten herdenken, ligt een staakt-het-vuren binnen handbereik. Maar dit mag niet tot gevolg hebben dat onze bestuurders de kans grijpen de schamele maatregelen tegen Israël weer in te trekken. Tilburg University gebruikte eerder al het staakt-het-vuren als smoes om niet de banden te verbreken met Israëlische universiteiten.

Maar toen Israël in maart het bestand zelf verbrak, volgde geen algehele opschorting van alle relaties. Internationale druk moet worden opgevoerd om een einde aan de bezetting te maken en een onafhankelijke Palestijnse staat te vestigen.

In 1996 werd onze driekleur gehesen boven een witte Arabische nieuwbouwvilla in Ramallah. De forse naam, die nauwelijks op het bord op de façade paste, was omgekeerd evenredig met de slagkracht die het kreeg van de politiek: de Nederlandse Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Palestijnse Autoriteit. Ook al zou de straat als blijk van waardering door de Palestijnen worden omgedoopt tot Hollandastraat, het pand is geen ambassade en vooral belast met ontwikkelingshulp.

Het kantoor was een directe nazaat van de Oslo-akkoorden. Israël ontruimde Jericho en Gaza eerst, en als het allemaal goed ging, zou daarna stukje bij beetje meer bezet land worden teruggegeven, en Palestina terugkeren op de kaart. Toen geloofden we het. En Rabin leefde nog. De terugtrekking uit Gaza was goed gegaan; daarom verhuisden we uit oase Jericho, midden in een sinaasappelboomgaard, naar Ramallah, de volgende fase.

Kennis over Palestijnen en het leven onder een bezetting was tot dan zeer beperkt en gekleurd, omdat die werd overschaduwd door de traditionele christelijke nauwe band met Israël en Holocaustschuldgevoelens. Maar dat gebrek aan belangstelling ging ook terug tot de koloniale zienswijze van Nederland, zoals al bleek bij het aandeel in het delingsplan van Palestina in 1947: oud-Indische diplomaat Nico Blom, die in de voorbereidende commissie zat, maakte zich daar hard voor deling, tegen de zin van de Palestijnse bevolking. Toen Israël werd gevestigd maar er geen Palestijns land kwam, protesteerde Nederland niet.

Nederland is de grootste investeerder in Israël

Die koloniale restanten uitten zich ook in de Nederlandse steun aan de blamage van de Engels-Franse en Israëlische aanval op het Suezkanaal in 1956. Ondanks het feit dat Nederlands beleid gericht was op de trans-Atlantische relatie met Amerika, koos Nederland, tegen de wil van de VS en de VN, de kant van de kolonialen.

Nederland presenteert zich altijd als een klein, machteloos land als het gaat om de status quo van de bezetting te rechtvaardigen. Toen de groeiende Israëlische repressie in Gaza in 2018 culmineerde in het bloedig neerslaan van vreedzame protesten, constateerde het instituut Clingendael over het Nederlandse beleid in Wie wind zaait zal storm oogsten:
‘Het belang van het internationaal recht wordt slechts met de mond beleden. Israël treedt dit al decennia met de voeten, zonder dat landen als Nederland hier enige consequentie van betekenis aan verbinden.’

Het kantoor dweilde met de kraan open. Israël bouwde in hoog tempo nederzettingen op Palestijnse grond. Ontwikkelingshulp verhulde politiek gebrek aan daadkracht. Israël kon de peperdure Hollandse Gaza-haven in embryonaal stadium bulldozeren zonder dat daar sancties tegenover kwamen te staan.

I don’t know who sold Palestine, but I know who paid the price’, dichtte Mahmoud Darwish decennia eerder.

Maar met negeren lost het Palestijnse probleem niet op. Ook minister Veldkamp kwam met de aloude smoes op de proppen: bilaterale sancties werkten niet effectief; dat kan uitsluitend in Europees verband. Alleen is dat niet het hele verhaal. Nederland is de grootste investeerder in Israël, met 50 miljard euro,  groter nog dan de VS, en werkt militair nauw samen. En Israël investeert 47,3 miljard euro in Nederland.

Dat betekent juist dat Nederland wel het verschil kan maken, maar de bezetting geen prioriteit geeft.

Nu de wereld zich intussen tegen Israël keert en 55 procent van de EU Palestina als staat erkent, komt Nederland met zijn quasi-neutrale standpunt steeds meer geïsoleerd te staan. Ook dichtbij huis: in ons samenwerkingsverband de Benelux, waar we altijd voorlopers waren.

De helft van de Nederlanders zegt te zullen stemmen op een partij die ander Israël-beleid voorstaat. De oude of nieuwe regering moet daarom Palestina onmiddellijk erkennen. Erkenning van Palestina is niet alleen een symbolische steun, een afstraffing van de poging tot genocide en annexatie van heel Palestina, maar geeft de landen meer slagkracht om de bezetting te ontmantelen. Voer sancties in vanwege de bezetting. Kom eindelijk beloften, gedaan in 1947 en 1993, na. Loop daarmee in de pas met de Europese en internationale politiek en het recht. Schud de laatste koloniale veren af. En laat de vlag in Ramallah wapperen op een ambassade. De ‘vertegenwoordiger’ wordt ambassadeur.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -