6.1 C
Amsterdam

Ode aan de studenten

Tineke Bennema
Tineke Bennema
Journalist en historicus.

Lees meer

Ze  zouden veel te emotioneel zijn. Maar ze hebben hun feiten zo goed op orde, dat de bestuurders van universiteiten alleen maar antwoorden in hol gemompel over voortzetting van dialoog met Israëlische partneruniversiteiten.

Ze zouden gewelddadig zijn en daarom zich diskwalificeren als gesprekspartner. Liever maken de lokale en nationale bestuurders zich druk om hun spulletjes dan een massamoord op burgers. Bestuurders die zelf doof bleken voor de volstrekt gerechtvaardigde eisen van de studenten die wereldwijd al worden ingewilligd. Bestuurders die níet zeggen dat ze niet weten wat er gebeurt in Palestina. Maar erger: ze weten dat de wreedheid van Israël ongekend is en duiken vervolgens weg, ook voor de eigen medeplichtigheid. En ze proberen lafheid te verhullen met keiharde repressie en inperken van het demonstratierecht. Alsof het bezetten van universiteitsgebouwen voor het eerst plaatsvindt.

De studenten zouden laf zijn door zich te verschuilen achter maskers en keffiyehs en niet met open vizier willen debatteren. Maar het waren vijftien rectoren annex managers die een decreet uitvaardigden in een krant dat ze niet van zins waren te discussiëren. Want de uitkomst daarvan hadden ze al in beton gegoten: banden met Israëlische universiteiten worden niet verbroken. Machtsvertoon als antwoord op de herinnering door de studenten aan een geweten dat het Westen ooit had.

Hun gezichtsbedekking is daarom gerechtvaardigd. Deze generatie is bovendien opgegroeid met de macht van digitale herkenning: trollenlegers, de politie en de inlichtingendiensten weten je te vinden. Foto’s blijven voor eeuwig zonder hun toestemming op het internet circuleren. Mogelijke werkgevers lichten bij sollicitaties hun digitale doopceel. Mijn generatie boomers kan makkelijk praten, als ze neerkijkt op jongeren die hun identiteit verbergen en Ziggy, Stardust of Egel heten en communiceren via Signal. Want Big Brother houdt mensen die nog een baan moeten vinden in de gaten.

Samen zijn ze dagen bezig namen van duizenden vermoorde kinderen op banieren te schrijven

Ze zouden maar een groep zijn die uit is op rellen. Maar hoe verklaar je hun weken, maanden in natte tentjes zitten? Deze studenten vormen studiegroepen, volgen teach-ins van wetenschappers op matjes op de grond, doen aan yoga. Ook bekijken en bespreken ze ’s avonds kwaliteitsfilms in de gemeenschappelijke tent, waar ook wordt gebuikdanst en gekaraookt en waar ze poëzie voordragen.

What did you do while the children of Gaza were dying?

I argued with the killers.

What did you say?

I said that the innocent deserve innocence. That the sound of laughter is better than nightmares, and briefer. That the cost of killing may be higher than the price of dying.

Did they listen?

Do killers ever listen?

Tentenkampen waar iedereen welkom is en solidariteit komt uiten, waar bruin en wit schouder aan schouder zit met lhbti’ers, vrouwen met hoofddoeken, mensen met neuspiercings en blauw haar. Tilburgse studenten organiseren protesttheater: met een partytent als checkpoint midden op de toegangsweg naar de parkeerplaats moet iedereen zijn medewerkerspas laten zien. En samen zijn ze dagen bezig namen van duizenden vermoorde kinderen op banieren te schrijven. En als ze zien dat er hele families zijn uitgewist kunnen ze hun tranen niet bedwingen.

Ik mocht willen dat onze bestuurders zo openstonden voor het beste uit de wereld en cultuur, die grenzeloos is net als oorlog. En ik raad ze aan de tentenkampen te bezoeken om van de lessen te leren die de studenten geven.

Bijvoorbeeld hun ontmaskering van de leugen dat ‘Israël het recht heeft zich te verdedigen’, wanneer er 14.000 kinderen worden gebombardeerd of verbrand. Daar bestaat geen enkele rechtvaardiging voor.

Hun veroordeling van Nederlands zwijgen over steun aan een oorlogsmachine, die verantwoordelijk is voor het doden van 40.000 mensen, het systematisch vernietigen van hun huizen, scholen, ziekenhuizen en universiteiten. Het benoemen wat dat is: medeplichtig zijn aan het plegen oorlogsmisdaden. En zij weten zich gesterkt door het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof. Wee u, bestuurders.

Hun bewijs dat niet elke vorm van kritiek op Israël antisemitisme kan worden genoemd. Er protesteren ook Joden.

En zij lezen ons de geschiedenisles. De succesvolle demonstraties tegen de leugenachtige Vietnamoorlog, de boycot tegen de Apartheid in Zuid-Afrika. Studenten stonden in de frontlinie. Ook toen probeerden universitaire bestuurders hun acties op te breken. Maar de studenten weten dat repressie – ook van academische vrijheid – hun zaak juist sterker maakt, ook omdat mensen verontwaardigd raken over het bestuur.

Het vergt moed om niet uit eigenbelang te handelen, om kritiek op bondgenoten te uiten, om op te durven staan tegen macht en tegen de status quo die alles corrumpeert. De studenten hebben mijn geloof in (mede)menselijkheid hersteld. Ik dank hen met een diepe buiging.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -