Gistermiddag bezocht burgemeester Koos Janssen van Zeist 390 Afghaanse vluchtelingen, die nu zijn ondergebracht in het Walaardt Sacré Kamp in Huis ter Heide.
‘Weet dat de Zeister gemeenschap met u meeleeft’, drukt Janssen hen op het hart in een brief waarin hij hen persoonlijk welkom heette.
‘U bent nu op een plek die voor u waarschijnlijk vreemd is’, schrijft de burgemeester ook. ‘Maar waar u welkom en veilig bent.’
Vanwege de coronapandemie zitten de Afghaanse vluchtelingen de eerste tien dagen van hun verblijf in het asielzoekerscentrum in quarantaine. Janssen moest daarom op afstand blijven, maar kon wel naar de vluchtelingen zwaaien.
‘Ik was onder de indruk bij het zien van de gevluchte Afghanen’, vertelt de burgervader aan AD Utrecht. ‘Wat opviel was de stilte in het gebouw, terwijl er toch meer dan driehonderd mannen, vrouwen en kinderen verblijven. De mensen zijn bekaf. Ze hebben nu vooral behoefte aan rust.’
Janssen vertelde dat de Afghaanse vluchtelingen vermoeid maar dankbaar zijn, en zich tegelijkertijd zorgen maken. ‘De meeste mensen zijn zonder bezittingen hierheen gekomen en hebben familie en dierbaren achtergelaten. Daar kunnen wij ons nauwelijks een voorstelling van maken hoe zwaar dat is.’
Hij was al burgemeester in 2015, toen honderden Syrische vluchtelingen werden opgevangen in Zeist. ‘Het is niet zo dat we complete draaiboeken uit de kast kunnen halen, maar de ervaring die we toen hebben opgedaan en het netwerk met mensen die willen helpen, die zijn nog steeds aanwezig en van grote waarde’, aldus Janssen.