11.6 C
Amsterdam

Bart Jan Spruyt: ‘Had Wilders maar geluisterd’

Lees meer

Afgelopen woensdag kruisten in het Rotterdamse debatcentrum Arminius twee intellectuelen de degens: de progressieve politicoloog Merijn Oudenampsen en de conservatieve historicus Bart Jan Spruyt. Ze debatteerden over het succes van ‘nieuw rechts’. Spruyt was over dit succes een stuk pessimistischer dan Oudenampsen. ‘Had Geert Wilders maar naar mij geluisterd.’

Merijn Oudenampsen is auteur van het proefschrift De conservatieve revolte, waarin hij betoogt dat het bij Pim Fortuyn en Geert Wilders niet alleen maar gaat om stijl, maar dat er een politieke filosofie achter zit. Ook Thierry Baudet, de voorman van Forum voor Democratie, is geen ‘nepintellectueel’ volgens Oudenampsen. De politicoloog betoogt dat de conservatieve revolte erg succesvol is geweest, gezien de strengere wetgeving op het gebied van migratie en integratie.

Dat Nederland geleid zou worden door een linkse elite is volgens Oudenampsen een fabeltje. Na het kabinet-Den Uyl, dat in 1977 ten val kwam, had Nederland geen linkse kabinetten meer. Maar de ‘mythe van de linkse elite’, gepropageerd door Pim Fortuyn en toenmalig Elsevier-Hoofdredacteur Hendrik Jan Schoo, was een heel krachtig narratief om rechtse krachten te mobiliseren, aldus Oudenampsen.

Bart Jan Spruyt vindt ‘nieuw rechts’ helemaal niet zo succesvol. Hij is de drijvende kracht achter de Edmund Burke Stichting, de conservatieve denktank die in 2000 werd opgericht en zich keerde tegen de zogenaamde ‘vrijheid-blijheid’-mentaliteit van de paarse kabinetten. Spruyt en de zijnen hoopten dat er in Nederland een conservatieve stroming zou opkomen, net als in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Maar het liep anders, concludeert hij nu: ‘Het populisme heeft het conservatisme verdrongen’.

Toen Spruyt in 2001 Pim Fortuyn wilde interviewen zou de conservatieve Leidse rechtsfilosoof Andreas Kinneging, toen ook betrokken bij de Edmund Burke Stichting, al tegen Spruyt hebben gezegd:  ‘Fortuyn is niet de oplossing, maar onderdeel van het probleem waartegen wij strijden.’ Aansluitende pogingen van Spruyt om VVD en CDA te winnen voor de conservatieve ideologie liepen op niets uit. Spruyt: ‘We klopten op de deur, maar achter die deur zat niemand.’

Daarom vestigde Spruyt zijn hoop op Geert Wilders, die in 2004 uit de VVD-fractie was gestapt. Hij ging in dienst bij Wilders en was auteur van diens’ ‘Onafhankelijkheidsverklaring’, een tekst waar Spruyt nog steeds trots op zegt te zijn. Maar na enkele maanden kwam hij erachter dat Wilders alleen tegen de islam wenste te ageren. Daarmee was Spruyts hoop op een echte Nederlandse conservatieve politieke beweging vervlogen: ‘Had Wilders maar naar mij geluisterd.’

Of Thierry Baudet de ideale conservatieve politicus is? Daarover staat Spruyt in dubio. Hij en Baudet kennen elkaar erg lang: Baudet bezocht de zomerschool van de Edmund Burke Stichting toen hij nog student was. Spruyt heeft waardering voor Baudets recente essay, waarin de FvD-voorman de abortus- en euthanasiepraktijk en het individualisme in Nederland ter discussie stelt. ‘Baudet is niet alleen een politicus, maar hij kijkt ook naar het brede plaatje. Hij wil een maatschappelijk debat beginnen.’ Toch is Spruyt ook kritisch. ‘Dat geflirt met alt-rechtse ideeën’ noemt hij onverstandig.

- Advertentie -