6.3 C
Amsterdam

De Nederlandse selectieve empathie met vluchtelingen

Jaswina Elahi
Jaswina Elahi
Cultuurwetenschapper. Onderzoeker maatschappelijke ontwikkelingen.

Lees meer

Beschaafde, hardwerkende Europeanen uit de middenklasse die op ‘ons’ lijken. Dit is hoe sommige westerse nieuwsmedia en politici de Oekraïense burgers, die na de Russische invasie gedwongen werden hun huizen te ontvluchten, omschreven. Zo anders dan hoe de vluchtelingen uit gebieden buiten Europa worden geschetst. Maar niet alleen de omschrijving door de media verschilt, ook de enthousiaste manier waarop Oekraïense vluchtelingen zijn ontvangen in Nederland is nieuw.

Als tweede generatie dochter van Surinaamse-Hindostaanse migranten is het onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’, dat overal tussen de regels doorklinkt, onmogelijk om te negeren. Weliswaar zijn we geboren en getogen in Nederland, maar onze uiterlijke kenmerken, cultuur en religie komen niet overeen met die van de Oekraïners – en dus ook niet met de Nederlander op wie zij lijken. Daarom is het voor mij een beangstigend gegeven dat de onderliggende emoties, die mensen voelen voor hun ‘uiterlijke kenmerken en (verwante) cultuur’, zo krachtig zijn dat het leidt tot ongelijke behandeling van mensen.

Want dát er sprake is van ongelijke behandeling, dat is evident. Daar waar de ene groep met vlag en wimpel in de kleuren geel en blauw wordt binnengehaald, wordt de andere groep geconfronteerd met vijandige protestacties en spandoeken met teksten als ‘Azc, nee, nee, nee’ en ‘Houd Albergen schoon’. Bij de ene groep worden er landelijke en lokale inzamelingsacties gehouden, opdat zij niets tekort zullen komen, bij de andere groep worden de hoognodige tenten die geschonken zijn door een gulle stichting weggehaald door de ME, waardoor zij weer de nacht buiten zonder beschutting moeten doorbrengen.

Selectieve empathie, medeleven en solidariteit manifesteren zich ook bij het kabinet. Voor de ene groep is de overheid zelfs bereid om speciale dorpen te realiseren, zodat de gezinnen bij elkaar kunnen blijven wonen, bij de andere groep wordt de ellendige situatie in Ter Apel door diezelfde overheid aangegrepen om een nog strengere en hardere aanpak op te zetten. Dat voor Oekraïense vluchtelingen een goede opvang wordt gerealiseerd en er andere versnelde procedures zijn, zodat ze snel kunnen meedraaien in de Nederlandse samenleving, wordt gelegitimeerd onder het mom van gemaakte Europese afspraken. Des te opmerkelijker is het dan hoe makkelijk het kabinet de situatie in Ter Apel vervolgens juist gebruikt om onder de gemaakte internationale afspraken uit te komen.

Zo wil het kabinet tijdelijk stoppen met het opnemen van mensen die volgens de Turkije-deal naar Europa mogen komen, en wordt gezinshereniging voor asielzoekers beperkt. Want dat is dan wat volgens hen nodig is om de opvang, die onder druk staat, wat lucht te geven en om de achterstanden weg te werken.

Een dergelijke reactie van de overheid viel te verwachten. Statushouders hebben al jarenlang te maken met trage hervestigingsprocedures en gezinsherenigingprocedures. Verschillende belangenorganisaties wijzen keer op keer op het belang van een kortere procedure. Het excuus dat telkens weer wordt gemaakt, is dat het aantal asielaanvragen een onhoudbare last legt op een systeem dat nu eenmaal overbelast is door een oplopende achterstand. Maar dat het systeem overbelast is, komt niet door de aantallen vluchtelingen en statushouders, maar vooral door de eigen bureaucratische regels, die grotendeels erop gericht zijn om mensen af te wijzen.

Desondanks heeft de Nederlandse reactie op de toestroom van de Oekraïense vluchtelingen laten zien dat dat de regering en de Nederlandse samenleving als goed geoliede machines kunnen werken, terwijl er een hoge druk op het systeem wordt gezet door de instroom van deze mensen die op ‘ons’ lijken.

Raciale overeenkomsten en culturele verwantschap maken dat je een dikke streep voor hebt

Nederland maakt door zijn selectieve empathie duidelijk welke levens de moeite waard zijn om te redden en welke levens naar de maan kunnen lopen. Raciale overeenkomsten en culturele verwantschap maken dat je een dikke streep voor hebt. Wanneer voor het ene ras andere maatstaven gelden dan voor het andere, dan kan er weliswaar het gelijkheidsbeginsel in de grondwet staan – artikel 1 van onze grondwet -, maar dan is dit beginsel in de praktijk een dode letter.

Zullen we daarom gewoon benoemen wat het werkelijke probleem is, waar de Nederlandse politiek en de Nederlandse samenleving mee kampen? Laten we er geen doekjes meer om winden. Het is gewoon racisme.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -