De Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb vindt dat 1 juli een nationale feestdag moet worden. Dat zei hij gisteren in zijn jaarlijkse toespraak ter nagedachtenis aan de slavernij. Vandaag, op Keti Koti, wordt de afschaffing ervan gevierd.
Aboutaleb pleitte ook voor een nationaal monument om Keti Koti te herdenken, meldt RTV Rijnmond.
‘Dit is een grote zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis die eeuwen geduurd heeft’, ze Aboutaleb. ‘Het knechten van mensen, het vernederen van mensen, het maken van mensen tot handelswaar. Ik vind dat het de moeite waard is om in de geschiedenis zo’n dag een plek te geven waarbij we met elkaar stilstaan bij de wreedheden die de mens de andere mens kan aandoen.’
Vorig jaar bood Aboutaleb namens Rotterdam zijn excuses aan voor de slavernij en de kwalijke rol die Rotterdam speelde in de zeventiende en achttiende eeuw. Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam ging hem vorig jaar voor.
Ook Rabin Baldewsingh, de nieuwe Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, wil Keti Koti als nationale feestdag. Keti Koti is volgens hem nog steeds te veel een feest voor zwarte mensen, terwijl het een geschiedenis is die iedereen in Nederland aangaat. ‘Dat moeten we daarom samen doen’, zegt hij tegen Omroep West.
Activisten voerden dit jaar actie om van Keti Koti een vrije dag te maken. ‘Ik neem 1 juli vrij, totdat we allemaal vrij zijn’. Zeker honderd organisaties hebben besloten om hun medewerkers dit jaar vrij te geven.