In zijn nieuwe roman schetst Murat Isik een geschiedenis van de Bijlmer. ‘De oude Bijlmer bestaat helaas niet meer, maar er is gelukkig ook geleerd van de fouten uit het verleden.’
Onlangs verscheen een nieuwe roman van schrijver en jurist Murat Isik (Izmir, 1977). Wees onzichtbaar is de opvolger van zijn internationaal succesvolle debuut Verloren grond. In het boek schetst hij een overlevingsstrijd van een Turks gezin in de Amsterdamse wijk Bijlmer in de jaren tachtig. Een gezin dat worstelt met een dominante vader en een onveilige en verloederende omgeving. Isik toont bovendien overtuigend aan dat de Bijlmer nooit een eerlijke kans heeft gehad om uit te groeien tot het woonparadijs zoals het ooit bedoeld is.
Op één van de eerste warme lentedagen van het jaar spreekt de Kanttekening Isik in zijn nieuwe huis in Hoofddorp. ‘In maart zijn we in ons nieuwe huis getrokken. Het is hier rustiger dan in Amsterdam-West, daar was altijd rumoer van de buren. Hier kan ik zelfs in de tuin werken!’
Een goede werkplek is belangrijk voor een schrijver, zoals een veilige plek om op te groeien dat is voor een opgroeiend kind. Geboren in Izmir, verhuist Metin Mutlu, de hoofdpersoon in Wees onzichtbaar, al vroeg naar Hamburg, om op driejarige leeftijd in de Bijlmer te belanden met zijn ouders en oudere zus. ‘Voor kinderen was de Bijlmer in die tijd een speelparadijs’, zegt Isik, die net als Metin op die plek opgroeide. ‘Auto’s werden vanaf de verhoogde wegen de garage ingereden van waar je te voet verder liep naar de binnenstraat. De hele wijk was dus autovrij. Dat was revolutionair. Verder was er ontzettend veel groen, om de scheiding tussen wonen en werken nog eens extra te benadrukken. In de wijk woonde én recreëerde je.’
De ideeën van architect Siegfried Nassuth waren vooruitstrevend. De nieuwe wijk, die vanaf eind jaren zestig ontstond, moest model staan voor het nieuwe wonen. Het liep anders. Isik deed onderzoek en kwam tot schokkende conclusies. ‘Ten eerste werd flink bezuinigd op de originele plannen van Nassuth, vooral wat betreft voorzieningen voor de leefbaarheid. Er zou een hertenkamp komen en cafés en gemeenschappelijke ruimtes in de flats.’ Zo verdwenen één voor één de plannen die de wijk anders zouden maken in de prullenmand. ‘De eerste klap was dat daardoor de eerste bewoners binnen een paar jaar al weer vertrokken, er waren nauwelijks winkels en ook de slechte verbinding en afstand met de stad was een groot probleem. De metrolijn kwam pas eind jaren zeventig. De Bijlmer was lang een soort eiland buiten de stad.’
Zeedijk
Toen in 1984 de Zeedijk schoongeveegd werd van de junks, namen ze linea recta de benen naar de Bijlmer, waar de binnenstraten en portieken een welkom onderdak boden. Voor Metin zijn de regelmatige ontmoetingen met de onberekenbare junks en potloodventers een alledaags verschijnsel. Isik maakt het verval onder andere zichtbaar via de talentvolle voetballer Michel. Als Metin hem enkele jaren later tegenkomt, vraagt Michel kwijlend om een sigaret, hij is opgeslokt door het straatleven.
Toch is dit allemaal achtergrond. De bovenste laag wordt gevormd door het gezinsleven van de familie Mutlu. De werkeloze en communistische vader Harun, die zijn dagen lezend uit het werk van Karl Marx en Vladimir Lenin en drinkend doorbrengt, is een tiran en eist gehoorzaamheid. Zijn wisselende stemmingen resoneren fraai met de onvoorspelbare Bijlmer. Het is nooit zeker hoe Harun zijn pet staat, zoals het evenmin zeker is of je de lift in stapt met een vriendelijke buurman of een overvaller. ‘De vader van het gezin is geboren in een Anatolisch dorp en opgegroeid in de achterbuurten van Izmir’, legt Isik uit. ‘Daar geldt het recht van de sterkste. Daar komt nog eens bij dat hij een heel belezen man en overtuigd communist is. Die mix maakt hem tot een moeilijke man, die vooral neerkijkt op de mensen om hem heen, op het kapitalisme en zelfs de mensen die zijn politieke denkbeelden delen.’
Pesten
In de snelkookpan die de Bijlmer op dat moment is, neemt de druk op het gezin toe. Alle leden van het gezin moeten zich op een of andere wijze verhouden tot de vader. De zus van Metin vlucht naar haar kamer zodra Harun de sleutel in de voordeur steekt. Metin blijft om aandacht vragen, maar weet niet hoe. De relatie tussen vader en zoon blijft moeizaam. Zijn moeder pikt de nachtelijke drinksessies van haar man niet langer, komt in verzet en emancipeert zich steeds meer gedurende het verhaal. Ondertussen heeft Metin genoeg te stellen met pestende klasgenoten op de middelbare school. ‘Dat heb ik ook meegemaakt. Ik ken de pijn van Metin. De zucht naar erkenning door je vader, de pijn van de afwijzing en de strijd om je te ontworstelen aan je lot.’
Metin trekt zich op aan een charismatische nieuweling die ineens in zijn leven komt en de verhoudingen op zijn vijandelijke school flink op zijn kop zet. ‘Je hebt op momenten in je leven mensen nodig die je een duwtje geven in de goede richting. De nieuweling staat symbool voor een aantal mensen dat op mijn pad kwam. Zo geeft hij Metin het gevoel er eindelijk bij te horen.’ Autobiografische elementen en fictie wisselen voortdurend stuivertje in het boek. ‘Maar het is vooral een roman. Ik verwerk bepaalde persoonlijke ervaringen, vergroot veel uit, maar hou vooral ook van het avontuur als schrijver en wilde mezelf steeds verrassen tijdens het schrijven. Er zitten veel personages in die nooit bestaan hebben en veel is in werkelijkheid niet zo gegaan.’
De wijk is altijd aanwezig, soms dreigend, dan weer kindvriendelijk. ‘Joop den Uyl, toen nog wethouder in Amsterdam, heeft gestreden om de Bijlmer tot Amsterdams grondgebied te maken. Het is eigenlijk verbazingwekkend hoe gemakkelijk de prachtige plannen later zijn opgegeven toen er eenmaal gebouwd werd en er geld op tafel moest komen, hoe gemakkelijk de wijk is afgestoten.’
Hij wil het beeld van zijn oude wijk kantelen. ‘Maar niet als een activist. Ik vertel het échte verhaal van de wijk, het idee erachter, de opkomst en de ondergang, door de ogen van iemand die er is opgegroeid. Eén ding is duidelijk: het nieuwe wonen, het plan van Nassuth wat hier gestalte moest krijgen, heeft nooit een kans gekregen. Dokters, journalisten, kunstenaars: iedereen kwam hierheen om een ideaal mede vorm te geven. Het waren dure huurwoningen in wat een kwalitatief hoogstaande wijk had moeten worden.’ Omdat voorzieningen uitbleven, vertrokken mensen al weer snel. ‘Er ontstond veel leegstand, die onder andere werd opgevuld door Surinamers die na de onafhankelijkheid in 1975 massaal deze kant op kwamen en in de Bijlmer terechtkwamen. Later kwamen daar Ghanezen bij.’
De politiek en de woningbouwcorporatie speelden een doorslaggevende rol in het verval. Een buurman van Metin in het boek zegt het als volgt: ‘Ze zullen het ontkennen, maar ergens aan het begin van de jaren tachtig hebben die schoften de Bijlmer al opgegeven.’
Latent aanwezig op de achtergrond, is de culturele achtergrond van het gezin Mutlu. ‘Het is een links gezin en net als mijn familie van Zaza-afkomst. Deze bevolkingsgroep spreekt het Zazaki en is oorspronkelijk vanuit Perzië naar Turkije gemigreerd. Als je alleen de mainstreammedia volgt, denk je misschien dat bijna alle Nederlandse Turken op de AKP stemmen. Dat is allerminst het geval. De Nederlandse Turken vormen geen homogene groep, de gemeenschap is zeer verzuild. Ik laat in mijn boek ook een groep zien die minder bekend is voor de gemiddelde Telegraaf-lezer, een links gezin met een atheïstische vader.’
Springers
Terug naar de wijk waar zijn moeder nog altijd woont. In de vroege jaren tachtig, als Metin arriveert, rukt de Mobiele Eenheid regelmatig uit om krakers te verjagen uit leegstaande flats. De ellende neemt toe en daarmee het aantal ‘springers’. ‘Dat was een veel voorkomend fenomeen, ja. Ik heb ook weleens een lijk voor onze flat zien liggen, iedereen in de Bijlmer heeft wel eens het lijk van een springer zien liggen.’ Het tekent de uitzichtloosheid in de wijk. In het gezin lijkt dat ook zo, maar de verschillende karakters krijgen toch het inzicht dat zij tot elkaar veroordeeld zijn. Zelfs de vader kan het huis uiteindelijk niet anders zien als een warm nest waar hij naar terugkeert na nachtelijke escapades. ‘Uiteindelijk heeft mijn vader een goede opleiding afgerond en is mijn moeder gaan werken. Net als de karakters in het boek hebben zij een ontwikkeling doorgemaakt.’
Tegenwoordig is de Bijlmer een andere plek geworden. ‘Er is gesloopt, opnieuw gebouwd en het diverser samengesteld huizenaanbod heeft de wijk goed gedaan’, vindt Isik. ‘De oude Bijlmer bestaat helaas niet meer, maar er is gelukkig ook geleerd van de fouten uit het verleden. Er wordt nu bijvoorbeeld ook gewoond op straatniveau waardoor het er geen verlaten en unheimisch gebied meer is, dat was voorheen niet zo. De Bijlmer zoals ik die ken is warm, gezellig en levendig. Mensen moesten er wat van maken en waren creatief. Zo is Kwaku ontstaan als voetbaltoernooitje in de zomer. Het jaar daarop bedacht iemand ‘ik ga hier eten en drankjes verkopen tijdens de wedstrijden’. Zo is het uitgegroeid tot het grootste multiculturele festival van Nederland en dat is echt te danken aan de bewoners zelf.’
Zoals de wijk, is ook het leven van Isik zelf aan verandering onderhevig geweest. Een nieuwe woonplek waar hij zich volledig op het schrijverschap kan storten, is wel de belangrijkste. ‘Ik ben lang jurist geweest. Dat was de erfenis van mijn vader, zou je kunnen zeggen. Inmiddels heb ik mijn baan opgezegd, om nog meer te kunnen schrijven.’ Zijn ouders stimuleerden hem te lezen. ‘Mijn vader gaf het voorbeeld door het zelf veel te doen, mijn moeder gaf me steeds zakgeld om stripboeken van te kopen. Zij stimuleerde me echt en nam me als kind vaak mee naar de bieb.’
Het schrijven heeft deuren geopend die voorheen gesloten bleven. Voorafgaand aan het schrijven van Verloren grond interviewde hij zijn ouders uitvoerig. ‘Met name mijn vader vertelde me dingen over zijn jeugd die ik nooit geweten heb.’ Alsof het lot ermee speelde, overleed zijn vader in 2015. ‘Ja, dat was erg dubbel. Hij informeerde wel eens naar de wijze waarop de vader in Wees onzichtbaar getypeerd zou worden, omdat hij voorvoelde dat dit op hem af zou kunnen stralen. Het is een roman, baba (papa in het Turks, red.), zei ik dan.’
Wees onzichtbaar is in al haar lagen overtuigend. Isik is een groot verteller en weet en passant bestaande vooroordelen over de Bijlmer de wereld uit te helpen.
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!