5 C
Amsterdam

Arabische landen en Turkse deel Cyprus veroordelen Turkije – maar Marokko niet

Lees meer

Landen uit de islamitische wereld buitelen over elkaar heen om de Turkse inval in Noord-Syrië te veroordelen. Ook de Turkse Republiek Noord-Cyprus heeft kritiek op Turkije. Eén prominent land in de Arabische regio houdt zich afzijdig: Marokko.

Dit weekend was in de Egyptische hoofdstad Caïro een vergadering van de Arabische Liga, een samenwerking tussen 22 landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het agendapunt: de explosieve situatie in Noord-Syrie, waar Turkse strijdkrachten een offensief zijn gestart. En de uitkomst is niet mals.

De Arabische Liga rept over een ‘schending van de Syrische soevereiniteit’. De Liga laat daarom weten diplomatieke en militaire betrekkingen met Turkije te herevalueren en economische sancties in te willen voeren.

Ook roept het verbond Turkije op om haar troepen terug te trekken en toe te werken naar een ‘politieke oplossing’. De VN-Veiligheidsraad moet volgens de Liga met maatregelen komen om de Turkse opmars in Noord-Syrie een halt toe te roepen.

Marokko neemt afstand van de verklaring van de Arabische Liga. Het statement ‘geeft niet noodzakelijkerwijs de officiële positie weer’ van dat land, zo laat het weten bij monde van buitenlandminister Nasser Bourita.

Minister Bourita zegt dit pas achteraf mee te delen, omdat het de ‘algemene sfeer van de vergadering niet wilde verstoren’. Ook Libië, Qatar en Somalië zeggen achteraf de Liga-verklaring niet te steunen.

Turkije zelf is het ook niet eens met de Arabische Liga. President Erdogans woordvoerder Fahrettin Altun stelt dat de Liga de Turkse militaire operatie verkeerd uitlegt. Ook zegt hij dat de deelnemende regeringen aan de Liga ‘niet spreken voor de Arabische wereld’.

Turkije ontvangt ook kritiek uit onverwachte hoek. Mustafa Akinci’s, de president van Noord-Cyprus – het Turkse deel op Cyprus – beschuldigt Turkije van ‘bloedvergieten’. Akinci’s roept op tot ‘diplomatie en dialoog’. Geen enkele samenleving zou volgens hem moeten lijden onder oorlog.

Akinci’s standpunt leidt tot woede in Ankara. Ömer Celik, woordvoerder van de regerende AKP-partij, verdedigt Turkije met de bewering dat het zou gaan om ‘het bestrijden van een moordlustig netwerk en het vestigen van vrede’. Ook vice-president Fuat Oktay reageert ontkennend: hij denkt dat Akinci’s mening ‘niet de opvatting van de Turkse Cyprioten vertegenwoordigt’.

Turkije ziet de Koerdische strijders van de Syrian Democratic Forces (SDF) in Noord-Syrië als een uitvloeisel van de PKK. De PKK voert al dertig jaar een gewapende strijd in Turkije voor Koerdische autonomie en wordt door Turkije wordt gezien als een terreurorganisatie. Turkije zegt dat de SDF banden heeft met de PKK en een bedreiging is voor Turkije’s veiligheid.

- Advertentie -