21.1 C
Amsterdam

Dijkwachter

Reyis Kurt
Reyis Kurt
Huisarts en schrijver van korte verhalen.

Lees meer

Denkend aan Holland – zie ik breede rivieren – traag door oneindig – laagland gaan

schrijft Marsman in 1936. En hij eindigt zijn gedicht met

en in alle gewesten – wordt de stem van het water – met zijn eeuwige rampen – gevreesd en gehoord

Ik reed mijn ouders van Den Bosch naar Rotterdam. Toen we het Hollands Diep naderden zei ik dat er hoogwater was. Zij bevestigden het. Mijn vader vertelde dat een oude vriend van hem die in Duitsland woont zich maar afvroeg waarom mensen in Nederland gingen wonen. Het zou op een dag toch door het water opgeslokt worden. Dat vonden Amerikaanse onderzoeken eigenlijk ook. Hier leven we liever in de ontkenning. We hebben rivieren de ruimte gegeven. We hebben veel geleerd van de watersnoodramp van 1 februari 1953. Enorme deltawerken zijn opgetuigd. Het volk kan rustig gaan slapen.

Zonder enig benul te hebben wie de kandidaten voor de Waterschappen waren gingen we naar de stembus. We wisten niet waar ze voor stonden. Maar ik neem aan dat ze allen strijden voor droge voeten. Op dit soort dagen zien we het belang van Waterschappen.

Ze zetten vrijwillige dijkwachters in om de status van de dijken te controleren. In Deventer zou het spannend gaan worden. Deventer ligt niet bij ons om de hoek. Maar veel water dat uit Duitsland binnenkomt stroomt bij ons langs. Als vrijwillige dijkwachters ging ik samen met mijn vrouw de Oude Maas inspecteren. De rivier had zich tot een zee ontpopt.

Ik heb mij niet verdiept in structuur en werkwijze van de wateroverheid. Ik weet ook niet waar je je als vrijwillige dijkwachter kunt melden.

Daarom schrijf ik het hier op.

We hebben het water gezien, gehoord en gevreesd.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -