De Marokkaans-Nederlandse Ciham Fennich (39) werd blind aan één oog, doordat ze te vroeg was geboren en daarna allerlei complicaties kreeg. Op haar vijfde werd ze helemaal blind. Het contact met haar ouders was jarenlang verschrikkelijk – Cihams moeder noemde haar tot haar vijftiende alleen maar ‘blinde’ in het Arabisch – en ook op het gebied van de liefde had ze veel verdriet te verwerken. Toch weet Ciham zich staande te houden. ‘Er komen betere tijden aan, altijd.’
Een jeugd vol trauma’s, zo noemt ze het zelf. Vanaf haar veertiende had Ciham afwisselend anorexia en boulimia. ‘Mijn familie vond het aanstellerij, ik moest maar gewoon doen en gewoon eten. Op school werd ik van mijn achtste tot mijn elfde misbruikt door drie verschillende jongens. Ik zat toen al op een school voor visueel beperkten, maar ik was verschrikkelijk slim, zeiden ze daar. Er was alleen geen hogere opleiding waar ik naartoe kon, die was er niet voor mensen met een visuele beperking. Dat was ontzettend jammer, maar sowieso liep mijn pad anders.’
‘Ik werd thuis opgesloten, ze vonden mij maar raar’
Schaamte
De vader van Ciham noemde haar wel bij haar voornaam, net als haar zusjes en broertjes, maar hij was heel streng. Vijf keer per dag bidden was heel gewoon en lijfstraffen werden niet geschuwd. Muziek was uit den boze en alles moest bedekt worden. Ciham was anders door haar blindheid en daarom mocht ze vanaf haar achtste niet meer mee op familiebezoek. ‘Ik werd thuis opgesloten, ze vonden mij maar raar. Ik was anders en mijn moeder schaamde zich voor mij.’ Ze kon in haar kamer zitten en naar de wc, maar dat was alle bewegingsvrijheid die Ciham had totdat haar familie weer thuiskwam.
Op haar veertiende kreeg ze anorexia. ‘Diep van binnen wilde ik weg, ik wilde niet meer thuis wonen. Dit was mijn schreeuw om hulp. En het gaf mij ergens controle over, over mijn gewicht’, vertelt ze. Ciham heeft anderhalf jaar aan sondevoeding en infusen gelegen om maar voeding binnen te krijgen. ‘Dat vond ik verschrikkelijk. Ik wilde geen voeding in mijn lijf, er mocht niets naar binnen. Zelfs mijn speeksel vond ik soms al te veel. Ik spuugde alles uit, ik at en dronk helemaal niks buiten de sonde om en zelfs die trok ik uit mijn neus.’
Eten en angst
Cihma werd ziek. ‘Ik werd ongezond dun, 32 kilo. Nog maar een paar kilo minder en ik was er niet meer geweest. Mijn ouders vonden dat ik mij aanstelde. Maar als je zo ziek bent en alles blijft uitspugen, dan is je lichaam niet meer gewend aan voedsel. Je kunt dan ook niets meer binnenhouden. Het is heel moeilijk om te stoppen met anorexia. Mijn ouders gaven mij lekkere dingen als ik een weekend thuis was. Daar vroeg ik wel zelf om, maar dat is niet goed voor iemand die zo licht is. Tegelijk hadden ze zoiets van ‘Hoe lang gaat dit eigenlijk duren? Word gewoon beter, want je stelt je aan. Kom gewoon naar huis en dan is het klaar.’ Maar in het ziekenhuis zagen ze dat ik na ieder weekend bij mijn ouders anderhalve kilo was afgevallen.’
In de tijd dat Ciham ziek was, werd zij niet meer geslagen, maar haar zusjes en broertjes kregen nog wel slaag. Ook werden zij nog steeds bedreigd door hun ouders, net als Ciham voorheen. ‘Ik wist dat het gebeurde en dat maakte me angstig. Als ik weer beter zou worden, kreeg ik dat ook vast weer. Daardoor was ik niet zo gemotiveerd om beter te worden.’ In het ziekenhuis zagen de artsen wat er gebeurd was en ze schakelden de kinderbescherming in. Om Ciham in leven te houden was het nodig om alle banden met thuis te verbreken. Ze werd overgeplaatst naar een kliniek in Rotterdam en kreeg een voogd. Het contact met haar ouders werd tot een minimum beperkt.
‘Met Sinterklaas hoorde hij dat hij kanker had en met kerst overleed hij’
Zelf doen
Ciham kwam op haar zeventiende in een kindergroep terecht en stroomde later door naar de volwassenengroep. ‘Thuis werd altijd alles voor mij gedaan. In de kindergroep en vooral in de volwassengroep werd ons geleerd om voor onszelf te zorgen. Ik nam in de kindergroep al snel meer initiatieven, zoals leren koken en schoonmaken. Toen ik twintig was, ging er bij mij een knop om. Ik hoefde niet meer per se dood; ik wilde eigenlijk wel leven. Ik werd niet meer bedreigd of geslagen. Ik leefde in een heel andere omgeving, waar ik leerde omgaan met mijn handicap en waar ik geen last was. Ik stopte met braken. Langzaamaan lukte het mijn lichaam weer om voedsel vast te houden.’
Ze besloot dat haar leven meer kon zijn dan eten, braken en bed. ‘Het was wel heel lastig om te stoppen, want je zit in een patroon, maar het ging toch gemakkelijker dan gedacht. Ik kon vrij snel weer gewoon eten. Daar was ik erg blij om.’ Ciham vertrok uit de instelling en ging op zichzelf wonen. Dat viel niet mee. ‘Ik was vaak eenzaam in die jaren. Ik heb meer dan tien jaar op mijzelf gewoond. Dat was een zware periode.’
Vriend
Ciham leerde via internet een jongeman kennen met wie ze bijna een relatie zou beginnen, toen hij ernstig ziek werd. ‘We wisten zeker dat we met elkaar verder wilden, toen bleek dat hij longkanker had. Hij was al verzwakt, doordat hij een paar maanden eerder bij een ongeluk een rib had gebroken die zijn long doorboorde. Met Sinterklaas hoorde hij dat hij kanker had en met kerst overleed hij. Dat was een ontzettende klap voor mij, ik heb er jaren over gedaan om daar bovenop te komen. Daardoor deed ik een zelfmoordpoging door veel pillen te slikken, maar op het laatste moment belde ik zelf 112. Ze kwamen net binnen toen ik in elkaar zakte…’
Ciham vervolgt: ‘Uiteraard werd ik opgenomen in een psychiatrische kliniek. Ik heb achttien jaar lang meerdere vormen van behandeling gehad, nu heb ik alleen nog gesprekken. Mijn verleden heb ik daar goed kunnen verwerken en ik heb geleerd om negatieve dingen om te zetten in iets positiefs.’ Ondanks haar blindheid is Ciham een ondernemend iemand. Ze gaat vaak naar tv-shows, onder andere die van Humberto Tan en Margriet van der Linden. ‘Dat is niet alleen leuk om te doen, maar ik krijg er ook nog wat voor, een vergoeding voor publieksaanwezigheid. Dat is een leuk extraatje naast mijn Wajong-uitkering.’
‘Je verwacht dat misschien niet van een blinde, maar ik vind films erg leuk’
Lezen, bioscoop en internet
Als kind hield Ciham erg van lezen. ‘Ik had bij mijn ouders een braillemachine voor mijn huiswerk. Door brailleboeken kon ik meer lezen. Dat doe ik nog steeds. Ik heb ook een kast vol dvd’s, want ik ben dol op films. Die kan ik dan misschien niet zien, ik kan het wel horen en de stemmen van elkaar onderscheiden. Uiteraard heb ik vooral Nederlandstalige films. Je verwacht dat misschien niet van een blinde, maar ik vind films erg leuk.’
Het leren kennen van nieuwe mensen gaat niet altijd even gemakkelijk: ‘Als mensen naar mij zwaaien, dan zie ik dat niet. Dat is soms wel lastig. Ook merk ik dat mensen het lastig vinden dat ik blind ben en mij daarom niet snel aanspreken. Dat ik blind ben wil nog niet zeggen dat ik geestelijk gehandicapt ben. Ik ga vaak naar de bioscoop en dan staat er altijd iemand klaar voor mij. Hoewel ik niet kan zien ben ik verder heel normaal. Mijn liefde voor lezen is bijvoorbeeld nooit overgegaan.’
‘Weer gaan werken is mijn droom’
Met de komst van internet veranderde er wel wat voor Ciham. De hele wereld kwam dichterbij. ‘Door een spraakcomputer houd ik contact met de hele wereld, dat is erg leuk. Ook mijn iPhone kan ik via spraak besturen, heel handig. Dat haalt mij wat uit mijn isolement. Ik wil wel graag werken, maar het is lastig om een baan te vinden. Ik kan nu een baan krijgen, het enige probleem is het vervoer ernaartoe. Ik heb recht op taxivervoer, maar dit werk ligt net buiten dat gebied. Ik ben opgeleid tot telefoniste, maar het is in de praktijk erg lastig om een werkgever te vinden die mij wil hebben. Ik hoop dat er iets geregeld kan worden rond dat vervoer. Weer gaan werken is mijn droom.’
Daten en voetbal
Ciham heeft echter meerdere dromen: ‘Ik heb een boek geschreven, Blinde onschuld, onder het pseudoniem Ariël Stevens, waarin ik mijn levensverhaal vertel. Heel graag wil ik een tweede boek schrijven of laten schrijven. Mijn leven zit namelijk vol met ervaringen en gebeurtenissen die het waard zijn om te delen met het grote publiek. Daarnaast sta ik weer open voor een nieuwe liefde. Het heeft een tijdje geduurd, maar ik ben er weer. Ik zit op datingsites en ik zie wel wat er op mijn pad komt. Ook krijg ik wat operaties aan mijn ene oog, er zit kalk in en dat moet er wel uit. Het gekke is dat het contact met mijn ouders weer wat beter is na mijn operatie. Er moest blijkbaar echt iets gebeuren om het contact te herstellen, raar maar waar.’ De ouders van Ciham zijn veel rustiger geworden, maar ze hebben nooit hun excuses aangeboden. Het contact met haar zusjes en broertjes is wel goed geweest.
Voor blinde mensen zijn er steeds meer mogelijkheden gekomen. ‘Ik heb meegedaan aan sporten voor blinden, dat was erg leuk. Ik ga denk ik verder met blindenvoetbal. Daarbij zit een belletje in de voetbal, zodat je hem hoort. Ik woon nu nog in een woongroep voor mensen met visuele en verstandelijke beperkingen. Ik pas hier niet echt tussen, want ik heb geen verstandelijke handicap. Toch is het best een leuke groep, maar dat ik elke keer win met de spelletjes die we doen is niet bepaald een uitdaging.’
‘Eigenlijk heb ik niet zoveel hulp nodig’
Ciham is op dit moment bezig om eigen woonruimte in het gebouw te krijgen, zodat ze meer zelfstandig wordt. ‘Eigenlijk heb ik niet zoveel hulp nodig. Maar als ik hulp nodig heb, kan ik dat gemakkelijk krijgen, want ik zit in hetzelfde gebouw. Hopelijk gaat mijn baan door en kan ik mijn tweede boek schrijven. Je kunt van anorexia en boulimia afkomen als je dat echt wilt. Je kunt mensen ook vergeven als je dat wilt, zodat je zelf verder kan. Dat heb ik ook gedaan. Ook al ziet het er soms heel slecht uit en denk je dat je niet meer verder wilt leven: er komen betere tijden aan, altijd.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!