8.4 C
Amsterdam

Babah Tarawally: ‘Als je op je tenen moet lopen, maak je geen echte voetafdruk’

Gijs de Swarte
Gijs de Swarte
Journalist. Schrijver. Filmmaker.

Lees meer

Discriminatie: als thema is het meer in de media dan ooit. Hoe gaan we er mee om? Wordt het beter? Wordt het slechter? Tijd om de tijdgeest te toetsen. Gijs de Swarte spreekt ervaringsdeskundigen en topwetenschappers over de stand van zaken en persoonlijke pijnpunten.

Babah Tarawally (1972) is schrijver en journalist. Hij vluchtte in 1995 uit Sierra Leone, en doorstond een asielprocedure van zeven jaar in Nederland. Hij heeft een column in Trouw en schreef de romans De god met de blauwe ogen (2010) en De verloren hand (2016). Dit jaar verschijnt De getemde man.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wat zijn de meest pijnlijke momenten die je zelf hebt meegemaakt?

‘Laat ik vooral zeggen dat je er boven probeert te staan. Je wil je niet door allerlei onzin laten raken. Maar wat me te binnen schiet aan nare dingen… Dat ik in Friesland bij het asielzoekerscentrum achtervolgd werd door extreemrechtse jongens. Ik heb me daar uit kunnen redden, door te zeggen dat ik Surinamer was en voetballer. Ze kwamen echt voor asielzoekers.’ 

En recent?

‘Laatst – daar heb ik een column over geschreven – werd ik geweigerd bij een kroeg. Door een Surinaamse portier. Dat deed me op een of andere manier behoorlijk wat. Dat hij in zekere zin op mij leek. Dat hij het in opdracht deed. Dan denk je: als hij dat zelfs doet, als een soort Uncle Tom, dan is het écht dweilen met de kraan open. En als het jonge mensen zijn die racistische dingen zeggen, dan raakt dat me ook. Mensen die nog in de ballen van hun vader zwommen toen ik hier al woonde… Dan maak ik me zorgen, over mijn dochters ook. Zij zijn dertien en vijftien.’

De Nederlandse verjaardag wordt door de geïnterviewden in deze serie wel omschreven als met zijn allen in een kring naar een schaal chips staren. Hoe heb jij de overgang van de ene naar de andere cultuur ervaren? 

‘Ik herinner me dat ik op Schiphol aankwam en helemaal niemand zag die op me leek. Dat was beangstigend. Je kent de taal niet, voelt je niet verbonden. Ik dacht: oké, ik moet leren wat hier gangbaar is, wat de regels zijn.’

Dus wat hoor je zoal te doen op een Nederlandse verjaardag?

‘Eén koekje nemen en wachten tot de trommel weer voorbijkomt. Ik wilde er meestal twee, drie, maar je moet echt wachten op de volgende ronde. En Nederland is het brood met kaas, brood met kaas, brood met kaas. De hele tijd. O ja – en snel lopen. Nederlanders lopen snel en doelgericht. In Nederland is veel haast.’

‘Ik ben me hier altijd bewust van het anders-zijn. Hier loop ik op mijn tenen’

Je hebt kinderen met een Nederlandse vrouw. En je hebt wel eens uitgelegd dat dankzij je relatie met haar je positie in Nederland nogal veranderde.

 ‘Ja, heel leerzaam. Mensen kijken veel van: ‘Hé, Nederlandse vrouw met exoot.’ Maar het maakte me vooral sterker. Ik leerde de taal en de cultuur sneller. Als je verliefd bent, doet hoe anderen je zien je ook niet zoveel. Oké, als jij graag wil kijken naar hoe wij hand in hand lopen, prima.’ 

In hoeverre voelt Nederland als je thuis?

‘Door het schrijven wordt er veel meer op je gereageerd. En ik mijd de sociale media. Ik zeg ook tegen de redactie van Trouw: ‘Geef maar niet door wat er bij jullie binnenkomt, alleen als het opbouwend is.’ Je krijgt ook bedreigingen. Dat is het niet prettige deel van hier zijn met mijn verhaal. Een ander deel is dat ik door het schrijven veel sterker sta. Die weigering bij die kroeg, bijvoorbeeld, heeft een gesprek met de gemeente en de eigenaar opgeleverd. De portiers dragen nu bodycams, zodat zowel zij als het publiek verantwoordelijkheid voelen voor wat ze zeggen en doen. Ik heb een stem en hoor erbij, in die zin.’ 

Je gaat vaak terug naar Sierra Leone. Voel je je daar meer thuis?

‘Ja, de muziek staat overal hard. In de bus schreeuwt iedereen en… Als ik eerlijk ben, er valt daar heel veel van me af. Daar is alles eigen. Ik ben me hier altijd bewust van het anders-zijn. Hier loop ik op mijn tenen. Als je op je tenen moet lopen, maak je geen echte voetafdruk.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -