5 C
Amsterdam

Wilders gaat winnen, maar zijn idee is achterhaald

Maurice Crul
Maurice Crul
Onderwijssocioloog. Hoogleraar Onderwijs en Diversiteit aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Lees meer

Wild222ddders.png
Foto: © AP. Geert Wilders.

We gaan in Nederland binnenkort stemmen voor de gemeenteraad. De PVV is volgens de laatste peilingen de grootste partij in Den Haag. In Rotterdam wordt algemeen verwacht dat Leefbaar Rotterdam de gemeenteraadsverkiezingen gaat winnen. Het multiculturalisme is al bijna tien jaar dood verklaard, toch hebben de gevestigde partijen nog steeds geen antwoord op het rechts-populisme. Maar is het pleidooi van Geert Wilders niet even naïef als het oude verguisde idee van het multiculturalisme?

Het multiculturalisme is definitief dood omdat het een naïef idee was. Naïef omdat tolerantie voor sommige culturele gewoonten helaas ook de deur openzet voor onderdrukking van anderen. En dan gaat het natuurlijk in het bijzonder om de ongelijke behandeling van vrouwen en uitsluiting op basis van seksuele geaardheid. De Sloveense filosoof Slavoy Žižek stelt provocerend dat het multiculturalisme in zijn ultieme vorm leidt tot de tolerantie van intolerantie. Bijvoorbeeld het tolereren van homohaat of vrouwenhaat. Dat is de schijnbaar onontwarbare knoop waarin met name de progressieve partijen zich steeds verder in hebben vastgedraaid. Zij fietsen tegen de wind in met een jas die steeds zwaarder wordt van de regen.

Meerderheidsminderhedensteden

Maar heeft de rechts populist dan wel een antwoord? De heldere boodschap van Wilders is dat de autochtone meerderheidsgroep altijd het recht heeft om haar wil en regels aan de nieuwkomers op te leggen. Het is een boodschap die in daadkracht de meer genuanceerder boodschap van de gevestigde partijen overstemt. De vraag is echter of de goed getimede oneliners van Wilders niet even naïef zijn als het oude idee van multiculturalisme? Zijn pleidooi klinkt misschien plausibel in kleinere en middelgrote plaatsen buiten de Randstad, waar er nog een duidelijke autochtone meerderheidsgroep bestaat, maar in de vier grote steden is dat anders. Toen Wilders een paar maanden terug in Den Haag de zogenaamde ‘sharia driehoek’ bezocht om de situatie in de wijk te bekritiseren wist hij eigenlijk niet aan wie hij zijn boodschap moest richten. De paar blonde buurtgenoten die er nog wonen kunnen zijn pleit numeriek niet beslissen.

Amsterdam heeft de eer de stad te zijn met de grootst verscheidenheid aan bevolkingsgroepen van Nederland. Niet minder dan 177 nationaliteiten zijn er nu thuis. Op 1 Januari 2012 passeerde de stad een belangrijke mijlpaal. De voorlichter van de gemeente was blijkbaar nadrukkelijk geïnstrueerd om geen enkele ruchtbaarheid aan het heugelijke feit te geven. Amsterdam is als eerste stad in Nederland de magische grens van meerderheidsminderhedenstad gepasseerd. In de jaarstatistiek van O+S (Dienst Onderzoek en Statistiek Amsterdam) is nog slechts 49 procent van de Amsterdamse bevolking van Nederlandse afkomst. De gemeenten Rotterdam en Den Haag zullen dit belangrijke demografische kantelpunt in de komende vijf jaar ook passeren. Ik voorspel nu al dat dit ook zonder enige ruchtbaarheid zal verlopen.

De visie van Wilders is naïef

De oude meerderheid wordt een minderheidsgroep in de grote steden, wellicht niet zoals andere minderheidsgroepen in de stad, maar wel degelijk een minderheid. En dat is nu precies wat Wilders zijn betoog voor aanpassing naïef maakt. Nadat hij zijn speelkaarten op de grootstedelijke tafel heeft gelegd zal hij moeten toegeven dat hij te weinig punten heeft om het spel te kunnen winnen. In de leeftijdsgroep onder de vijftien jaar is nog slechts één op de drie jongeren in Amsterdam van Nederlandse afkomst. Hoe moeten de jongeren van Nederlandse afkomst die andere tweederde dwingen tot aanpassing?  De macht van het getal maakt dit onmogelijk. Het is een gepasseerd station. Wilders wordt hier slachtoffer van zijn eigen redenering. Hij roept: wij zijn hier als ‘oorspronkelijke’ Nederlanders dadelijk de baas niet meer. En dat klopt. Het multiculturalisme is het Waterloo voor de progressieve partijen, maar de multi-etnische meerderheid van de stad is de achilleshiel voor de rechtspopulisten. De multiculturalist is gestikt in de graat van zijn eigen tolerantie, de rechtspopulist omdat hij demografisch is overtroefd.

Een nieuw perspectief

Het is tijd voor een nieuw perspectief dat over de etnische scheidslijnen heen springt. Een positief scenario waarin de liberale principes van steden als Berlijn, Amsterdam of Brussel ook in de toekomst kunnen worden gewaarborgd. Zo’n scenario is alleen mogelijk met de steun van progressieve Amsterdammers en Brusselaren uit de verschillende etnische minderheidsgroepen. Zij hebben in toenemende mate de sleutel tot een liberaal klimaat in onze grote steden in handen hebben. Zij erven feitelijk de stad, zoals de Amerikaanse politicoloog John Mollenkopf dat treffend verwoordt.

Paul Scheffer pleit in zijn driedelige documentaire serie op de Nederlandse televisie Het land van aankomst voor een historische benadering. Toen de arbeidsmigranten in de jaren zestig en zeventig naar Nederland kwamen omarmde zijn eigen partijleider Joop den Uyl, graag ook letterlijk, de veelal prachtig besnorde nieuwe leden van de grote linkse arbeiders familie. De arbeidsmigranten kwamen echter van het Turkse platteland in Konya en uit het straatarme noordelijke deel van Marokko. Zij waren doorgaans conservatief op het gebied van man-vrouw verhoudingen, hechtten veel waarden aan traditionele familierelaties en waren religieus. Precies de waarden waar progressief Nederland in de jaren zestig afscheid van nam. Om de beroemde zin van Max Frisch te parafraseren: we vroegen om handen maar er kwam een conservatieve plattelandsbevolking.

Daar waar de gevestigde progressieve partijen in de jaren zestig en zeventig een stap achteruit hadden moeten zetten in hun omarming van de conservatieve eerste generatie moeten zij nu juist twee stappen vooruit zetten. In de Turkse en Marokkaanse gemeenschap is ondertussen geen consensus meer op het gebied van man-vrouw verhoudingen. Hoog opgeleide tweede en derde generatie jongeren nemen met grote stappen afstand van de traditionele opvattingen van hun ouders. Hun moeders zorgden voor de kinderen en waren financieel afhankelijk van hun man, maar de dochters hebben een goede opleiding gevolgd en verdienen hun eigen geld. Zij maken daadwerkelijk de emancipatie door waar Joop Den Uyl op hoopte.

Religieus en hoogopgeleid

Wie de kantine binnenloopt op de Hoge School van Amsterdam kan de dochters van de arbeidsmigranten niet missen. Een niet gering deel van hen draagt een hoofddoek. Zij hebben echter, anders dan hun moeders, de koran zelf bestudeerd. Zij argumenteren thuis op hoge toon tegenover hun ouders en broers dat de profeet onderwijs voor vrouwen van groot belang achtte. Volgens een recent rapport van de SER (Sociaal-Economische Raad), getiteld ‘Maak een baan voor een nieuwe generatie’, volgt ondertussen 43 procent van de niet westerse allochtone jongeren tot 25 jaar een opleiding in hoger onderwijs. Allochtone meisjes behalen vaker een hoger onderwijs diploma dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Op sommige studierichtingen op de Hoger Beroeps instellingen in Amsterdam vormen de studenten van Nederlandse afkomst ondertussen een minderheid. De professional van de toekomst in de grote steden zien er straks heel anders uit.

Gelijk de baron van Munchhausen hebben de jonge vrouwen zichzelf aan de haren uit het moeras omhoog getrokken. Met name hoog opgeleide Marokkaans-Nederlandse vrouwen vertonen een ongeëvenaarde sociale mobiliteit. Vrouwen uit Nederlandse arbeiders gezinnen hadden in de vorige eeuw meestal twee generaties nodig om een dergelijke sprong via het onderwijs te maken. Deze jonge vrouwen willen een waardevol diploma en zij bestormen daarna ook de arbeidsmarkt met ongekende ambitie. Zij zijn de ultieme dragers van de emancipatie gedachte. Progressieve politici staan echter nog veelal met de rug naar hun toe, gevangen als zij zitten in hun eigen verhaal over aanpassing. Zij zijn blind voor de emancipatie die dagelijks gaande is in Marokkaans- en Turks gezinnen.

Met de voorspelbaarheid van een repeteergeweer praten we nu al een decennia over de culturen van het land van herkomst. Iedere Nederlander is ondertussen een kenner van de Marokkaanse cultuur geworden.  Dat heeft ons echter niet veel verder gebracht. Het is de kracht en de energie die zich ontwikkelt in het emancipatieproces binnen de tweede generatie die de werkelijke motor vormt voor een scenario van hoop voor de progressieve stad van morgen.

Deze bijdrage is een samenvatting van de lezing uitgesproken door Maurice Crul in de debatserie Brood en Rozen op 16 januari in Antwerpen.

Maurice Crul is hoogleraar Onderwijs en Diversiteit aan de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -