‘Wat is armoede dan volgens jou?’, vroeg hij me. Een klinkklaar antwoord had ik niet. Ik deed mijn handen in m’n zakken en voelde me betrapt. Schandalig, dat ik een thema dat zo’n grote rol speelt in mijn leven en artikeltjes niet eens kan definiëren. Sindsdien houd ik een lijstje bij, tussen mijn notities. Tot nu toe staat er:
Armoede is onzichtbaar en heeft meerdere gezichten, maar de ervaring ervan is altijd subjectief. Het raakt niet alleen je portemonnee, het kan in je bloed, onder je huid, onder je nagels en op je tong gaan zitten en kijkt met je mee in de spiegel.
Armoede is niet maandelijks zakgeld of kleedgeld krijgen. Zo, besef je later, heb je nimmer geleerd hoe om te gaan met geld, behalve dat je zuinig moet zijn.
Armoede is al vroeg je verjaardag niet vieren omdat dat haram zou zijn.
Armoede is je moeder horen zeggen: ‘Breek mijn hoofd, maar smijt niet met de deur of de afstandsbediening.’
Armoede is met sinterklaas schoonmaakspullen van de Wibra vragen, voor thuis, en door de leraar uitgelachen worden in het gedicht dat hij voor je schrijft.
Armoede is denken dat andermans ouders wel superhelden zijn en zij het daarom goed hebben.
Armoede is geen, of bij geluk: te weinig, fijne herinneringen maken. Weten hoe uniek uitjes met het gezin kunnen zijn. Wel begrijpen waarom ‘tokkies’ op het attractiepark waar je werkt alle foto’s kopen.
Armoede is nooit meer écht kunnen dagdromen. Misschien ook wel omdat je moeder altijd zei dat je nederig moet zijn.
Armoede is soms stiekem toch dromen – van een groot huis, rijk zijn, dikke bak, gewoon voor je moeder – maar jezelf niet zien in die dromen. Zelfs je verbeelding is begrensd.
Armoede is geen ouder hebben die overtuigend tegen je kan zeggen dat je met de borst vooruit en kin omhoog moet leven, niets en niemand hoeft te vrezen, dat je alles kan bereiken. Dat zou ironisch zijn.
Zelfs je verbeelding is begrensd
Armoede is je docente Frans en mentor van de tweede klas voor gek verklaren omdat ze elke keer weer herhaalt dat jongeren niet horen te werken.
Armoede is een opdrachtgever die goedbedoeld je een tikje op je schouder geeft als je net een nieuwe bril hebt en tegen je zegt dat je eindelijk eens een duurdere, dus met beter afgewerkte montuur moet kopen. Omdat de ander het verschil ziet.
Armoede is toch bezig zijn met de toekomst; door ervoor te vrezen.
Armoede is spijt hebben dat je als kind huilde en smeekte om die dure jas, die merkschoenen, die patatjes in de middagpauze.
Armoede is je verweesd voelen in de universiteitsgebouwen, want niemand kon jou vertellen hoe en wat. En toch niet trots op jezelf zijn, dat je daar loopt, dat je het flikt, in je moeders naam. Want het is nooit genoeg, zolang je moeder nog zorgen heeft en omdat je nooit kan inhalen wat je niet had.
Armoede is gebeld worden door je moeder, omdat ze weer geld nodig heeft voor de boodschappen.
Armoede is je schuldig voelen omdat vrijwel al je jeugdvrienden nog in de wijk wonen en niet op zichzelf.
Armoede is gevraagd worden ergens te komen spreken of dagvoorzitter te zijn en je schamen voor je honorarium, omdat je het telkens vergelijkt met de uitkering die je moeder ooit kreeg. Je referentiekader: altijd de armoede.
Armoede is om de zoveel dagen jezelf eraan herinneren dat je alles weer kan verliezen, ook het dak boven je hoofd.
Armoede is dankbaar zijn met hoe alles is gelopen, omdat je opgevoed bent met dankbaarheid als deugd. Maar je schamen voor al je kinderjaren.
Armoede is niet willen zeggen dat je in armoede bent opgegroeid, omdat je de lasten en tranen van de vrouw des huizes en haar oudste twee dochters die jou droegen niet wil tekortdoen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!