5.9 C
Amsterdam

‘De Tatta’s’: samen lachen over vooroordelen

Lees meer

De multiculturele film De Tatta’s, vanaf vandaag in de bioscoop, zorgde lang voor verschijning al voor veel ophef. De film zou biculturele Nederlanders negatief stereotyperen. Een misverstand, zegt scenarist Donny Singh. Hij wil juist vooroordelen doorbreken. ‘Ik wilde laten zien hoe leuk zo’n multiculturele buurt kan zijn.’

In De Tatta’s, de nieuwe comedy van regisseur Jamel Aattache, verhuist een aan lager wal geraakte witte familie vanuit een villa in het Gooi naar een multiculturele wijk in de stad. De aankondiging van de film zorgde eerder dit jaar voor commotie. Aanvankelijk zouden deze tatta’s, een scheldnaam voor witte Nederlanders, verhuizen naar de Bijlmer in Amsterdam.

Voormalig PvdA-Kamerlid Amma Asante, die in de Bijlmer is geboren, was zwaar teleurgesteld: ‘Ga weg met je vooroordelen en stigma’s uit het jaar 0′, twitterde ze. ‘Het is 2022 for Christ’s sake. Mensen uit het Gooi zijn geen haar beter dan mensen uit de Bijlmer.’ Ook cabaretier Soundos el Ahmadi reageerde op Instagram geïrriteerd: ‘In de Bijlmer wonen is geen beproeving. En al helemaal geen straf als het ‘slecht’ met je gaat.’

In reactie op alle commotie besloten de filmmakers de Bijlmer te vervangen door de fictieve ‘Hollandwijk’. De opnames voor de film werden gemaakt in het eveneens multiculturele Amsterdam-Noord. Veel critici vonden de film nog steeds discriminerend jegens niet-westerse Nederlanders. ‘Nothing new, nothing changed’ (niets nieuws, niets veranderd), schreef een twitteraar boos.

De Tatta’s is het filmdebuut van scenarioschrijver Donny Singh (35). Een droom die uitkomt voor Singh. De aanvankelijke ophef over de filmlocatie begrijpt hij wel. ’Het was echt heel klote dat de film zo begon’, vertelt hij. ‘Misschien werd er ook zo kritisch gereageerd omdat mijn voornaam Donny is en geen Indiaanse naam. Maar toen ik het persbericht met de filmlocatie zag, dacht ik ook gelijk: ‘Het is niet slim om dit op zo’n manier bekend te maken.’

Al op jonge leeftijd raakte Singh in de ban van films. ‘Tot mijn vijfde woonde ik in India, waar ik heel veel Bollywoodfilms keek. In Nederland leerde ik de Hollywoodfilms kennen. Hoe films gemaakt werden was iets magisch voor mij. Ik oefende in mijn kinderkamer met acteren. Die liefde voor film is blijven hangen, maar ik deed er niks mee. Op een gegeven moment besefte ik: ‘Ik heb mijn moeders droom waargemaakt, het is tijd om aan mijn eigen dromen te werken.’ Daarop begon ik met scenarioschrijven.

Het lukte hem niet om een scenario voor een thrillerfilm te slijten in Los Angeles. Maar Singh gaf niet op. Hij ging boeken lezen over film en kreeg uiteindelijk de gouden tip van zijn vrouw: ‘Zij zei tegen mij: ‘Donny, wat ben je aan het doen? Je maakt de hele dag grapjes, maar je schrijft een scenario voor een actiethriller. Ga een scenario voor een comedyfilm schrijven.’

Uiteindelijk had Singh een scenario dat hij graag verfilmd wilde zien. ‘Het was een Nederlandse versie van de Amerikaanse comedy The Hangover, maar dan in India’, vertelt hij. ‘Ik kende alleen niemand in de filmwereld. Ik heb zo’n honderd personen gemaild met mijn script, waarvan vijf à zes reageerden. Jamel Aattache reageerde positief. We wilden samen deze film maken, maar het duurde allemaal heel lang, waarop Aattache zich is gaan focussen op andere films. Toch hielden we altijd contact.’

Ook andere filmscenario’s sneuvelden. Uiteindelijk kwam Singh, dankzij een vriend die hij leerde kennen bij acteerlessen, op het idee voor De Tatta’s.

Singh was vol verwachting over de reacties op het gewraakte persbericht. ‘Ik werd wakker en dacht: ‘Vandaag is mijn dag. Vandaag komt het persbericht voor mijn eerste film. Ik kan complimenten ontvangen voor mijn harde werk.’ Maar ik opende Instagram en werd compleet kapot gemaakt. Mensen die ik hoog had zitten, reageerden op het bericht van de distribiteur. Ze hadden conclusies getrokken op basis van aannames. Wat ik begrijp, want ik doe dat ook, maar dit keer werkte het in mijn nadeel.’

Het idee van Singh voor de film was: ‘Wat als een rijk, wit gezin moet verhuizen naar een multiculturele wijk waar ik ben opgegroeid?’ Volgens Singh is het belangrijk om een personage te zien veranderen in een film: een zogenoemde character arc. ‘Hoe mooi is het om een film te zien waarbij een familie vol met vooroordelen wijzer wordt, en afscheid neemt van die vooroordelen. Dat wil ik met de film bereiken. Wij mensen hebben veel met elkaar gemeen, maar op een of andere manier willen wij alleen maar kijken naar de onderlinge verschillen. Dat vinden wij belangrijk, omdat we uniek willen zijn.’

‘Op een of andere manier willen wij alleen maar kijken naar de onderlinge verschillen’

Door de felle kritiek was het lastig om de film te maken, aldus Singh. Hij had juist gekozen voor de Bijlmer, omdat hij het niet eens was met de slechte reputatie van deze wijk. ‘Ik heb er veel vrienden wonen en wilde laten zien hoe leuk zo’n multiculturele buurt kan zijn. Maar door de kritiek waren er mensen die niet meer met ons wilden samenwerken. Dat snap ik. Uiteindelijk hebben veel mensen het script alsnog gelezen. Ze zagen dat we het goed bedoelden. Daardoor hebben we toch de film kunnen maken.’

Singh zegt lachend dat hij in ieder geval een ding geleerd heeft: ‘Gebruik geen echte plaatsnamen meer.’

En wat vindt hij van de kritiek dat hij zich schuldig zou maken aan raciale stereotyperingen? ‘In een comedyfilm zijn er karakters die dicht bij de realiteit liggen en enkelen die enorm uit de bocht vliegen’, antwoordt Singh. ‘Ik snap de kritiek, maar wat is stereotypering? Als de Surinaamse buurman joviaal en vrolijk is en ik portretteer hem zo, is dat dan stereotyperend? Want mijn buurman is gewoon zo.’

Volgens Singh is het ook een stuk lastiger om een comedy te schrijven dan tien of twintig jaar geleden: ‘Als je kijkt naar de films uit de jaren negentig en nul, die zaten vol met stereotyperende grappen en karakters.’ Het huidige klimaat, om minderheden niet te stereotyperen, beperkt scenarioschrijvers, zegt Singh. Maar er zit ook een duidelijk positieve kant aan. ‘Ik denk dat je pas echt een goede schrijver, comedian, cabaretier of wat dan ook bent, wanneer je grappig kan zijn zonder mensen kapot te maken.’

Singh hoopt natuurlijk dat de film een succes wordt. Maar wat hij belangrijker vindt: dat kijkers met een glimlach de bioscoop verlaten. ‘Veel mensen om mij heen zeggen dat ik trots moet zijn op wat ik heb bereikt. Ik ben een doodnormale jongen en het gaat me niet om de artistieke dingen van film. Ik wil mensen blij maken. Ik denk dat dat is gelukt.’

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -