7.2 C
Amsterdam

Machteld Zee ondergraaft haar eigen onderzoek

Thijl Sunier
Thijl Sunier
Antropoloog. Hoogleraar Islam in Europese Samenlevingen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Voorzitter van de Netherlands Interuniversity School for Islamic Studies.

Lees meer

Waait de harder wordende toon van het publieke en politieke debat over islam in Nederland nu ook over naar de wetenschap? Dat was de vraag die in de NRC gesteld werd naar aanleiding van de publicatie van het pamflet Heilige identiteiten van de rechtswetenschapster Machteld Zee. De journalisten vroegen een aantal islamwetenschappers in Nederland naar de toon van dat debat. Dat weer naar aanleiding van een interview in het AD met Zee over haar boek en haar proefschrift over shariarechtbanken in het Verenigd Koninkrijk. Heilige identiteiten is een gepopulariseerde versie daarvan.

Het proefschrift gaat over een belangrijke kwestie die aandacht verdient, namelijk over de vraag hoe die rechtbanken functioneren en of er sprake is van huwelijksdwang. Ik ga hier niet haar boek bespreken. Ik heb daar geen ruimte voor, maar ik verwijs ook graag naar de uitstekende bespreking van zowel het proefschrift als de populaire bewerking ervan door de antropoloog Martijn de Koning op zijn blog C L O S E R.

Waar het mij om gaat is hoe de resultaten naar buiten komen, wat er blijft hangen en wat de onderzoekster eigenlijk wil. Het is na lezing duidelijk dat de auteur een missie heeft. Ze wil met haar onderzoek iets aan de kaak stellen en dat zullen we weten ook. Iets dat volgens haar welbewust wordt genegeerd door ”de elite van de islamonderzoekers” in Nederland en elders in Europa. In het interview in het AD wordt een en ander nog wat sterker aangezet en waarschuwt Zee voor de sluipende islamisering van Europa, terwijl die onderzoekerselite, volgens Zee aanhangers van ”de ideologie van het multiculturalisme”, de andere kant op kijkt. Uit de reacties op het NRC-stuk bleek dat veel onderzoekers geen polarisatie tussen onderzoekers ervaren, maar Zee denkt daar kennelijk heel anders over.

Het is duidelijk dat zij met deze aantijgingen niet alleen ongefundeerde uitspraken doet over een sluipend proces dat zij kennelijk waarneemt; zij ondergraaft volledig haar eigen onderzoek. Als er sprake is van huwelijksdwang waarin shariarechtbanken een rol spelen en dat vrouwen daar tegen hun wil aan worden onderworpen, dan moet dat aan de kaak gesteld worden. Volgens mij heeft ze verreweg de meeste islamonderzoekers daar aan haar zijde, maar in plaats van te zoeken naar samenwerking kiest Zee voor de confrontatie. Het mes op tafel. Dat doet zij door wild om haar heen te slaan, alles en iedereen die het niet met haar eens is of haar van repliek dient van naïviteit te betichten of van het verspreiden van leugens over ”de goede bedoelingen” van moslims. Ze heeft het afwisselend over ”de multicultiverspreiders”, ”de zichzelf progressief achtende elite” en zelfs ”de nuttige ongelovigen”. Daarmee refereert ze naar wat in de Koude Oorlog (1945-1989) over communisten in West-Europa werd gezegd, ”de nuttige idioten” die hier ”de wandaden van de Sovjet-Unie” willens en wetens verdraaiden.

Het boekje staat vol met dit soort pedante en ook wel beledigende omschrijvingen van islamonderzoekers die het met haar verhaal niet eens zijn en die durven te zeggen dat de zaken ingewikkelder liggen. Als je van mening bent dat iets ingewikkelder is dan wordt voorgesteld, dan deug je dus volgens Zee niet en hoor je tot die wegkijkende multiculti’s. Tsja, dan blijft er weinig ruimte voor een goede discussie.

Nu kan ik natuurlijk bij wijze van jij-bak op mijn beurt vraagtekens plaatsen bij het feit dat Zee samen met Geert Wilders een lezing voor het Vlaams Blok houdt en dat zij daarmee wat mij betreft een grens heeft overschreden en eveneens een ”nuttige idioot” is die zich voor het karretje van een xenofobe partij laat spannen. Maar ik doe dat niet.

Ik stel alleen vast dat die zogenaamde kritiekloosheid van ”de islamonderzoekers” ongefundeerd is. Maar ik stel ook vast dat Zee haar werk gewoon niet heeft gedaan. Voor haar onderzoek heeft ze een klein aantal zittingen van shariarechtbanken bijgewoond. Dat is op zich een belangrijke insteek, maar we vernemen niets over de context van de gevallen die daar behandeld worden. Door bovendien uitsluitend te praten met vrouwen die kritiek hebben op die rechtbanken en er onder dwang aan worden onderworpen, suggereert ze dat alle moslimvrouwen er zo over denken. Er zijn ook vrouwen die er geen probleem mee hebben. Maar misschien nog wel belangrijker, Zee weet kennelijk niet – of wil dat niet weten om in haar stijl te blijven – dat er veel meer gebeurt, veel minder zichtbaar, veel informeler. Zij wil kennelijk ook niet horen dat er wel degelijk kritiek op die rechtbanken wordt geuit en dat er juist daarom naar allerlei alternatieven wordt gezocht.

Die complexiteit wil Zee kennelijk niet zien.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -