Juist Geert Wilders, de politicus die de Nederlander op de eerste plek wil, boezemt me angst in. En ik ben lang niet de enige. De een zijn angst is de ander zijn brood en hoop, blijkbaar.
Ik voelde me hier al een tweederangsburger en ongewenst. Er waren al veel momenten dat ik de mensen om me heen telde en dacht dat er minstens een op de tien PVV heeft gestemd en mensen als ik haat. Toen was Wilders niet eens de grootste. Vandaar dat het voor mij niet lijkt alsof we ons in een volkomen nieuw land begeven, zoals sommigen op sociale media schreven. De uitslag van de verkiezing is de conclusie van jarenlange vreemdelingenhaat. Niet veel nieuws dus; wel de werkelijkheid in het kwadraat.
Het gaat er niet om of nu bepaalde groepen daadwerkelijk het land uitgezet zullen worden, moskeeën worden gesloten, Korans verboden worden of dat vrouwen hun hoofddoek af moeten doen. Het feit dat de PVV, voor wie die de democratische rechtsstaat, dus bijvoorbeeld dat ook de grondrechten van minderheden beschermd worden en de opdracht dat eenieder gelijk is, niet het uitgangspunt en het fundament is, de meeste zetels heeft, is al beangstigend genoeg.
Het is vervreemdend dat een groot deel van een land, dat snakt naar betrouwbare politici, kiest voor een wolf in schaapskleren, die ook nog eens eerlijk is over zijn aard.
Ja, Wilders zei de laatste dagen dat hij het niet meer wilde hebben over het verbieden van Korans en het sluiten van moskeeën. Toch is hij er in zijn partijprogrammaatje kraakhelder over. En in de debatten op tv en in interviews zegt hij niet te zijn veranderd.
Wilders is niet milder geworden. Hij is niet bekeerd. Hij gelooft niet opeens in de democratische rechtsstaat. Hij heeft geen water bij het gif gedaan. Want anders zou dit wel blijken uit de standpunten in zijn programma. Anders had hij afstand genomen van die ideeën. Had hij excuses aangeboden en niet gesproken over ‘Nederlanders’ op de manier waarop hij het bedoelt.
De uitslag van de verkiezing is de conclusie van jarenlange vreemdelingenhaat
Het is eenvoudig. Zoals Wilders zelf zegt: hij wil eindelijk, na 25 jaar, eens meeregeren en premier worden. Hij zet daarom zijn ideeën ‘even in de ijskast’, wat niets meer betekent dan dat hij er voorlopig over zwijgt. Wel heeft hij die ideeën gewoon nog en staan ze in zijn programma.
Een week voor de verkiezingen werd hem door de Volkskrant gevraagd of hij wil meeregeren en of zijn verkiezingsprogramma daarom op punten ‘milder’ is geworden. Er staat nu niet meer te lezen dat ‘de islam een totalitaire ideologie’ is. Wilders: ‘Journalisten hebben dat zo geïnterpreteerd. Politiek gaat over beelden, veel meer dan over inhoud, dat heb ik in al die jaren wel geleerd. Niet alles is toeval natuurlijk, maar volgens mij zijn we nog steeds dezelfde partij.’ Desondanks hielden veel journalisten het Geert Milders-narratief de afgelopen tijd in stand.
Presentatoren hadden tijdens debatten kunnen vragen wie hij bedoelt met ‘Nederlanders’. ‘Nederlanders op 1’ is niets anders dan de welbekende leus ‘eigen volk eerst’ of spreken over ‘gewone’ of ‘echte’ Nederlanders. Uitspraken die maakten dat ik me tweederangsburger voelde.
Waarom vroeg niemand wanneer hij zijn plannen weer uit de ijskast wil halen? Hoe kunnen parlementaire journalisten en presentatoren stoïcijns, zonder het woord ‘extreemrechts’ te laten vallen, verslag doen van de uitslag? Waarom is in de verkiezingsdebatten de term ‘democratische rechtsstaat’ niet elke keer uitgelegd?
Illustratief is politiek verslaggever Thomas van Groningen, die het verzuimde om door te vragen toen ambtelijk secretaris Henk Verweer van BBB stelde eventueel met PVV en FvD samen te willen werken. Toen journalist Chris Aalberts hem hier op X kritisch op aansprak, antwoordde Van Groningen dat hij door moest. Door naar de inhoud. ‘Keuzes keuzes keuzes’, aldus Van Groningen.
Volgens die politiek verslaggever is dus de rechtsstaat geen inhoud.
De belangrijkste les van deze verkiezingen: het moet vaker gaan over de democratische rechtsstaat. Die is niet gegarandeerd en niet blijvend. Zeker niet als die niet actief in stand wordt gehouden.
Sinds gisteravond verlang ook ik terug naar vervlogen tijden. Tijden die ik niet bewust heb meegemaakt. Naar politici die pleiten voor elkaar opzoeken, theedrinken en dialoog. Het liefst om het dan samen, door het hele land, schouder aan schouder, te hebben over hoe we met elkaar de democratische rechtsstaat moeten onderhouden en wie welke rol daarin heeft. Opdat niemand hoeft te vrezen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!