6.4 C
Amsterdam

#Firstchemo

Natascha van Weezel
Natascha van Weezel
Schrijver. Filmmaker.

Lees meer

Hashtags zijn al jaren niet meer weg te denken uit ons digitale domein. Je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat een hashtag (#) voor. #Couplegoals is een veelgebruikt onderschrift bij foto’s van dolverliefde en superknappe stelletjes op Instagram. Net zo bekend is #fitgirl. De afgetrainde vrouwen die deze slogan gebruiken, beschikken over de bijzondere gave om geen druppel zweet te verliezen tijdens hun afbeulsessies in de sportschool.

Sommige ‘heksjessymbolen’ dragen een maatschappijkritische boodschap uit: momenteel is #Januhairy trending op Twitter. Vrouwen die meedoen aan deze actie stoppen een hele maand met het scheren van hun lichaamshaar en delen foto’s van hun behaarde oksels en benen met de wereld. Dit doen zij om aandacht te vragen voor het – in hun ogen – doorgeschoten schoonheidsideaal, waarbij vrouwenlichamen zo kaal mogelijk moeten zijn.

Andere hashtags zijn simpelweg onverklaarbaar. #Fallingstars2018 is daarvan een goed voorbeeld. Hierbij drapeerden sterren zich vorig jaar vol overgave op de grond, alsof ze ter plekke waren doodgevallen. Maar wél op een zeer glamoureuze locatie, zoals luxe jets, jachten, privétennisbanen en exotische stranden.

Een week geleden zag ik een hashtag voorbijkomen die me ontzettend raakte: #firstchemo. Honderden foto’s van overwegend jonge mensen staarden me aan vanaf mijn beeldscherm. In hun arm zat een infuus geprikt, ernaast een paal met zakken vol medicijnen. Mijn eerste reactie was blij verrast. Eindelijk eens een tegenreactie op de jubelende posts waarin iedereen uitsluitend de positieve kanten van het leven benadrukt. Maar er klopte iets niet aan deze foto’s. De meeste kankerpatiënten lachten breed, zoals dat hoort bij een selfie. Bovendien werden veel van deze beelden ook vergezeld van teksten als #positivethinking, #chemogivesmesuperpowers, #keepsmiling, #blessed, #fightlikeawarrior of #staystrongandsurvive.

Op de een of andere manier maakte dit me woedend. Waarom moest zelfs een onderwerp als kanker positief worden benaderd? Mijn vader heeft net een halfjaar chemotherapie achter de rug en geloof me, tijdens de eerste kuur stond het huilen hem nader dan het lachen. Ook tegen hem zei men dat hij positief moest blijven denken, maar hoe doe je dat als je tegelijkertijd moet kotsen en diarree hebt?  En waarom heeft iedereen het over ‘sterk blijven’ zodat je kanker kunt ‘overwinnen’? Impliceert dat niet indirect dat je zwak bent wanneer de ziekte te heftig wordt en je het niet meer aankunt? Als deze patiënten echt zo eerlijk wilden zijn over hun kwetsbaarheden, waarom postten ze dan geen foto’s van emmers vol kots, benauwdheidsaanvallen en aderen die zo gebutst waren van alle prikken dat er geen infuus meer kon worden ingebracht?

Later begreep ik dat dergelijke foto’s en de bijbehorende hashtags worden gebruikt als bezweringen. Wat me opviel was dat angst in de ogen van de (voornamelijk) vrouwelijke patiënten op de selfies niet kon worden gemaskeerd door knalroze lippenstift, een tandpastareclame-smile en een opgestoken duim. Als naaste van een kankerpatiënt maak ik de hoop en de wanhoop die zich steeds afwisselen van dichtbij mee, iedere dag opnieuw. Misschien helpen deze selfies en positieve slogans mensen die voor hun leven vrezen om weer een dag door te komen, om de infusen vol gif in hun lichaam te verdragen, om het gevoel van controle te krijgen over een situatie die per definitie oncontroleerbaar is.

Dus wie ben ik om over hen te oordelen?

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -