6.9 C
Amsterdam

‘Opgroeien als Jemeniet in Saoedi-Arabië, niemand geeft dan om je’

Fitria Jelyta
Fitria Jelyta
Journalist.

Lees meer

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand: Moussa*(31). Hoewel hij geboren en getogen is in Saoedi-Arabië, kreeg hij vanwege zijn Jemenitische ouders niet de Saoedische nationaliteit. Nadat in Jemen de oorlog uitbrak, dreigden hij en zijn familie daarheen gedeporteerd te worden.

Als tiener droomde de Jemenitische Moussa van een carrière als professioneel bokser. Volgens zijn trainer had hij er het talent voor. ‘Hij zei dat hij mij graag onder zijn hoede wilde nemen om mij klaar te stomen voor grote competities. Maar toen ontdekte hij dat ik niet de Saoedische, maar de Jemenitische nationaliteit had. Om die reden trok hij zijn aanbod in’, vertelt hij. ‘Op dat moment wist ik dat ik ‘anders’ was. Ik werd toen voor het eerst geconfronteerd met de beperkingen die de Saoedische regering oplegt aan mensen met mijn achtergrond.’

Wat veel mensen niet weten, is dat Saoedi-Arabië je niet automatisch de Saoedische nationaliteit verleent als je in het land geboren bent. ‘Dat is het verschil tussen jou en mij, zeg ik dan wanneer ik Nederlanders mijn levensverhaal vertel. Als ik bijvoorbeeld in Nederland vader zou worden, dan kan ik een proces starten om mijn kind de Nederlandse nationaliteit te geven. Maar dat geldt niet in landen als Saoedi-Arabië, en zeker niet wanneer je ouders in Jemen zijn geboren. Je krijgt dan geheid te maken met discriminatie, niemand geeft om je.’

Vanwege zijn Jemenitisch paspoort kreeg Moussa in Saoedi-Arabië ook geen toegang tot de universiteit. Hij besloot daarom naar de Filipijnen te reizen om een universitaire opleiding te volgen tot netwerkbeveiligingsingenieur. ‘Ik wilde altijd al naar de Filipijnen, dus lag het voor de hand voor mij om erheen te gaan en te studeren. Het was vergeleken met andere landen vrij gemakkelijk voor mij om een studentenvisum aan te vragen voor de Filipijnen – en zo geschiedde’, zegt Moussa. ‘In 2017 behaalde ik mijn diploma, en reisde ik terug naar Saoedi-Arabië omdat mijn studentenvisum was verlopen.’

De oorlog in Jemen was al drie jaar aan de gang op het moment dat Moussa terugkeerde. Voor Jemenieten werd het bijna onmogelijk gemaakt om in Saoedi-Arabië te blijven leven, vertelt hij.

‘De Saoedische regering legde ons zelfs nog meer beperkingen op. Studenten met een Jemenitisch paspoort mochten al niet aan een universiteit studeren, maar toen de oorlog in Jemen begon, mochten we ook niet meer werken. Zelfs met een universitair diploma op zak kon ik in Saoedi-Arabië niet aan werk komen.’

Uiteindelijk besloot Moussa om zijn vader te helpen die als automonteur in een garage werkt. ‘Dat soort werk mochten Jemenieten wel blijven doen, omdat het ‘vies’ werk is en Arabische mensen dat niet wilden doen vanwege de hitte.’

Moussa wist dat hij niet langer in Saoedi-Arabië kon blijven. Toch bleef hij voor zijn familie. ‘Mijn vader werd rond die tijd ernstig ziek. Hij had al langer last van hartfalen, en dat speelde weer op. We brachten hem naar het ziekenhuis, en daar ontdekten ze dat hij kanker had. Het was een verschrikkelijke tijd voor mij en mijn familie.’

Vanwege de beperkingen die de Saoedische regering oplegde, werden de ziekenhuiskosten maar deels vergoed. Een groot deel van de behandelingen die zijn vader moest ondergaan, moest hij uit eigen zak betalen. Daardoor besloot hij in samenspraak met zijn vader om Saoedi-Arabië te verlaten op zoek naar werk.

‘Ik deed verschillende aanvragen voor een werkvisum. Eerst de Verenigde Staten, maar dat werd geweigerd. Toen Canada, maar ook daarvoor werd ik geweigerd. Toen kwam ik in contact met een advocaat uit Chili, die mij vertelde dat het gemakkelijk zou zijn voor mij om daar een werkvisum te krijgen. Dus vertrok ik naar Santiago. Hij zou dat voor mij regelen. Maar wat bleek? Die advocaat had gelogen. Ik moest hem drieduizend dollar betalen voor een werkvisum, maar hij kwam terug met een toeristenvisum voor tien dagen. Ik kon dat visum uiteindelijk maar tot drie maanden verlengen. Daarna moest ik weer terug naar Saoedi-Arabië.’

Voor Moussa was het onmogelijk om terug te keren, omdat hij door de Saoedische regering naar Jemen zou worden gestuurd. ‘Dat is het land waar mijn ouders zijn geboren. Ik ben er nog nooit in mijn leven geweest, en toch zou ik erheen worden gestuurd vanwege mijn Jemenitisch paspoort. Ik weet waar de Saoedische regering toe in staat is en hoe zij mensen martelen – en vervolgens terugsturen naar Jemen om hen te laten sterven. In Jemen hebben ze alles verwoest, en de regeringsambtenaren van Jemen zitten lekker in een hotel in Saoedi-Arabië te leven, terwijl ze mensen als ik en mijn familie willen terugsturen naar oorlogsgebied. Mijn moeder en oudere zus verblijven nu nog ‘illegaal’ in Saoedi-Arabië, maar mijn jongere zus en haar kind hebben ze al opgepakt en naar Jemen gestuurd.’

Door het verlopen van zijn visum in Chili werd Moussa in 2019 gedwongen om alsnog een vliegticket te boeken richting Saoedi-Arabië. Zijn vlucht vertrok vanuit Santiago en maakte een tussenstop in Amsterdam voordat het verder zou gaan naar Djedda.

‘Toen ik in Schiphol landde en uit het vliegtuig stapte, stonden douaneambtenaren mij al op te wachten vanwege mijn Jemenitisch paspoort. Ze wilden weten wat ik hier kwam doen, en namen mij mee naar een aparte ruimte om mij te ondervragen. Toen vertelde ik dat ik een asielaanvraag wilde indienen in Nederland’, gaat Moussa verder. ‘Ze brachten mij naar een soort detentiecentrum nabij Schiphol. Daar moest ik acht dagen blijven voordat ze me konden verplaatsen naar een asielzoekerscentrum in Leersum (provincie Utrecht, red.).’

‘Ik mocht van de IND geen afscheid van mijn vader nemen. Dat maakte mij kapot’

In afwachting van zijn asielaanvraag in het azc ontving hij bericht over het overlijden van zijn vader. ‘De mensen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND, red.) wisten dat mijn vader in kritieke toestand verkeerde, en dat hij niet lang meer te leven had. Dat had ik ze verteld. Maar toch mocht ik niet gaan omdat mijn asielaanvraag nog in behandeling was, zo is de regel. Ze konden voor het overlijden van mijn vader geen uitzonderingen maken, niet eens voor een paar dagen. Ik kon geen afscheid van hem nemen. Dat maakte mij kapot.’

Tot twee keer toe werd zijn asielaanvraag geweigerd omdat hij uit Saoedi-Arabië kwam. ‘De IND was ervan overtuigd dat ik de Saoedische nationaliteit had, waardoor ze mijn aanvraag tot twee keer toe hadden geweigerd. Ik moest uiteindelijk aan een familielid vragen om een van mijn oude paspoorten naar Nederland te sturen, zodat ik ze kon bewijzen dat ik toch echt de Jemenitische nationaliteit heb. Pas nadat zij mijn oude paspoort hebben gezien, werd mijn aanvraag uiteindelijk goedgekeurd’, zegt Moussa. ‘Het is te bizar voor woorden. Welke IND weet nu niet dat je niet zomaar een Saoedisch paspoort kan krijgen? Dan doe je je werk toch niet goed?’

Na acht maanden in het azc te hebben gewoond werd Moussa dan eindelijk een verblijfsvergunning verleend. Hij woont nu in een studio in Amsterdam-Oost en heeft een bijbaantje als kickbokstrainer. ‘Daardoor kan ik toch nog een beetje mijn jongensdroom waarmaken, al is het niet op professioneel niveau, en doe ik wat ik het liefst doe: kickboksen.’

Sinds kort volgt hij een leertraject bij een internationaal bedrijf om zijn beroep als netwerkbeveiligingsingenieur te kunnen uitoefenen. ‘Tot zover is het traject nog niet helemaal duidelijk. Ik weet niet of ik hierna een baan heb bij dit bedrijf, dus daarom ben ik nog steeds op zoek naar werk.’ Daarnaast leert Moussa de Nederlandse taal door met vrienden af te spreken en het nieuws te volgen.

De oorlog in Oekraïne grijpt hem enorm aan. ‘Ik merk dat de Oekraïense vluchtelingen veel hulp en een warm welkom krijgen van de Nederlanders. Dat gun ik ze enorm. Ik weet hoe verschrikkelijk het is om je land te moeten verlaten, omdat je daar niets meer hebt. Ik zou alleen willen dat ze mensen zoals ik ook eenzelfde gratie zouden verlenen.’

*Achternaam bij de redactie bekend. Vanwege de gevoeligheid van Moussa’s verhaal en de reële dreiging voor zijn familie die nog in Saoedi-Arabië verblijft, wenst hij zijn volledige naam geheim te houden. 

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -