Sandra Doevendans kwam in de schulden toen haar café failliet ging. Ze bekeerde zich tot de islam, die haar een oplossing voor haar persoonlijke crisis bood, en slaagde erin om uit de schulden te komen. Ze schreef er een boek over: Schone lei.
‘Dit boek moest er gewoon komen. Er moet toch iets positiefs komen uit alle hoofdpijn? Het zat altijd al in mijn hoofd. Toch durfde ik het niet op te schrijven, totdat ik al mijn schulden had afbetaald. Ik schaamde mij ervoor.’
Aan het woord is Sandra Doevendans, PvdA-Statenlid in Noord-Holland en adviseur in het sociaal domein voor onder meer armoedebestrijding, schuldenproblematiek, inburgering, diversiteit en inclusie – een hele mond vol. Maar spreek je met Doevendans, dan spat de energie er vanaf, alsof minder gewoon niet genoeg is.
Ze is tevens auteur van het nieuwe boek Schone lei. Met dit boek wil ze het taboe doorbreken dat er op schulden ligt. Ze wil mensen helpen met haar verhaal, maar niet vanuit een slachtofferrol. Als trainer heeft ze als doel de blinde vlekken en verbeterpunten zichtbaar te maken voor schuldhulpverlening. ‘Daarnaast wil ik ook nog iets neerzetten zodat mensen aan hun eigen talenten kunnen werken en bewuster met hun geld kunnen omgaan.’
In het boek staan verhalen van ervaringsdeskundigen die vertellen over hun schuldverhaal, inclusief het verhaal van een wethouder uit Amsterdam. Doevendans is in Schone lei openhartig over haar leven met schulden door het verlies van haar café. Dit doet ze bewust, want ze wil aantonen dat het mogelijk is om er weer bovenop te komen. Het boek bevat ook tips en trucs om bewust met geld om te gaan. Voor mensen met schulden is een boek een luxe, en daarom is er de mogelijkheid om een boek te doneren aan iemand met een kleine beurs.
Je hebt het boek geschreven om met je ideeën en oplossingen anderen te inspireren, te helpen en schuldhulpverlening verbeterpunten aan te reiken. Hoe komen deze ideeën en oplossingen bij de juiste mensen en instanties terecht?
‘Ik heb mijn boek aan PvdA-leider Lodewijk Asscher aangeboden, zodat hij dit vanuit de politiek kan oppakken. En ik heb bij de boekpresentatie beleidsmakers van verschillende ministeries uitgenodigd. Vanaf volgend jaar ga ik ook met het boek richting schuldhulpverleners en beleidmakers om daar concrete afspraken over te maken. Ook zitten er modules bij, waarin staat hoe schuldenaars het beleid ervaren en welke rol diversiteit en inclusie spelen in dit verhaal.
‘Er wordt snel geconcludeerd dat schuldenaars de verkeerde keuzes hebben gemaakt, wat soms ook te maken heeft met vooroordelen’
‘Er zijn vooroordelen in hoe mensen benaderd worden, want dat kwam wel heel erg in het onderzoek naar voren. Vaak voelden hoogopgeleide witte mensen zichzelf beter behandeld dan de mensen van kleur of in een lagere sociaaleconomische klasse. Er wordt snel geconcludeerd dat schuldenaars de verkeerde keuzes hebben gemaakt, wat soms ook te maken heeft met vooroordelen.’
Je sprak nooit over je schulden, maar wel tijdens de trainingen die je gaf. Hoe kwam dat?
‘Ik was vanaf 2012 actief bij de PvdA en sprak niet over mijn schulden. Het was toch een soort schaamte. Ik voelde mij vooral zelf een mislukkeling over het falen van mijn café, terwijl er zoveel mensen zijn die een zaak beginnen en het niet redden. Bovendien was het ook gewoon alles bij elkaar: én je zaak is niet gelukt, én je bent een alleenstaande moeder.’
‘Later gaf ik empowerment-trainingen, om zelfverzekerd te worden, doelen te stellen en te kijken hoe je die haalbaar kunt formuleren, om die in kleine stapjes te bereiken. Als ik iemand tegenkwam die niet geloofde dat het beter zal worden, dan deelde ik mijn verhaal om ze te motiveren.’
Je bent bekeerd tot de islam, maar in je boek lees ik daar heel weinig over terug. Kan je ons meenemen in hoe dat is gegaan?
‘Van huis uit was ik niet gelovig, maar ik had wel altijd het gevoel dat God er was. Ik wist alleen niet zo goed in welke vorm. In Amstelveen waar ik opgroeide, waren er vooral christenen. Het christendom was daarom het eerste wat ik verkende in mijn zoektocht naar het geloof, maar uiteindelijk bleek het niets voor mij. Ik snapte niets van die gevallen engel. Ik dacht altijd hoe kan dat nou? Dat is toch zo iets puurs. Hoe kan dat opeens een duivel worden? Ik keek in die tijd religieuze programma’s van de Joodse en Hindoestaanse omroepen. Dat vond ik altijd heel interessant. Ik zag allerlei mensen voorbij komen, waaronder Nourdin, een bekeerde moslim – echt zo’n skater – en dat zat bij mij een beetje geregistreerd, maar niet zo van: dat is islam.’
‘‘Dit is mijn kans’, dacht ik. ‘Ik kan alles omgooien en gaan studeren.’ En dat heb ik dus ook gedaan’
‘Later, toen ik mijn café had, kwam er een man binnen – en ik ben heel erg van de wiskundige feitjes en weetjes – die vertelde dat water en land in de Koran in dezelfde wiskundige verhouding tot elkaar stonden als op onze aarde (Het aardoppervlak is 71 procent water en 29 procent land. Het woord ‘zee’ staat 32 keer vermeld in de Koran, het woord ‘land’ 13 keer. Dit is in verhouding tot elkaar ook 71 procent – 29 procent, red.). Daarom begon ik mij meer te verdiepen in de islam. Dat de vader van mijn zoon islamitisch is, maakte het voor mij bovendien interessanter om er meer over te weten. Ik werd zwanger en dacht dat de islam mijn ‘way out’ was. Het was alsof God mij een soort ‘do over’ gaf. Ik had natuurlijk een enorme schuld, want ik moest met verlies mijn café verkopen. ‘‘Dit is mijn kans’, dacht ik. ‘Ik kan alles omgooien en gaan studeren.’ En dat heb ik dus ook gedaan.’
Ben je tijdens deze zoektocht geholpen door andere moslims?
‘Mijn ex is Turks Koerdisch. Wij zijn uit elkaar, maar mijn ex-schoonmoeder is een soort tweede moeder voor mij. Alles wat ze vertelde klonk heel erg cultureel, maar ik ben daar verder over gaan lezen en kwam allerlei interessante dingen tegen: over de positie van de vrouw, maar ook de gevallen engel, dat het een djinn was. Hoe meer ik ging lezen hoe logischer het voor mij werd. Ik las ook over Khadija, de eerste vrouw van de profeet Mohammed en een echte powervrouw. Uit haar verhaal blijkt dat vrouwen in de islam anders behandeld worden dan wat velen ons doen geloven – dat moslimvrouwen onderdrukt zouden worden. Zo ik ging steeds meer lezen en na een jaar besloot ik mijn geloofsgetuigenis uit te spreken. Dat verliep via moslimvrouwenorganisatie Al Nisa, waarna ik daar bestuurslid ben geworden.’
Wat veranderde er na je bekering?
‘Eigenlijk alleen het bidden en het vasten. Sinds de zwangerschap dronk ik niet, en sowieso at ik nooit varkensvlees. Mijn leven werd dus niet opeens drastisch veranderd. Mijn zoontje probeer ik wel vrij te laten in hoe hij het geloof zelf interpreteert, omdat ik ook onderzoek deed voor mijzelf. Het is bij mij niet zo dat als je zegt dat iets zo is, dat ik het meteen geloof. Ik wil altijd eerst alles goed onderzoeken. Maar mijn zoontje voelt zich wel echt een moslim. Toen hij heel klein was, zei ik altijd: als er iets is, dan doe je een du’a – een smeekbede – en dan komt alles goed. Maar ik probeer hem daar niet in te dwingen, het moet wel echt uit hemzelf komen.’
Wat vindt je moeder ervan dat je moslim bent geworden?
‘Mijn moeder vindt het oké. Ze is van mening dat ik moet doen wat mij gelukkig maakt. Ze heeft natuurlijk ook geen grote verandering gezien bij mij. Wel heeft ze mij af en toe tijdens het bidden met een hoofddoek gezien. Dat was dan even schrikken, maar ik draag de hoofddoek ook alleen maar als ik bid. Ze houdt rekening met halal geslacht vlees als we daar zijn en wij vieren qua feestdagen eigenlijk alles. Pasen en Kerst, maar ook de islamitische feestdagen. Ik heb ook altijd een kerstboom gehad, omdat ik dat niet zie als iets religieus. Dat was vroeger ook niet iets religieus, maar gewoon mooi en gezellig.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!