Nederland is vol tradities, van Zwarte Piet op het Sinterklaasfeest tot het opendraaien van brandkranen in de Haagse volkswijken Duindorp en Schilderswijk. Die laatste traditie was lange tijd naar de achtergrond verschoven, totdat Hagenezen het nieuw leven inbliezen tijdens de hittegolf van 2013. Dit jaar in augustus stegen de temperaturen tot dertig graden en hoger. Het was een kwestie van afwachten tot het moment dat de kranen weer werden opengedraaid.
Dat moment brak aan dit jaar op 12 augustus, wat weer aanleiding gaf tot een treffen tussen jongeren en politie. In tegenstelling tot de eerdere jaren en anders dan in Duindorp, waren de deelnemers aan de schermutselingen in de Schilderswijk jongeren van binnen en van ver buiten de wijk. De onrust hield enkele dagen aan en bestond uit het gooien met vuurwerk naar de politie vanaf rondrijdende scooters en het vernielen van auto’s, gebouwen en tramhaltes.
Politici, jongerenwerkers en burgers zochten naar verklaringen voor het provocerende en losgeslagen gedrag van de jongeren. Uit de hoek van meelevende waarnemers waren de meest gehoorde geluiden ‘verveelde jongeren’ en ‘discriminatie op de arbeidsmarkt’. De hardliners waren het daar niet mee eens. Zij weten het aan ‘migratieproblemen’ en de ‘migrantencultuur’. Tom Postmes, hoogleraar Sociale Psychologie in Groningen, benadrukte dat rellende jongeren altijd hebben bestaan en dat het zeker in de volkswijken om de paar jaar hommeles is. Jongeren nemen deel aan opstootjes en knokpartijen met de politie omdat het ’voor de relschoppers vaak heel erg leuk is’, vooral als groep. Deze verklaring komt dicht in de buurt van de omschrijving die een jongerenwerker gaf, namelijk dat het een kat-en-muisspel is tussen de jongeren en de politie.
In alle geopperde verklaringen staat het gedrag van de politie buiten beschouwing. Dat is opmerkelijk, gezien de huidige wereldwijde maatschappelijke discussie over het handelen en het machtsmisbruik van de politie tegenover personen van kleur. De politie ligt onder vuur. Dat maakt het huidige conflict tussen jongeren en politie anders dan de krakersrellen van de jaren zeventig, of de rellen in Duindorp waar de ene groep streed vanuit de krakersideologie en de andere groep voor het behoud van de tradities.
In de Schilderswijk vonden de rellen niet plaats vanuit een ideologie en ook niet om de brandkranentraditie te behouden. Jongeren van buiten de wijk en buiten de stad kwamen speciaal naar de Schilderswijk om het ‘gevecht’ aan te gaan met de politie. De keuze voor de Schilderswijk is niet willekeurig. De wijk is al decennialang een ‘zwarte volkswijk’ en het politiebureau en -korps in de wijk staan bekend om hun (vermeende) machtsmisbruik en discriminatie.
De masculiene straatcultuur van de jongeren en de masculiene politiecultuur lijken elkaar hier te versterken. Voor de jongeren leent de wijk zich dan ook als strijdtoneel om het ‘gevecht’ met de politie aan te gaan. De rellen afdoen als ‘kat-en-muisspel’ is daarom te onschuldig. Deze rellen kunnen het best worden omschreven als een ‘krachtmeting’, waarbij beide partijen eer behalen binnen de eigen groep bij het neersabelen van de ander. Een politieagent die vol trots tegen zijn collega zegt dat hij ‘een grote neger heeft geslagen’ (zo blijkt uit een van de beelden van die avond op social media), is net zo triest als jongeren die de politie met vuurwerk bekogelen.
Deze rellen kunnen het best worden omschreven als een ‘krachtmeting’, waarbij beide partijen eer behalen bij het neersabelen van de ander
In tegenstelling tot de jongeren maken politieagenten deel uit van een georganiseerd overheidsapparaat dat symbool staat voor een rechtvaardige en veilige samenleving. Burgers, jong en oud, moeten kunnen vertrouwen op de politie. Racisme, discriminatie en machtsmisbruik zijn daarom uit den boze. Toch blijkt keer op keer dat agenten elkaar de hand boven het hoofd houden, waar zelfs de korpsleiding aan meedoet. Deze solidariteit wordt gecementeerd door de ideologie dat de diender moet kunnen ‘rekenen’ op zijn maten.
Het heeft de politieorganisatie een reputatie gegeven van een gesloten bolwerk, waar men misstanden onder het tapijt bezemt. Dit geeft agenten een grote mate van onaantastbaarheid, het gevoel dat zij heer en meester zijn in de publieke ruimte. De willekeur van de politie, die niet beperkt is tot ethnic profiling maar alle laag gesitueerde jongeren treft, wordt door weinig zaken begrensd. Het is dan niet vreemd dat jongeren die de meeste last ondervinden van machtsmisbruik opstaan, zich verenigen en in opstand komen. En dat is niet erg, we leven ten slotte in een democratie waar wij onze stem mogen laten horen en protest mogen uiten. Alleen moeten de jongens op de scooters nog leren dat de manier waarop zij dat doen niet de geëigende manier is.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!