De documentaire The Devil’s Drivers is een verhaal over de moeizame grensovergang tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever. Palestijnen zonder werkvergunning, die in Israël willen werken, moeten zichzelf ernaar toe zien te smokkelen. Een interview met de Palestijnse documentairemaker Mohammed Abugeth.
In de documentaire The Devil’s Drivers helpen Palestijnen dagelijks landgenoten de grens met Israël over en weer terug. Een gevaarlijk kat-en-muisspel. Als de politie mensensmokkelaars oppakt, staan hen hoge gevangenisstraffen te wachten.
De makers van de documentaire The Devil’s Drivers, Daniel Carsenty en Mohammed Abugeth, hebben maar liefst acht jaar gefilmd op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, onder andere rond de stad Hebron.
Ten zuiden van Hebron hebben Israëlische kolonisten steeds meer ommuurde nederzettingen op de heuvels gebouwd. Hierdoor worden bewoners afgesneden van hun land en watervoorzieningen. Er is nauwelijks werk te vinden.
Israël verstrekt echter zelden werkvergunningen aan mensen die aan de andere kant van de grens willen werken. Bedoeïenen – een volk dat eveneens op de Westbank leeft – zien geen andere optie dan illegaal in de bouw in Israël aan de slag te gaan. Zowel de arbeiders als de smokkelaars hebben de inkomsten hard nodig. Ze rijden daarom op en neer, met alle risico’s van dien.
Wie The Devil’s Drivers kijkt, krijgt bij bepaalde scènes het gevoel in een Hollywoodfilm te zijn beland. De documentaire is grotendeels vanuit auto’s van smokkelaars opgenomen. De makers documenteren de toestanden op een rauwe en afstandelijke wijze, zonder een oordeel te vellen.
‘Palestijnen hopen nog steeds op de steun van Arabische en westerse landen’
‘In de film zie je mijn perspectief, je ziet wat ik zie’, vertelt regisseur Mohammed Abugeth (36). ‘Ik ben de waarnemer en laat de kijker de feiten zien. De hoofdpersonen uit de documentaire mogen zelf beslissen wat ze zeggen en hoe ze reageren op gebeurtenissen. Ik meng me niet in hun leven en geef geen advies.’
Op de bezette Westelijke Jordaanoever is de situatie regelmatig onveilig, zeker voor Palestijnen. Het is extreem moeilijk om in deze regio te filmen. Er bestaan dan ook weinig films en documentaires die de gebeurtenissen in de regio schetsen. Documentaires als The Devil’s Drivers zijn schaars.
Abugeth: ‘Wij voelden ons tijdens het filmen soms bedreigd, maar dat is normaal. Het beroep van journalisten en filmmakers kan gevaarlijk zijn. Uit principe stond bij ons de veiligheid voorop. Wanneer er een checkpoint was, reden we weer weg en waagden we een dag later nogmaals een poging. Zeiden de militairen in het gebied, ‘Nee, je mag vandaag niet filmen’, dan dachten we: prima, dan filmen we vandaag niet. Morgen is er weer een mogelijkheid.’
Is dat de reden dat het filmen van The Devil’s Drivers acht jaar heeft geduurd, in plaats van de beoogde twee jaar?
‘Dat is één van de redenen. Wij waren voorzichtig en kozen ervoor om niet lang op dezelfde plek te blijven, maar om steeds korte reizen te maken. Ons streven was om de documentaire eerder af te ronden, maar het verhaal van Ismael, een van hoofdpersonen, bleek niet klaar. Ismael was plotseling opgepakt omdat hij twee terroristen Israël in zou hebben geloodst. Waar was hij? Wat was er met hem gebeurd? Wij gingen terug naar de Westelijke Jordaanoever, spraken met zijn advocaat en besloten te wachten tot hij uit de gevangenis kwam. Dat was nodig om zijn verhaal af te ronden.’
Waren de smokkelaars niet bang om zich op film vast te laten leggen?
‘Palestijnen begrijpen het spel. Of je wel of niet meewerkt, wel of niet aanvalt of smokkelt: er zullen doden vallen, er zullen extra controleposten bijkomen en Palestijnen zullen altijd collectieve straffen krijgen. Ook de Bedoeïenen betalen een hoge prijs voor hun hulp aan de mensensmokkelaars. Het Israëlische leger heeft een van hun dorpen volledig verwoest. Soldaten hebben lak aan regels en doen wat ze willen.’
‘Onze hoofdrolspelers zijn allemaal gestraft voor mensensmokkel voordat The Devil’s Drivers uitkwam. Ismael heeft anderhalf jaar in de gevangenis gezeten en is daarna gestopt met smokkelen. De arbeider Mahmood heeft enkele maanden vastgezeten en gaat tegenwoordig nergens meer heen. Hammoud is de enige die nog aan het werk is.’
Is er nog hoop voor de Palestijnen?
‘Palestijnen hopen nog steeds op steun van Arabische en westerse landen. Als het op mensenrechten aankomt, maakt het Westen zich hard. Maar westerse landen reageren slechts op conflicten in specifieke gebieden, zoals nu in Oekraïne. De Palestijnen hebben de hoop dat de internationale gemeenschap op dezelfde manier zal reageren op wat hen overkomt. Ik vind de huidige situatie eerlijk gezegd erg treurig.’
Daniel Carsenty en jij schetsen een grimmig beeld. Carsenty opperde onlangs een zwart-wit versie te maken van de documentaire, een soort ‘in memoriam’. Hebben de hoofdpersonen meer hoop dan jullie, de documentairemakers?
‘Ja, misschien wel. Daniel Carsenty had het over een in memoriam, maar voor mij was het anders, ik wilde juist een positieve noot meegeven. Zoals ik het zie, heeft The Devil’s Drivers ondanks alle tegenslagen en akelige omstandigheden een happy ending. Hammoud glimlacht, en zijn vrouw en hij brengen nog steeds kinderen op deze wereld. Zelfs Ali had plannen om zijn huis te herbouwen.
Palestijnen zijn enorm veerkrachtig. De coronapandemie deed mij dit nog meer beseffen. Ik verbleef in mijn eentje in Duitsland, en mijn Duitse vrienden gingen gebukt onder de situatie. Ik troostte hen en zei dat de tijden beter zouden worden, want zo sta ik in het leven. Zij vonden het uitermate hinderlijk om hun huis niet te kunnen verlaten en niet op vakantie te kunnen gaan. Maar in Palestina is dit the way of life. Niemand reist en alle inwoners weten wat de avondklok inhoudt. Voor Palestijnen was corona, niet anders dan elke andere dag. Heel ironisch. Uiteindelijk zullen Palestijnen, ondanks alles wat ze hebben meegemaakt, proberen een zo goed mogelijk leven op te bouwen.’
Waarom kiezen Palestijnen er in deze uitzichtloze situatie toch voor om kinderen te krijgen?
‘Kinderen brengen geluk, zowel vanuit religie als traditioneel gezien. Mensen moeten doorgaan en niet opgeven. In het Westen denken ze er anders over. Daar willen ze pas kinderen als ze er aan toe zijn. Palestijnen wachten niet op het juiste moment. Dat komt er toch niet.’
Zal door de nieuwe Israëlische regering de leefsituatie van Palestijnen nog verder verslechteren?
‘Laatst sprak ik een Palestijn, die daarover het volgende zei: ‘De ene regering doodt meerdere Palestijnen per dag, de andere regering meerdere per week’. Want hoe je het ook wendt of keert, er worden Palestijnen gedood. Het is net een Amerikaanse film. Ik kan er niet naar kijken.’
Denk je dat films en documentaires als The Devil’s Drivers bijdragen aan het besef dat er iets moet veranderen?
‘Films maken is voor Palestijnse filmmakers een vorm van verzet. Het genre biedt de mogelijkheid om het verhaal van de Palestijnen te vertellen, en wel op zo’n manier dat het mensen over de hele wereld raakt. Film is een prachtig medium om deze situatie onder de aandacht te brengen. Tegenwoordig worden er steeds meer Palestijnse films op internationale filmfestivals vertoond. Er staan in Palestina bovendien steeds meer filmmakers op: vrouwen, jonge mensen. Deze nieuwe generatie biedt nieuwe perspectieven. Neem bijvoorbeeld de film Farha, die veel aandacht heeft gekregen en ook op Netflix wordt uitgezonden. Dankzij deze film weet het grote publiek over de Nakba, de etnische zuivering van de Palestijnen door de staat Israël in 1948. The Devil’s Drivers is geen politieke film, maar ook in onze documentaire komt de Nakba ter sprake.’
Wat zijn je plannen voor de toekomst? Ga je weer in Palestina filmen?
‘Ik ga mij richten op fictie. Ik werk momenteel aan een film over de verhoudingen tussen een Palestijnse DJ en Israëlische kolonisten. Ik zou deze film in Jordanië kunnen maken, dat is makkelijker, maar ik wil deze film in Palestina opnemen. Ik wil zowel in Europa als in Palestina kunnen werken.’
Kun jij als Palestijn wel vrijuit reizen?
‘Tijdens het filmen van onze documentaire vertrok ik steevast vijf dagen eerder dan Carsenty, die een Duits paspoort heeft. Omdat ik een Palestijns paspoort bezit, moet ik via Jordanië reizen. Ik moet drie grensovergangen passeren: die van Jordanië, Israël en Palestina. Het is een lange reis.’
Nu u hier toch bent...
Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.
Vertel mij meer!